BE1000769A4 - Garenklem. - Google Patents

Abstract

Garenklem, daardoor gekenmerkt dat zij hoofdzakelijk bestaat uit een hoeveelheid haartjes, vezeltjes of dergelijke die op een gemeenschappelijke steun zijn voorzien, waarbij deze haartjes evenwijdig of nagenoeg evenwijdig zijn aan elkaar.

Description

   <Desc/Clms Page number 1> 
 
 EMI1.1 
 



  Garentlem, 6are-n-k-1-e-m.. --- - -- ---------Deze uitvinding heeft betrekking op een garenklem, meer speciaal een garenklem voor het bevestigen en vast houden van een draaduiteinde van een bobijn. 



  Men weet dat het in bepaalde omstandigheden nodig of gewenst is het vrije uiteinde van een draad, bijvoorbeeld in het geval 
 EMI1.2 
 -te- d-ez,---, hiervoor tot op heden allerlei klemelementen worden toegepast zoals daar zijn, mechanische klemmen, pneumatische klemmen, en dergelijke. 



  Eveneens weet men dat zulke tot op heden bekende klemsystemen dan ook mechanisch of pneumatisch moeten aangesloten zijn op een geschikte aandrijfinrichting waardoor zulke klemmen niet alleen relatief kostbaar worden, doch tevens relatief omvangrijk. 

 <Desc/Clms Page number 2> 

   De uitvinding heeft betrekking op een garenklem-die uitermate    
 EMI2.1 
   eenvoudg is ; die geen enkele aansluiting   van welke aard dan ook vereist en die uitermate bedrijfszeker is.

   Tevens laat deze garenklem toe de draad op zeer eenvoudige wijze in de klem aan te brengen, respe-ktievelijk eruit te    verwijde-ren-j---   
 EMI2.2 
 - -- --- -- ---Deze garenklem t yt-    behaartjes, vezeltjes of dergelijke   die op een gemeenschappelijke steun zijn voorzien waarbij deze haartjes evenwijdig of nagenoeg evenwijdig zijn aan elkaar. 



  Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen zijn hierna enkele toepassingen beschreven van een garenklem volgens de uitvinding met verwijzing naar de bijgaande tekeningen waarin : 
 EMI2.3 
 - -- ------ - - ----- figuur   l   op schematische wijze een met een garenklem volgens de uitvinding bevestigd draaduiteinde van een draadbobijn weergeeft ; figuren 2 tot 4 verschillende fazen weergeven van een manier voor het bevestigen van een draad in een garenklem volgens de uitvinding ; figuren 5 en    6 schematisch weergeven   op welke wijze een draad uit een klem volgens de uitvinding kan verwijderd worden ; figuur 7 een zicht is overeenstemmend aan dit van fi- 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 
 EMI3.1 
 guur3dochyooeeqbijzonderebobijnstand;

   figuur een opstelling vol- gens figuur 7, weergeeft hoe een draad uit een draadklem volgens de uitvinding kan verwijderd worden. 
 EMI3.2 
 



  - -- -InfiuurI"iseenbobijn1 VctTikte ije ielvan eo die inweifdig weergegevejs (fiedpsamenwerken met de bobijnhuls, op een steunas 2 is bevestigd waarbij het vrij uiteinde 3 van de op deze bobijn gewonden draad bevestigd is in een draadklem of garenklem 4 volgens de uitvinding. 



   Deze garenklem 4 wordt gevormd voor meerdere haren, vezels of dergelijke 5 die bevestigd zijn op een gemeenschappelijke steun, bijvoorbeeld een drager in   hout,   metaal, kunststof of 
 EMI3.3 
 derg-eijke -=op-gieTlri=kt-e die in dit geval'=zFelis op het vrij uiteinde van de steunas 2, bijvoorbeeld door de steun 6 op de steunas 2 vast te lijmen, te schroeven of dergelijke. 



  De haren of dergelijke 5 kunnen in een geschikt materiaal ; in een geschikte dikte ; in een geschikte lengte ; op een geschikte tussenafstand   en volgens,   een geschikt patroon toegepast worden, waarbij deze keuze afhankelijk is van het soort draad 3 dat met zulke klem 4 moet worden vasthouden. 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 
 EMI4.1 
 



  .. 



  - - --- - - - - ingvan in 44 moeten de samenwerking, wrijving, van de draad 3 met de haren 5 waarbij wrijving afhankelijk i6 van het soort draad 3 en de kenmerken van de - --- - Fig, bepaald patroon, op de steun 6 aangebracht zijn. De haartjes 5 
 EMI4.2 
 kunnen evenwijdig zijn aan elkaar of divergerend opgesteld zijn. De zijn inderdaad dat de klemming toeneemt naar de steun 6 toe, enerzijds, en doordat de klem breder is aan het vrij uiteinde, de juiste positionering ervan minder kritisch ic, anderzijds. 



  ----Bet---vol-s-t-a-et-i----zo=als----weergegeven-i-n draaduiteinde 3 tussen de haren 5 te brengen om dit uiteinde vast te houden, waarbij dit aanbrengen kan geschieden door het draaduiteinde 3 eenvoudig volgens de lengterichting van de baren tussen deze laatste'aan te brengen, terwijl om het draaduiteinde 3 vrij te maken dit laatste eenvoudig van tussen de haren 5 kan verwijderd worden door dit uiteinde volgens de lengterichting van en naar het vrij uiteinde toe van de baren 5 te verplaatsen. 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 
 EMI5.1 
 



  Door van de Bmoe < r. eidB de   Inderdaad zal de bevestijsteunas 2 bekomt men dat deze klem heR: aftrekken van de draad   vanaf de bobijn niet hindert. 



   Alhoewel in het besproken voorbeeld een steun 6    wordt---   
 EMI5.2 
 - - -ast tTet delij ige ¯ ¯j K j worden - -- -- - -- zouden bevestigd worden. 



  In de figuren 2 tot 4 is-op schematische wijze aangetoond hoe het vrij uiteinde van een draad 3 van een bobijn 1 in een klem 4 volgens de uitvinding kan bevestigd worden. 



  Hiertoe wordt het vrij draaduiteinde 3 bijvoorbeeld opgezogen door een zuigmond 8 waarna deze zuigmond, zoals in figuur 3 is 
 EMI5.3 
 weergegeven,-z-odanig-vepat-s-t tussen de haren 5 van de garenklem 4 wordt gebracht, waarna dit draaduiteinde door een geschikte   snijinrichting   9 wordt afgeknipt om aldus tot de toestand te komen zoals weergegeven in figuur   4.   



  In de figuren 5 en 6 is een voorbeeld weergegeven van een wijze waarop de draad 3 uit de klem 4 kan verwijderd worden, namelijk door middel van een zuigbuis 10 die de draad opzuigt en zieh vervolgens met deze draad van de klem 4 verwijdert. 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 
 EMI6.1 
 



  In sn ea) jns waarbij bobijnen worden en waarbij het vrij uiteinde van iedere bobijn l in een klem 4 volgens de uitvinding is bevestigd. In dit geval zijn - 5 eveneens rechtstreeks of öt ömst i-i-id--op--e-en--e-i-nJFo-z-e-b-a-nd-TT--meer r steun idop Tere "" Zoals uit de figuur 7 blijkt kan ook in dit geval een draad 3 in een klem 4 gebracht worden zoals reeds hiervoor beschreven met verwijzing naar de figuren 2 tot 4. 



  De band 12 wordt aangedreven door een motor die bijvoorbeeld de as 13 aandrijft. 
 EMI6.2 
 lad"ie -wo-r-E'dr ine 14 geleid. 



  In figuur 8 is uiteindelijk weergegeven dat het vrij uiteinde van de draad 3 bijvoorbeeld door een haak, klem of dergelijke 15 uit de garenklem 4 volgens de uitvinding kan vrijgemaakt worden om doorheen het oog 14 gevoerd te worden. 



  De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de hiervoor beschreven uitvoeringen en opstellingen.

Claims (1)

1. Conclusies. EMI7.1

   ----------J 1. gekenmerkt dat zij hoofdzakelijk --- ----(dieopeenemeenschETpprelirj!ce-steuazijavoorzienwaarbij----- -15-) die op een¯gemeenschap-peli-J¯be---szteun ziJn voorzient waarbij deze-Iraartrer )-evanrrydg verrwi-jri-srtjTi-ass-of - Garenklem, dsardoorelkaar.

   2.-Garenklem volgens conclusie I, daardoor gekenmerkt dat de garenklem (4) op het vrij uiteinde van de bobinas (2) van een bobijn (1) staat opgesteld.

   3.-Garenklem volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de gemeenschappelijke steun gevormd wordt door één drager (6) in EMI7.2 - -metaa- s-tof-o-fdergelijke. --====-===-- hout4.-Garenklem volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de gemeenschappelijke steun gevormd wordt door het vrij uiteinde van de steunas (2) van de bobijn (1).

   5.-Garenklem volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de gemeenschappelijke steun gevormd wordt door de eindloze band (12) van een bobijnstand (11). <Desc/Clms Page number 8> EMI8.1 haarties (5) diverrerend-ziln oppesteld. ha rtJies (5) divergerend z¯n epg steld. Ç 7.-Garenklem volgens één der conclusies 1 tot 6 daardoor - een garenbobijn - -----srtat e'ttd-------------------------------- - -- ---- --- - -- - - --- 6.-Garenklem volgens conclusie 1, daardoor gekenme'rkt dat de8.-Garenklem volgens conclusie 7, daardoor gekenmerkt dat zij bevestigd is op de eindloze band (12) van een zogenaamde EMI8.2 bobijn stand (J ! 9.-Garenklem volgens een der voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat met de bobijn (1), respektievelijk met de bobijnstand (11), uitgerust met zulke draadklem (4) respektievelijk draadklemmen (4),

   middelen samenwerken die toelaten het EMI8.3 vrij 3-van== & & n-bibi draaduiteinde- (in een betreffende klem (4).

   10.-Garenklem volgens conclusie (9), daardoor gekenmerkt dat de voornoemde middelen gevormd worden door een zuigmond (8).

   11. - Garenklem volgens een der conclusies 1 tot 8, daardoor gekenmerkt dat met de bobijn (I), respektievelijk met de bobijnstand (11), uitgerust met zulke draadklem (4), respek- <Desc/Clms Page number 9> EMI9.1 tievelijk hetvrjdraaduiteindeL3)yaeuntoJjj)JLlJLjLB', ejj uit een betreffende klem (4).

   - - --- -te n Z --4v co r no e p gevormd worden oor daardoor gekenmerkt dat de voornoemde middelen gevormd worden door een haak (15).