<Desc/Clms Page number 1>
EMI1.1
Dr8sdkIem. ----------
EMI1.2
Deze uitvinding heeft betrekking op een , meer dr8adklespeciaal een draadklem die bedoeld is om bij weefmachines en andere garenverwerkende machines aangewend te worden. Met een
EMI1.3
draadklem worden hierbij alle inrichtingen bedoeld waarbij een i draad tussen'twee geklemd wordt, hetziJ een bewegende draad te remmen, m. a. w. zijn beweging te vertragen of hem volledig te blokkeren, of hetzij om een niet bewegende en tussen de twee vlakken gepresenteerde draad zonder meer vast te nemen. In het bijzonder betreft de uitvinding een draadklem waarbij voor de beweging ervan het invers piëzo-elektrisch effekt wordt aangewend.
Om in de beweging of bekrachtiging van een draadklem, bijvoorbeeld voor het remmen van een inslagdraad bij luchtweefmachines, te voorzien, is het bekend om mechanisch systemen aan te wenden, waarbij hoofdzakelijk gebruik gemaakt wordt van nokken en/of veren. Deze mechanische systemen
<Desc/Clms Page number 2>
vertonen meerdere nadelen. Bet is inderdaad zo dat het veran- deren van openings-en sluitingstijden en het veranderen van de klemkracht van de klem een tijdrove. de e. moeilijkei instel- ling van het mechanisch gedeelte vraagt. Het is eveneens zo dat voor het veranderen van de klemkracht en/of het veranderen van de openings-en sluitingssnelheid meestal een andere veer en/of nokt-profiel moet voorzien worden.
Een ander belangrijk nadeel bestaat erin dat mechanische systemen minder bedrijfszeker zijn bij zeer hoge snelheden.
Bij het weven met meerdere kleuren of soorten draden volgens een bepaald patroon zijn bovendien complexe mechanismen vereist. Gezien bij meerkleurweven de bediening van de verschillende draadklemmen kan gebonden zijn aan de weefcyclus is het duidelijk dat, na het onderbreken van de werking van de weefunchine, bijvoorbeeld door middel van het zogenaamde schotzoeken, er ook telkens dient voor. gezorgd te worden dat de bediening van de draadklemmen in overeenstemming is met de weefcyclus.
Zoals bekend kan een inslagdraadklem ook elektromagnetisch bediend worden. Dergelijke etektromagnetische draadklemmen vertonenechterhetnadeeldateengrootelektrischvermogen noodzakelijk is om in een snelle reaktie bij hoge weefsnelheden te voorzien. In de meeste gevallen is dan ook een overbekrachtiging van de elektromagneet noodzakelijk.
EMI2.1
I
<Desc/Clms Page number 3>
Een ander nadeel van de voornoemde inrichting bestaat erin dat het openings-en sluitingsmoment, alsook de openings-en sluitingssnelheden, een grote spreiding kennen waardoor een korrekte werking zoals vereist bij hoge weefsnelbeden niet steeds mogelijk LS.
EMI3.1
De huidige uitvinding heeft dan ook tot doel te in j een draadklem waarbij de voornoemde nadelen zieh niet voordoen. Hiertoe betreft de uitvinding een kenmerk dat het bewegingsmechanisme ervan hoofdzakelijk bestaat uit minstens een invers werkend pisszo-elektrisch element. Dergelijk invers werkend voorzienbestaat uit een of meerdere piëzo-elektrische kristallen die voorzien zijn van de nodige elektrische aansluitingen, waarbij zoals bekend door het aanleggen van een gepaste elektrische spanning een vervorming, hetzij een uitzetting of een inkrimping van het piezo-elektrisch kristal wordt bekomen.
Deze vervorming wordt dan aangewend om de draadrem respektievelijk te sluiten of te openen.
EMI3.2
ti De voordelen van de piëzo-elektrische draadklem volgens de uitvinding bestaan in het beperkt vereiste elektrische vermogen, de zeer snelle reaktietijden, de volledig kontroleerbare klemkracbt, de relatief goedkope uitvoering en de kleine vereiste inbouwruimte in een weefmachine.
<Desc/Clms Page number 4>
EMI4.1
t Het is duidelijk dat door het gebruik van dergelijke draadklem bij een weefmachine de bediening volledig elektronisch kan geregeld worden na een stilstand van de weefmachine, zodanig
EMI4.2
dat geen omslachtige zoals bijvoorbeeld dienen uitgevoerd te worden.
I Het is eveneens duidelijk dat een draadklem vol'gens de uitvinding, naast het gebruik als inslagdraadklem, ook nog op andere plaatsen in een weefmachine kan aangewend worden, in het bijzonder waar nauwkeurig stuurbare draadklemmen noodzakelijk zijn.
EMI4.3
! Met het inzicht de kenmerken volgens de uitvinding te tonen worden hierna, als voorbeelden zonder enig beperkend karakter, enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen weerge-
EMI4.4
geven met verwijzing naar de bijgaande-tekeningen, : figuur 1 een draadklem volgens de uitvinding weergeeft t figuur 2 de draadklem volgens figuur 1 in gesloten toestand weergeeft ; ! figuur 3 een variante van de uitvinding weergeeft I figuur 4 de draadklem volgens figuur 3 in gesloten toestand weergeeft ; figuren 5 en 6 grafieken weergeven die het verband tussen de aangelegde spanning en de verkregen klemkracht verdui-
<Desc/Clms Page number 5>
gelijken ;
figuren 7 t. e. m. 9 nog een variante op de uitvinding weergeven evenals het gebruik ervan; figuur 10 een toepassing weergeeft van de draadklemmen
EMI5.1
volgens de uitvinding.
I i In de uitvoeringsvorm volgens figuren 1 en 2 wordt het voor- !noemde invers werkende piezo-elektrisch element gevormd door een piezo-elektrisch kristal 1 dat nabij een uiteinde 2 vast
EMI5.2
bevestigd is op een steunelement 3 en dat met zijn liggende vrije uiteinde 4 een klemgedeelte of klemvlak vormt tegenover-hetwelke met een tweede vast klemgedeelte of klemvlak 5 dat vast bevestigd is op het steunelement 3 kan samenwerken. Teneinde de slijtage aan het piezo-elektrisch kristal 1 te
EMI5.3
vermijden kan het klemvlak 4 voorzien zijn van een slijtvast oplegstukje 6, bijvoorbeeld uit keramisch Uiteraard kan ook het klemvlak 5 van een keramische bekleding of dergelijke voorzien l Eventueel kan het geheel nòg een laag uit schok- i lingsdempend elastisch materiaal 7 bevatten, die.
zoals weergegeven in figuren 1 en 2 bijvoorbeeld tussen het) kristal
EMI5.4
1 en het slijt- 6 en/of tussen het klemvak 5 en het daarbijhorend steunelement 3 is aangebracht.
. I
<Desc/Clms Page number 6>
EMI6.1
Verder is het ! elektrische aansluitingen8tussendewelkeeen i elektrische spanning V kan aangelegd worden, bijt d.m.v.eenelektrischevoeding9,zoaleschematischaangeduid figuur l.
De van de draadklem wordt respektievelijk in en weergegeven. In figuur de aangelegde spanning een bepaalde waarde VI en oefent de draadklem geen klem-of remkracht uit, zodanig dat een draad 10 vrij kan passeren.
Volgens figuur 2 wordt een spanning V met een lagere waarde V2 aangelegd, waarbij het kristal evenredig met de spanningsverlaging uitzet, zodat de draad 10 tussen het op- - legstukje 6 en het klemvlak 5 geklemd wordt. Hierbij neemt de I uitgeoefende klemkracht toe met de verdere de I spanning V.' In figuren 3 en 4 wordt nog een variante gebruik kristal in gelegde spanning V zal buigen. kristal 111 een uiteinde 12 vast bevestigd en aan zijn tweede uiteinde 13 voorzien van het 4, gevormd dig opt legstukje 6 als in de uitvoering volgens figuren 1 en Dit laatste kan hierbij samenwerken met een vast klemgedeelte of klemvlak 5.
<Desc/Clms Page number 7>
vast oplegstukjeAan het vast bevestigde uiteinde 12 zijn tevens elektrische aansluitingen 8 voorzien.
De werking van de dreadklem volgens de uitvoeringsvorm van figuren 3 en 4 kan eenvoudig uit deze figuren worden afgeleid.
In de met een spanning V = V3 bekrachtigde toestand vertoont
EMI7.1
het piezoelektrisch kristal 11 een vorm zoals in figuur 3. i Door het aanleggen van een spanning V = V4 zal-volgens figuur zodanig in vorm veranderen dat de klemvlakken 4 en 5 met samen- werken. De klemkracht wordt hierbij wederom bepaald door de aangelegde spanning V.
In figuren 5 en 6 wordt voor een voorbeeld het verband tussen het spanningsverloop V aan de aansluitklemmen 8 en de overeen- stemmende klemkracht F weergegeven. In de eerste fase A is de
EMI7.2
spanning V zodanig hoog dat de draadklem volledig geopend of m. de klemkracht F = 0. Gedurende de fase B wordt de '
EMI7.3
spanning V verlaagd zodanig dat de draadklem reeds een is,bepaalde klemkracht FI op een erin aanwezige draad uitoefent. Een hogere klemkracht F2 kan dan nog bereikt worden door in een verdere spanningsverlaging, zoals in fÅase C, te vo Drzien.
In figuren 7 t. e. m. 9 wordt nog een uitvoering weergegeven waarbij gebruik gemaakt wordt van twee piézo-elektrische kristallen, respektievelijk 14 en 15, die tegenover elkaar
<Desc/Clms Page number 8>
EMI8.1
opgesteld Zij zijn hierbij met hun uit gelegen I uiteinden 16 en 17 vast bevestigd, terwijl 19 0 h.. 0 1 0 0 18 en 19 elkaar toe gericht en voorzien zijn van slijtvaste oplegstukjes 6.
De werking van deze draadklem kan eenvoudig uit de betreffende figuren 7 t. e. m. 9 afgeleid worden. Door uitsluitend, locals in de figuur 8, het piezo-elektrisch kristal 14 te laten uitzetten wordt een kleine klemkracht bereikt, terwijl door het uitzetten van beide piezo-elektrische kristallen 14 en 15, zoals in de figuur 9, een grote klemkracht wordt geleverd.
Het voordeel van deze laatste uitvoeringsvorm bestaat erin dat bij het gebruik van een enkele spanningswaarde enerzijds een regelbare klemkracht, weliswaar met slechte twee waarden, kan bekomen worden en anderzijds dat een relatief grote doortocht voor een draad 10 kan gevormd worden in het geval dat de beide kristallen 14 en 15 bekrachtigd zijn.
I
EMI8.2
Het is duidelijk dat zulke dubbelwerkende draadklem olok door I middel twee van de voornoemde buigbare piezo-elektrische kristallen 11 zoals verder zal beschreven worden, kan verwezenlijkt worden. Uiteraard hoeven de piëzo-elektrische elementen 11 of niet noodzakelijk tegenover elkaar opgesteld te staan. Zij kunnen bijvoorbeeld ook op elkaar, als
EMI8.3
bet ware in serie, geplaatst met een I
<Desc/Clms Page number 9>
EMI9.1
1 vast klemviak kan ook uit meerdere piezo-elektrische kristallen door de aanwending van slechts Eén spanningswaarde V een in meerdere stappen regelbare klemkracht kan bekomen worden.
Het I ie duidelijk dat deze laatste beschreven van een laagje In figuur 10 wordt een opstelling van een voor weefgetouwen weergegeven, waarin vier drsadklemmen, respektievelijk 20 t. 23, worden aangewend t voorziet het inslagmechanisme hoofdzakelijk in een bobijnstand I.
24, een drandvoorbereidingsinrichting 25 die gevormd I door garenaftrekrollen 26 en een cylindervormige koker 27 waarin de weefdraad 10 schroefvormig opgeslagen wordt, een hoofdblazer 28 en een bij voorkeur U-vormig riet De eerste draadklem 20 is aan het uiteinde van de I cylindervormige koker 25 geplaatst en heeft als doel de draad welke vrijgegeven wordt uit de koker op de I tijdstippen te blokkeren.
Dpgemerkt wordt dat vooral bij ij weefdraad 10, zoals weergegeven in figuur opgeslagen wordt in een cylindervormige koker 27, meer algemeen bij elke draadvoorbereidingsinrichting van het type de weefdraad, het gebruik van zulke piëzo-elektrische
<Desc/Clms Page number 10>
worden, waarbij zij danklem 20 bijzonder voordelig is, daar voor de juiste I. engtebe- palingvandeinthebrengeninslagdraadeennauwkeurigerege-
EMI10.1
ling van zulke als inslagklem gebruikte draadklem 20 noodzakelijk is.
Deze nauwkeurigheid heeft zowel betrekking op de openings-en ! sluitingssnelheden. alsook op de exacte krachtinstel1ng. sluitingstijden, als de openings-enis duidelijk dat met de piézo- elektrische draadklem volgens de uitvinding veel nauwkeuriger aan deze vereisten kan worden voldaan dan dit het geval was bij de meer klassieke draadklemmen.
EMI10.2
De werking van de draadklem 20 bepaalt grotendeels t van het totale inslagmechanisme. Terwijl de 20 gesloten is wordt in de cylindervormige koker 25 een boeveel- heid draad ingeblazen die zieh schroefvormig tegen de binnen-
EMI10.3
wand van de koker opwikkelt. Bij het openen van de draadklem i 20 wordt de weefdraad vrijgegeven en door vervolgens. einde van de insertie de draadklem 20 terug volledig te aan hetten met een grote klemkracht, wordt de weefdraad 10lgeblok- keerd op het moment dat het vrije uiteinde ervan het uiteinde van de gaap bereikt. Daar de draadklem 20'telkens zee r plots gesloten wordt is zij bij voorkeur voorzien van een laagje-7 van het voornoemde schokdempend materiaal..
EMI10.4
! t De tweede draadklem 21 is aan het uiteinde van de geplaatst. Het is bekend dat bij het afremmen van een inslag-
<Desc/Clms Page number 11>
EMI11.1
draad door de draadklem 20, bij het bereiken van het einde van de gaapwordt en vervolgens aan zijn uiteinde terugslaat. ! Om dit effekt te verhinderen, en zodoende de vorming van lussen in het weefsel te vermijden, i6 het bekend om de draad 10 te strekken door middel van een strekblazer die het voorste uiteinde van de inslagdraad opvangt. Het opvangen en gestrekt vasthouden van de draad zou evenwel ook door middel van een
EMI11.2
draadklem kunnen gebeuren, waartoe dan wel vereist wordt dat zulke draadklem een korte reaktietijd een i stuursignaa1 de draad tijdig vast te nemen.
Sluit de draadklem te vroeg dan slaat de draad als het ware in een kn ! oop, en sluit zij te laat dan komt de draad zoals voornoemd d, oor het terugtrekken in lusvorm in de gaap terecht. Wegens zijn snelle
EMI11.3
reaktietijd is een piezo-elektrische draadklem 21 volgens de t uitvinding dan ook bijzonder geschikt om hierbij aangewend te worden. Daar de geopende draadklem 21 een door de gaap geblazen inslagdraad moet kunnen opvangen, zal zij bij voorkeur in geopende toestand een wijde doortocht vertonen.
Het is dan ook aangewezen dat hiervoor een draadklemggebruikt wordt van het type zoals weergegeven in figuur 7, of nog van
EMI11.4
het type waarbij meerdere piezo-elektrische in , I serie geschakeld worden. De. van de draad 10 wordt i hierbij bij door de piëzo-elektrische i kristallen van de draadklem 21 zelf waardoor het voornoemde stuursignaal kan bekomen worden.
I I
<Desc/Clms Page number 12>
Op analoge wijze kan een piezo-elektrische draadklem aangewend worden om de inslagdraden aan de inbrengzijde vast te houden.
Hierbij is eveneens de grote klemkracht en de grote doortocht voor de draad 10 heel belangrijk.
De derde draadklem 22 draagt er zorg voor dat de draad 10 onmiddelijk voor de garenaftrekrollen 26 gestrekt gehouden wordt. De draadklem - 22 wordt in de weergegeven uit- voeringsvorm gevormd door twee buigbare kristallen 11 die met elkaar kunnen samenwerken en waarbij de draad 10 tussen oplegstukjes 6 kan geklemd worden.
De vierde draadklem 23 is juist voor de hoofdbl. ! zer 28 geplaatst en kan een regelbare klemkracht op een draad uit- oefenen, zodanig dat bij het bereiken van bet einde van de gaap de draad 10 geleidelijk kan afgeremd worden waardoor spanningspieken vermeden worden en breuken zich minder vlug voordoen.
Opgemerkt wordt nog dat de opstelling van figuur 10 een zeer ruim overzicht van de toepassingsmogelijkheden van de piezoelektrische draadklem volgens de uitvinding weergeeft. De eerste draadklem 20 heeft immers als funktie het blokkeren van
EMI12.1
een in beweging zijnde draad. De tweede draadklem 21 heeft als t funktie het louter vastnemen van een draad.
De derde en vierde draadklem, respektievelijk 22 en 23, vervullen de funktie van
<Desc/Clms Page number 13>
EMI13.1
! op de bewegende draad 10 uit. rem, m.a. w.zij oefenenslechts een beperkte klemkrachtHet is duidelijk dat de sturing van de verschillende drBadk1emmen volgens veel varianten kan gebeuren enl dat de huidige uitvinding geenszins beperkt is tot de als voor- beelden beschreven en in de figuren weergegeven uitvoe- ringen, doch dat zulke draadklem volgens allerlei vormen en afmetingen kan worden verwezenlijkt zonder buiten het kader der uitvinding te treden. t
<Desc / Clms Page number 1>
EMI1.1
Dr8sdkIem. ----------
EMI1.2
This invention relates to one, more specifically, a wire clamp which is intended to be used in weaving machines and other yarn processing machines. Right away
EMI1.3
Wire clamp refers to all devices in which a wire is clamped between two, or to brake a moving wire, i.e. a. w. slowing its movement or completely blocking it, or either to simply grasp a non-moving wire presented between the two planes. In particular, the invention relates to a wire clamp in which the inverse piezoelectric effect is used for its movement.
In order to provide for the movement or actuation of a thread clamp, for example for braking a weft thread in airjet weaving machines, it is known to employ mechanical systems, mainly using cams and / or springs. These mechanical systems
<Desc / Clms Page number 2>
have several drawbacks. Indeed, it is the case that changing opening and closing times and changing the clamping force of the clamp is a time-consuming task. the e. difficult adjustment of the mechanical part requires. It is also the case that in order to change the clamping force and / or to change the opening and closing speed, a different spring and / or cam profile must usually be provided.
Another important drawback is that mechanical systems are less reliable at very high speeds.
In addition, complex mechanisms are required when weaving with multiple colors or types of threads according to a certain pattern. Considering that in multi-color weaving the operation of the different thread clamps can be linked to the weaving cycle, it is clear that, after the interruption of the operation of the weavingunchine, for example by means of so-called shot searching, it also serves for this purpose. ensure that the operation of the thread clamps is in accordance with the weaving cycle.
As is known, a weft thread clamp can also be operated electromagnetically. Such electromagnetic wire clamps, however, exhibit the disadvantage that a large electrical power is necessary to provide a rapid response at high weaving speeds. In most cases, therefore, an over-excitation of the electromagnet is necessary.
EMI2.1
I
<Desc / Clms Page number 3>
Another drawback of the aforementioned device consists in that the opening and closing moment, as well as the opening and closing speeds, have a large spread, as a result of which correct action as required at high weaving velocities is not always possible LS.
EMI3.1
The present invention therefore has for its object to provide a wire clamp in which the aforementioned drawbacks do not arise. To this end, the invention relates to a feature that its movement mechanism mainly consists of at least one inverse pisszoelectric element. Such an inverse working device consists of one or more piezoelectric crystals provided with the necessary electrical connections, whereby, as is known, a distortion, or an expansion or contraction, of the piezoelectric crystal is obtained by applying an appropriate electrical voltage.
This deformation is then used to close or open the wire brake, respectively.
EMI3.2
The advantages of the piezoelectric wire clamp according to the invention consist in the limited electrical power required, the very fast reaction times, the fully controllable clamping strength, the relatively inexpensive design and the small required installation space in a weaving machine.
<Desc / Clms Page number 4>
EMI4.1
t It is clear that by using such a wire clamp with a weaving machine the operation can be fully electronically controlled after a standstill of the weaving machine, such
EMI4.2
that no cumbersome such as for example should be performed.
It is also clear that a thread clamp according to the invention can, in addition to being used as a weft thread clamp, also be used in other places in a weaving machine, in particular where precisely controllable thread clamps are necessary.
EMI4.3
! With the insight to show the features according to the invention, some preferred embodiments are presented below, as examples without any limiting character.
EMI4.4
with reference to the accompanying drawings, figure 1 shows a wire clamp according to the invention, figure 2 shows the wire clamp according to figure 1 in closed position; ! figure 3 represents a variant of the invention; figure 4 shows the wire clamp according to figure 3 in closed position; Figures 5 and 6 show graphs illustrating the relationship between the applied voltage and the clamping force obtained
<Desc / Clms Page number 5>
equals;
figures 7 t. e. m. 9 represent another variant of the invention as well as its use; Figure 10 shows an application of the wire clamps
EMI5.1
according to the invention.
In the embodiment according to FIGS. 1 and 2, the aforementioned inverse piezoelectric element is formed by a piezoelectric crystal 1 which is fixed near an end 2
EMI5.2
is mounted on a support element 3 and that with its lying free end 4 forms a clamping part or clamping surface opposite which can cooperate with a second fixed clamping part or clamping surface 5 fixedly on the support element 3. In order to reduce the wear on the piezoelectric crystal 1
EMI5.3
the clamping surface 4 can be provided with a wear-resistant support piece 6, for instance of ceramic. Of course, the clamping surface 5 can also be provided with a ceramic coating or the like. Optionally, the whole can contain yet another layer of shock-absorbing elastic material 7, which.
as shown in Figures 1 and 2, for example, between the crystal
EMI5.4
1 and the wear 6 and / or is arranged between the clamping compartment 5 and the associated support element 3.
. I
<Desc / Clms Page number 6>
EMI6.1
Furthermore it is! electrical connections8 between which an electrical voltage V can be applied, by means of an electrical power supply9, as schematically indicated in figure 1.
The of the wire clamp is shown in and displayed, respectively. In figure the applied voltage has a certain value VI and the wire clamp exerts no clamping or braking force, such that a wire 10 can pass freely.
According to Figure 2, a voltage V of a lower value V2 is applied, the crystal expanding in proportion to the voltage drop, so that the wire 10 is clamped between the mounting piece 6 and the clamping surface 5. The I applied clamping force hereby increases with the further the I voltage V. ' In Figures 3 and 4, another variant use crystal will bend in laid voltage V. crystal 111 has one end 12 fixedly attached and provided at its second end 13 with the 4, formed dig opt piece 6 as in the embodiment according to figures 1 and the latter can hereby cooperate with a fixed clamping part or clamping surface 5.
<Desc / Clms Page number 7>
fixed support piece Electrical connections 8 are also provided at the fixed end 12.
The operation of the dread clamp according to the embodiment of figures 3 and 4 can be easily deduced from these figures.
In the state energized with a voltage V = V3
EMI7.1
the piezoelectric crystal 11 has a shape as in figure 3. By applying a voltage V = V4, according to figure, the shape will change such that the clamping surfaces 4 and 5 cooperate. The clamping force is again determined by the applied voltage V.
For an example, the relationship between the voltage variation V at the terminals 8 and the corresponding clamping force F is shown in Figures 5 and 6. In the first phase A is the
EMI 7.2
voltage V is so high that the wire clamp is fully opened or m. the clamping force F = 0. During phase B, the '
EMI7.3
voltage V decreases such that the wire clamp is already one, exerts a determined clamping force FI on a wire present therein. A higher clamping force F2 can then still be achieved by providing a further voltage reduction, such as in phase C.
In figures 7 t. e. m. 9 a further embodiment is shown using two piezoelectric crystals, 14 and 15 respectively, which face each other
<Desc / Clms Page number 8>
EMI8.1
they are fixed with their outwardly located ends 16 and 17, while 19 0 h .. 0 1 0 0 18 and 19 face each other and are provided with wear-resistant supports 6.
The operation of this wire clamp can be easily seen from the respective figures 7 t. e. m. 9 be distracted. By allowing only locals in the figure 8 to expand the piezoelectric crystal 14, a small clamping force is achieved, while the expansion of both piezoelectric crystals 14 and 15, as in the figure 9, provides a large clamping force.
The advantage of this last embodiment is that when using a single voltage value, on the one hand an adjustable clamping force, albeit with only two values, can be obtained and, on the other hand, a relatively large passage for a wire 10 can be formed in the event that both crystals 14 and 15 are energized.
I
EMI8.2
It is clear that such double-acting wire clamp can also be realized by means of two of the aforementioned bendable piezoelectric crystals 11 as will be further described. Of course, the piezoelectric elements 11 may or may not necessarily be arranged opposite one another. They can also, for example, like each other
EMI8.3
bet ware in series, placed with an I
<Desc / Clms Page number 9>
EMI9.1
1 fixed clamping surface can also be obtained from several piezoelectric crystals by applying only one voltage value V a clamping force that can be regulated in several steps.
It is clear that the latter is described from a layer. Figure 10 shows an arrangement of a front looms, in which four drsad clamps and 20 t respectively. 23, the weft mechanism mainly provides a bobbin position I.
24, a bale preparation device 25 formed by yarn take-off rollers 26 and a cylindrical sleeve 27 in which the weaving thread 10 is stored in a helical manner, a main blower 28 and a preferably U-shaped reed. The first thread clamp 20 is placed at the end of the cylindrical sleeve 25. and aims to block the wire released from the sheath at the I times.
It is noted that especially with the weaving thread 10, as shown in the figure, it is stored in a cylindrical tube 27, more generally with any thread preparation device of the weaving thread type, the use of such piezoelectric
<Desc / Clms Page number 10>
which is particularly advantageous because the correct I. and determination of the insertion weft thread is more accurate.
EMI10.1
Such thread clamp 20 used as a weft clamp is necessary.
This accuracy applies to both the opening and! closing speeds. as well as the exact power setting. Closing times, if the opening en is clear that the piezoelectric wire clamp of the invention can meet these requirements much more accurately than was the case with the more classic wire clips.
EMI10.2
The action of the thread clamp 20 largely determines t of the overall weft mechanism. While the 20 is closed, a quantity of wire is blown into the cylindrical sleeve 25 and screwed against the inner
EMI10.3
the wall of the tube. When the thread clamp i 20 is opened, the weaving thread is released and continues. At the end of the insertion, once again fully threading the wire clamp 20 with a high clamping force, the weaving thread 10l is blocked the moment its free end reaches the yawn end. Since the wire clamp 20 is suddenly closed each time, it is preferably provided with a layer 7 of the aforementioned shock-absorbing material.
EMI10.4
! t The second wire clamp 21 is placed at the end of the. It is known that when braking an impact
<Desc / Clms Page number 11>
EMI11.1
thread through the wire clamp 20, when it reaches the end of the shed and then snaps back at its end. ! In order to prevent this effect, and thus avoid the formation of loops in the fabric, it is known to stretch the thread 10 by means of a stretch blower which catches the front end of the weft thread. However, the catching and stretching of the wire would also be by means of a
EMI11.2
wire clamp can be done, for which purpose it is then required that such a wire clamp take a short response time to control the wire in a timely manner.
If the wire clamp closes too early, the wire will hit a knot, so to speak! oop, and if it closes too late, the thread will end up in the yawn as mentioned above, before retracting in loop form. Because of its fast
EMI11.3
In response time, a piezoelectric wire clamp 21 according to the invention is therefore particularly suitable for use here. Since the opened thread clamp 21 must be able to receive a weft blown yarn, it will preferably have a wide passage when opened.
It is therefore advisable to use a wire clamp of the type as shown in Figure 7, or even of this
EMI11.4
the type in which several piezoelectric, I series are connected. The. of the wire 10 is thereby added by the piezoelectric crystals of the wire clamp 21 itself, so that the above-mentioned control signal can be obtained.
I I
<Desc / Clms Page number 12>
Analogously, a piezoelectric thread clamp can be used to hold the weft threads on the insertion side.
The great clamping force and the large passage for the wire 10 are also very important here.
The third thread clamp 22 ensures that the thread 10 is immediately stretched in front of the yarn take-off rollers 26. The wire clamp -22 in the illustrated embodiment is formed by two bendable crystals 11 which can cooperate with each other and wherein the wire 10 can be clamped between supports 6.
The fourth wire clamp 23 is just for the main blade. ! 28 and can apply an adjustable clamping force to a wire such that upon reaching the end of the shed the wire 10 can be gradually slowed, thereby avoiding stress peaks and fractures occurring less quickly.
It should also be noted that the arrangement of figure 10 gives a very broad overview of the application possibilities of the piezoelectric wire clamp according to the invention. After all, the first wire clamp 20 has the function of blocking
EMI12.1
a thread in motion. The second wire clamp 21 has the function of merely taking up a wire.
The third and fourth wire clamp, 22 and 23, respectively, perform the function of
<Desc / Clms Page number 13>
EMI13.1
! on the moving wire 10. brake, m.a. w. they only exert a limited clamping force It is clear that the control of the various shower bath clamps can take place in many variants and that the present invention is by no means limited to the embodiments described as examples and shown in the figures, but that such wire clamp is various shapes and sizes can be realized without departing from the scope of the invention. t