NL9500369A - Inrichting voor het grilleren van voedsel. - Google Patents

Description

Inrichting voor het grilleren van voedsel

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het grilleren van voedsel, in het bijzonder vlees, welke inrichting in hoofdzaak omvat een omkasting, een in de omkasting werkzaam stralingselement, een staafvormige houder voor het opnemen van het te grilleren voedsel en een buiten de omkasting aangebrachte motor voor het doen roteren van de houder, waarbij een einde van de houder via een opening in de omkasting met de motoras verbindbaar is.

In de huidige keukentechniek is het enerzijds gebruikelijk om de draaiingsas voor het te grilleren voedsel dwars in de grillruimte aan te brengen, dat wil zeggen parallel aan de voorzijde, waar de deur voor het in- en uitnemen van het voedsel is aangebracht. Deze constructie maakt het in- en uitnemen van het spit, waaraan voedsel is bevestigd, tamelijk moeilijk te hanteren. Bovendien vraagt het een bepaalde breedte van de grillruimte om een voldoende capaciteit van het spit te bereiken. Anderzijds zijn er fornuizen of inbouw-ovens, waarin de draaiingsas parallel aan de zijwand is en haaks op de deur staat. Deze heeft echter vast opgestelde steunpunten, die obstakels vormen.

De uitvinding beoogt een inrichting te verschaffen, waarbij het hanteren aanzienlijk wordt vergemakkelijkt.

De inrichting volgens de uitvinding onderscheidt zich doordat een losneembare steun in de omkasting is aangebracht voor het ondersteunen van het van de motor afgekeerde einde van de staafvormige houder.

Dankzij het toepassen van een losneembare steun is men vrij om het draagpunt van het vrije einde van het spit, dat wil zeggen het van de motor afgekeerde einde daarvan, willekeurig in de ruimte aan te brengen. De gebruiker behoeft slechts het spit van deze steun af te lichten. Ook bevinden zich nu geen obstakels meet in de ovenruimte.

In de voorkeursuitvoeringsvorm is het steunpunt zodanig aangebracht dat het spit nagenoeg diagonaalsgewijs in de ruimte is opgehangen. Daardoor kan met een relatief kleine grillruimte toch een voldoende capaciteitslengte van het spit worden bereikt.

In de voorkeursuitvoeringsvorm is de houder opgehangen aan het bovendek van de omkasting en bij voorkeur uit één enkel staafvormig lichaam gebogen. De staafdelen zijn bij voorkeur zodanig aangebracht dat ook een aanslag wordt gevormd voor het doen roteren van afzonderlijke pennen in de houder.

Bovengenoemde en andere kenmerken van de uitvinding zullen nader worden toegelicht in de hieronder staande figuurbeschrijving van een uitvoeringsvoorbeeld. In de tekening toont:

Fig. 1 een perspectivisch vooraanzicht, gedeeltelijk met weggebroken delen van een grillruimte met losneembare steun volgens de uitvinding, fig. 2 een detail van een deel van de steun met een daarop afgesteunde houder voorzien van draaibaar daarin gelagerde grill-pennen.

In de tekening is met het cijfer 1 de omkasting aangegeven, waarin een niet getoond stralingselement is opgenomen. Dit stralingselement kan willekeurig zijn uitgevoerd, bijvoorbeeld een infraroodstraler, en is gewoonlijk onder het bovendek in de omkasting aangebracht.

De omkasting zelf is van willekeurige constructie, bijvoorbeeld een metalen buitenmantel, welke is voorzien van een metalen binnenkamer 2, waartussen isolatiemateriaal 3 is opgenomen. De metalen binnenkamer is uitgevoerd met steunelementen 4 voor het plaatsen van schaalvormige delen. Een dergelijke inrichting is tevens geschikt voor het opnemen van een houder, hier in de vorm van een staaf 5 voor het aanbrengen van een te grilleren produkt P, welke schematisch met onderbroken lijn in de figuur is aangegeven. Op gebruikelijke wijze is de pen in dwarsdoorsnede vierkant uitgevoerd en voorzien van onverdraaibaar, maar verschuifbaar daarlangs aangebrachte meeneemorganen 6 voor het vastklemmen van het produkt P.

Het achtereinde van de staafvormige houder 5 kan worden gestoken in een opneetnmof 7 van een aandrijfmotor, gewoonlijk elektrisch gevoed en voorzien van een bijpassende transmissie 8. Deze motor bevindt zich aan de buitenzijde van de binnenomkasting 2, waardoor de binnenomkasting 2 op een geëigende plaats een doorsteekopening heeft voor het doorvoeren van de staaf 5.

Aan het van de motor afgekeerde einde 9 van de staaf 5 is een steunrondsel 10 aangebracht, dat wordt ondersteund door een haakvormig einde van een losneembare steun 11.

Thans volgt een beschrijving van de steun ll volgens de uitvinding.

Het steunlichaam zelf is opgebouwd uit één enkel draadvormig orgaan, dat op passende wijze is gebogen, dat wil zeggen dat het haakvormige einde 10 aansluit op een horizontaal been 12, dat onder een hoek van ongeveer 90° staat op een been 13, dat zich langs de binnenzijde van de binnenomkasting 2 uitstrekt. Een tweede been 14 parallel aan het been 13 is aan het uiteinde 15 onderling met elkaar verbonden. Het been 14 is met het andere einde verbonden met het been 12.

Zowel been 13 als 14 is bij 16, op enige afstand van het dwarsstuk 15, haakvormig omgezet. Deze omzetting steunt op een steunorgaan 17, dat hier is gevormd als een Z-vormig gebogen staafvormig element, waarvan het ene been 18 aan de bovenwand van de omkasting 2 is bevestigd en het tweede been 19 op afstand daarvan ligt. Door het inhaken van de benen 13, 14 van het steunorgaan voor de houder 5 zal het dwarsstuk 15 tegen de onderzijde van het bovendek van de binnenruimte 2 afsteunen, waardoor het haakvormig einde op een bepaalde hoogte boven de bodem van de ruimte blijft hangen en wel op een hoogte gelijk aan de hoogte van de doorsteekopening bij de motor 8.

Dankzij het haakvormig einde kan het draaiwiel 10 vrij van bovenaf worden ingehangen, hetgeen dichtbij de vooropening van de grillruimte ligt, hetgeen de hanteerbaarheid vergemakkelijkt.

Door de motor bij 20 om een verticale scharnierpen 21 draaibaar ten opzichte van de kast l te monteren, is het mogelijk om de houder 5 met het daarop geplaatste produkt rechtstandig op de achterwand door de doorsteekopening in de mof 7 te voeren, zie de onderbroken lijn in fig. 1, en vervolgens te verdraaien, totdat het wiel 10 boven de haakvormige steun terechtkomt. Het uithalen vindt in omgekeerde volgorde plaats. Dit vergemakkelijkt de hanteerbaarheid van de penvormige houder met produkt aanzienlijk.

Door het steunpunt 10 dicht bij de linkervoorzijde van de grillruimte te plaatsen en de motor 8 aan de rechter-achterzijde, zal de houder in de werkstand een diagonale stand in de ruimte innemen, waardoor de houder langer kan worden uitgevoerd en meer produkt op de houder kan worden bevestigd.

Fig. 2 laat zien dat de houder is uitgevoerd met twee schijfvormige eindflenzen 25 langs de omtrek waarvan grillpennen 26 zijn aangebracht. De grillpennen zijn draaibaar in de eindflenzen 25 opgenomen en elk voorzien van een kartelwiel 27 aan het van de motor 8 afgekeerde einde daarvan. Deze kartelwielen 27 komen telkens in aanraking met het verbindingsstuk 28 tussen het been 14 en 13 van de ophang-steun.

Het zal uit bovenstaande duidelijk zijn dat bij het bekrachtigen van de motor 8 de penvormige houder 5 gaat draaien, welke draaiing aan de voorzijde mogelijk wordt door het steunwiel 10 in het open haakvormige einde van het steunorgaan. De verdraaiing volgens fig. 2 leidt ertoe dat de kartelwielen 27 telkens de grillpennen over een bepaalde hoek verdraaien ten gevolge van het contact tussen het kartelwiel 27 en het beenstuk 28.

De uitvinding is niet beperkt tot de hierboven beschreven uitvoeringsvorm.

Claims (8)

1. Inrichting voor het grilleren van voedsel, in het bijzonder vlees, welke inrichting in hoofdzaak omvat een omkasting, een in de omkasting werkzaam stralingselement, een staafvormige houder voor het opnemen van het te grilleren voedsel en een buiten de omkasting aangebrachte motor voor het doen roteren van de houder, waarbij een einde van de houder via een opening in de omkasting met de motoras verbindbaar is, met het kenmerk, dat een losneembare steun in de omkasting is aangebracht voor het ondersteunen van het van de motor afgekeerde einde van de staafvormige houder.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het steunpunt van de steun zodanig ten opzichte van de opening in de omkasting is aangebracht dat de staafvormige houder meer of minder diagonaalsgewijs in die ruimte is gelegen.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de houder is opgehangen aan het bovendek van de omkasting.

4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het ophangpunt een op afstand onder het bovendek gelegen steunorgaan is, waarbij de steun is uitgevoerd met een langwerpig met het steunorgaan samenwerkend haakvormig einde.

5. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de steun is voorzien van twee op afstand van elkaar geplaatste schijfvormige dragers voor het langs de omtrek daarvan draaibaar opnemen van grillpennen die elk zijn voorzien van tandrondsel, welke in periodiek in aangrijping komen met een aanslag op de steun.

6. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de motor zwenkbaar om een staande as aan de omkasting is bevestigd.

7. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het steunpunt van de steun is gevormd door een halfcirkelvormig gebogen staaf voor het opnemen van de omtreksgroef van een aan de houder bevestigd steunwiel.

8. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de houder uit één enkele gebogen staaf is vervaardigd.