NL9500441A - Inrichting voor het bereiden van warme dranken. - Google Patents

Inrichting voor het bereiden van warme dranken. Download PDF

Info

Publication number
NL9500441A
NL9500441A NL9500441A NL9500441A NL9500441A NL 9500441 A NL9500441 A NL 9500441A NL 9500441 A NL9500441 A NL 9500441A NL 9500441 A NL9500441 A NL 9500441A NL 9500441 A NL9500441 A NL 9500441A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
drink
steam
beverage
reservoir
unit
Prior art date
Application number
NL9500441A
Other languages
English (en)
Inventor
Nicolaas Luttik
Jentje Freerk Van Es
Antonius Gerardus Maria De Wit
Original Assignee
Nutricia Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Nutricia Nv filed Critical Nutricia Nv
Priority to NL9500441A priority Critical patent/NL9500441A/nl
Priority to AU48501/96A priority patent/AU4850196A/en
Priority to EP96904381A priority patent/EP0813381A1/en
Priority to PCT/NL1996/000103 priority patent/WO1996027317A1/en
Publication of NL9500441A publication Critical patent/NL9500441A/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A47FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47JKITCHEN EQUIPMENT; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; APPARATUS FOR MAKING BEVERAGES
    • A47J31/00Apparatus for making beverages
    • A47J31/40Beverage-making apparatus with dispensing means for adding a measured quantity of ingredients, e.g. coffee, water, sugar, cocoa, milk, tea

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Food Science & Technology (AREA)
  • Devices For Dispensing Beverages (AREA)
  • Apparatus For Making Beverages (AREA)

Description

Inrichting voor het bereiden van warme dranken
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het bereiden van warme dranken en heeft meer in het bijzonder betrekking op een inrichting voor het op consumptietemperatuur brengen van een koude drank, in het bijzonder chocolademelk.
Op zichzelf zijn inrichtingen voor het bereiden van warme dranken in velerlei varianten bekend. Bekend is natuurlijk dat uit een koude drank een warme drank kan worden bereid door de drank in een daartoe geschikte houder te brengen (zoals bijvoorbeeld een pan of iets dergelijks) en deze te verhitten. Er blijken echter een aantal produkten te zijn, zoals chocolademelk, koffie, en dergelijke, die tijdens een op dergelijke wijze uitgevoerd verhittingsproces een verandering ondergaan, waardoor de smaak nadelig en voor de consument duidelijk negatief wordt beïnvloed. Zoals blijkt uit de stand der techniek is in het verleden al getracht om op verschillende manieren dit probleem op te lossen.
In de Nederlandse aanvrage NL-7410764 wordt bijvoorbeeld gebruik gemaakt van een vloeibaar concentraat waarvan een gedoseerde hoeveelheid, tezamen met een gedoseerde hoeveelheid heet water wordt toegevoerd aan een mengeenheid, waarin een mengsel van de gewenste samenstelling en met de gewenste temperatuur, geschikt voor directe consumptie, wordt bereid, welk mengsel vervolgens aan een kopje, bekertje of iets dergelijks wordt afgegeven.
Het gebruik van een poedervormig concentraat wordt bijvoorbeeld beschreven in EP-0262361. Een afgepaste hoeveelheid van dit poedervormige concentraat wordt tezamen met een hoeveelheid heet water toegevoerd aan een mengkamer waarin de drank wordt gemengd en tevens op de gewenste temperatuur wordt gevormd.
Het gebruik van concentraat, zowel poedervormig als in vloeistof-vorm, heeft echter een aantal nadelen, in het bijzonder gelegen in het feit dat de concentraten via een afzonderlijk proces moeten worden vervaardigd, waarbij in het algemeen eerst de gewenste drank wordt bereid en vervolgens uit deze gewenste drank een vloeibaar of poedervormig concentraat wordt bereid. De uitvinding tracht nu deze extra stappen voor het bereiden van een concentraat te elimineren door het verschaffen van een inrichting waarmee op eenvoudige wijze uitgaande van de gerede koude drank een warme drank kan worden bereid zonder dat daarbij de bovengenoemde smaaknadelen optreden.
De uitvinding verschaft daartoe een inrichting voor het bereiden van een drank omvattende : een reservoir waarin de drank zich bevindt op een temperatuur die lager is dan de gewenste temperatuur, een met het reservoir gekoppelde doseereenheid voor het afmeten van een voorafbepaalde hoeveelheid drank met de doseereenheid verbonden verwarmingsmiddelen waar de afgemeten hoeveelheid drank doorheen stroomt en daarbij op de gewenste temperatuur wordt gebracht, een stuureenheid die de doseereenheid en de verwarmingsmiddelen zodanig bestuurt dat aan de uitgang van de verwarmingseenheid de afgemeten hoeveelheid drank op de gewenste temperatuur wordt afgegeven .
De uitvinding is gebaseerd op het inzicht dat de drank tijdens het verhitten geen (of althans geen merkbare) smaakverandering ondergaat indien het verhitten van de drank snel gebeurd. Dat kan worden bereikt door in een doorstroomproces telkens een klein gedeelte van de afgemeten hoeveelheid bloot te stellen aan het verhittende element.
Op zichzelf zijn reeds diverse uitvoeringsvormen bekend van verwarmingsmiddelen waar de afgemeten hoeveelheid drank doorheen kan stromen zodanig, dat gedurende de relatief korte doorstroomperiode de drank op de gewenste temperatuur wordt gebracht.
In verband daarmee heeft een eerste uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding het kenmerk, dat de verwarmingseenheid wordt gevormd door een ruimte de afgemeten hoeveelheid drank doorheen stroomt, welke ruimte met geschikte middelen wordt verwarmd tot een dusdanige temperatuur dat de uit de ruimte uitstromende drank de gewenste temperatuur heeft. In het bijzonder kan deze inrichting zodanig uitgevoerd zijn dat de middelen voor het verwarmen van de ruimte worden gevormd door een elektrisch verwarmingselement, ofwel dat de middelen voor het verwarmen van de ruimte worden gevormd door een microgolfelement.
Een uitvoeringsvorm die bij proeven zeer succesvol is gebleken maakt gebruik van het kenmerk, dat voor het verwarmen van de ruimte gebruik gemaakt wordt van stoom dat in de ruimte wordt geleid. Meer in het bijzonder is in dit geval de verwarmingseenheid voorzien van een stoomgenerator stoomdoseermiddelen en een mengkamer die zowel met de drankdoseermiddelen als met de stoomdoseermiddelen is verbonden, waarbij de door genoemde doseermiddelen aan de mengkamer toegevoerde hoeveelheden drank en stoom in de mengkamer worden gemengd.
Het verdient volgens de uitvinding de voorkeur dat het reservoir wordt gevormd door een houder van flexibel materiaal waarin zich althans nagenoeg uitsluitend drank bevindt, welke houder wordt gesteund door een omhulling uit niet-flexibel materiaal. Een dergelijk reservoir, ook bekend onder de Engelstalige aanduiding bag-in-box, is voor het bewaren van dranken of drank-concentraten op zichzelf reeds bekend, bijvoorbeeld uit de Japanse octrooipublikatie J-6211299 en uit de Europese octrooiaanvrage EP-0252420. De combinatie van een dergelijk reservoir met een doseereenheid en verwarmingsmiddelen wordt echter in deze publikaties niet aangegeven.
Het verdient verder de voorkeur dat het reservoir voorzien is van koppelmiddelen waarmee het reservoir losneembaar met de doseereenheid kan worden verbonden. Daarmee is het mogelijk dat het reservoir, nadat het volledig geleegd is, vervangen wordt door een nieuw reservoir dat gevuld en wel aan de gebruiker wordt aangeleverd. Verder is het mogelijk om bij niet gebruik van de inrichting, bijvoorbeeld 's nachts, het reservoir los te koppelen en bijvoorbeeld in een koelruimte te plaatsen.
Overigens verdient het de voorkeur om ook tijdens gebruik van het reservoir ervoor te zorgen dat de temperatuur daarvan niet al te ver stijgt. Een voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting heeft dan ook het kenmerk dat de inrichting voorzien is van koelmiddelen waarmee de drank, die zich in het reservoir bevindt, op een gewenste relatief lage temperatuur kan worden gehouden.
Binnen het kader van de uitvinding kunnen de doseermiddelen op diverse manieren uitgevoerd zijn.
Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm is tussen het reservoir en de verwarmingseenheid een flexibele slang aanwezig en is de doseereenheid voorzien van een slangenpomp die onder besturing van de stuureenheid zodanig kan worden geactiveerd dat een voorafbepaalde hoeveelheid drank uit het reservoir wordt onttrokken.
in een andere uitvoeringsvorm is de doseereenheid voorzien van een zuig/perspomp voorzien van een cilindrische kamer met daarin beweegbare zuiger welke kamer zodanig in de inrichting is aangesloten dat bij beweging van de zuiger in de ene richting drank uit het reservoir in de kamer wordt gezogen en bij beweging van de zuiger in de andere richting de in de kamer aanwezige drank daar uit wordt geperst en aan de verwarmingseenheid wordt afgegeven.
Door een afgepaste hoeveelheid van de koude drank te versproeien of te vernevelen in een hete stoomomgeving wordt bereikt, dat de stoom tezamen met de drankdruppeltjes condenseert, waarbij de stoom zijn warm te afgeeft aan de drankdruppeltjes die daardoor snel op de gewenste temperatuur worden gebracht. Bij een juiste dosering van zowel de koude drank als de hoeveelheid stoom wordt als eindresultaat een afgepaste hoeveelheid drank op de gewenste consumptietemperatuür bereikt.
Het verdient in een voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting de voorkeur dat het reservoir wordt gevormd door een houder van flexibel materiaal waarin zich uitsluitend drank bevindt, welke houder wordt gesteund door een omhulling uit niet-flexibel materiaal. Door de koude drank te bewaren in een zogenaamde "bag in box" wordt de toetreding van lucht tot de vloeistof en daarmee elk oxiderend effect daarvan vermeden en blijft de kwaliteit van de koude drank binnen ruime tijdsgrenzen constant, zodat er geen smaakverschil optreedt tussen de eerste porties die uit het reservoir worden afgenomen en de laatste porties.
Het afmeten en toevoeren van een gewenste hoeveelheid koude drank gebeurt in een voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting, doordat het reservoir is verbonden met een eerste aansluitopening van een drieweg-kraan, waarvan de tweede aansluitopening verbonden is met de doseereen-heid en waarvan de derde aansluitopening is verbonden met de sproei-eenheid in de mengkamer, waarbij in de ene stand van de kraan de eerste aansluitopening communiceert met de tweede aansluitopening en in de andere stand van de kraan de tweede aansluitopening communiceert met derde aansluitopening. Met deze uitvoeringsvorm van de inrichting wordt bereikt dat ook tijdens het afmeten en doseren van de hoeveelheid koude drank er geen lucht uit de omgeving in het drankreservoir terecht kan komen.
De uitvinding heeft niet alleen betrekking op een inrichting voor het op consumptietemperatuur brengen van een koude drank, welke inrichting o.a. een reservoir omvat waarin de drank zich bevindt op een temperatuur die lager is dan de gewenste temperatuur, maar de uitvinding heeft ook betrekking op het met drank gevulde reservoir, waarvoor dan ook afzonderlijk bescherming wordt gevraagd. Het reservoir is binnen het kader van de uitvinding voorzien van aansluitmiddelen 18, waarmee het reservoir kan worden gekoppeld met de doseermiddelen. Eventueel kunnen in of aan het reservoir koelmiddelen aanwezig zijn voor het koelen van de koude drank. Verder zijn de afmetingen van het reservoir zodanig gekozen, dat het reservoir als geheel past binnen de in het volgende nog in detail te beschrijven inrichting. De afmetingen zijn verder zodanig gekozen dat de inhoud van het reservoir voldoende is om over een vooraf bepaalde periode een vooraf bepaald aantal porties warme drank te kunnen serveren.
De uitvinding zal in het volgende nader worden toegelicht aan de hand van de bijgaande figuren.
Figuur 1 toont in perspectief een inrichting volgens de uitvinding.
Figuur 2 toont een schematische doorsnede door de inrichting volgens figuur 1.
Figuur 3 toont een functioneel schema aan de hand waarvan de werking van de inrichting kan worden verklaard; figuur 3A toont een bijbehorend tijddiagram.
Figuur 4 toont meer in detail een mogelijke uitvoeringsvorm van de mengkamer met de daarin opgenomen sproeikop.
Figuur 5 toont een schematische doorsnede door een andere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding.
In figuur 1 is een voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding in zijn algemeenheid aangeduid met cijfer 10. De inrichting omvat een onderste behuizingdeel 12 en een bovenste behui-zingdeel 14. In dit bovenste behuizingdeel 14 bevindt zich een houder 16 waarin de koude drank zich bevindt. De houder 16 is vervaardigd uit een flexibel materiaal en is aan één zijde voorzien van een aansluitelement 18 waarop een leiding 20 kan worden aangesloten voor het afvoeren van vloeistof uit de zak 16. Dergelijke vloeistofreservoirs voorzien van een flexibele zak die opgeslagen is in een houder van stijf materiaal zijn op zichzelf voor de vakman bekend, bijvoorbeeld onder de Engelstalige aanduiding "bag in box" (zak in doos).
De leiding 20 verloopt tussen de aansluiting 18 en een driewegkraan 22. Op de driewegkraan is behalve de leiding 20 aangesloten een zuig/-perspomp 24 die gekoppeld is met een eigen aandrijfeenheid 26 en verder is er op aangesloten de mengkamer 28. De mengkamer 28 is verder via een leiding 32 met daarin een terugslagklep 34 aangesloten op de stoomketel 30. De uit de mengkamer 28 stromende vloeistof kan worden opgevangen in een daartoe geschikte houder, zoals bijvoorbeeld een beker 42 die wordt geplaatst op het afdruipplateau 44.
De stoomketel 30 is via een klep 38 aangesloten op de koudwaterlei-ding 40 via welke koud water uit de waterleiding in de ketel 30 kan worden ingevoerd. De klep 38 wordt bediend door de waterstandsensoren 35 en 36 die respectievelijk een maximale en een minimale toelaatbare waterstand in de stoomketel 30 detecteren.
De diverse beweegbare en bestuurbare elementen, zoals de drieweg-klep 22, de aandrijfeenheid 26 van de zuigperspomp 24 en de regelklep 34 worden bestuurd door een elektronische stuureenheid die in zijn algemeenheid met 46 is aangegeven.
De werking van de inrichting zal met verwijzing naar het schematische diagram van figuur 3 en het tijddiagram van figuur 3a nader worden verklaard.
Zoals in figuur 3 is aangegeven is de stoomketel 30 voorzien van een elektrische verwarmingseenheid 50 die via twee schakelaars 52 en 54 verbonden is met de netspanningsaansluitingen 56. De schakelaar 54 is gekoppeld met een druksensor 56, waarmee de druk P in de ketel 30 wordt gemeten. De schakelaar 52 is gekoppeld met een temperatuursensor 58 waarmee de temperatuur T binnen in de ketel 30 wordt gemeten. Zolang de druk P in de ketel 30 zich onder een vooraf ingestelde grenswaarde bevindt, zal de schakelaar 54 gesloten zijn. Zolang de temperatuur T in de ketel zich onder een vooraf ingestelde grenswaarde bevindt, zal de schakelaar 52 gesloten zijn. Wordt een van de beide grenswaarden overschreden dan zal de betreffende schakelaar zich openen waardoor de verwarmingseenheid 50 wordt uitgeschakeld. De schakelaars 52 en 54 zorgen in combinatie met de sensoren 56 en 58 voor een automatische besturing van de verwarmingseenheid 50 op zodanige wijze, dat er in de ketel stoom onder vooraf bepaalde druk aanwezig is.
De ketel is verder voorzien van twee niveausensoren 35 en 36, waarmee respectievelijk het maximale waterniveau H en het minimale waterni-veau L in de ketel worden bewaakt. Afhankelijk van de signalen van deze sensoren 35 en 36 wordt de bedieningseenheid 46 van de klep 38 al dan niet geactiveerd. Via deze klep 38 kan water vanaf de waterleiding 40 worden toegevoerd aan de ketel 30. Is het waterniveau in de ketel 30 zodanig gezakt dat de niveausensor 36 reageert, dan zal de bedieningseenheid 46 worden geactiveerd en zal de kraan 38 worden geopend. Geeft de sensor 35 aan dat het maximale waterniveau H is bereikt, dan wordt de bedieningseenheid 46 bestuurd voor het sluiten van de kraan 38. De combinatie van de elementen 35, 36, 38 en 46 zorgt er dus voor dat het waterniveau in de ketel 30 binnen bepaalde grenzen wordt gehandhaafd.
De ketel 30 is verder voorzien van een veiligheidsventiel 48, dat wordt geopend zodra om welke reden dan ook de druk in de ketel te hoog zou oplopen.
In de rusttoestand van de inrichting is de stoomklep 34 gesloten evenals het direct daarmee gekoppelde terugslagventiel 34a. De drieweg-klep 22 kan twee toestanden innemen. In de eerste toestand, in het volgende aangeduid met I, bestaat er via de klep een verbinding tussen de leiding 20, die gekoppeld is aan het reservoir 14, en de ingang van de zuig/perspomp 24. In de andere toestand, in het volgende aangeduid met II, bestaat er een verbinding tussen de in-/uitgang van de zuig/perspomp 24 en de ingang van de mengkamer 28. In de rusttoestand bevindt de drie-wegklep zich in toestand II waarin derhalve de leiding 20 is afgesloten. De zuiger van de zuig/perspomp bevindt zich in de cilinder dicht bij de aanzuig/persopening. Zoals in figuur 3 schematisch is aangegeven wordt de stoomklep 34, de driewegklep 22 en de aandrijfeenheid 26 gestuurd door de elektronische stuureenheid 46 die de benodigde stuursignalen afgeeft via de uitgangen U1, U2, U3.
De stuureenheid 46 ontvangt op zijn ingang I een activeersignaal indien een gebruiker van de inrichting een portie drank op consumptie-temperatuur wenst te ontvangen. Dit activeersignaal, dat ontvangen wordt op het tijdstip T0 (zie figuur 3A), zorgt ervoor dat de aandrijfeenheid 26 van de zuigperspomp 24 in werking wordt gesteld, waardoor via de leiding 20 en de driewegklep 22 een portie koude drank uit het reservoir 14 wordt aangezogen in de zuigerruimte van de pomp 24. Door het instellen van de slaglengte van de zuig/perspomp kan, zoals duidelijk zal zijn, het volume van de aan te zuigen portie drank worden geregeld.
Op het tijdstip T1 wordt de aandrijfeenheid 26 omgeschakeld, waardoor de bewegingsrichting van de zuiger in de zuig/perspomp 24 wordt omgekeerd. Tegelijkertijd wordt de driewegklep 22 van stand I omgeschakeld naar stand II, waarbij er een verbinding ontstaat tussen de in/uitgang van de zuig/perspomp 24 en de ingang van de mengkamer 28. Verder wordt ook de stoomklep 34 geopend. Als gevolg van de persende beweging van de zuiger in de zuig/perspomp 24 wordt de in de pomp aanwezige hoeveelheid koude drank nu via de driewegklep 22 in de mengkamer 28 geperst. Tegelijkertijd wordt er via de stoomklep 34 stoom in de mengkamer ingevoerd, welke stoom met de koude drank wordt gemengd en daardoor de koude drank snel opwarmt tot consumptietemperatuur. De op temperatuur gebrachte drank stroomt aan de onderzijde uit de mengkamer in een geschikte houder, zoals het kopje 42. Op het tijdstip T2 heeft de zuiger in de zuigperspomp zijn uiterste stand bereikt en wordt de aandrijfeenheid 26 ge-deactiveerd. De driewegklep 22 blijft staan in zijn stand en zorgt daarmee voor een afsluiting van de dranktoevoerleiding 20. De stoomklep 34 wordt gesloten en de stoomtoevoer wordt daarmee beëindigd. Daarmee is de inrichting gereed voor het bereiden van een volgende portie drank.
Om te vermijden dat er niet gecondenseerde stoom in de mengkamer 28 achterblijft, waardoor de laatste portie drank wellicht onder te grote druk naar buiten zou worden geperst, verdient het de voorkeur om de klep 34 kort voor het tijdstip T2, namelijk op het tijdstip T2', al te sluiten. Het tijdsverschil tussen T2 en T2' kan proefondervindelijk eenvoudig zodanig worden ingesteld, dat de laatste hoeveelheid stoom tezamen met de laatste hoeveelheid koude drank kan condenseren, zodanig dat er op tijdstip T2 in de mengkamer 28 alleen nog maar drank op consumptie-temperatuur aanwezig is bij atmosferische druk.
Het verdient verder de voorkeur om de stoomklep 34 niet te openen op het tijdstip T1, waarop de zuig/perspomp 24 begint met het afleveren van de afgemeten hoeveelheid drank, maar te openen op een even daarvoor gelegen tijdstip, bijvoorbeeld het tijdstip T1’, aangegeven in figuur 3A. Daarmee wordt bereikt dat er reeds een voldoende hoeveelheid stoom in de mengkamer aanwezig is op het moment dat de eerste koude drank in de mengkamer binnenkomt. Alle koude drank komt daardoor met zekerheid in contact met de hete stoom en wordt tot de gewenste temperatuur verwarmd.
De wijze waarop de stoom en de koude drank met elkaar in contact worden gebracht in de mengkamer 28 zal in meer detail worden besproken aan de hand van figuur 4.
Figuur 4 toont meer details van de constructie van de mengkamer 28. De mengkamer bestaat uit een cilindrische buitenmantel 60, die aan de bovenzijde is afgedicht door een bovenplaat 62. In deze bovenplaat 62 bevindt zich een centrale invoeropening waarop een aansluitstomp 64 met wartel 66 is aangesloten om de mengkamer te kunnen verbinden met de dranktoevoerleiding 20. De afdichting tussen de bovenplaat 62 en de buitenmantel 60 wordt gerealiseerd door een afdichtring 68 en de beide elementen 62 en 60 worden op elkaar geklemd door middel van de klemring 70, die voorzien is van inwendige schroefdraad en die opgeschroefd wordt op het van schroefdraad voorziene gedeelte van de buitenmantel 60 op de in de figuur aangegeven wijze.
Aan de onderzijde van de buitenmantel 60 bevindt zich de sproei-plaat 72 in het midden waarvan de dranksproeiopening 74 is aangebracht. Rond deze dranksproeiopening 74 zijn een aantal stoomgeleidingskanalen 76 aanwezig.
Aan de onderzijde van de mengkamer bevindt zich de eigenlijke drankopvangtrechter 80. Een klemring 82 wordt gebruikt om de uitstulpende bovenrand van de trechter 80 tezamen met de sproeiplaat 72 vast te klemmen tegen de onderzijde van de buitenmantel 60. Daartoe wordt de klemring 82 opgeschroefd op een schroefdraad die daartoe aan de onderzijde van de buitenmantel 60 aanwezig is.
Tussen de bovenplaat 62 en de sproeiplaat 72 bevindt zich een binnenhuis 84, waarmee de binnenruimte binnen de buitenmantel 60 wordt verdeeld in een centraal kanaal dat vanaf de aansluitstomp 64 verloopt naar de sproeiopening 74 en een concentrisch daarom gelegen stoomgelei-dingskanaal waarmee de stoom, die via de aansluiting 90 in deze centrale ruimte wordt ingeleid, over de gehele ruimte wordt verspreid zodanig, dat alle stoomkanalen 76 althans bij benadering èen gelijk stoomdebiet vertonen.
Zoals in figuur 4 is getoond bevindt zich in de centrale drankdoor-voerpassage een instelelement 86 waarmee het sproeipatroon van de drank kan worden ingesteld. Bij voorkeur wordt dit element 86 zodanig afgeregeld, dat de drank, die uit de opening 74 in de opvangkamer 80 terecht komt, wordt verspreid als een kegelvormige wolk van zeer fijne druppeltjes. Tegelijk met het versproeien van de drank wordt de stoom via de verschillende openingen 76 in de kamer 80 ingevoerd en wel bij voorkeur zodanig dat de toevoerrichting van de stoom een hoek maakt van ongeveer 90° met althans een groot deel van de in de kamer versproeide drankdrup-peltjes. Daarmee wordt een intensief contact bereikt tussen de stoom en de drank en wordt een snelle condensatie van de stoom en tegelijkertijd een snelle opwarming van de drank gerealiseerd. De opgewarmde drank kan aan de onderzijde van de trechtervormige opvangkamer 80 uitstromen in een geschikte houder, zoals een beker, kopje, of dergelijke.
Bij voorkeur wordt de sproeikop 86 zodanig ingesteld, dat de drank via een kegelvormig patroon in de mengkamer wordt verneveld of ver-sproeid. Tegelijkertijd zijn, zoals in figuur 4 zichtbaar is, de stoom-toevoeropeningen schuin naar binnen gericht zodanig, dat de stoom een hoek maakt met de wand van het genoemde kegelvormige patroon. Daarmee wordt niet alleen een goed intensief contact bereikt tussen de stoom en de drank, maar wordt ook bereikt dat dit contact gelijkmatig plaatsvindt zodanig, dat alle drankdruppeltjes op ongeveer dezelfde wijze met de stoom in contact komen en derhalve op nagenoeg gelijke wijze zullen worden verwarmd.
Het verdient in het bijzonder de voorkeur dat de richting, waaronder de stoom in de mengkamer wordt ingeblazen, een hoek maakt van bij benadering 90° ten opzichte van de wand van het kegelpatroon, waarmee de drank in de mengkamer wordt versproeid.
Het verdient de voorkeur dat onder de sproeiplaat 72 een ring 92 aanwezig is met althans een onderste rand waar een vertikaal randgedeel-te van de ring overgaat in een horizontaal randgedeelte. Door de daarmee gecreëerde scherpe hoek wordt bereikt dat alle vloeistof, die onderaan de sproeiplaat danwel tegen de wand van deze ring neerslaat, niet langs de wand van de mengkamer 90 naar beneden glijdt, maar direct vanaf de genoemde rand naar beneden druppelt in de richting van de afvoeropening 94 van de mengkamer. Bij voorkeur is de ring 92 verder zodanig uitgevoerd dat de wand 93 daarvan een vloeiend verloop heeft tussen een nage noeg horizontaal wandgedeelte aan de bovenzijde en het al eerder genoemde nagenoeg vertikale deel aan de onderzijde.
In plaats van een zuigperspomp 24 met gecombineerde aandrijfmiddelen 26 is het ook mogelijk om gebruik te maken van een zogenaamde slang-pomp, die als vervanging kan dienen van de driewegklep 22 en de zuigperspomp 24 met aandrijfeenheid 26. Dergelijke pompen zijn op zichzelf uit de stand der techniek bekend en worden ook binnen het terrein van de drankbereiding toegepast, zoals bijvoorbeeld blijkt uit de Japanse aanvrage J-06211299.
Figuur 5 toont een andere uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding. Die componenten van de inrichting, die gelijk zijn aan de corresponderende componenten in de uitvoeringsvorm van figuur 2 zijn aangeduid met dezelfde referentietekens. Ook in deze uitvoeringsvorm wordt gebruik gemaakt van een relatief stijve houder 14 met daarin een flexibele houder 16 waarin de drank in koude toestand aanwezig is. De uitgang 18 van de flexibele houder 16 is in deze uitvoeringsvorm aangesloten op een flexibele slang 100 die door een op zichzelf bekende slangenpomp 102 loopt. Bij stilstand van de slangenpomp 102 doet deze in feite dienst als afsluiter van de slang 100. Zodra de slangenpomp in beweging wordt gebracht wordt, afhankelijk van de tijdsduur waarin de slangenpomp 120 is geactiveerd, een bepaalde hoeveelheid drank afgemeten en toegevoerd aan de verwarmingseenheid 28.
Een verder verschil tussen de figuren 2 en 5 is de aanwezigheid van een koelelement 104 aan de bovenzijde van de behuizing 12, zodanig gepositioneerd, dat het reservoir met de koude drank, in het bijzonder de onderzijde van de zak 16, wordt gekoeld.
Op zichzelf zijn slangenpompen en koelelementen aan de deskundige bekend en een nadere gedetailleerde toelichting wordt dan ook overbodig geacht.
In plaats van de met stoom werkende verwarmingseenheid die geïllustreerd is in de figuren 1 t/m 5 kunnen ook andere verwarmingsinrichtin-gen worden gebruikt die zodanig uitgevoerd zijn, dat de drank erdoorheen stroom en tijdens de passage van de verwarmingsinrichting op de gewenste temperatuur wordt gebracht. In een andere uitvoeringsvorm bestaat de verwarmingseenheid bijvoorbeeld uit een buis van goed warmtegeleidend materiaal die zich bevindt in een heet-water reservoir. Het water in het reservoir wordt op een gewenste temperatuur gehouden door een verwar-mingsspiraal die via een thermostatisch bediende schakelaar aangesloten is op het lichtnet. Afhankelijk van de instelling van de thermostaat wordt het water in het reservoir op een gewenste temperatuur gehouden, bij voorkeur enigszins boven de gewenste temperatuur van de gerede drank.
In plaats van een warmwaterbad kan bijvoorbeeld ook gebruik worden gemaakt van microgolven om de door de buis stromende koude drank te verwarmen. Zelfs bij relatief hoge doorstroomsnelheden is het met behulp van microgolven mogelijk om de drank op de gewenste temperatuur te brengen. Met microgolven werkende verwarmingseenheden zijn op zichzelf bekend.

Claims (23)

1. Inrichting voor het bereiden var. een drank omvattende : een reservoir waarin de drank zich bevindt op een temperatuur die lager is dan de gewenste temperatuur, een met het reservoir gekoppelde doseereenheid voor het afmeten van een voorafbepaalde hoeveelheid drank met de doseereenheid verbonden verwarmingsmiddelen waar de afgemeten hoeveelheid drank doorheen stroomt en daarbij op de gewenste temperatuur wordt gebracht, een stuureenheid die de doseereenheid en de verwarmingsmiddelen zodanig bestuurt dat aan de uitgang van de verwarmingseenheid de afgemeten hoeveelheid drank op de gewenste temperatuur wordt afgegeven .
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de verwarmingseenheid wordt gevormd door een ruimte de afgemeten hoeveelheid drank doorheen stroomt, welke ruimte met geschikte middelen wordt verwarmd tot een dusdanige temperatuur dat de uit de ruimte uitstromende drank de gewenste temperatuur heeft.
3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de middelen voor het verwarmen van de ruimte worden gevormd door een elektrisch verwarmingselement . 4. inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de middelen voor het verwarmen van de ruimte worden gevormd door een microgolfelement.
5. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat voor het verwarmen van de ruimte gebruik gemaakt wordt van stoom dat in de ruimte wordt geleid.
6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de verwarmingseenheid is voorzien van een stoomgenerator stoomdoseermiddelen en een mengkamer die zowel met de drankdoseermiddelen als met de stoomdoseermiddelen is verbonden, waarbij de door genoemde doseermiddelen aan de mengkamer toegevoerde hoeveelheden drank en stoom in de mengkamer worden gemengd.
7. Inrichting volgens conclusie 6, net het kenmerk, dat in de mengkamer een sproei-eenheid aanwezig is waarmee de door drankdoseereenheid afgemeten hoeveelheid drank wordt versproeid in de door de stoomdoseermidde-len afgemeten hoeveelheid stoom. Θ. Inrichting volgens conclusie 6 of 7, met het kenmerk, dat de stuur-middelen zodanig zijn uitgevoerd dat gedurende een eerste periode alleen stoom wordt toegevoerd aan de mengkamer, dat vervolgens gedurende een tweede periode stoom en drank wordt toegevoerd aan de mengkamer, en dat vervolgens gedurende een derde periode alleen drank wordt toegevoerd aan de mengkamer.
9. Inrichting volgens conclusie 6, 7 of 8, met het kenmerk, dat de drank aan de mengkamer wordt toegevoerd via een dranktoevoerkanaal dat althans gedeeltelijk concentrisch verloopt binnen een stoomtoevoerkanaal, waarbij aan het einde van het dranktoevoerkanaal de sproeikop is geplaatst en bij benadering op het zelfde niveau aan het einde van het stoomtoevoerkanaal een ring van stoomtoevoeropeningen concentrisch rond de sproeikop is aangebracht.
10. Inrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de sproeikop zodanig is uitgevoerd dat de drank in een kegelvormig patroon wordt versproeid en dat de stoomtoevoeropeningen zodanig zijn uitgevoerd dat de stoom onder een hoek ten opzichte van de wand van het kegelpatroon in de mengkamer wordt ingevoerd.
11. Inrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de genoemde hoek bij benadering gelijk is aan 90 graden.
12. Inrichting volgens een der conclusies 6, 7 of 8, met het kenmerk, dat rond de stoomtoevoeropeningen een benedenwaarts gerichte wand aanwezig is waarvan de onderrand overgaat in een horizontaal vlak.
13. Inrichting volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de genoemde wand een vloeiend verloop heeft tussen een horizontaal deel aangrenzend aan de stoomtoevoeropeningen en een vertikaal deel aangrenzend aan de genoemde onderrand.
14. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het reservoir wordt gevormd door een houder van flexibel materiaal waarin zich althans nagenoeg uitsluitend drank, bevindt, welke houder wordt gesteund door een omhulling uit niet-flexibel af althans weinig flexibel materiaal.
15. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het reservoir voorzien is van uitstroomopening voorzien van een met de hand te bedienen afsluiter.
16. Inrichting volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat de afsluiter via koppelmiddelen losneembaar met de doseereenheid kan worden verbonden.
17. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de inrichting voorzien is van koelmiddelen waarmee de drank, die zich in het reservoir bevindt, op een gewenste relatief lage temperatuur kan worden gehouden.
18. Inrichting volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat de koelmiddelen zodanig in de inrichting zijn aangebracht dat deze een koelend vlak vormen waarop tijdens bedrijf het reservoir is geplaatst.
19. Inrichting volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat de koelmiddelen worden gevormd door een geïsoleerde ruimte waarin een koelelement is geïnstalleerd en waarin het reservoir kan worden ingébracht.
20. Inrichting volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat de koelmiddelen zich bevinden binnen in de genoemde omhulling uit niet-flexibel af althans weinig flexibel materiaal.
21. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat tussen het reservoir en de verwarmingseenheid een flexibele slang aanwezig is en dat de doseereenheid voorzien is van een met deze flexibele slang gekoppelde slangenpomp die onder besturing van de stuureen-heid zodanig kan worden geactiveerd dat een voorafbepaalde hoeveelheid drank uit het reservoir wordt onttrokken.
22. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies 1-21, met het kenmerk, dat de doseereenheid voorzien is van een zuig/perspomp voorzien van een cilindrische kamer met daarin beweegbare zuiger welke kamer zodanig in de inrichting is aangesloten dat bij beweging van de zuiger in de ene richting drank uit het reservoir in de kamer wordt gezogen en bij beweging van de zuiger in de andere richting de in de kamer aanwezige drank daar uit wordt geperst en aan de verwarmingseenheid wordt afgegeven .
23. Inrichting volgens conclusie 22, met het kenmerk, dat het reservoir is verbonden met een eerste aansluitopening van een door de stuureenheid bestuurbare driewegkraan, waarvan de tweede aansluitopening verbonden is met de doseereenheid en waarvan de derde aansluitopening is verbonden de verwarmingseenheid, waarbij in de ene stand van de kraan de eerste aansluitopening communiceert met de tweede aansluitopening en in de andere stand van de kraan de tweede aansluitopening communiceert met derde aansluitopening.
24. Inrichting volgens een der conclusies 21-23, met het kenmerk, dat de snelheid waarmee de doseereenheid de gedoseerde hoeveelheid drank af-geeft aan de verwarmingseenheid en de door de verwarmingseenheid afgegeven warmte zodanig op elkaar zijn afgestemd dat de drank tot de gewenste temperatuur wordt verwarmd.
25. Reservoir, gevuld met koude drank, in het bijzonder gevuld met chocolademelk, bestemd voor toepassing in een inrichting volgens een der voorgaande conclusies, omvattende een houder van flexibel materiaal waarin zich althans nagenoeg uitsluitend de koude drank bevindt, welke houder wordt gesteund door een omhulling uit niet-flexibel af althans weinig flexibel materiaal.
NL9500441A 1995-03-06 1995-03-06 Inrichting voor het bereiden van warme dranken. NL9500441A (nl)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9500441A NL9500441A (nl) 1995-03-06 1995-03-06 Inrichting voor het bereiden van warme dranken.
AU48501/96A AU4850196A (en) 1995-03-06 1996-03-06 Installation for preparing hot drinks
EP96904381A EP0813381A1 (en) 1995-03-06 1996-03-06 Installation for preparing hot drinks
PCT/NL1996/000103 WO1996027317A1 (en) 1995-03-06 1996-03-06 Installation for preparing hot drinks

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9500441 1995-03-06
NL9500441A NL9500441A (nl) 1995-03-06 1995-03-06 Inrichting voor het bereiden van warme dranken.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL9500441A true NL9500441A (nl) 1996-10-01

Family

ID=19865683

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9500441A NL9500441A (nl) 1995-03-06 1995-03-06 Inrichting voor het bereiden van warme dranken.

Country Status (4)

Country Link
EP (1) EP0813381A1 (nl)
AU (1) AU4850196A (nl)
NL (1) NL9500441A (nl)
WO (1) WO1996027317A1 (nl)

Families Citing this family (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US7021206B2 (en) * 2002-06-18 2006-04-04 Eckenhausen Roland B Hot dairy-based beverage dispenser
DE50310897D1 (de) * 2003-05-02 2009-01-22 Schaerer Ag M Einrichtung zur Ausgabe von Milch und/oder Milchschaum
ES2424063B1 (es) * 2012-03-21 2014-11-12 Diseño Y Desarrollo De Matriceria, S.L. Máquina expendedora de leche
US11142444B2 (en) 2020-03-05 2021-10-12 Wandering Bear Inc. Refrigerated dispenser conversion system
CN114432925A (zh) * 2022-01-06 2022-05-06 海南达力摇科技有限公司 一种具有杀菌功能的蜂蜜饮品冲调机

Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3589559A (en) * 1968-12-04 1971-06-29 Eldon L Colton Hot drink dispenser
EP0173651A1 (en) * 1984-07-11 1986-03-05 Nuova Faema S.p.A. A device for producing a hot milk cream from cold milk

Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3589559A (en) * 1968-12-04 1971-06-29 Eldon L Colton Hot drink dispenser
EP0173651A1 (en) * 1984-07-11 1986-03-05 Nuova Faema S.p.A. A device for producing a hot milk cream from cold milk

Also Published As

Publication number Publication date
AU4850196A (en) 1996-09-23
EP0813381A1 (en) 1997-12-29
WO1996027317A1 (en) 1996-09-12

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4015749A (en) Hot coffee dispenser
US4595131A (en) Beverage dispensing apparatus
RU2454164C2 (ru) Машины для приготовления напитков и способы эксплуатации машин для приготовления напитков
JP6157510B2 (ja) 液滴管理を伴う飲料調製マシン
US6073539A (en) Combination bottled water and coffee dispenser
US9295359B2 (en) Coffee machine having a brewing device and having a coffee post-heater arranged downstream of the brewing device
US7036687B1 (en) Liquid beverage mixing chamber
US6616013B2 (en) Bottled liquid dispensers
RU2752302C2 (ru) Устройство для выдачи жидкости с ограничителем капель
CA2335420A1 (en) Method and apparatus for the preparation of hot beverages
RU2753221C2 (ru) Устройство для выдачи жидкости с регулятором скорости
CA3046391A1 (en) Brewing device for preparing a hot beverage and associated method
US3371593A (en) Coffee brewing apparatus
KR20200020602A (ko) 일체형 헹굼 시스템 및 헹굼 방법이 있는 액체, 특히 우유의 제조 장치
TW201501676A (zh) 飲料機加熱器水槽之延遲塡滿
FI4090202T3 (fi) Kone ja menetelmä kuuman juoman valmistamiseksi
NL9500441A (nl) Inrichting voor het bereiden van warme dranken.
KR20210031961A (ko) 물과 향이 첨가된 음료를 분배하기 위한 액체 디스펜서
US4245680A (en) Food service beverage dispenser
US20120304869A1 (en) Hot Beverage Maker and Dispenser
US8132499B2 (en) Heated substance reservoir baffle
NL2015386B1 (nl) Afgifte-inrichting voor het afgeven van een warme drank.
US3884389A (en) Water supply for vending machines
US7095954B2 (en) Chocolate fountain apparatus with output port
NL8002307A (nl) Koffiemachine.

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed