NL9500535A - Vaartuig. - Google Patents

Description

VAARTUIG

De uitvinding betreft een vaartuig omvattende tenminste één ruim met een veelvoud van opstelplaatsen voor het opnemen van ladingelementen van weg- en/of spoorwegmaterieel, zoals containers, vrachtwagens, opleggers of andere voertuigen.

Teneinde kapseizen wegens verschuiving van de lading te vermijden is het vaartuig volgens de uitvinding gekenmerkt door tussen de opstelplaatsen aangebrachte opblaasbare kussens die verstelbaar zijn tussen een teruggetrokken lege gedaante en een tussen de op opstelplaatsen opgestelde ladingselementen reikende opgeblazen gedaante.

De genoemde en andere kenmerken van de uitvinding zullen blijken uit de hiernavolgende beschrijving aan de hand van tekeningen waarin voorstellen: figuur 1 een dwarsdoorsnede van een vaartuig volgens de uitvinding, figuur 2 een doorsnede over lijn II-II van figuur 1, en figuur 3 op grotere schaal de doorsnede III-III van figuur 2.

Een vaartuig 1 volgens de uitvinding heeft tenminste één doch bij voorkeur een veelvoud van ruimen 2 voor het opnemen van ladingselementen 3 van weg- en/of spoorwegtransportmateriaal, zoals containers, vrachtwagens, opleggers en/of andere voertuigen.

Tussen de opstelplaatsen 4 en naast de zijwanden 5 zijn opblaasbare kussens 6 aangebracht, liefst in de vorm van verticale wanden.

De opstelplaatsen 4 bestaan uit rijbanen 7 waartussen goten 8 zijn aangebracht die de leeggezogen kussens 6 kunnen opnemen.

Wanneer de ladingselementen 3 aanwezig zijn, worden de kussens 6 via leidingen 9 en 10 en via niet getekende kleppen opgeblazen met behulp van de ventilatoren, die in het vaartuig 1 aanwezig zijn voor de ventilatie van de ruimen 2 en die ten behoeve van afvoer van uitlaatgassen een flinke capaciteit hebben.

Eerst wordt een eerste compartiment 11 opgeblazen, zodanig dat het kussen 6 oprijst tot aan het plafond 13 en daar een taster 14 bedient voor het signaleren van de opgerichte stand. Daarna worden secundaire compartimenten 12 opgeblazen voor het opvullen van de ruimten tussen ladingselementen 3 en ruimten tussen ladingselementen 3 en de zijwanden 5. De interne kussenwanden 16 en de uitwendige kussenwanden 17 zijn onderling verbonden middels de compartimenten 11 en 12 overbruggende flexibele verbindingselementen 18 en 19, zodanig dat de vorm van de kussens 6 in opgerichte stand recht en plat blijft en in volledig opgeblazen stand een vooraf bepaalde uitbollingsvorm niet overschrijdt.

De kussens 6 vormen bij voorkeur over de volle lengte van het ruim 2 doorlopende, afgesloten wanden, die in geval van waterbinnentrede voorkomen dat het water naar één zijde van het vaartuig stroomt. Ook worden de ladingselementen 3 belet om te vallen en naar één zijde te verschuiven.

Claims (5)

1. Vaartuig (1) omvattende tenminste één ruim met een veelvoud van opstelplaatsen (4) voor het opnemen van ladingselementen van weg- en/of spoorwegtransportmateriaal, zoals containers, vrachtwagens, opleggers of andere voertuigen, gekenmerkt door tussen de opstelplaatsen (4) aangebrachte opblaasbare kussens (6) die verstelbaar zijn tussen een teruggetrokken lege gedaante en een tussen de op opstelplaatsen (4) opgestelde ladingselementen (3) reikende opgeblazen gedaante.

2. Vaartuig (1) volgens conclusie 1 met het kenmerk dat de kussens (6) de ruimten tussen de ladingselementen (3) en bij voorkeur ook de ruimten tussen ladingselementen (3) en ruimwanden (5) opvullen.

3. Vaartuig (1) volgens conclusie 1 of 2 met het kenmerk dat tenminste één kussen (6) tenminste één eerste luchtcompartiment (ll) voor het in slanke gedaante doen rijzen van het kussen (6) en tenminste één tweede compartiment (12) voor het in horizontale richting doen uitzetten van het kussen (16) heeft.

4. Vaartuig (1) volgens één van de voorgaande conclusies met het kenmerk dat aan het plafond (13) van het ruim en/of aan de bovenzijde van het kussen (6) tenminste één opnemer (14) voor het waarnemen van de opgerichte stand van het kussen (6) aanwezig is.

5. Vaartuig (1) volgens één van de voorgaande conclusies met het kenmerk dat de kussens (6) middels leidingen (9), (10) aangesloten zijn op tenminste één ventilator die ook dienst doet voor de ventilatie van tenminste één ruim (2).