<Desc/Clms Page number 1>
EMI1.1
"Werkwijze en dubbelstukweefmachine voor het vervaardigd en van dubbeLstukweefseLs".
------------------------- De huidige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het weven van dubbeLstukweefseLs, in het bijzonder voor het dubbeLspoeLig weven van dubbel- stukweefsels en op een dubbeLstukweefmachine voor het uitvoeren van deze werkwijze.
EMI1.2
Het weefprincipe waarmee dubbeLstukweefseLs I vervaardigd worden, is genoegzaam bekend. Op de dubbel- stukweefmachine worden twee grondweefsets, een bovenweefsel en een onderweefset, geweven door middel I van op twee verschillende niveau's gelegen kettingdraden en door middel van inslagdraden. De pool wordt gevormd door poolkettingdraden die tijdens het weven van de grondweefsels rond de inslagdraden gebonden worden, van het ene grondweefset naar het andere grondweefsel Lopen en zodoende pool vormen of die in de grondweefsels ingebonden worden of vlottend gehouden worden.
Vervolgens worden de poolkettingdraden die beide grondweefsels onderling verbinden doorgesneden door een over de breedte van de weefmachine heen- en weerbewegend mes. Daardoor worden beide grondweefsels van elkaar gescheiden en blijft op eLk van die grondweefsels de helft van de poolvormende poolkettingdraden achter als rechtopstaande pool.
EMI1.3
Bij onderscheiden, nL. de enkeLspoeLige weefmachine en de dubbeLspoeLige weefmachine. Een enkeLspoeLige weefmachine op een vast instaginbrengpunt dubbeHetisdeschikkingendebewegingvandekettingdraden die de inslagdraden hun uiteindelijke positie in het onder- of bovenweefsel geven. Een dubbelspoelige weefmachine daarentegen heeft twee inslaginbrenginrichtingen,
<Desc/Clms Page number 2>
EMI2.1
in voor elk en heeft dus twee vaste inslaginbrengpunten. grondweefsel,DubbeLspoeLige weefmachines kunnen als leen verdere ontwikkeLing van de enkeLspoeLige weefmachi, nes beschouwd worden aangezien het weefsel praktisch dubbel zo snel gevormd wordt en aangezien de werkingssnelheid van dubbeLspoeLige weefmachines ook nog hoger L igt.
De klassieke enkeLspoeLige weefmachines brengen pool-
EMI2.2
weefsets van een uitstekende kwaliteit voort.
! men dergelijke echter op een dubbelspoelige weefmachine poogt te vervaardigen, met het doel de produktiesnelheid aanzienlijk te verhogen, bekomt men poolweefsels waarvan de kwaliteit van de pooL te wensen
Indienoverlaat in de zin dat de pool op de gescheiden grondweefsels niet mooi rechtopstaat.
EMI2.3
Uit door de aanvrager van het huidig octrooi uitgevoerde onderzoeken bleek de beLangrijkste oorzaak van dit probleem het weefpatroon van dubbelspoelig geweven dubbelstukweefsels te zijn. Inderdaad, door het gelijktijdig inbrengen van de inslagdraden in boven-en de poolvormende poolkettingdraden, die daartoe rond de inslagdraden gebogen worden, praktisch loodrecht tussen beide grondweefsels vooraleer die omgebogen, vormende poolkettingdraden ontstaan er inwendige spanningen na het doorsnijden van een dergeLijke kettingdraad, beide doen veren naar de oorspronkeLijke poolkettingdraden, de grondweefseLs. gevormde pooL blijft dus niet hetrechtopstaan hetgeen resulteert in een onaanvaardbaar aspekt van het poolweefsel.
Aangezien de poolbeentjes van twee in kettingrichtingopelkaarvolgendepoolussenbijdubbeispoetig
EMI2.4
weven kruiselings naast elkaar geweven worden, gaan I
<Desc/Clms Page number 3>
die naast elkaar staande poolbeentjes bij het terugveren niet tegen elkaar aanleunen zodat het plat gaan Liggen van die beentjes niet be-
EMI3.1
Let wordt. Een bijkomende oorzaak is de werkingssnelheid van spoelige weefmachines, die relatief hoog Ligt zodat het de afstand tussen de weefselvormingsrand, de aanslagpositie van het riet, de poolvormende ket- tingdraden doorgesneden worden, snel doorloopt. De inwendige spanningen in de poolvormende poolkettingdraden krijgen daardoor de tijd niet om weg te vloeien vooraleer die kettingdraden doorgesneden worden.
Bij het weven van dubbelstukweefsels met enkeL- spoelige weefmachines heeft men dit probLeem met de pool niet aangezien de poolvormende poolkettingdraden verder overgeplooid worden rond de inslagdraden dan bij dubbelspoetige dubbeLstukweefseLs, zodat de, na het scheiden van beide grondweefsels terugverende poolbeen- tjes rechtop komen te staan. Door de Lagere werkingssnelheid van enkelspoeltige weefmachines hebben de span-
EMI3.2
ningen de tijd gekregen om weg te Anderzijds gaan de poolbeentjes van twee in kettingrichting op elkaar volgende pooLLussen tegen elkaar gaan aanleunen als ze terugveren. Dit is te wijten aan het weefpatroon van enkeLspoeLige dubbelstukweefsels.
Twee naburige poollussen kunnen hier namelijk door dezelfde poolkettingdraad gevormd worden door de consecutieve opbouw van die pooLLussen bij enkeLspoeLig weven.
De huidige uitvinding heeft tot doel het weven
EMI3.3
van dubbelstukweefsels op dubbelspoelige weefmachines mogelijk en daarbij van een uitstekende kwaliteit voort te brengen.
De werkwijze volgens de uitvinding wordt gekenmerkt door het tijdens het weefproces en op de weef- machine, tussen de weefselvormingsrand en de smjzone, fixeren van de richting van de pooLvormende poolkettingdraden van het ongescheiden dubbel-
<Desc/Clms Page number 4>
EMI4.1
stukweefsel.
I voorkeur uitgevoerd door middel van een thermische !handeling van het ongescheiden dubbetstukweefsel tussen de weefselvormingsrand en de snijzone.
De werkwijze en de dubbelstukweefmachine volgens de uitvinding laten toe om erg delicate fluweelweefsels vervaardigd met synthetische pooLkettinggarens
EMI4.2
op dubbelspoelige weefmachines te wevenzonder dat de kali- teit van de pooL daardoor verminderd wordt. Tot nu toe was dat enkel mogelijk met de enket. spoelige Meef- methode. Het weven van deze weefsels met de dubbelspoelige weefmethode resulteert in een verhoogde produktiesnelheid, zodat er minder weefmachines nodig zijn om eenzelfde hoeveelheid fluweel te vervaardigen of zodat er meer fluweel kan vervaardigd worden met eenzelf- de aantal weefmachines.
Het spreekt voor zichzelf dat de huidige uit-
EMI4.3
vinding tevens kan toegepast worden bij de enkelspoe- ! en dus op en bij het weven van alle andere dubbelstukweefsels lige weefmethodezoals bijvoorbeeld tapijten.
Meer bijzonderheden over de huidige uitvinding zullen blijken uit de hiernavolgende beschrijving Ivan een voorkeurdragende uitvoeringsvorm, aangehaald als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, van een gedeelte van de dubbelstukweefmachine volgens de uitvinding. Deze beschrijving verwijst naar de hierbijgevoegde figuren, waarin
Figuur 1 een schematische Langsdoorsnede is van een deel van een dubbelspoelige weefmachine voorzien van een inrichting volgens de uitvinding.
Figuur 2 een perspectief zicht is op een strijkliniaal van de inrichting volgens de uitvinding.
Figuur 1 geeft een dubbelspoelige weefmachine
EMI4.4
I
<Desc/Clms Page number 5>
EMI5.1
1 in onderscheiden worden. Een eerste zone (A) waarin| de Langsdoorsnede weer. Op die f iguur kunnen drie zonespoolketting- en de kettingdraden (1) de gaap (2) vormen waarin beide inslagdraden d. m. v. beide inslaginbreng- inrichtingen, bijvoorbeeld grijperstangen (3) ingebracht worden. Deze eerste zone Loopt tot aan de weefselvormingsrand (4) die overeenstemt met de aanslagpositie van het riet (5, volle lijn), waarvan tevens de achterste positie is aangeduid (5, streeplijn). Een tweede zone (B),die tussen de weefselvormingsrand (4) en de snijzone (6) gelegen is.
Het is over deze tweede zone (8) I dat het dubbelstukweefset (7) in ongescheiden toestand naar de snijinrichting (8) toe beweegt. Die snijinrichting (8) bestaat uit twee snijlinialen (9), het onder-en bovensnijliniaal, waartussen het ongescheiden dubbelstukweefsel (7) passeert en de snijbank (10) waarover de snijwagen (11), die het mes draagt, heen en weer beweegt. Beide snijliniaten (9) en de snijbank (10) Lopen over de voLledige breedte van de weef machine en
EMI5.2
zijn doorsnede weergegeven.
In die tweede zone (B) bevinden zieh tevens de breedtehouders (12) die hier invdbr de weefselvormingsrand (4) aan beide zijden van het gevormde dubbelstukweefsel (7) zijn opgesteld.
EMI5.3
De derde zone (C) Loopt vanaf de snijzone (6) naar de ri i voorkant van de weefmachine. Beide worden in deze zone (C) via omleidrollen (14) afgevoerd.
De inrichting volgens de uitvinding bestaat uit twee strijklinialen (15) die respectievelijk boven en onder het ongescheiden dubbelstukweefsel (7), tussen de weefselvormingsrand (4) en de snijzone (6) opgesteLd zijn. Beide strijkliniaten (15) zijn bijvoorbeeld I aan
EMI5.4
respectievelijk het respectievelijk het onder- vestigd. De strijklinialen (15) kunnen eventueel in de snij linialen (9) verwerkt zitten of kunnen op een andere manier opgehangen worden.
Het ongescheiden
<Desc/Clms Page number 6>
EMI6.1
I dubbeLstukweefse). linialen (15) vooraleer het gescheiden Een strijkLiniaaL (15), figuur 2, bestaat bij voorkeur uit een verwarmingselement (16), dat over de lengte van het strijkliniaal loopt, een isolerende
EMI6.2
bekleding (17) waarin het verwarmingselement (16) een v metisolerende bekleding (17) en het vrij vlak van het warmingselement (16) afdekt, dat in contact komt met de rugzijde van de grondweefsels van het ongescheiden dubbelstukweefsel (7, fig. 1) en dat door de warmte van het verwarmingselement (16) opgewarmd wordt en zo het passerend weefsel thermisch behandelt.
Het strijkliniaal (15) bestaat eventueel verder nog uit een draagprofiel (19) waarmee het strijkliniaal (15) opgehangen wordt. | Het verwarmingselement (16) kan uit eteutrilsche weerstanden, uit warme LuchtkanaLen, stoomkanaLen of warme oLiekanaLen of om het even welke andere warmte-
EMI6.3
bron bestaan. De temperatuur van het verwarmingselement (16) is vanzelfsprekend regelbaar en op een constant niveau te houden.
Het ongescheiden dubbelstuckweefsel (7) dat tussen beide strijkliniaten (15) passeert, wordt opgewarmd vooraleer door de snijinrichting (8) gescheiden te worden. De temperatuur van de strijklinialenl zal daarbij afhankelijk zijn van de gebruikte garens. Door die opwarming nemen de interne spanningen in de pool-
EMI6.4
vormende pootkettingdraden sterk af, of verdwijnen eLfs I helemaal en wordt de richting van de omgebogen poolvormende poolkettingdraden als het ware gefixeerd. Als het dubbelstukweefset (7) vervolgens gescheiden wordt, veren de poolbeentjes met meer terug naar de oorspronkelijke ori ntatie van de
EMI6.5
pooLkettingdraden. De pool blijft dus mooi I