<Desc/Clms Page number 1>
Werkwijze voor het toevoeren van vezels aan borstelvervaardigingsmachines en inrichting die deze werkwijze toepast.
Deze uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het automatisch toevoeren van vezels aan machines voor de vervaardigingvanborstels.
Meer speciaal heeft zij betrekking op een werkwijze waarbij vezels behandelingen ondergaan tussen een magazijn waarin zij worden aangebracht in de vorm van bundels bijeengebonden of omwikkelde vezels en de plaats waar hoeveelheden vezels of zogenaamde tappen van een vezelvoorraad worden afgescheiden om in een borstellichaam bevestigd te worden.
Het is bekend dat bij een borstelvervaardigingsproces de vezels voor de borstelharen automatisch kunnen toegevoerd worden in de vezelmagazijnen van de borstelvervaar-
<Desc/Clms Page number 2>
digingsmachine. De tot nu toe bekende inrichtingen vertonen echter het nadeel dat zij niet geschikt zijn voor het verwerken van bepaalde vezels, meer speciaal vezels die in zodanige toestand worden geleverd dat ze niet ge. schikt zijn om rechtstreeks in een vezelmagazijn van een borstelvervaardigingsmachine geplaatst te worden. Hiermede worden bijvoorbeeld natuurvezels zoals kokosvezels, palmyravezels, enz. bedoeld, doch tevens mengelingen van allerlei soorten vezels, daar bij de behandeling hiervan zich verscheidene moeilijkheden voordoen.
Een eerste probleem bij de voornoemde vezels vindt hoofdzakelijk zijn oorzaak in de wijze van verpakking iiaarop zulke vezels klassiek worden afgeleverd. Ih de meeste gevallen worden dergelijke vezels, o. a. kokosvezels, in bundels samengebonden door middel van bindmiddelen zoals bijvoorbeeld touwtjes of strengen, die op zichzelf ook uit kokos kunnen bestaan. lia het aaneenknopen van de uiteinden van de strengen rond de bundels wordt de gevormde knoop naar binnen in de bundel tussen de vezels geduwd. Zo wordt bekomen dat een los zittende knoop of de eenvoudige ineenstrengeling van de uiteinden van de streng niet gemakkelijk zal loskomen tijdens het transport.
Wanneer de strengen waarmee de bundels vezels zijn bijeengebonden nu bij het borstelvervaardigingsproces op een willekeurige plaats worden doorgeknipt, is het duidelijk dat deze
<Desc/Clms Page number 3>
strengen blijven vasthangen aan de bundel vezels omfille van de knoop die in de bundel vastzit. De moeilijkheid hierbij bestaat er nu in om de doorgesneden strengen doeltreffend op automatische wijze : te kunnen verwijderen.
Het is immers zo dat indien aan zulke streng zou getrokken worden de vezels ten opzichte van elkaar zouden verschuiven en zelfs volledig door elkaar getrokken worden, hetgeen uiteraard niet gewenst is. De tot nu toe bekende oplossing bestond er dan ook in om telkens de knoop van de strengen te zoeken, deze naar buiten te draaien en los te maken, waarna de streng voorzichtig wordt weggenomen, hetgeen uiteraard een omslachtig werk is.
Een tweede probleem dat zieh bij voornoemde vezels kan voordoen bestaat erin dat de vezels van een bundel door hun wijze van samenstelling niet alle parallel liggen t. o. v. elkaar, waardoor dergelijke bundels na-het losmaken van de voornoemde bindmiddelen niet rechtstreeks in een vezelmagazijn kunnen gebracht worden, omdat dan een regelmatige afname door de bundelafnemer van de borstelvervaardigingsmachine niet meer gewaarborgd is. Bij de samenstelling van bijvoorbeeld een bundel kokosvezels worden deze vezels in een laag naast elkaar gelegd, waarna deze laag opgerold wordt. Het is duidelijk dat door deze meestal onregelclatige oprolbeweging de opgenomen vezels relatief veel in richting ten opzichte van elkaar kunnen
<Desc/Clms Page number 4>
verschoven liggen en bijgevolg verstrengeld kunnen geraken.
Bij het manueel inbrengen van de voornoemde vezels in een vezelmagazijn werd dit probleem overkomen door na het losmaken van de bindmiddelen de bundel vezels terug open te rollen, vervolgens daarvan telkens een kleine en goed hanteerbare hoeveelheid vezels af te nemen en deze door passende handbewegingen los te maken en gelijk te richten vooraleer ze in het vezelmagazijn van de borstelvervaar- digingsmachine te plaatsen. Het is duidelijk dat de goede werking van de machinale vezelbundelafname afhankelijk is van de kwaliteit en de handigheid van de persoon die de vezels in het vezelmagazijn plaatst. Dit probleem kon echter tot nu toe niet via automatisatie op doeltreffende wijze opgelost worden.
De huidige uitvinding heeft dan ook tot doel te voorzien in een werkwijze en een inrichting voor het toevoeren van vezels aan machines voor de vervaardiging van borstels, waarbij systematisch de voornoemde nadelen worden uitgesloten. Volgens deze werkwijze en met deze inrichting wordt als dusdanig bereikt dat de doorgesneden bindmiddelen van de bundels uit de vezels verwijderd worden en dat de vezels parallel komen te liggen.
Nog een belangrijk voordeel van de uitvinding bestaat erin dat ook verontreinigingen, zoals vuil, zand en steentjes,
<Desc/Clms Page number 5>
uit de vezels verwijderd worden. Hierdoor wordt voorkomen dat door verontreinigingen, beschadigingen aan de borstelvervaar-digingsmachines worden aangericht, waardoor dergelijke machines een-merkelijk langere levensduur zullen kennen dan dat dit tot nu toe het geval is.
Een ander voordeel van de uitvinding bestaat erin dat eveneens de korte vezels uit de vezelhoeveelheden worden verwijderd, wat kwalitatief betere borstels oplevert.
De huidige uitvinding voorziet dan ook in een werkwijze voor het toevoeren van vezels aan borstelvervaardigingsmachines, meer speciaal aan de vezelkanalen van borstelvervaardigings-machines van het type waarbij de vezels in de vorm van bijeengebonden of omwikkelde bundels worden aangevoerd, daardoor gekenmerkt dat automatisch het bindmiddel of omhulling van de bundels wordt geopend waarna de vezels bewerkingen ondergaan, voordat zij in de vezelkanalen van de borstelvervaardigingsmachine terecht komen, die ervoor zorgen dat de vezels gereinigd en geordend zijn.
Verder heeft de uitvinding betrekking op een inrichting om
EMI5.1
de voornoemde werkwijze te realizeren, waarbij dezehoofdzakelijk bestaat uit een toevoerinrichting voor het aanvoeren van vezels in de vorm van bijeengebonden of
<Desc/Clms Page number 6>
omwikkelde bundels; een snijstation voor bet opensnijden van de bundels 1 ; eerste klemmiddelen om de vezelhoeveelheden bij hun eerste uiteinde vast te nemen ; eerste kammiddelen om in de. eerste klemniddelen ingeklemde vezelhoeveelheden bij hun tweede uiteinde uit te kammen ; tweede klemmiddelen om de vezelhoeveelheden bij hun tweede uiteinde vast te nemen en tweede kammiddelen om de door de tweede klemmiddelen vastgenomen vezelhoeveelheden bij hun eerste uiteinde uit te kammen.
Met het inzicht de kenmerken volgens de uitvinding beter aan te tonen zijn hierna, als voorbeelden zonder enig beperkend karakter. enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven, met verwijzing naai de bijgaande tekeningen, waarin : figuur 1 een bundel vezels, bijvoorbeeld kokosvezels weergeeft in de samengebonden toestand ; figuur 2 een doorsnede weergeeft volgens lijn 11-11 in figuur l ; figuur 3 de vorming van een bundel vezels weergeeft ; figuur 4 een inrichting volgens de uitvinding weergeeft ; figuur 5 een zieht weergeeft volgens pijl F5 in figuur 4 ; figuur 6 een doorsnede weergeeft volgens lijn VI-VI in
<Desc/Clms Page number 7>
figuur 4 ; figuren 7 en 8 schematisch twee varianten voor het uitkammen van de vezels weergeven.
Teneinde het reeds in de inleiding besproken nut van de werkwijze en de inrichting volgens de uitvinding te verduidelijken i8 in de figuren 1 en 2 een vezelbundel 1 weergegeven zoals deze meestal wordt afgeleverd aan de borstelfabrikanten. Hierbij zijn een aantal vezels 2, bijvoorbeeld kokosvezels, bijeengebonden door middel van bindmiddelen, zoals strengen 3. Na het samenbinden wordt de knoop 4 of dergelijke in de vezelbundel 1 geduwd. Zoals weergegeven in figuur 3 zal zulke vezelbundel meestal samengesteld worden door als het ware een mat van vezels 2 op te rollen.
Het is dan ook duidelijk dat nadelen, zoals reeds in de inleiding besproken, zullen ontstaan. liet eerste nadeel hierbij is dat de strengen 3 door middel van hun knoop 4, na het doorsnijden, nog in de vezelbundel 1 zullen blijven vasthangen, terwijl het tweede nadeel er hoofdzakelijk in bestaat dat een aantal vezels 2 van de vezelbundel in elkaar verstrengeld geraken.
In figuur 4 wordt een praktische uitvoering weergegeven van een inrichting die de werkwijze volgens de uitvinding
<Desc/Clms Page number 8>
toepast. Deze bestaat in hoofdzaak uit een toevoerinrichting 5 ; een snijstation 6 ; eerste en tweede klemmiddelen 7-8 om de vezeluiteinden vast te houden ; kammiddelen 9-10 om de vezels uit te kammen. en een laadinrichting 11 om de behandeide vezels 2 in een vezelmagazijn 12 van een borstelvervaardigings-machine te brengen.
De toevoerinrichting 13 bestaat uit een bundelmagazijn 13 dat gevormd wordt door een aantal vertikale geleidingen 14 en een transportinrichting 15 die verdeeld is in kompartimenten 16. De transportinrichting 15 kan samenwerken met de onderzijde 17 van het bundelmagazijn 13. een en ander zodanig dat een na een een vezelbundel 1 aan het bundelmagazijn 13 kan ontnomen worden, waarbij in elk kompartiment 16 een vezelbundel 1 wordt opgenomen. De transportinrichting 15 kan op zichzelf bestaan uit een lopende band of een ketting 18 die voorzien is van schoepen 19.
Het snijstation 6 is tevens boven de transportinrichting 15 aangebracht en bestaat in de weergegeven uitvoeringsvorm hoofdzakelijk uit een vertikal op en neer beweegbaar mes 20t dat in zijn laagste stand tot in de zieh in de kompartimenten 16 bevindende vezelbundels l kan dringen teneinde de strengen 3 door te snijden.
<Desc/Clms Page number 9>
De voornoemde klemmiddelen 7 en 8 worden in dit geval gevormd door platte riemen, respektievelijk 21-22 en 23-24, die elk in de vorm van lopende banden zijn uitgevoerd. De riemen 21 en 22 van de eerste klemmiddelen 7 strekken zieh hierbij parallel uit, een en ander zodanig dat tussen beide riemen de vezels 2 bij hun eerste uiteinde 25 kunnen ingeklemd worden. Het zelfde geldt voor de riemen 23 en 24 van de tweede klemmiddelen 8, die aldaar met het tweede uiteinde 26 van de vezels 2 kunnen samenwerken.
Teneinde een optimale k1emwerking te verkrijgen, die noodzakelijk is om te beletten dat de vezels 2 uit de klemmiddelen 7 en 8 getrokken worden gedurende het kammen, kunnen de riemen 21-22 en 23-24 nog voorzien zijn van drukrollen of andere drukmiddelen die de bij elkaar behorende riemen naar elkaar toe drukken, dewelke duidelijkheidshalve in figuur 4 niet werden weergegeven.
De eerste en tweede kammiddelen 9 en 10 bestaan volgens de in figuur 4 weergegeven uitvoeringsvorm uit meerdere roterende kammen, respektievelijk 27 en 28, die bijvoorbeeld aangedreven zijn door middel van elektrische motoren 29-30. De kammen 27 en 28 kunnen uitgevoerd zijn als getande schijven, doch kunnen eveneens van eender welke andere geschikte vorm zijn.
<Desc/Clms Page number 10>
Aan het einde van de vezelbaan 30 die gevormd wordt door de door middel van de klemmiddelen 7 en 8 voortbewogen vezels
2 worden deze laatste opgevangen op geleidingen 32-33 of dergelijke.
De laadinrichting 11 bestaat hoofdzakelijk uit een mechanische hand of grijper 34 die een hoeveelheid vezels 2 aan de geleidingen 32-33 kan wegnemen, vervolgens kan wentelen en tenslotte in het op zichzelf bekende vezelmagazijn 12 van een borstelvervaardigingsmachine kan brengen. De grijper 34 kan hierbij ofwel op een speciaal daartoe ontworpen verplaatsingsmechanisme 35, met de nodige geleidingen 36 en 37 geplaatst zijn, of kan ook bestaan uit een robot. Om een nette afscheiding te krijgen van de vezelhoeveelheden die in de grijper 34 dienen opgenomen te worden is het duidelijk dat desgevallend kan gebruik gemaakt worden van een tweede transportinrichting met kompartimenten waarin telkens een hoeveelheid vezels wordt opgevangen, zodanig dat de grijper 34 uit deze kompartimenten steeds gelijke hoeveelheden vezels 2 kan opnemen.
Deze tweede transportinrichting kan qua vorm analoog zijn aan de voornoemde, transportinrichting 15.
De werking van de uitvoering volgens figuur 4 is hoofdzakelijk als volgt. De gebonden vezelbundels 1 worden in het bundelmagazijn 13 geplaatst. Door de rotatie van de
<Desc/Clms Page number 11>
transportinrichting 15 worden deze vezelbundels 1 een na een in de kompartimenten 16 opgenomen. Elk kompartiment 16 wordt dan stapsgewijs tot in het snijstation 6 gebracht waar doorhetnaarbenedenverplaatsenvanhetmes-20-de strengen 3 worden doorgesneden. Door de verdere verplaatsing van de transportinrichting 15 belanden de vezels in de eerste klemmiddelen 7, die uiteraard ook als meeneemmiddelen funktioneren.
Zoals in figuur 5 wordt weergegeven is het duidelijk dat tussen de in elkaar verstrengelde vezels 2 nog de doorgesneden strengen 3 aanwezig zijn.
Door middel van de eerste klemmiddelen 7 worden de vezels 2 tot onder de eerste kammiddelen 9 gebracht, waarna deze laatste neergelaten worden. Door middel van de roterende
EMI11.1
kammen 27 wordt het gedeelte 38 van de betreffende .. vezelhoeveelheid uitgekamd. Gedurende het kammen kunnen de kammiddelen 27 een op en neer gaande beweging C uitvoeren, teneinde de vezels 2 optimaal uit te kammen. Zoals weergegeven in figuur 6 worden de vezels. 2 eerst bij hun tweede uiteinde 26 uitgekamd.
Aan de tweede klemmiddelen 8 en kammiddelen 10 wordt op identieke wijze de voornoemde werkwijze herhaald teneinde de vezels 2 nabij hun eerste uiteinde 25 uit te kammen.
<Desc/Clms Page number 12>
Tenslotte worden de vezels 2 op de geleidingen 32-33 geschoven en door middel van de grijper 34 in het vezelmagazijn 12 van een borstelvervaardigingsmachine gebracht, waarbij aldaar gekamde en gezuiverde vezels worden toegevoegd.
De figuren 7 en 8 geven schematisch twee varianten voor het uitkammen van de vezelhoeveelheden weer waarbij heen en weer gaande kammen 39 i. p. v. roterende kammen worden aangewend. Andere kammiddelen zijn uiteraard niet uitgesloten.
Uit het voorgaande volgt dat de werkwijze volgens de uitvinding er in hoofdzaak in bestaat dat in de eerste plaats een hoeveelheid vezels bij het eerste uiteinde 25 wordt vastgenomen terwijl het vrij gedeelte 38 van de vezelhoeveelhied wordt uitgekamt, meer speciaal zoals door A in figuur 1 is aangeduid. Gedurende een tweede fase B wordt dezelfde vezelhoeveelheid bij zijn tweede uiteinde 26 vastgenomen en aan het aldan vrijgekomen eerste uiteinde 25 gekamt. Het is duidelijk dat met een behandeling zoals schematisch in figuur 4 is weergegeven aan de hiervoorgenoemde problemen een oplossing wordt geboden, meer speciaal door dat enerzijds, de doorgesneden strengen 3 uit de vezelhoeveelheden gekamt worden en, anderzijds, de vezels 2 evenwijdig aan elkaar worden gebracht.
<Desc/Clms Page number 13>
Tijdens het uitkammen door middel van de kammiddelen 9 en
10 worden bovendien te korte vezels en andere verontreinigingen zoals zand, steentjes, en dergelijke eveneens uit de vezelhoeveelheden verwijderd.
Het is duidelijk dat de inrichting volgens de uitvinding volgens verscheidene varianten kan verwezenlijkt worden. Zo kunnen bijvoorbeeld de twee kambewerkingen meerdere malen herhaald uitgevoerd worden. Anderzijds zou ook slechts een kammiddel kunnen aangewend worden dat telkens verplaatst wordt om respektievelijk eerst het voornoemde tweede uiteinde 26 en vervolgens het eerste uiteinde 25 uit te kammen.
Vanzelfsprekend hoeven de vezels 2 geen kontinue vezelbaan 30 te vormen gedurende de werkwijze, doch kunnen ook groepsgewijs toegevoerd worden.
Volgens nog een andere niet in de figuren weergegeven mogelijkheid zullen de vezelhoeveelheden die telkens uit een vezelbundel l ontstaan gescheiden gehouden worden van elkaar, bijvoorbeeld doordat de klemmiddelen 7 en 8 tevens voorzien zijn van-kompartimenten, gelijkaardig als de kompartimenten 16 van de transportinrichting 15.
<Desc/Clms Page number 14>
Pe huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeelden beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringen, doch dergelijke inrichtingen kunnen in allerlei vormen en'afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader der uitvinding te treden.
<Desc / Clms Page number 1>
A method of feeding fibers to brush making machines and an apparatus employing this method.
This invention relates to a method of automatically feeding fibers to brush-making machines.
More specifically, it relates to a method in which fibers undergo treatment between a warehouse in which they are applied in the form of bundles of bundled or wrapped fibers and the place where quantities of fibers or so-called taps of a fiber stock are separated to be fixed in a brush body.
It is known that in a brush manufacturing process, the fibers for the bristles can be automatically fed into the fiber magazines of the brush manufacture.
<Desc / Clms Page number 2>
digging machine. However, the hitherto known devices have the disadvantage that they are not suitable for processing certain fibers, more particularly fibers which are supplied in such a condition that they are not used. are suitable for placement directly in a fiber warehouse of a brush making machine. This refers, for example, to natural fibers such as coconut fibers, palmyra fibers, etc., but also mixtures of all kinds of fibers, since various difficulties arise in the treatment thereof.
A first problem with the aforementioned fibers is mainly due to the manner of packaging to which such fibers are traditionally delivered. In most cases, such fibers, including coconut fibers, are bound together in bundles by means of binders such as, for example, strings or strands, which in themselves can also consist of coconut. By tying the ends of the strands around the bundles, the knot formed is pushed inside the bundle between the fibers. Thus, it is obtained that a loose knot or the simple intertwining of the ends of the strand will not easily come loose during transport.
When the strands with which the bundles of fibers are tied together are now cut at random in the brush making process, it is clear that these
<Desc / Clms Page number 3>
strands remain attached to the bundle of fibers because of the knot attached to the bundle. The difficulty now lies in effectively removing the cut strands automatically.
After all, if such a strand were pulled, the fibers would shift relative to each other and even be pulled completely together, which is of course not desirable. The hitherto known solution has therefore consisted of always looking for the knot of the strands, twisting them outwards and loosening them, after which the strand is carefully removed, which is of course a laborious task.
A second problem which can arise with the aforementioned fibers is that the fibers of a bundle do not all lie parallel due to their manner of composition. o. v. each other, as a result of which such bundles cannot be introduced directly into a fiber warehouse after loosening the aforementioned binders, because a regular purchase by the bundle customer of the brush manufacturing machine is then no longer guaranteed. In the composition of, for example, a bundle of coconut fibers, these fibers are placed next to each other in a layer, after which this layer is rolled up. It is clear that, due to this usually irregular rolling movement, the fibers absorbed can move relatively much in relation to each other
<Desc / Clms Page number 4>
are shifted and can therefore become entangled.
When manually inserting the aforementioned fibers into a fiber warehouse, this problem was overcome by rolling the bundle of fibers open again after loosening the binders, then removing a small and easily manageable amount of fibers from them and loosening them by appropriate hand movements. and straighten them before placing them in the fiber magazine of the brush making machine. It is clear that the proper operation of the machine fiber bundle purchase depends on the quality and dexterity of the person placing the fibers in the fiber warehouse. However, this problem has not hitherto been effectively solved through automation.
The present invention therefore has for its object to provide a method and an apparatus for supplying fibers to brush-making machines, which systematically excludes the above-mentioned drawbacks. According to this method and with this device it is achieved as such that the cut binders of the bundles are removed from the fibers and that the fibers come to lie parallel.
Another important advantage of the invention is that contaminants, such as dirt, sand and stones,
<Desc / Clms Page number 5>
removed from the fibers. This prevents damage to the brush making machines from being caused by impurities, as a result of which such machines will have a considerably longer service life than has hitherto been the case.
Another advantage of the invention is that the short fibers are also removed from the fiber quantities, which results in better brushes.
The present invention therefore provides a method of feeding fibers to brush making machines, more particularly to the fiber channels of brush making machines of the type in which the fibers are fed in the form of bundled or wrapped bundles, characterized in that the binder or sheathing of the bundles is opened and the fibers are processed before entering the fiber channels of the brush making machine, which ensure that the fibers are cleaned and ordered.
The invention further relates to a device for
EMI5.1
realize the aforementioned method, which mainly consists of a supply device for supplying fibers in the form of bound or
<Desc / Clms Page number 6>
wrapped bundles; a cutting station for cutting open the bundles 1; first clamping means to hold the fiber amounts at their first end; first combing means for in the. first clamping means to comb out clamped fiber amounts at their second end; second clamping means for grasping the fiber amounts at their second end and second combing means for combing out the fiber amounts captured by the second clamping means at their first end.
With the insight that the characteristics according to the invention can be better demonstrated below, as examples without any limiting character. Some preferred embodiments have been described, with reference to the accompanying drawings, in which: Figure 1 shows a bundle of fibers, for example coconut fibers, in the bound state; figure 2 represents a section according to line 11-11 in figure 1; Figure 3 shows the formation of a bundle of fibers; figure 4 represents a device according to the invention; figure 5 represents a view according to arrow F5 in figure 4; figure 6 represents a section according to line VI-VI in
<Desc / Clms Page number 7>
figure 4; Figures 7 and 8 schematically show two variants for combing out the fibers.
In order to clarify the usefulness of the method and the device according to the invention already discussed in the introduction, Figures 1 and 2 show a fiber bundle 1 as it is usually delivered to the brush manufacturers. Here, a number of fibers 2, for example coconut fibers, are bound together by means of binders, such as strands 3. After the binding, the knot 4 or the like is pushed into the fiber bundle 1. As shown in figure 3, such a fiber bundle will usually be composed by, as it were, rolling up a mat of fibers 2.
It is therefore clear that disadvantages, as already discussed in the introduction, will arise. The first drawback here is that the strands 3 will still hang in the fiber bundle 1 by means of their knot 4, while the second drawback mainly consists in that a number of fibers 2 of the fiber bundle become entangled.
Figure 4 shows a practical embodiment of a device comprising the method according to the invention
<Desc / Clms Page number 8>
applies. It mainly consists of a feed device 5; a cutting station 6; first and second clamping means 7-8 for holding the fiber ends; combing means 9-10 to comb out the fibers. and a loading device 11 for introducing the treated fibers 2 into a fiber magazine 12 of a brush making machine.
The supply device 13 consists of a bundle magazine 13 which is formed by a number of vertical guides 14 and a transport device 15 which is divided into compartments 16. The transport device 15 can cooperate with the underside 17 of the bundle magazine 13. All this in such a way that one after the other a fiber bundle 1 can be taken from the bundle magazine 13, a fiber bundle 1 being received in each compartment 16. The transporting device 15 may per se consist of a conveyor belt or a chain 18 provided with blades 19.
The cutting station 6 is also arranged above the transporting device 15 and in the illustrated embodiment mainly consists of a vertically movable up and down knife 20t, which in its lowest position can penetrate fiber bundles 1 located in the compartments 16 in order to penetrate the strands 3. to cut.
<Desc / Clms Page number 9>
The aforementioned clamping means 7 and 8 are in this case formed by flat belts 21-22 and 23-24, respectively, each of which is in the form of conveyor belts. The belts 21 and 22 of the first clamping means 7 here extend parallel, all this in such a way that the fibers 2 can be clamped at their first end 25 between the two belts. The same applies to the belts 23 and 24 of the second clamping means 8, which can cooperate there with the second end 26 of the fibers 2.
In order to obtain an optimal clamping action, which is necessary to prevent the fibers 2 from being pulled out from the clamping means 7 and 8 during combing, the belts 21-22 and 23-24 can still be provided with pressure rollers or other pressure means which press each other belts together, which for the sake of clarity are not shown in figure 4.
According to the embodiment shown in Figure 4, the first and second combing means 9 and 10 consist of a plurality of rotating combs, 27 and 28, respectively, which are driven, for example, by means of electric motors 29-30. The combs 27 and 28 can be designed as toothed discs, but they can also be of any other suitable shape.
<Desc / Clms Page number 10>
At the end of the fiber web 30 which is formed by the fibers advanced by means of the clamping means 7 and 8
2, the latter are received on guides 32-33 or the like.
The loading device 11 mainly consists of a mechanical hand or gripper 34 which can remove an amount of fibers 2 from the guides 32-33, then turn them and finally bring them into the fiber warehouse 12 known per se of a brush manufacturing machine. The gripper 34 can either be placed on a specially designed displacement mechanism 35, with the necessary guides 36 and 37, or it can also consist of a robot. In order to obtain a neat separation of the fiber quantities that must be received in the gripper 34, it is clear that, if necessary, use can be made of a second transport device with compartments in which a quantity of fibers is each time collected, such that the gripper 34 is always extracted from these compartments. can absorb equal amounts of fiber 2.
This second transport device can be analogous in shape to the aforementioned transport device 15.
The operation of the embodiment according to figure 4 is mainly as follows. The bonded fiber bundles 1 are placed in the bundle magazine 13. By the rotation of the
<Desc / Clms Page number 11>
conveying device 15, these fiber bundles 1 are received one after the other in the compartments 16. Each compartment 16 is then brought step-by-step into the cutting station 6 where the strands 3 are cut by moving the knife 20 downwards. As a result of the further displacement of the transport device 15, the fibers end up in the first clamping means 7, which of course also function as entraining means.
As shown in figure 5, it is clear that between the entangled fibers 2 the cut strands 3 are still present.
The fibers 2 are brought under the first combing means 9 by means of the first clamping means 7, after which the latter are lowered. By means of the rotating
EMI11.1
combs 27, the portion 38 of the relevant fiber amount is combed out. During combing, the combing means 27 can perform an up and down movement C in order to comb out the fibers 2 optimally. As shown in Figure 6, the fibers. 2 first combed at their second end 26.
The aforementioned method is repeated in an identical manner to the second clamping means 8 and combing means 10 in order to comb out the fibers 2 near their first end 25.
<Desc / Clms Page number 12>
Finally, the fibers 2 are slid onto the guides 32-33 and brought into the fiber magazine 12 of a brush making machine by means of the gripper 34, adding combed and purified fibers there.
Figures 7 and 8 schematically show two variants for combing out the fiber quantities, reciprocating combs 39 i. p. v. rotary combs are used. Other combing agents are of course not excluded.
From the foregoing it follows that the method according to the invention mainly consists in that in the first place an amount of fibers is gripped at the first end 25 while the free part 38 of the fiber quantity is combed out, more particularly as shown by A in figure 1. indicated. During a second phase B, the same amount of fiber is taken at its second end 26 and combed at the then released first end 25. It is clear that with a treatment as shown schematically in figure 4 the above-mentioned problems are solved, more specifically by, on the one hand, cutting the cut strands 3 from the fiber quantities and, on the other hand, bringing the fibers 2 parallel to each other .
<Desc / Clms Page number 13>
During combing out by means of the combing means 9 and
In addition, too short fibers and other impurities such as sand, stones, and the like are also removed from the fiber quantities.
It is clear that the device according to the invention can be realized in various variants. For example, the two combing operations can be repeated several times. On the other hand, it would also be possible to use only one combing means, which are each time moved to first comb out the aforementioned second end 26 and then the first end 25, respectively.
Of course, the fibers 2 do not have to form a continuous fiber web 30 during the process, but can also be fed in groups.
According to yet another possibility, which is not shown in the figures, the fiber quantities that each arise from a fiber bundle 1 will be kept separate from each other, for instance because the clamping means 7 and 8 are also provided with compartments, similar to the compartments 16 of the transport device 15.
<Desc / Clms Page number 14>
The present invention is by no means limited to the embodiments described as examples and shown in the figures, but such devices can be realized in various shapes and sizes without departing from the scope of the invention.