BE1012065A3 - Hook gripper device for looms - Google Patents

Hook gripper device for looms Download PDF

Info

Publication number
BE1012065A3
BE1012065A3 BE9800523A BE9800523A BE1012065A3 BE 1012065 A3 BE1012065 A3 BE 1012065A3 BE 9800523 A BE9800523 A BE 9800523A BE 9800523 A BE9800523 A BE 9800523A BE 1012065 A3 BE1012065 A3 BE 1012065A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
gripper
hook
weft thread
clamping surface
hinge clamp
Prior art date
Legal status (The legal status is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the status listed.)
Expired - Fee Related
Application number
BE9800523A
Other languages
Dutch (nl)
Inventor
Johnny Debaes
Bart Nys
Current Assignee (The listed assignees may be inaccurate. Google has not performed a legal analysis and makes no representation or warranty as to the accuracy of the list.)
Van de Wiele Michel NV
Original Assignee
Van de Wiele Michel NV
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Van de Wiele Michel NV filed Critical Van de Wiele Michel NV
Priority to BE9800523A priority Critical patent/BE1012065A3/en
Priority to DE69907080T priority patent/DE69907080T2/en
Priority to EP99202045A priority patent/EP0971059B1/en
Priority to TR1999/01589A priority patent/TR199901589A2/en
Priority to US09/350,136 priority patent/US6105626A/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1012065A3 publication Critical patent/BE1012065A3/en
Anticipated expiration legal-status Critical
Expired - Fee Related legal-status Critical Current

Links

Classifications

    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D47/00Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms
    • D03D47/12Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms wherein single picks of weft thread are inserted, i.e. with shedding between each pick
    • D03D47/20Constructional features of the thread-engaging device on the inserters
    • D03D47/23Thread grippers
    • D03D47/236Drawing grippers

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Textile Engineering (AREA)
  • Looms (AREA)

Abstract

The invention concerns a hook gripper device for looms, with a fixed hook gripper body that has a hook and a clamping surface on the inside of the hook and a hinge clamp suspended from the hook gripper body, having a clamping surface that fits together with the clamping surface of the hook in order to take hold of a weft thread that goes through the hook gripper device. A piece has been placed in front of the slit that is formed by the clamping surface of the hinge clamp and the clamping surface of the hook to prevent the weft thread from sliding to the far end of the said slit when doing so. This should preferably consist of a small rod fitted to the clamping surface of the gripper device's hook that fits into a cut-away in the hinge clamp, or a small rod that runs through end of the hook on the gripper device's body and that fits into a cut-away in the gripper device's body, or a small rod fitted to the hinge clamp that fits into a cut-away in the gripper device's hook, or a protruding surface that has been designed into the end of the hook on the gripper device's body and...<IMAGE>

Description

       

   <Desc/Clms Page number 1> 
 



   Nemergrijper-voorziening voor weefmachines De uitvinding betreft een nemergrijper-voorziening voor weefmachines die werken volgens het principe van gedeelde grijpers. 



  Bij dergelijke weefmachines, de zogenoemde grijperweefmachines, zijn aan elke kant van de weefmachine grijperstangen opgesteld om de inslagdraden in te brengen. 



  De totale inbrengcyclus wordt opgedeeld in drie fasen : de aanreikfase, de inbrengfase en de doortrekfase. Tijdens de inbrengfase bewegen de grijpers op de heenweg gezamenlijk van uit een uitgangsstand naar het midden van het weefsel en op de terugweg van het midden naar de uitgangsstand. In de uitgangsstand wordt de inslagdraad aangeboden aan een gevergrijper. In het midden van het weefsel, wordt de inslagdraad door een nemergrijper overgenomen en bij de terugbeweging wordt de inslagdraad van het midden van het weefsel tot aan de weefselrand doorgetrokken. 



  De nemergrijper kan bijvoorbeeld bestaan uit een vast nemergrijper-lichaam voorzien van een haak met een klemviak aan de binnenzijde van de haak, en uit een, aan dat vast nemergrijper-lichaam opgehangen scharnierklem, die met een daaraan voorzien klemvlak met het klemvlak van de haak samenwerkt om een door de nemergrijper opgenomen inslagdraad vast te klemmen De Belgische octrooipublicatie nr. 844 865 beschrijft een dergelijke nemergrijper die gebruikt wordt voor de inslaginbreng. Die nemergrijper bestaat uit een haak om de inslagdraad uit de gevergrijper te trekken, en in die haak is een scharnierklem aangebracht om de inslagdraad vastgeklemd te houden tijdens de doortrekfase. 



  In de praktijk is gebleken dat de uit de stand der techniek 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 bekende nemergrijpers problemen kunnen veroorzaken. 



  Zo wordt de inslagdraad tijdens de inbrengfase aanvankelijk vanuit stilstand vanuit de uitgangsstand versneld tot een hoge snelheid ; in de inslagdraad ontstaat hierdoor een trekkracht als gevolg van de massatraagheid van het garen. 



  Bij het bereiken van een hoge inbrengsnelheid ontstaat er een weerstandbiedende kracht in de inslagdraad tengevolge van de optredende wrijving in de geleidogen. De inklemming in de nemergrijper moet in staat zijn om deze trekkrachten met voldoende veiligheid te overwinnen. 



  De Belgische octrooipublicatie nr. 844 865 beschrijft hiervoor enkele maatregelen : aan de scharnierklem wordt een uitsparing aangebracht en aan het wigvlak van de haak wordt een uitspringende ribbe gegeven om de inslagdraad te klemmen op geribde vlakken. Wanneer de trekkracht in de inslagdraad groot wordt schuift de ingeklemde inslagdraad verder onder de klem en wordt op die manier uit de klem getrokken. Dit geeft aanleiding tot een inslaginbrengfout en dit wordt door de inslagwachterinrichting van de weefmachine gedetecteerd die een stopsignaal genereert. Het rendement van de weefmachine zal dus dalen. 



  Bij de hoger wordende weefmachinesnelheden en vooral bij het verweven van zware jute draden in garennummerbereik van 210 tex tot 2x840 tex, wordt dit probleem vrij acuut. Als maatregel kan men de klemkracht verhogen door een sterkere veer met hogere veervoorspanning in te bouwen. De draadklem moet echter aan het einde van de doortrekfase opengeduwd worden en hiervoor is dan een hogere drukkracht nodig om de inslagdraad vrij te maken. Dit geeft aanleiding tot slijtage op de bedieningsvlakken. Wanneer men de klemdruk te hoog maakt wordt een dikke inslagdraad tijdens de middenovername moeilijk in de klemwig getrokken. Bovendien 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 kan de nemerhaak onder de te grote klemkracht bezwijken, waardoor de haaktop afbreekt.

   Men heeft er alle belang bij om de massa van de nemergrijper zo laag mogelijk te houden, om de massawerking van de grijperstangen te ontlasten, een versterking van de nemerhaak is dus geen afdoende oplossing. 



  Onderhavige uitvinding heeft tot doel een oplossing te verschaffen voor de nadelen die verbonden zijn aan de thans bekende nemergrijpers. 



  Daartoe stelt de uitvinding een nemergrijper-voorziening voor weefmachines voor, omvattende een vast nemergrijper-lichaam voorzien van een haak en een klemvlak aan de binnenzijde van de haak, en een, aan het vast nemergrijper-lichaam opgehangen scharnierklem, die met een daaraan voorzien klemvlak, met het klemvlak van de haak samenwerkt om een door de nemergrijper-voorziening opgenomen inslagdraad vast te klemmen, waarbij vòòr het uiteinde van de door het klemvlak van de scharnierklem en het klemvlak van de haak gevormde spleet een orgaan voorzien is dat de inslagdraad belet tot het uiteinde van de spleet te glijden. 



  Volgens een nader kenmerk van de uitvinding kan de nemergrijper-voorziening zodanig zijn uitgevoerd dat bij de draadklem in gesloten stand het klemvlak van de scharnierklem en het klemvlak van de haak een wigvormige ruimte vormen. Daarbij bestaat het orgaan dat de inslagdraad belet tot het uiteinde van de wig te glijden bij voorkeur uit een uitsteeksel dat in de wigvormige ruimte steekt. 



  Volgens een eerste uitverkoren uitvoeringsvorm van de 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 uitvinding bestaat het orgaan dat de inslagdraad belet tot het uiteinde van de spleet te glijden uit een staafje dat aan het klemvlak van de haak van het nemergrijper-lichaam is voorzien en dat samenwerkt met een uitsparing in de scharnierklem. 



  Volgens een tweede uitverkoren uitvoeringsvorm van de uitvinding bestaat dat orgaan uit een staafje dat door het uiteinde van de haak van het nemergrijper-lichaam loopt en dat samenwerkt met een uitsparing in de scharnierklem. 



  Volgens een derde uitverkoren uitvoeringsvorm van de uitvinding bestaat dat orgaan uit een staafje dat aan de scharnierklem is voorzien en dat samenwerkt met een uitsparing in de haak van het nemergrijper-lichaam. 



  Volgens een vierde uitverkoren uitvoeringsvorm van de uitvinding bestaat dat orgaan uit een uitstekend vlak dat in het uiteinde van de haak van het nemergrijper-lichaam is voorzien en dat samenwerkt met een uitsparing in de scharnierklem. 



  De kenmerken en bijzonderheden van de uitvinding, en het functioneren ervan worden hierna nader uiteengezet onder verwijzing naar de bijgesloten tekeningen die de verschillende uitverkoren uitvoeringsvormen van de uitvinding weergeven. Het zij opgemerkt dat de specifieke aspecten van die uitvoeringsvormen enkel worden beschreven als voorkeursvoorbeelden van hetgeen bedoeld wordt in het kader van bovenstaande algemene beschrijving van de uitvinding, en geenszins als een beperking geinterpreteerd moeten worden van de draagwijdte van de uitvinding als zodanig en als uitgedrukt in de hiernavolgende conclusies. 



  In deze tekeningen zijn :   Figuur 1   : een zij-aanzicht van een eerste uitvoeringsvorm van de nemergrijper volgens de uitvinding ; 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 Fiquur 2 : een zij-aanzicht van het vast nemergrijperlichaam van de nemergrijper volgens figuur   1 ;   Fiquur 3 : een zij-aanzicht van de scharnierklem van de nemergrijper volgens figuur   1 ;   Fiquur 4 : een boven-aanzicht van de scharnierklem volgens figuur   3 ;  
Fiquur 5 : een zij-aanzicht van de nemergrijper volgens figuur   1,   afgebeeld met een ingeklemde inslagdraad ; Fiquur 6 : een vergroting van het gedeelte A van figuur   1 ;   Fiquur 7 : een vergroting van het gedeelte B van figuur   5 ;  
Fiquur 8 : een vergroting van het gedeelte D van figuur 4 ;

   Fiquur 9 : een doorsnede volgens het vlak   X - X   van figuur   2 ;    
 EMI5.1 
 Fiquur 10 : doorsnede volgens het vlak Y   een6 ;    Fiquur 11 : een detail zij-aanzicht (haak-en klemdeel) van een tweede uitvoeringsvorm van de nemergrijper volgens de uitvinding ; Fiquur 12 : een detail zij-aanzicht overeenkomend met figuur 11, afgebeeld met een ingeklemde inslagdraad ; Fiquur 13 : een detail zij-aanzicht (haak-en klemdeel) van een derde uitvoeringsvorm van de nemergrijper volgens de uitvinding ; Fiquur 14 : een detail zij-aanzicht overeenkomend met figuur 13, afgebeeld met een ingeklemde inslagdraad ;   Ficruur   15 : een detail zij-aanzicht (haak-en klemdeel) van een vierde uitvoeringsvorm van de nemergrijper volgens de uitvinding ;

   Fiquur 16 : een detail zij-aanzicht overeenkomend met figuur 15, afgebeeld met een ingeklemde inslagdraad ; Ficruur 17 : een zij-aanzicht van een deel (haakgedeelte) van het vast nemergrijper-lichaam van de uitvoeringsvorm volgens figuur   15 ;   Fiquur 18 : een doorsnede volgens het vlak   Z - Z   van figuur   17 ;    

 <Desc/Clms Page number 6> 

 In de figuren wordt de nemergrijper in zijn geheel met het referentiecijfer   (1)   aangeduid, het nemergrijper-lichaam met het referentiecijfer (2) en de scharnierklem met het referentiecijfer   (3).   



  Zoals in de tekeningen geillustreerd wordt volgens de uitvinding in de nemerhaak   (1)   een orgaan of uitsteeksel   (6)-bij.   een staafje of een uitstekend vlak - voorzien   voor   het uiteinde (rechts op de figuren) van de door het klemvlak (7) van de scharnierklem (5) en het klemvlak (8) van de haak (4) gevormde spleet, om te beletten dat de inslagdraad (9) door een te grote trekkracht uit de nemergrijper zou getrokken worden bij het toepassen van een matige klemdruk. In de scharnierklem (5) wordt een uitsparing (10) aangebracht om het uitsteeksel (6) door te laten.

   Wanneer een inslagdraad (9) naar de top van de haak (4) getrokken wordt,   d. w. z.   naar het uiteinde (rechts op de figuren) van de door het klemvlak (7) van de scharnierklem (5) en het klemvlak (8) van de haak (4) gevormde spleet, schuift de inslagdraad (9) tot tegen het uitsteeksel (6) en komt daar met een lus rond het uitsteeksel (6) te liggen. Dit belet dat de inslagdraad (9) uit de klem wordt getrokken en een klein gedeelte van de inslagdraad (9) komt steeds dwars op de klemvlakken (7,8) tussen de scharnierklem (5) en de nemerhaak (4) te liggen. 



  In de klemvlakken van scharnierklem en nemerhaak is een vertanding (11) aangebracht die op elkaar past (zie met name figuren 8 en 10). Deze vertanding grijpt nu steeds in op een dwars stukje inslagdraad waardoor de klemming vrij effectief wordt zelfs bij matige klemdrukken. Door vermindering van de klemdruk komt het dik inslaggaren makkelijker tussen de klemvlakken : er is dus een hogere betrouwbaarheid van de middenovername. De inslagdraad wordt tijdens het weven niet meer verloren, de nemerhaak gaat langer mee en de nemergrijperopeningsvlakken zijn niet meer 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 zo aan slijtage onderhevig. De weefmachine kan bij hogere weefsnelheden draaien aan een behoorlijk rendement. 



  In de uitvoeringsvorm volgens   figures 1 tam   10 is een staafje (6) bovenaan in het wigvlak van de nemerhaak (4) aangebracht om het uitglijden van de inslagdraad uit de nemergrijper te beletten. 



  Hetzelfde resultaat wordt ook bekomen door een uitsteeksel of staafje (6) op de top van de klem (5) en een opening in de nemerhaak (4) te voorzien (zie tekeningen 11 en 12). 



  Zoals in figuren 13 en 14 afgebeeld is het ook mogelijk het staafje of stiftje (9) dwars door de nemerpunt in te brengen. Daardoor wordt voor de overname hetzelfde resultaat bekomen, maar vervuilt de grijperkop minder makkelijk (de draad kan niet over het stiftje schieten), en zal het stiftje minder makkelijk afbreken (is aan 2 kanten ondersteund). 



  Dit kan ook bekomen worden door in de afwerking van de grijperpunt een vlak (9) te laten staan in het midden, waar de klem (met gleuf) dan overschuift (zie figuren 15 t/m 18). 



  Om slijtage te vermijden wordt het staafje bij voorkeur uit hardmetaal of een ander gehard materiaal gemaakt.



   <Desc / Clms Page number 1>
 



   The invention relates to a grab gripper provision for weaving machines operating on the principle of split grippers.



  In such weaving machines, the so-called rapier weaving machines, gripper rods are arranged on each side of the weaving machine to insert the weft threads.



  The total insertion cycle is divided into three phases: the handing phase, the insertion phase and the pull-through phase. During the insertion phase, the grippers move together from an initial position to the center of the tissue on the way up and on the way back from the center to the starting position. In the home position, the weft thread is presented to a gripper. In the center of the fabric, the weft thread is taken over by a grabber and in the retraction the weft thread is drawn from the center of the fabric to the edge of the fabric.



  The gripper gripper may consist, for example, of a fixed gripper gripper body provided with a hook with a clamping compartment on the inside of the hook, and of a hinge clamp suspended from that fixed gripper gripper body, which has a clamping surface provided with the clamping surface of the hook cooperates to clamp a weft thread picked up by the tacker. Belgian patent publication No. 844 865 describes such a tacker used for the weft insertion. The catcher gripper consists of a hook for pulling the weft thread out of the giver hook, and a hinge clamp is arranged in that hook to keep the weft thread clamped during the pull-through phase.



  It has been found in practice that the prior art

 <Desc / Clms Page number 2>

 known gripper grippers can cause problems.



  For example, during the insertion phase, the weft thread is initially accelerated from a standstill from the starting position to a high speed; this creates a tensile force in the weft thread as a result of the inertia of the yarn.



  When a high insertion speed is reached, a resistive force is created in the weft thread as a result of the friction occurring in the guide eyes. The clamping in the gripper gripper must be able to overcome these tensile forces with sufficient safety.



  Belgian patent publication no. 844 865 describes a number of measures for this purpose: a recess is provided on the hinge clamp and a protruding rib is given to the wedge surface of the hook to clamp the weft thread on ribbed surfaces. When the tensile force in the weft thread becomes large, the clamped weft thread slides further under the clamp and is thus pulled out of the clamp. This gives rise to a weft insertion error and this is detected by the weft machine device of the weaving machine which generates a stop signal. The yield of the weaving machine will therefore decrease.



  With increasing weaving machine speeds and especially when weaving heavy jute threads in yarn number range from 210 tex to 2x840 tex, this problem becomes quite acute. As a measure, the clamping force can be increased by installing a stronger spring with a higher spring preload. However, the thread clamp must be pushed open at the end of the pull-through phase and this will require a higher compressive force to release the weft thread. This gives rise to wear on the operating surfaces. If the clamping pressure is made too high, a thick weft thread is difficult to pull into the clamping wedge during the middle transfer. Moreover

 <Desc / Clms Page number 3>

 the catch hook can collapse under the excessive clamping force, causing the hook top to break off.

   It is in every interest to keep the mass of the gripper gripper as low as possible, to relieve the mass effect of the gripper rods, so reinforcement of the gripper hook is not a sufficient solution.



  The object of the present invention is to provide a solution to the drawbacks associated with the currently known gripper grippers.



  To this end, the invention proposes a gripper gripper arrangement for weaving machines, comprising a fixed gripper gripper body provided with a hook and a clamping surface on the inside of the hook, and a hinge clamp suspended from the fixed gripper body, which has a clamping surface provided thereon , cooperates with the clamping surface of the hook to clamp a weft thread received by the catcher gripper, wherein before the end of the slit formed by the clamping surface of the hinge clamp and the clamping surface of the hook, a member is provided which prevents the weft thread from sliding the end of the slit.



  According to a further feature of the invention, the gripper gripper arrangement can be designed such that with the wire clamp in closed position the clamping surface of the hinge clamp and the clamping surface of the hook form a wedge-shaped space. The means which prevents the weft thread from sliding to the end of the wedge preferably consists of a projection which protrudes into the wedge-shaped space.



  According to a first preferred embodiment of the

 <Desc / Clms Page number 4>

 In accordance with the invention, the means preventing the weft thread from sliding to the end of the slit consists of a rod provided on the clamping surface of the hook of the gripper gripper body and which cooperates with a recess in the hinge clamp.



  According to a second preferred embodiment of the invention, said member consists of a rod that passes through the end of the hook of the gripper gripper body and which cooperates with a recess in the hinge clamp.



  According to a third preferred embodiment of the invention, said member consists of a rod provided on the hinge clamp and which cooperates with a recess in the hook of the gripper gripper body.



  According to a fourth preferred embodiment of the invention, said member consists of a protruding surface provided in the end of the hook of the gripper gripper body and which cooperates with a recess in the hinge clamp.



  The features and peculiarities of the invention, and its operation are explained in more detail below with reference to the accompanying drawings illustrating the various preferred embodiments of the invention. It should be noted that the specific aspects of those embodiments are only described as preferred examples of what is meant in the context of the above general description of the invention, and should in no way be construed as limiting the scope of the invention as such and as expressed in the following conclusions.



  In these drawings: Figure 1 is a side view of a first embodiment of the gripper gripper according to the invention;

 <Desc / Clms Page number 5>

 Figure 2: a side view of the fixed gripper gripper body of the gripper gripper of Figure 1; Figure 3: a side view of the hinge clamp of the gripper gripper according to figure 1; Figure 4: a top view of the hinge clamp according to figure 3;
Figure 5: a side view of the gripper gripper according to figure 1, depicted with a clamped weft thread; Figure 6: an enlargement of the part A of figure 1; Figure 7: an enlargement of the part B of figure 5;
Figure 8: an enlargement of the section D of figure 4;

   Figure 9: a section according to the plane X - X of figure 2;
 EMI5.1
 Figure 10: section according to plane Y a6; Figure 11: a detail side view (hook and clamp part) of a second embodiment of the gripper gripper according to the invention; Figure 12: a detail side view corresponding to Figure 11, depicted with a clamped weft thread; Figure 13: a detail side view (hook and clamp part) of a third embodiment of the gripper gripper according to the invention; Figure 14: a detail side view corresponding to figure 13, depicted with a clamped weft thread; Figure 15: a detail side view (hook and clamp part) of a fourth embodiment of the gripper gripper according to the invention;

   Figure 16: a detail side view corresponding to figure 15, depicted with a clamped weft thread; Figure 17: a side view of a portion (hook portion) of the fixed gripper body of the embodiment of Figure 15; Figure 18: a section according to the plane Z - Z of figure 17;

 <Desc / Clms Page number 6>

 In the figures, the gripper gripper as a whole is indicated with the reference numeral (1), the gripper gripper body with the reference digit (2) and the hinge clamp with the reference digit (3).



  As illustrated in the drawings, according to the invention, an organ or projection (6) is inserted in the hook (1). a bar or a protruding face - provided for the end (right side of the figures) of the gap formed by the clamping face (7) of the hinge clamp (5) and the clamping face (8) of the hook (4), to prevent that the weft thread (9) would be pulled out of the gripper gripper by excessive tensile force when applying moderate clamping pressure. A recess (10) is provided in the hinge clamp (5) to allow the projection (6) to pass through.

   When a weft thread (9) is pulled to the top of the hook (4), d. w. z. towards the end (right side of the figures) of the gap formed by the clamping surface (7) of the hinge clamp (5) and the clamping surface (8) of the hook (4), the weft thread (9) slides against the projection (6) and lies there with a loop around the projection (6). This prevents the weft thread (9) from being pulled out of the clamp and a small part of the weft thread (9) always lies transversely of the clamping surfaces (7,8) between the hinge clamp (5) and the catcher hook (4).



  In the clamping surfaces of the hinge clamp and the hook, a toothing (11) is fitted that fits together (see in particular figures 8 and 10). This toothing now always intervenes on a cross piece of weft thread, which makes the clamping quite effective even with moderate clamping pressures. By reducing the clamping pressure, the thick weft yarn comes more easily between the clamping surfaces: there is thus a higher reliability of the center transfer. The weft thread is no longer lost during weaving, the picker hook lasts longer and the picker gripper opening surfaces are no longer

 <Desc / Clms Page number 7>

 so subject to wear. The weaving machine can run at high yields at a decent yield.



  In the embodiment according to figures 1 tam 10, a rod (6) is arranged at the top in the wedge face of the catcher hook (4) to prevent slipping of the weft thread from the catcher gripper.



  The same result is also obtained by providing a protrusion or bar (6) on top of the clamp (5) and an opening in the hook (4) (see drawings 11 and 12).



  As shown in figures 13 and 14, it is also possible to insert the rod or pin (9) transversely through the pick tip. As a result, the same result is obtained before the takeover, but the gripper head does not become dirty as easily (the thread cannot shoot over the pin), and the pin will break off less easily (is supported on 2 sides).



  This can also be achieved by leaving a surface (9) in the center of the gripper tip, where the clamp (with slot) then slides (see figures 15 to 18).



  To avoid wear, the bar is preferably made of hard metal or another hardened material.


    

Claims (9)

CONCLUSIES 1. Nemergrijper-voorziening voor weefmachines, omvattende een vast nemergrijper-lichaam voorzien van een haak en een klemvlak aan de binnenzijde van de haak, en een, aan het vast nemergrijper-lichaam opgehangen scharnierklem, die met een daaraan voorzien klemvlak, met het klemvlak van de haak samenwerkt om een door de nemergrijper-voorziening opgenomen inslagdraad vast te klemmen, met het kenmerk dat vóór het uiteinde van de door genoemd klemvlak van de scharnierklem en genoemd klemvlak van de haak gevormde spleet een orgaan voorzien is dat de inslagdraad belet tot het uiteinde van genoemde spleet te glijden.   CONCLUSIONS 1. Grab-gripper device for weaving machines, comprising a fixed gripper-gripper body provided with a hook and a clamping surface on the inside of the hook, and a hinge clamp suspended from the fixed gripper-body, provided with a clamping surface provided thereon. clamping surface of the hook cooperates to clamp a weft thread received by the catcher gripper, characterized in that in front of the end of the gap formed by said clamping surface of the hinge clamp and said clamping surface of the hook, a member is provided which prevents the weft thread from sliding the end of said slit. 2. Nemergrijper-voorziening volgens conclusie 1, met het kenmerk dat tenminste in gesloten stand genoemd klemvlak van de scharnierklem en genoemd klemvlak van de haak een wigvormige ruimte vormen. A gripper gripper according to claim 1, characterized in that at least in closed position said clamping surface of the hinge clamp and said clamping surface of the hook form a wedge-shaped space. 3. Nemergrijper-voorziening volgens conclusie 2, met het kenmerk dat genoemd orgaan dat de inslagdraad belet tot het uiteinde van genoemde spleet te glijden bestaat uit een uitsteeksel dat in genoemde wigvormige ruimte steekt. The gripper arrangement according to claim 2, characterized in that said member preventing the weft thread from sliding to the end of said slit consists of a protrusion which projects into said wedge-shaped space. 4. Nemergrijper-voorziening volgens een der conclusies 1 t/m 3, met het kenmerk dat genoemd orgaan dat de inslagdraad belet tot het uiteinde van genoemde spleet te glijden bestaat uit een staafje dat aan het klemvlak van de haak van het nemergrijper-lichaam is voorzien en dat samenwerkt met een uitsparing in de scharnierklem. <Desc/Clms Page number 9>Take-off gripper device according to any one of claims 1 to 3, characterized in that said means preventing the weft thread from sliding to the end of said slit consists of a rod which is on the clamping surface of the hook of the take-off gripper body and which works together with a recess in the hinge clamp.  <Desc / Clms Page number 9> 5. Nemergrijper-voorziening volgens één der conclusies 1 t/m 3, met het kenmerk dat genoemd orgaan dat de inslagdraad belet tot het uiteinde van genoemde spleet te glijden bestaat uit een staafje dat door het uiteinde van de haak van het nemergrijper-lichaam loopt en dat samenwerkt met een uitsparing in de scharnierklem. Take-up gripper arrangement according to any one of claims 1 to 3, characterized in that said means preventing the weft thread from sliding to the end of said slit consists of a rod passing through the end of the hook of the take-off gripper body and which cooperates with a recess in the hinge clamp. 6. Nemergrijper-voorziening volgens één der conclusies 1 t/m 3, met het kenmerk dat genoemd orgaan dat de inslagdraad belet tot het uiteinde van genoemde spleet te glijden bestaat uit een staafje dat aan de scharnierklem is voorzien en dat samenwerkt met een uitsparing in de haak van het nemergrijper-lichaam. Take-off gripper device according to any one of claims 1 to 3, characterized in that said member preventing the weft thread from sliding to the end of said slit consists of a rod provided on the hinge clamp and which cooperates with a recess in the hook of the grabber body. 7. Nemergrijper-voorziening volgens één der conclusies 1 t/m 3, met het kenmerk dat genoemd orgaan dat de inslagdraad belet tot het uiteinde van genoemde spleet te glijden bestaat uit een uitstekend vlak dat in het uiteinde van de haak van het nemergrijper-lichaam is voorzien en dat samenwerkt met een uitsparing in de scharnierklem. Take-up gripper arrangement according to any one of claims 1 to 3, characterized in that said means preventing the weft thread from sliding to the end of said slit consists of a protruding surface which is in the end of the hook of the take-off gripper body. is provided and cooperates with a recess in the hinge clamp. 8. Nemergrijper-voorziening volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat genoemd orgaan, voorzien om te beletten dat de inslagdraad tot het uiteinde van genoemde spleet glijdt uit een gehard materiaal gemaakt is. Take-up gripper device according to any one of the preceding claims, characterized in that said member, provided to prevent the weft thread from sliding to the end of said slit, is made of a hardened material. 9. Nemergrijper-voorziening volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat genoemd orgaan, voorzien om te beletten dat de inslagdraad tot het uiteinde van genoemde spleet glijdt uit een hardmetaal gemaakt is. Nemper gripper arrangement according to any one of the preceding claims, characterized in that said member, provided to prevent the weft thread from sliding to the end of said slit, is made of a hard metal.
BE9800523A 1998-07-09 1998-07-09 Hook gripper device for looms Expired - Fee Related BE1012065A3 (en)

Priority Applications (5)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9800523A BE1012065A3 (en) 1998-07-09 1998-07-09 Hook gripper device for looms
DE69907080T DE69907080T2 (en) 1998-07-09 1999-06-24 Slave gripper for weaving machines
EP99202045A EP0971059B1 (en) 1998-07-09 1999-06-24 Gripper rapier provision for weaving machines
TR1999/01589A TR199901589A2 (en) 1998-07-09 1999-07-08 Hooked fog device for weaving machines
US09/350,136 US6105626A (en) 1998-07-09 1999-07-09 Gripper rapier wedge gap arrangement

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9800523A BE1012065A3 (en) 1998-07-09 1998-07-09 Hook gripper device for looms

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1012065A3 true BE1012065A3 (en) 2000-04-04

Family

ID=3891342

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE9800523A Expired - Fee Related BE1012065A3 (en) 1998-07-09 1998-07-09 Hook gripper device for looms

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1012065A3 (en)

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR1559836A (en) * 1968-01-18 1969-03-14
NL7511176A (en) * 1974-09-23 1976-03-25 Albatex Ag GRIPPER FOR GRABBING AND TRANSPORTING WOOF YARN INTO WEAVE CHAIRS WITH A CONTINUOUS WOOF-IN FEED.
FR2320370A1 (en) * 1975-08-04 1977-03-04 Alsacienne Constr Meca WEFT-PASS NEEDLE FOR SHUTTLE Looms

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR1559836A (en) * 1968-01-18 1969-03-14
NL7511176A (en) * 1974-09-23 1976-03-25 Albatex Ag GRIPPER FOR GRABBING AND TRANSPORTING WOOF YARN INTO WEAVE CHAIRS WITH A CONTINUOUS WOOF-IN FEED.
FR2320370A1 (en) * 1975-08-04 1977-03-04 Alsacienne Constr Meca WEFT-PASS NEEDLE FOR SHUTTLE Looms

Similar Documents

Publication Publication Date Title
GB2083844A (en) Weft transfer devices in shuttleless looms
US7128098B2 (en) Transfer gripper for a rapier weaving loom
BE1012065A3 (en) Hook gripper device for looms
BE1026412B1 (en) VEGETABLE HEAD
JPH0772382B2 (en) Rapier of shuttle looms
US4062382A (en) Extending carrier for looms with removal of the filling yarn from stationary bobbins
BE1012688A6 (en) Gripper device for looms
US6105626A (en) Gripper rapier wedge gap arrangement
US20030183297A1 (en) Thread clamp for a carrier thread gripper in a rapier loom
US4014083A (en) Draw-in gripper assembly for drawing-in warp threads
US4418727A (en) Weft insertion devices on looms having a motionless weft reserve
US5415206A (en) Yarn clamp for a bringer gripper
BE1012676A3 (en) DEVICE FOR IMPACT ON CANCELLATION a loom.
ITMI942426A1 (en) MEANS FOR GUIDING THE MOTION OF A PAIR OF NIPPERS WITHIN THE PITCH OF WEAVING LOOMS
CS201008B2 (en) Weft inserting needle pair for shuttleless weaving loom
US2355741A (en) Thread insertion in nipper looms
US4076052A (en) System for transferring a yarn from one part of a textile machine to another part
US2688345A (en) Continuous path gripper shuttle loom
JPH11100748A (en) Pull clamp for rapier loom and its usage
JP3440851B2 (en) Weft insertion method and device
JPS5853094B2 (en) fiber weft control device
JPS6316496B2 (en)
BE1012233A3 (en) Rapier WITH GUIDING MEANS FOR A BAND GRAB.
JP2631157B2 (en) Pattern aligning method for electric foil
JPH1053937A (en) Gripper for rapier loom

Legal Events

Date Code Title Description
RE Patent lapsed

Effective date: 20040731

RE Patent lapsed

Effective date: 20040731