NL9500544A - Inrichting voor het uitsnijden en/of verwerken van veevoer, alsmede snijbord voor een dergelijke inrichting. - Google Patents

Description

Inrichting voor het uitsnijden en/of verwerken van veevoer, alsmede snijbord voor een dergelijke inrichting

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het uitsnijden en/of verwerken van veevoer, voorzien van een laadbak, een zwenkbaar ondersteunde arm en een snijbord voor het snijden van veevoer uit een voorraad en/of het in de laadbak brengen van veevoer, welk snijbord is verbonden met de zwenkarm en verplaatsbaar is tussen een snij stand en een verwerkingsstand, waarbij het snijbord aan de onderzijde een heen en weer beweegbaar snijmes draagt en aan één of beide zijden is voorzien van een zijsnij-orgaan met een mesdrager en een heen en weer beweegbaar zijsnijmes.

Een dergelijke inrichting is bijvoorbeeld beschreven in PCT/NL95/00039. Deze bekende inrichting is als menginrich-ting uitgevoerd, waarbij het snijbord in de ingetrokken stand een wand van de mengkamer vormt en het mengorgaan een baan beschrijft die aan het snijbord grenst. Het zij snij-orgaan is bij deze bekende inrichting dan ook aan de van de telescooparm afgekeerde zijde van het snijbord aangebracht, zodat het zij snij-orgaan geen belemmering voor het mengorgaan vormt. Dit betekent echter dat voor het uitsnijden van bijvoorbeeld kuilvoer uit een kuilvoervoorraad eerst alleen met de zijsnij-organen moet worden gesneden, waarna pas de tweede keer een plak kuilvoer kan worden uitgesneden en in de mengkamer kan worden gebracht.

In EP-A-0 415 466 is een inrichting voor het uitsnijden van kuilvoer beschreven, waarbij het snijbord van één of twee zijsnijborden is voorzien, waarbij de zijsnijborden scharnierend om een as met de telescooparm zijn verbonden, zodat de zijsnijborden van de aan de telescooparm gelegen zijde van het snijbord naar de van de telescooparm af gekeerde zijde verzwenkbaar zijn. Doordat het zijsnijbord als geheel verzwenkbaar is gemonteerd, is een betrekkelijk zware constructie nodig.

De uitvinding beoogt in de eerste plaats een inrichting van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen, waarbij de bezwaren van de bekende inrichtingen zijn ondervangen.

Hiertoe heeft de inrichting volgens de uitvinding het kenmerk, dat elke mesdrager aan zijn bovenzijde door middel van een as zwenkbaar is verbonden met het snijbord waarbij middelen zijn aangebracht die bij het verplaatsen van het snijbord van de snij stand naar de verwerkingsstand elke mesdrager van de snij stand waarin het zij snij-orgaan zich aan de zijde van de zwenkarm bevindt, zwenkt naar de van de zwenkarm afgekeerde zijde van het snijbord.

Op deze wijze wordt een inrichting verkregen, waarbij uitsluitend het zij snij-orgaan zelf zwenkbaar met het snijbord is verbonden, zodat een relatief lichte eenvoudige constructie volstaat. In de snij stand van het snijbord, waarin veevoer uit een voorraad kan worden gesneden, bevinden de zij snij-organen zich aan de zijde van de zwenkarm, zodat de gebruiker in één snijcyclus een hoeveelheid voer kan uitsnijden.

Bij de bekende inrichting van de in de aanhef genoemde soort is voor elk zijsnijmes een afzonderlijk aandrijforgaan aangebracht.

De uitvinding beoogt in de tweede plaats een ten aanzien van de aandrijving van de zijsnijmessen vereenvoudigde constructie te verschaffen.

Hiertoe is volgens de uitvinding het snijmes van het snijbord aandrijvend gekoppeld met elk zijsnijmes en is elk zijsnij-orgaan verzwenkbaar verbonden met het snijbord, waarbij middelen zijn aangebracht die bij het verplaatsen van het snijbord van de snij stand naar de verwerkingsstand elk zij snijmesorgaan van de snijstand waarin het zij snij-orgaan zich aan de zijde van de zwenkarm bevindt, zwenkt naar de van de zwenkarm afgekeerde zijde van het snijbord.

Hierdoor wordt bereikt, dat met één aandrijving kan worden volstaan voor het aandrijven van zowel het snijmes van het snijbord als het zijsnijmes van elk zij snij-orgaan, waarbij de zijsnij-organen in de verwerkingsstand van het snijbord niet in de laadbak uitsteken zodat zij geen belemmering vormen voor een in deze laadbak aanwezig verwerkings-orgaan, zoals bijvoorbeeld een meng- en/of doseerorgaan.

Volgens de uitvinding een gunstige uitvoeringsvorm is elk zij snijmes draaibaar om een as bevestigd op de bijbehorende mesdrager, welke as zich bevindt tussen de snijtanden en een koppelplaats waar het zij snijmes is gekoppeld met een krukas die heen en weer draaibaar wordt aangedreven door het snijmes van het snijbord.

De aandrijving van alle messen kan in een eerste uitvoeringsvorm plaatsvinden door middel van een in het snijbord gemonteerd cilinder-zuigersamenstel. Als alternatief is het mogelijk, dat het snijmes en elk daarmee gekoppeld zij-snijmes mechanisch aandrijfbaar is vanaf de aftakas van een trekker of dergelijke.

Tenslotte verschaft de uitvinding een snijbord bestemd voor een inrichting voor het uitsnijden en/of verwerken van kuilvoer, welk snijbord is voorzien van ten minste een zij snij-orgaan en aandrijving van de hierboven beschreven soort.

De uitvinding wordt hierna nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin twee uitvoeringsvoorbeelden van de inrichting volgens de uitvinding schematisch zijn weergegeven .

Fig. 1 toont een schematisch zij-aanzicht van een uitvoeringsvorm van een achter een trekker gekoppelde inrichting volgens de uitvinding, welke als menginrichting is uitgevoerd.

Fig. 2 toont een schematisch zij-aanzicht van een zij snij-orgaan in de snij stand.

Fig. 3 toont een met fig. 2 overeenkomend zij-aanzicht van het zij snij-orgaan aan de van de telescooparm afgekeerde zijde van het snijbord.

Fig. 4 toont gedeeltelijk in aanzicht en gedeeltelijk in doorsnede volgens de lijn IV-IV uit fig. 2 het snijbord van de inrichting uit fig. 1.

Fig. 5 toont de doorsnede volgens de lijn V-V uit fig. 4.

Fig. 6 is een zij-aanzicht van de mesdrager van het zij snij-orgaan van de inrichting uit fig. 1.

Fig. 7 is een zij-aanzicht van een alternatieve uitvoeringsvorm van de inrichting uit fig. 1.

Fig. 8 is een gedeeltelijk weergegeven bovenaanzicht van de inrichting uit fig. 7.

In de tekening is een uitvoeringsvorm van de inrichting voor het uitsnijden en/of verwerken van veevoer weergegeven, die is uitgevoerd als menginrichting. De uitvinding kan echter ook worden toegepast op andere typen inrichtingen, zoals kuiluithaalbakken, kuilvoersnijders en dergelijke.

De in fig. 1 getoonde menginrichting is achter een trekker 1 gekoppeld en is voor aandrijving van het mengorgaan gekoppeld met de aftakas 2 van de trekker.

De menginrichting bestaat in hoofdzaak uit een mengkamer of laadbak 3 en een in deze mengkamer 3 aanwezig mengorgaan 4 dat bij het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld bestaat uit eindloze elementen 5 en daartussen verlopende meenemers 6. De eindloze elementen 5 kunnen als kettingen zijn uitgevoerd en zijn in de laadbak geleid door geleidingen 7 en keerwielen 8. De eindloze elementen 5 worden aangedreven door de aftakas 2 via een tandwielkast 9 en een aandrijfketting 10. Deze aandrijving kan in- en uitgeschakeld worden.

De mengkamer 3 wordt zijdelings begrensd door wanden, aan de voorzijde door een losklep 11 en aan de achterzijde door een snijbord 12. Verder is er een niet nader aangeduide bodem. De menginrichting omvat voorts een telescooparm 13 met een buitenkoker 14 en een hierin verschuifbare binnenkoker 15 waaraan het snijbord 12 is bevestigd. Voor verdere details van de getoonde menginrichting wordt verwezen naar de bovengenoemde internationale octrooiaanvrage PCT/NL95/00039.

Voor nadere details over de telescooparm wordt verwezen naar EP-A-0 415 466. Hoewel bij de weergegeven uitvoeringsvorm een telescooparm 13 met een vast snijbord 12 wordt toegepast, is de uitvinding niet tot een dergelijke uitvoering beperkt.

Het is ook mogelijk een niet telescopische zwenkarm met een snijbord te gebruiken, dat zwenkbaar is tussen een snij stand en een naar de laadbak toe gezwenkte verwerkingsstand.

In fig. 1 is de telescooparm 13 geheel ingetrokken en bevindt het snijbord 12 zich in de ingetrokken mengstand, waarin het snijbord aan de eindloze elementen 5 grenst. In deze ingetrokken stand van het snijbord zijn aan weerszijden van het snijbord aangebrachte zij snij-organen 16 aan de van de telescooparm 13 afgekeerde zijde van het snijbord 12 gelegen. Hierdoor vormen deze zij snij-organen 16 geen belemmering voor de meenemers 6 van het mengorgaan 4. In een uitgeschoven stand bevinden de zij snij-organen 16 zich echter aan dezelfde zijde als de telescooparm 13, zodat voor het uitsnijden van bijvoorbeeld kuilvoer in één snijcyclus een hoeveelheid kuilvoer uit een kuilvoervoorraad kan worden gesneden.

In fig. 2 is schematisch een zij-aanzicht van het snijbord 12 weergegeven, waarbij het zij snij-orgaan 16 zich in de snij stand bevindt, dat wil zeggen aan dezelfde zijde van het snijbord 12 is gelegen als de telescooparm 13. In fig. 3 is het zij snij-orgaan 16 weergegeven in de stand waarin dit snij-orgaan zich bevindt wanneer het snijbord zich in de ingetrokken stand bevindt.

Opgemerkt wordt, dat het snijbord 12 desgewenst met één zij snij-orgaan 16 kan zijn uitgerust. Bij het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld zijn echter aan beide zijden zijsnij-organen 16 aanwezig. Elk zij snij-orgaan omvat een in fig. 6 weergegeven mesdrager 17 die is bevestigd op een as 18 welke aan weerszijden draaibaar is gelagerd in een lagerhuis 19 dat in fig. 4 in doorsnede is weergegeven. Dit lagerhuis 19 is op het snijbord 12 bevestigd. De as 18 bezit een radiaal uitstekend koppelelement 20 (zie fig. 5) en dit koppelelement is gekoppeld met een op het snijbord gemonteerde trekstang 21. Deze trekstang 21 heeft aan het ene uiteinde een nok 22 die kan samenwerken met een aan de buitenkoker 14 gevormde nokken-baan 23. Wanneer de binnenkoker 15 in de buitenkoker 14 wordt getrokken, loopt de nok 22 op de nokkenbaan 23 en wordt de trekstang 21 omhoog getrokken tegen de werking van een druk- veer 24 in. Deze drukveer 24 is aangebracht tussen het koppe-lelement 20 en een aan het snijbord 12 gevormde niet nader weergegeven steun. De drukveer 24 houdt de as 18 en daarmee de mesdragers 17 in de in fig. 2 getoonde snijstand. Wanneer de trekstang 21 omhoog beweegt en het koppelelement 20 meeneemt, wordt de as 18 verdraaid en zwenken de mesdragers 17 naar de in fig. 1 en 3 getoonde stand.

In fig. 2 en 3 is met een streeplijn een cirkelvormig segment 25 aangeduid, dat op de achterzijde van de mesdrager 17 is bevestigd. Dit segment 25 is aan de onderzijde van de mesdrager 17 gelegen en sluit met de achterzijde van de mes-drager een cirkelboogvormige sleuf in, waarin een lip 26 van het snijbord 12 grijpt. Hierdoor wordt een robuuste koppeling tussen het zij snij-orgaan 16 en het snijbord 12 bereikt, zodat de tijdens bedrijf optredende krachten het zij snij-orgaan niet van het snijbord 12 kunnen afbuigen.

Het zij snij-orgaan 16 omvat een heen en weer beweegbaar zij snijmes 27 dat draaibaar om een as 28 op de mesdrager 17 is gemonteerd. De heen en weer gaande snijbeweging van het zij snijmes 27 wordt gerealiseerd door middel van een in fig. 4 weergegeven krukas 29 die draaibaar is gelagerd in de lagerhuizen 19. Bij het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld ligt de hartlijn van de krukas 29 onder de hartlijn van de as 18.

Het is desgewenst ook mogelijk de krukas 29 in de holle as 18 te monteren.

De krukas 29 is aan elk uiteinde voorzien van een verbindingsstuk 30 dat in een kamer 31 van de bijbehorende mesdrager 17 beweegbaar is. Voorts is in de mesdrager 17 een in fig. 6 zichtbare boogvormige sleuf aangebracht, waarin de krukas 29 steekt, zodat de mesdrager 17 ten opzichte van de krukas verzwenkbaar is. Het verbindingsstuk 30 bezit een pen 32 die draaibaar is opgenomen in een glijstuk 33 dat bij voorkeur uit brons is vervaardigd. Dit glijstuk 33 is verschuifbaar gemonteerd in een sleuf 34 die in het zijsnijmes 27 is aangebracht. De krukas 29 is heen en weer verdraaibaar en door deze heen en weer draaiende beweging wordt het zijsnijmes heen en weer bewogen op de mesdrager 17 en wordt de gewenste snij- en knipbeweging verkregen. Zoals uit de tekening blijkt heeft het zij snijmes 27 aan zijn onderzijde scherpe tanden 3 5 en is de mesdrager 17 aan zijn onderzijde van een overeenkomstig gevormd mes met scherpe tanden 35 voorzien, dat het stationaire mes vormt.

Bij het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld volgens de fig. 1-6 vindt de aandrijving van de krukas 29 plaats, doordat de krukas is voorzien van een radiaal uitstekende vork 36 die is verbonden met een eerste trekstang 37. Deze trekstang 37 is via een tuimelstuk 38 dat draaibaar op het snijbord 12 is bevestigd gekoppeld met een tweede trekstang 39 die door een lip 40 is verbonden met de zuiger van een schematisch aangeduid cilinder-zuigersamenstel 41 dat op, op zichzelf bekende wijze via een tweede lip 42 het heen en weer beweegbare snijmes 43 van het snijbord 12 aandrijft. Het snijmes 43 is aan de binnenzijde van het snijbord 12 gelegen en eveneens voorzien van scherpe tanden 35 evenals het stationaire mes 44 van het snijbord 12.

Bij de weergegeven uitvoeringsvorm bestaat de krukas 29 uit twee delen die door een bus 45 met elkaar zijn verbonden. Deze bus 45 draagt de vork 36. Het zal duidelijk zijn dat ook andere stangenmechanismen mogelijk zijn voor het koppelen van de zijsnijmessen 27 met het snijmes 43.

Ter plaatse van de bus 45 is een steun 46 op het snijbord 12 bevestigd waar de krukas 29 en de as 18 doorheen lopen, zoals uit de doorsnede volgens de lijn V-V in fig. 5 blijkt. De steun 46 draagt een instelbout 47, waarmee de stand van de mesdrager 16 ten opzichte van het snijbord 12 instelbaar is.

In fig. 7 is een zij-aanzicht van een alternatieve uitvoeringsvorm weergegeven, die in hoofdzaak op dezelfde wijze is uitgevoerd als de inrichting uit fig. 1. In dit geval vindt de aandrijving van de zij snijmessen 27 en het snijmes 43 echter mechanisch plaats vanaf de aftakas 2 van de trekker 1. De tandwielkast 9 drijft een niet zichtbare aandrijfpully aan die via een aandrijfketting 48 of dergelijke een aandrijfpully 49 van een tandwielkast 50 aandrijft. De aandrijving vanuit de tandwielkast 9 is in- en uitschakelbaar. De hartlijn van de aandrijfpully 49 valt samen met de zwenkas 51 van de telescooparm 13. De tandwielkast 50 drijft een telescopische aandrijfas 52 aan, die zich parallel aan de telescooparm 13 uitstrekt.

Zoals uit het gedeeltelijk weergegeven bovenaanzicht volgens fig. 8 blijkt, is op het uiteinde van de as 52 een kruk 53 gemonteerd, die door middel van een niet weergegeven aandrijfstang is gekoppeld met bijvoorbeeld de vork 36 voor het aandrijven van de krukas 29 en via het stangenmechanisme 37-39 en het cilinder-zuigersamenstel 41 het snijmes 43.

In dit geval fungeert het cilinder-zuigersamenstel 41 als geleiding voor het snijmes 43. Op deze wijze kunnen de zij-snijmessen 27 en het snijmes 43 met een hogere snelheid worden aangedreven resp. kan meer vermogen worden overgebracht dan bij een hydraulische aandrijving, waardoor een hogere snij-snelheid mogelijk is.

In plaats van de tandwielkast 50 kan een verdraaibare overbrenging, zoals een kruiskoppeling, worden toegepast, waarvan de draaiingsas samenvalt met of in de nabijheid ligt van de zwenkas 51 van de telescooparm 50. Deze overbrenging kan de as 52 koppelen met een vaste as die een pully draagt welke via de aandrijfketting 48 wordt aangedreven door de tandwielkast 9.

Opgemerkt wordt, dat het beschreven snijbord met zij snij-organen ook bij andere typen inrichtingen voor het uitsnijden en/of verwerken van veevoer kan worden toegepast.

De uitvinding is dan ook niet beperkt tot de in het voorgaande beschreven uitvoeringsvoorbeelden, die binnen het kader der uitvinding op verschillende manieren kunnen worden gevarieerd.

Claims (18)

1. Inrichting voor het uitsnijden en/of verwerken van veevoer, voorzien van een laadbak, een zwenkbaar ondersteunde arm en een snijbord voor het snijden van veevoer uit een voorraad en/of het in de laadbak brengen van veevoer, welk snijbord is verbonden met de zwenkarm en verplaatsbaar is tussen een snij stand en een verwerkingsstand, waarbij het snijbord aan de onderzijde een heen en weer beweegbaar snijmes draagt en aan één of beide zijden is voorzien van een zij snij-orgaan met een mesdrager en een heen en weer beweegbaar zij snijmes, met het kenmerk, dat elke mesdrager aan zijn bovenzijde door middel van een as zwenkbaar is verbonden met het snijbord waarbij middelen zijn aangebracht die bij het verplaatsen van het snijbord van de snij stand naar de verwerkingsstand elke mesdrager van de snij stand waarin het zij snij-orgaan zich aan de zijde van de zwenkarm bevindt, zwenkt naar de van de zwenkarm afgekeerde zijde van het snijbord.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de as van elke mesdrager draaibaar is gelagerd in een lagerhuis dat op korte afstand boven het snijmes in het snijbord is gemonteerd, waarbij de zwenkarm een nokkenbaan bezit, die kan samenwerken met een nok van een door het snijbord gedragen trekstang die is gekoppeld met de as van elke mesdrager.

3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de trekstang is gekoppeld met een koppelstuk dat is bevestigd op de as van de mesdrager(s), waarbij het koppelstuk door een drukveer voor zwenken in de richting van de snij stand wordt belast.

4. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat elke mesdrager nabij de onderzijde is gekoppeld met het snijbord.

5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat elke mesdrager aan de naar het snijbord toegekeerde zijde een cirkelvormig segment draagt dat te zamen met de mesdrager een cirkelvormige sleuf bepaalt, waarin een complementair gevormd deel van het snijbord grijpt.

6. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij aan beide zijden een zijsnij-orgaan is aangebracht, met het kenmerk, dat de mesdragers door middel van een gemeenschappelijke as zwenkbaar zijn verbonden met het snijbord.

7. Inrichting voor het uitsnijden en/of verwerken van veevoer volgens de kop van conclusie 1, met het kenmerk, dat het snijmes van het snijbord aandrijvend is gekoppeld met elk zij snijmes en elk zijsnij-orgaan verzwenkbaar is verbonden met het snijbord, waarbij middelen zijn aangebracht die bij het verplaatsen van het snijbord van de snij stand naar de verwer-kingsstand elk zijsnij-orgaan van de snij stand waarin het zij snij-orgaan zich aan de zijde van de zwenkarm bevindt, zwenkt naar de van de zwenkarm afgekeerde zijde van het snijbord.

8. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat elk zij snijmes draaibaar om een as is bevestigd op de bijbehorende mesdrager, welke as zich bevindt tussen de snijtanden en een koppelplaats waar het zij snijmes is gekoppeld met een krukas die heen en weer draaibaar wordt aangedreven door het snijmes van het snijbord.

9. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de krukas van elk zij snijmes aan het naar het zij snijmes gerichte uiteinde is voorzien van een excentrische pen die in een sleuf in het zij snijmes grijpt.

10. Inrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de pen draaibaar is opgenomen in een glijstuk dat verschuifbaar is aangebracht in de sleuf van het zij snijmes.

11. Inrichting volgens één der conclusies 7-10, met het kenmerk, dat de krukas van elk zij snijmes draaibaar is gelagerd in het bijbehorende lagerhuis waarbij bij voorkeur de hartlijn van de krukas onder de hartlijn van de zwenkas van de mesdrager ligt en in de mesdrager een cirkelboogvormige sleuf voor de krukas is aangebracht.

12. Inrichting volgens één der conclusies 7-11, met het kenmerk, dat de krukas van elk zij snijmes een radiaal uitstekend koppelelement draagt, dat bij voorkeur via een eerste trekstang, een draaibaar op het snijbord gemonteerd tuimelstuk en een tweede trekstang is gekoppeld met het snijmes van het snijbord.

13. Inrichting volgens één der conclusies 7-12, waarbij aan beide zijden een zij snij-orgaan is aangebracht, met het kenmerk, dat de zij snijmessen door middel van een gemeenschappelijke krukas aandrijfbaar zijn.

14. Inrichting volgens één der conclusies 7-13, waarbij het snijmes van het snijbord aandrijfbaar is door middel van een hydraulisch cilinder-zuigersamenstel, met het kenmerk, dat de krukas van elk zij snijmes aandrijfbaar is door het cilinder-zuigersamenstel van het snijmes.

15. Inrichting volgens één der conclusies 7-14, met het kenmerk, dat het snijmes en elk daarmee gekoppeld zij-snijmes mechanisch aandrijfbaar is vanaf de aftakas van een trekker of dergelijke.

16. Inrichting volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat het snijbord aan de bovenzijde is voorzien van een draaibaar ondersteund aandrijfelement dat door middel van een op en neer beweegbare aandrijfstang is gekoppeld met een radiaal uitstekend koppelelement van de krukas van elk zij snijmes.

17. Inrichting volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat het aandrijforgaan is verbonden met een aandrijfas die althans ongeveer parallel aan de zwenkarm is gemonteerd en die aan het van het snijbord afgekeerde uiteinde via een verdraaibare overbrenging aandrijfbaar is, waarvan de draaiingsas op of nabij de zwenkas van de zwenkarm ligt.

18. Snijbord bestemd voor een inrichting volgens één der voorgaande conclusies of ander type veevoersnij-inrichting.