NL9500192A - Zend/ontvanginrichting, alsmede werkwijze voor het naar keuze opbouwen van een eerste telecommunicatieverbinding vanaf een eerste systeem naar een zend/ontvanginrichting en een tweede telecommunicatieverbinding vanaf een tweede systeem naar de zend/ontvanginrichting. - Google Patents

Zend/ontvanginrichting, alsmede werkwijze voor het naar keuze opbouwen van een eerste telecommunicatieverbinding vanaf een eerste systeem naar een zend/ontvanginrichting en een tweede telecommunicatieverbinding vanaf een tweede systeem naar de zend/ontvanginrichting. Download PDF

Info

Publication number
NL9500192A
NL9500192A NL9500192A NL9500192A NL9500192A NL 9500192 A NL9500192 A NL 9500192A NL 9500192 A NL9500192 A NL 9500192A NL 9500192 A NL9500192 A NL 9500192A NL 9500192 A NL9500192 A NL 9500192A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
information
frequency channel
transmitting
receiving
time interval
Prior art date
Application number
NL9500192A
Other languages
English (en)
Inventor
Michel Jeroen Brinkgreve
Herman Frans Mettes
Original Assignee
Nederland Ptt
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Nederland Ptt filed Critical Nederland Ptt
Priority to NL9500192A priority Critical patent/NL9500192A/nl
Priority to EP96200237A priority patent/EP0725551A1/en
Publication of NL9500192A publication Critical patent/NL9500192A/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04WWIRELESS COMMUNICATION NETWORKS
    • H04W88/00Devices specially adapted for wireless communication networks, e.g. terminals, base stations or access point devices
    • H04W88/02Terminal devices

Description

Zend/ontvanginrichting, alsmede werkwijze voor het naar keuze opbouwen van een eerste telecommunicatieverbinding vanaf een eerste systeem naar een zend/ontvanginrichting en een tweede telecommunicatieverbinding vanaf een tweede systeem naar de zend/ontvanginricht ing A Achtergrond van de uitvinding
De uitvinding betreft een zend/ontvanginrichting omvattende - zend/ontvangmiddelen voor het in responsie op een eerste stuursignaal verzenden/ontvangen van informatie via een eerste frequentiekanaal en voor het in responsie op een tweede stuursignaal verzenden/ontvangen van informatie via een tweede frequentiekanaal, en - met de zend/ontvangmiddelen gekoppelde detectiemiddelen voor het gedurende een eerste tijdinterval detecteren van via het eerste frequentiekanaal en via de zend/ontvangmiddelen te ontvangen systeeminformatie en voor het gedurende een tweede tijdinterval detecteren van vla het eerste frequentiekanaal en via de zend/ontvangmiddelen te ontvangen gebruikersinformatie.
Een dergelijke zend/ontvanginrichting is van algemene bekendheid en betreft bijvoorbeeld een met een eerste systeem communicerende mobilofoon of portofoon. Zo'n zend/ontvanginrichting beschikt over de zend/ontvangmiddelen die meestal worden uitgevoerd in de vorm van een met een antenne gekoppelde zender/ontvanger. Deze zender/ontvanger wordt via het eerste stuursignaal afgestemd op het eerste frequentiekanaal en wordt via het tweede stuursignaal afgestemd op het tweede frequentiekanaal. Verder beschikt de zend/ontvanginrichting over de detectiemiddelen die bijvoorbeeld worden uitgevoerd in de vorm van een combinatie van een met de zender/ontvanger gekoppelde converter voor het converteren van via de antenne en de zender/ontvanger gearriveerde informatie in binaire pulsen en een met de converter gekoppelde processor voor het bewerken van deze binaire pulsen. Het tot het eerste systeem behorende eerste frequentiekanaal is bijvoorbeeld een zogenaamd signaleringskanaal waarbij gedurende het eerste tijdinterval systeeminformatie wordt verzonden en gedurende het tweede tijdinterval gebruikersinformatie kan worden verzonden. In het algemeen zullen beide tijdintervallen aansluitend in de tijd gelegen zijn en elkaar periodiek opvolgen. De systeeminformatie betreft bijvoorbeeld synchronisatieinformatie en identificatieinformatie van een zendend basisstation, en de gebruikersinformatie betreft bijvoorbeeld oproepinformatie of kanaalkeuzeinformatie voor een bepaalde zend/ontvanginrichting of bevestigingsinformatie van een bepaalde zend/ontvanginrichting. Deze oproepinformatie en kanaalkeuzeinformatie en bevestigingsinformatie omvatten uiteraard altijd identificatieinformatie van de bepaalde zend/ontvanginrichting. Het in dit voorbeeld eveneens tot het eerste systeem behorende tweede frequentiekanaal is bijvoorbeeld een zogenaamd spraakkanaal.
Wanneer vanaf het eerste systeem een eerste telecommunicatieverbinding met de zend/ontvanginrichting dient te worden opgebouwd, wordt allereerst via het eerste frequentiekanaal in het tweede tijdinterval gelegen oproepinformatie vanaf het basisstation naar de zend/ontvanginrichting gezonden, die deze oproepinformatie ontvangt en detecteert als gevolg van het door de zend/ontvanginrichting in synchronisatie zijn met het basisstation dankzij de vanaf het basisstation naar de zend/ontvanginrichting via het eerste frequentiekanaal verzonden, in het eerste tijdinterval gelegen, systeeminformatie. Vervolgens verzendt de zend/ontvanginrichting via het eerste frequentiekanaal in het tweede tijdinterval gelegen bevestigingsinformatie naar het basisstation, dat in responsie daarop het tweede frequentiekanaal selecteert en de zend/ontvanginrichting daarvan op de hoogte brengt via het eerste frequentiekanaal door middel van in een verder tweede tijdinterval gelegen kanaalkeuzeinformatie. Hierna wordt bijvoorbeeld een spraakverbinding tot stand gebracht via het tweede frequentiekanaal tussen het eerste systeem en de zend/ontvanginrichting.
Een dergelijke bekende zend/ontvanginrichting heeft onder meer als nadeel, dat het hiermee niet mogelijk is om vanaf een tweede systeem een tweede telecommunicatieverbinding met dezelfde zend/ontvanginrichting op te bouwen, tenzij een verdere zender/ontvanger in de zend/ontvanginrichting wordt geplaatst.
B Samenvatting van de uitvinding
De uitvinding stelt zich onder meer ten doel een zend/ontvanginrichting van de in de aanhef vermelde soort te verschaffen waarmee vanaf het eerste systeem een eerste telecommunicatieverbinding met de zend/ontvanginrichting kan worden opgebouwd en waarmee vanaf het tweede systeem een tweede telecommunicatieverbinding met dezelfde zend/ontvanginrichting kan worden opgebouwd, zonder dat een verdere zender/ontvanger in de zend/ontvanginrichting dient te worden geplaatst.
Daartoe heeft de zend/ontvanginrichting volgens de uitvinding het kenmerk, dat de zend/ontvanginrichting is voorzien van - met de zend/ontvangmiddelen en met de detectiemiddelen gekoppelde genereermiddelen voor het genereren van het tweede stuursignaal in afhankelijkheid van gedetecteerde informatie voor het gedurende ten minste een gedeelte van het eerste tijdinterval ontvangen van via het tweede frequentiekanaal en via de zend/ontvangmiddelen te ontvangen verdere informatie.
Door via de genereermiddelen het tweede stuursignaal in afhankelijkheid van gedetecteerde informatie te genereren voor het gedurende ten minste een gedeelte van het eerste tijdinterval ontvangen van via het tweede frequentiekanaal en via de zend/ontvangmiddelen te ontvangen verdere informatie, wordt bereikt dat via het tweede frequentiekanaal verzonden verdere oproepinformatie voor de zend/ontvanginrichting ook daadwerkelijk door de zend/ontvanginrichting kan worden ontvangen en kan worden gedetecteerd. Hierbij behoort het tweede frequentiekanaal dan tot het tweede systeem, alhoewel het natuurlijk ook mogelijk is dat het tweede frequentiekanaal tot het eerste systeem blijft behoren in de vorm van bijvoorbeeld een spraakkanaal, tezamen met bijvoorbeeld een derde tot en met een negende frequentiekanaal, waarbij het tweede systeem dan via bijvoorbeeld een tiende frequentiekanaal verdere oproepinformatie dient te verzenden naar de zend/ontvanginrichting, die dan een tiende stuursignaal in afhankelijkheid van gedetecteerde informatie dient te genereren voor het gedurende ten minste een gedeelte van het eerste tijdinterval ontvangen van via het tiende frequentiekanaal en via de zend/ontvangmiddelen te ontvangen verdere informatie.
Aldus is de mogelijkheid gecreëerd om zowel vanaf het eerste systeem als vanaf het tweede systeem een telecommunicatieverbinding op te bouwen met de zend/ontvanginrichting volgens de uitvinding, waarbij via het eerste frequentiekanaal, zoals bijvoorbeeld het signaleringskanaal, te ontvangen en tot de gebruikersinforraatie behorende oproepinformatie nooit verloren behoeft te gaan· Dit is het gevolg van het door de genereermiddelen genereren van het tweede stuursignaal in afhankelijkheid van en bijvoorbeeld gesynchroniseerd met via het eerste frequentiekanaal gearriveerde en gedetecteerde informatie zoals bijvoorbeeld de systeeminformatie, waardoor slechts gedurende ten minste een gedeelte van het eerste tijdinterval de via het tweede frequentiekanaal te ontvangen verdere informatie, zoals bijvoorbeeld verdere oproepinformatie, kan worden ontvangen. Deze verdere oproepinformatie is bijvoorbeeld een door het tweede systeem via het tweede frequentiekanaal te verzenden toon of code, waar een gebruiker van de zend/ontvanginrichting volgens de uitvinding vervolgens bijvoorbeeld op reageert middels spraak, waarbij dan meteen een spraakverbinding via dit tweede frequentiekanaal is gerealiseerd.
De uitvinding berust onder meer op het inzicht, dat wanneer via een eerste frequentiekanaal gedurende een eerste tijdinterval systeeminformatie wordt verzonden en gedurende een tweede tijdinterval gebruikersinformatie kan worden verzonden, gedurende ten minste een gedeelte van dit eerste tijdinterval een tweede frequentiekanaal door dezelfde zend/ontvanginrichting op mogelijke verdere oproepinformatie kan worden onderzocht, zonder dat via het eerste frequentiekanaal gedurende het tweede tijdinterval te verzenden oproepinformatie daarbij dan verloren behoeft te gaan.
Aldus wordt het probleem van het zowel vanaf een eerste systeem kunnen opbouwen van een eerste telecommunicatieverbinding met een zend/ontvanginrichting als het vanaf een tweede systeem kunnen opbouwen van een tweede telecommunicatieverbinding met dezelfde zend/ontvanginrichting, zonder dat een verdere zender/ontvanger in de zend/ontvanginrichting dient te worden geplaatst, opgelost door gedurende ten minste een gedeelte van het eerste tijdinterval verdere informatie via het tweede frequentiekanaal te ontvangen, waartoe genereermiddelen worden toegepast voor het genereren van een tweede stuursignaal in afhankelijkheid van via het eerste frequentiekanaal ontvangen en gedetecteerde informatie voor het in responsie op het tweede stuursignaal afstemmen van de enig aanwezige zender/ontvanger op het tweede frequentiekanaal.
Opgemerkt dient te worden dat het op zich voor de hand liggend zou kunnen zijn om een bekende zend/ontvanginrichting te combineren met een bekende zogenaamde scanner, die dan lukraak alle raogelijke frequentiekanalen afzoekt. Deze bekende combinatie biedt echter nooit de garantie, dat via het eerste frequentiekanaal gedurende het tweede tijdinterval te verzenden oproepinformatie niet verloren gaat op het moment dat de scanner het tweede frequentiekanaal onderzoekt. Verder is het niet gebruikelijk een scanner toe te passen voor het afzoeken van verschillende soorten en tot twee verschillende systemen behorende frequentiekanalen, te weten enerzijds een signaleringskanaal dat toegang biedt tot diverse spraakkanalen en anderzijds één of meer directe spraakkanalen. Uiteraard is het uit deze bekende combinatie bovendien noch bekend om in afhankelijkheid van via het eerste frequentiekanaal ontvangen en gedetecteerde systeeminformatie tijdelijk op het tweede frequentiekanaal af te stemmen, noch is het uit de bekende combinatie bekend om dit afstemmen zodanig in de tijd te doen dat slechts gedurende ten minste een gedeelte van het eerste tijdinterval via het tweede frequentiekanaal te ontvangen verdere informatie wordt ontvangen en wordt onderzocht.
Een eerste uitvoeringsvorm van de zend/ontvanginrichting volgens de uitvinding heeft het kenmerk, dat de genereermiddelen berekenmiddelen omvatten voor het per minimaal vier opvolgende tijdintervallen omvattende twee eerste tijdintervallen en twee tweede tijdintervallen slechts éénmaal genereren van het tweede stuursignaal.
Door toepassing van de berekenmiddelen wordt per minimaal vier opvolgende tijdintervallen omvattende twee eerste tijdintervallen en twee tweede tijdintervallen slechts éénmaal het tweede stuursignaal gegenereerd, waardoor de zend/ontvangmiddelen slechts éénmaal per vier genoemde opvolgende tijdintervallen op het tweede frequentiekanaal wordt afgestemd gedurende ten minste een gedeelte van één eerste tijdinterval. Hierdoor blijft per vier genoemde opvolgende tijdintervallen ten minste nog één ander eerste tijdinterval over voor het bijvoorbeeld ontvangen van synchronisatieinformatie, zodat de zend/ontvanginrichting niet uit synchronisatie met het eerste systeem behoeft te raken.
Een tweede uitvoeringsvorm van de zend/ontvanginrichting volgens de uitvinding heeft het kenmerk, dat de zend/ontvanginrichting is voorzien van - met de detectiemiddelen gekoppelde analyseermiddelen voor het analyseren van via de zend/ontvangmiddelen te ontvangen informatie, en - met de analyseermiddelen gekoppelde aanstuurmiddelen voor het aansturen van de genereermiddelen voor het in afhankelijkheid van geanalyseerde verdere informatie ontvangen van via het tweede frequentiekanaal en via de zend/ontvangmiddelen te ontvangen verdere informatie gedurende ten minste een gedeelte van het tweede tijdinterval.
Door toepassing van de analyseermiddelen wordt via de zend/ontvangmiddelen te ontvangen informatie geanalyseerd, en door toepassing van de aanstuurmiddelen worden de genereermiddelen aangestuurd zodanig dat in afhankelijkheid van gedurende ten minste een gedeelte van het eerste tijdinterval via het tweede frequentiekanaal ontvangen en geanalyseerde verdere informatie al dan niet gedurende ten minste een gedeelte van het tweede tijdinterval via het tweede frequentiekanaal te ontvangen verdere informatie kan worden ontvangen en kan worden geanalyseerd. Hierdoor komt meer tijd beschikbaar voor via het tweede frequentiekanaal te verzenden verdere oproepinformatie, doordat wanneer de zend/ontvanginrichting gedurende (ten minste een gedeelte van) het eerste tijdinterval via het tweede frequentiekanaal de verdere informatie ontvangt of de verdere informatie van een bepaald type ontvangt, de zend/ontvangmiddelen vervolgens ook gedurende (ten minste een gedeelte van) het tweede tijdinterval op het tweede frequentiekanaal blijven afgestemd, zodat resterende verdere informatie kan worden ontvangen.
Een derde uitvoeringsvorm van de zend/ontvanginrichting volgens de uitvinding heeft het kenmerk, dat de analyseermiddelen veldsterktemeetmiddelen omvatten voor het meten van de veldsterkte van te ontvangen informatie.
Door toepassing van de veldsterktemeetmiddelen wordt de veldsterkte van te ontvangen informatie gemeten, bijvoorbeeld van de verdere informatie gedurende het eerste tijdinterval, waarna bij overschrijding van een vooraf vastgestelde waarde door deze gemeten veldsterkte de zend/ontvangmiddelen ook gedurende het tweede tijdinterval op het tweede frequentiekanaal blijven afgestemd.
Een vierde uitvoeringsvorm van de zend/ontvanginrichting volgens de uitvinding heeft het kenmerk, dat de analyseermiddelen vaststelmiddelen omvatten voor het vaststellen van tot de via het tweede frequentiekanaal en via de zend/ontvangmiddelen te ontvangen verdere informatie behorende spraakinformatie en signaleringsinforraatie.
Door toepassing van de vaststelraiddelen wordt vastgesteld ofdat de via het tweede frequentiekanaal en via de zend/ontvangmiddelen te ontvangen verdere informatie is voorzien van spraakinformatie en/of signaleringsinformatie. Wanneer de verdere informatie signaleringsinformatie omvat zou hierin voor de zend/ontvanginrichting bestemde verder oproepinformatie aanwezig kunnen zijn, die dan dient te worden geanalyseerd. Wanneer de verdere oproepinformatie daarentegen spraakinformatie omvat, terwijl er nog geen verdere oproepinformatie via het tweede frequentiekanaal voor de zend/ontvanginrichting is gearriveerd, is deze spraakinformatie dus niet voor deze zend/ontvanginrichting bedoeld, zodat de zend/ontvangmiddelen weer op het eerste frequentiekanaal of bijvoorbeeld op een derde frequentiekanaal kunnen worden afgestemd, etc.
De uitvinding betreft verder een werkwijze voor het naar keuze opbouwen van een eerste telecommunicatieverbinding vanaf een eerste systeem naar een zend/ontvanginrichting en een tweede telecommunicatieverbinding vanaf een tweede systeem naar de zend/ontvanginrichting, welke werkwijze de stappen omvat van - het door het eerste systeem via een eerste frequentiekanaal verzenden van informatie, - het door de zend/ontvanginrichting via het eerste frequentiekanaal ontvangen van de informatie voor het opbouwen van de eerste telecommunicatieverbinding, - het door het tweede systeem via een tweede frequentiekanaal verzenden van verdere informatie, - het door de zend/ontvanginrichting via het tweede frequentiekanaal ontvangen van de verdere informatie voor het opbouwen van de tweede telecommunicatieverbinding.
Een dergelijke werkwijze zou kunnen worden gerealiseerd door een bekende zend/ontvanginrichting te combineren met een bekende scanner. Hierbij doet zich een verder probleem voor dat wanneer het tot het eerste systeem behorende eerste frequentiekanaal een zogenaamd signaleringskanaal is waarbij gedurende het eerste tijdinterval systeeminformatie wordt verzonden en gedurende het tweede tijdinterval gebruikersinformatie kan worden verzonden, het door de scanner onderzoeken van het tot het tweede systeem behorende tweede frequentiekanaal zou kunnen leiden tot het mislopen van door het eerste systeem via het eerste frequentiekanaal verzonden oproepinformatie.
De uitvinding stelt zich verder onder meer ten doel een werkwijze van de hiervoor vermelde soort te verschaffen waarbij het tijdens het door de scanner onderzoeken van het tot het tweede systeem behorende tweede frequentiekanaal mislopen van door het eerste systeem via het eerste frequentiekanaal verzonden oproepinformatie wordt uitgesloten.
Daartoe heeft de werkwijze volgens de uitvinding het kenmerk, dat de werkwijze de stappen omvat van - het door het eerste systeem via het eerste frequentiekanaal gedurende een eerste tijdinterval verzenden van systeeminformatie en gedurende een tweede tijdinterval verzenden van gebruikersinformatie, - het door de zend/ontvanginrichting via het eerste frequentiekanaal gedurende het eerste tijdinterval ontvangen van de systeeminformatie en gedurende het tweede tijdinterval ontvangen van de gebruikersinformatie, en - het door de zend/ontvanginrichting onder besturing van via het eerste frequentiekanaal te ontvangen informatie ontvangen van via het tweede frequentiekanaal te ontvangen verdere informatie gedurende ten minste een gedeelte van het eerste tijdinterval.
Door onder besturing van via het eerste frequentiekanaal te ontvangen informatie de zend/ontvangmiddelen gedurende ten minste een gedeelte van het eerste tijdinterval af te stemmen op het tweede frequentiekanaal voor het ontvangen van de verdere informatie gedurende ten minste een gedeelte van het eerste tijdinterval wordt voorkomen dat door het eerste systeem gedurende het tweede tijdinterval via het eerste frequentiekanaal verzonden oproepinformatie wordt misgelopen.
Opgemerkt dient te worden dat ten minste een gedeelte van de inventiviteit van de werkwijze volgens de uitvinding is gelegen in het onderkennen van de verdere probleemstelling en in het stellen van het verdere doel. Verder ligt ten minste een gedeelte van de inventiviteit van de werkwijze volgens de uitvinding in het overwinnen van het vooroordeel dat het niet mogelijk zou zijn om één en dezelfde zend/ontvanginrichting vanuit zowel een eerste systeem (dat is gebaseerd op het via een signaleringskanaal doen van oproepen en vervolgens via spraakkanalen daadwerkelijk communiceren) als vanuit een tweede systeem (dat is gebaseerd op spraakkanalen via welke ook de oproepen verlopen) te kunnen benaderen zonder dat via het eerste systeem gedane oproepen verloren gaan.
Een eerste uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding heeft het kenmerk, dat de werkwijze de stappen omvat van - het door de zend/ontvanginrichting per minimaal vier opvolgende tijdintervallen omvattende twee eerste tijdintervallen en twee tweede tijdintervallen slechts éénmaal ontvangen van via het tweede frequentiekanaal te ontvangen verdere informatie gedurende ten minste een gedeelte van het eerste tijdinterval, en - het door het tweede systeem via het tweede frequentiekanaal verzenden van een aantal tot de verdere informatie behorende oproepsignalen, elk met een duur van ten hoogste de helft van het eerste tijdinterval, waarbij het aantal oproepsignalen een totale duur bezit van ten minste de minimaal vier opvolgende tijdintervallen.
Door per minimaal vier opvolgende tijdintervallen omvattende twee eerste tijdintervallen en twee tweede tijdintervallen slechts éénmaal de zend/ontvangmiddelen op het tweede frequentiekanaal af te stemmen, en wel gedurende ten minste een gedeelte van één eerste tijdinterval, blijft per vier genoemde opvolgende tijdintervallen ten minste nog één ander eerste tijdinterval over voor het bijvoorbeeld ontvangen van synchronisatieinformatie, zodat de zend/ontvanginrichting niet uit synchronisatie met het eerste systeem behoeft te raken. Door verder het tweede systeem via het tweede frequentiekanaal een aantal tot de verdere informatie behorende oproepsignalen te laten verzenden, elk met een duur van ten hoogste de helft van het eerste tijdinterval, waarbij het aantal oproepsignalen een totale duur bezit van ten minste de minimaal vier opvolgende tijdintervallen, wordt bereikt dat door het tweede systeem via het tweede frequentiekanaal verzonden verdere oproepinformatie altijd de zend/ontvanginrichting bereikt. Dit is uiteraard van groot voordeel.
Een tweede uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding heeft het kenmerk, dat de werkwijze de stap omvat van - het door de zend/ontvanginrichting in afhankelijkheid van de via het tweede frequentiekanaal gedurende ten minste een gedeelte van het eerste tijdinterval te ontvangen verdere informatie ontvangen van via het tweede frequentiekanaal te ontvangen verdere informatie gedurende ten minste een gedeelte van het tweede tijdinterval.
Een derde uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding heeft het kenmerk, dat de werkwijze de stap omvat van - het door de zend/ontvanginrichting meten van de veldsterkte van te ontvangen informatie.
Een vierde uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding heeft het kenmerk, dat de werkwijze de stap omvat van - het door de zend/ontvanginrichting vaststellen van tot de via het tweede frequentiekanaal te ontvangen verdere informatie behorende spraakinformatie en signaleringsinformatie.
C Referenties geen
Alle referenties worden beschouwd als te zijn geïncorporeerd in deze octrooiaanvrage.
D Uitvoeringsvoorbeeld
De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van een in de figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeeld. Daarbij toont: figuur 1 een zend/ontvanginrichting volgens de uitvinding, en figuur 2 drie situaties behorende bij een werkwijze volgens de uitvinding.
De in figuur 1 weergegeven zend/ontvanginrichting 1 volgens de uitvinding omvat zend/ontvangmiddelen 2,3 die bestaan uit een zender/ontvanger 2 en een met een antenne-in/uitgang van zender/ontvanger 2 gekoppelde antenne 3. Een uitgang van zender/ontvanger 2 is via een verbinding 20 verbonden met een ingang van een eerste converter k voor het converteren van via antenne 3 en zender/ontvanger 2 te ontvangen informatie (zoals bijvoorbeeld Frequency shift Keying oftewel FsK signalen) in bijvoorbeeld binaire pulsvormige informatie. Een uitgang van eerste converter k is via een verbinding 21 gekoppeld met processormiddelen 15 voor het aan processormiddelen 15 toevoeren van de binaire pulsvormige informatie. Een stuuruitgang van zender/ontvanger 2 is via een verbinding 29 gekoppeld met processormiddelen 15 voor het aan processormiddelen 15 toevoeren van een veldsterktesignaal betreffende de veldsterkte van de via antenne 3 en zender/ontvanger 2 te ontvangen informatie. Een stuuringang van zender/ontvanger 2 is via een verbinding 33 gekoppeld met processormiddelen 15 voor het van processormiddelen 15 ontvangen van een eerste stuursignaal voor het verzenden/ontvangen van informatie via een eerste frequentiekanaal en ontvangen van een tweede stuursignaal voor het verzenden/ontvangen van informatie via een tweede frequentiekanaal. Een ingang van zender/ontvanger 2 is via een verbinding 38 verbonden met een uitgang van een tweede converter 5 voor het converteren van bijvoorbeeld binaire pulsvormige informatie in via zender/ontvanger 2 en antenne 3 te verzenden informatie (zoals bijvoorbeeld Frequency shift Keying oftewel FsK signalen). Een ingang van tweede converter 5 is via een verbinding 37 gekoppeld met processormiddelen 15. Eerste converter 4 en tweede converter 5 worden in het algemeen gezamenlijk gerealiseerd door toepassing van een voor de vakman bekende modulator-demodulator oftewel modem, en zender/ontvanger 2 en antenne 3 zijn voor de vakman bekende componenten die standaard reeds in bepaalde mobilofoons en portofoons aanwezig zijn.
Processormiddelen 15 omvatten detectieraiddelen 6, waarvan - een ingang via verbinding 21 is gekoppeld met de uitgang van eerste converter 4, - een uitgang via een verbinding 22 is gekoppeld met een eerste ingang van analyseermiddelen 9, en - een stuuruitgang via een verbinding 25 is gekoppeld met zowel een eerste stuuringang van genereermiddelen 7 als met een processor 13, die een geheugen 14 omvat.
Processormiddelen 15 omvatten dus verder analyseermiddelen 9, waarvan - een tweede ingang via een verbinding 24 is gekoppeld met processor 13, - een uitgang via een verbinding 23 is gekoppeld met processor 13, - een eerste stuuringang via een verbinding 27 is gekoppeld met processor 13, - een tweede stuuringang via verbinding 29 is gekoppeld met de stuuruitgang van zender/ontvanger 2, - een eerste stuuruitgang via een verbinding 26 is gekoppeld met processor 13, - een tweede stuuruitgang via een verbinding 39 met een eerste ingang van aanstuurmiddelen 12, en - een derde stuuruitgang via een verbinding 30 is gekoppeld met een tweede ingang van aanstuurmiddelen 12.
Processormiddelen 15 omvatten dus weer verder aanstuurmiddelen 12, waarvan - een derde ingang via een verbinding 36 is gekoppeld met processor 13, - een eerste uitgang via een verbinding 35 is gekoppeld met processor 13, en - een tweede uitgang via een verbinding 34 is gekoppeld met een tweede stuuringang van genereermiddelen 7.
Processormiddelen 15 omvatten dus tevens genereermiddelen 7, waarvan - een derde stuuringang via een verbinding 32 is gekoppeld met processor 13, - een stuuruitgang via een verbinding 31 is gekoppeld met processor 13, en - een uitgang via verbinding 33 is gekoppeld met de stuuringang van zender/ontvanger 2.
Processormiddelen 15 omvatten dus tevens verder processor 13 die via verbinding 37 met de ingang van tweede converter 5 is gekoppeld.
Analyseermiddelen 9 zijn voorzien van vaststelmiddelen 10, waarvan - een eerste ingang is gekoppeld met de eerste ingang van analyseermiddelen 9, - een tweede ingang is gekoppeld met de tweede ingang van analyseermiddelen 9, - een uitgang is gekoppeld met de uitgang van analyseermiddelen 9, - een stuuruitgang is gekoppeld met de tweede stuuruitgang van analyseermiddelen 9, en - een stuuringang via een verbinding 28 is gekoppeld met een eerste uitgang van veldsterktemeetmiddelen 11.
Analyseermiddelen 9 zijn dus verder voorzien van veldsterktemeetmiddelen 11, waarvan - een tweede uitgang is gekoppeld met de eerste stuuruitgang van analyseermiddelen 9, - een derde uitgang is gekoppeld met de derde stuuruitgang van analyseermiddelen 9, - een eerste ingang is gekoppeld met de eerste stuuringang van analyseermiddelen 9, en - een tweede ingang is gekoppeld met de tweede stuuringang van analyseermiddelen 9.
Genereermiddelen 7 zijn voorzien van berekenmiddelen 8, waarvan - een eerste ingang is gekoppeld met de eerste stuuringang van genereermiddelen 7, - een tweede ingang is gekoppeld met de tweede stuuringang van genereermiddelen 7, - een derde ingang is gekoppeld met de derde stuuringang van genereermiddelen 7, - een eerste uitgang is gekoppeld met de stuuruitgang van genereermiddelen 7, en - een tweede uitgang is gekoppeld met de uitgang van genereermiddelen 7.
De werking van de in figuur 1 weergegeven zend/ontvanginrichting 1 zal nader worden toegelicht aan de hand van de drie in figuur 2 weergegeven situaties behorende bij een werkwijze volgens de uitvinding, welke werkwijze het naar keuze opbouwen van een eerste telecomraunicatieverbinding vanaf een eerste systeem naar zend/ontvanginrichting 1 en van een tweede telecommunicatieverbinding vanaf een tweede systeem naar zend/ontvanginrichting 1 betreft.
De eerste, in figuur 2 als bovenste weergegeven situatie toont zes opvolgende tijdintervallen A, B, C, D, E en F en een eerste frequentiekanaal F1 en een tweede frequentiekanaal F2. Via het eerste frequentiekanaal Fl, dat bijvoorbeeld een signaleringskanaal is, verzendt een eerste systeem gedurende de eerste tijdintervallen A, C en E altijd systeeminformatie aangegeven met I, en gedurende de tweede tijdintervallen B, D en F kan dit eerste systeem via het eerste frequentiekanaal Fl eventueel gebruikersinformatie verzenden aangegeven met II. De systeeminformatie betreft bijvoorbeeld synchronisatieinformatie en identificatieinformatie van een zendend basisstation, en de gebruikersinformatie betreft bijvoorbeeld oproepinformatie of kanaalkeuzeinformatie voor een bepaalde zend/ontvanginrichting zoals bijvoorbeeld zend/ontvanginrichting 1 of bevestigingsinformatie van een bepaalde zend/ontvanginrichting. Deze oproepinformatie en kanaalkeuzeinformatie en bevestigingsinformatie omvatten uiteraard altijd identificatieinformatie van de bepaalde zend/ontvanginrichting zoals bijvoorbeeld zend/ontvanginrichting 1. Daadwerkelijke communicatie zoals bijvoorbeeld uitwisseling van spraak en/of data tussen het eerste systeem en de bepaalde zend/ontvanginrichting vindt dan meestal plaats via een ander frequentiekanaal zoals bijvoorbeeld een derde niet in figuur 2 weergegeven frequentiekanaal F3. Via het tweede frequentiekanaal F2, dat vaak een spraakkanaal is, kan een tweede systeem op willekeurige momenten verdere oproepinformatie verzenden naar een bepaalde zend/ontvanginrichting, zoals bijvoorbeeld zend/ontvanginrichting 1, waarna ook de daadwerkelijke communicatie tussen het tweede systeem en de bepaalde zend/ontvanginrichting via dit tweede frequentiekanaal F2 plaatsvindt.
Genereermiddelen 7 genereren via hun uitgang en via verbinding 33 het eerste stuursignaal, in responsie waarop zender/ontvanger 2 op het eerste frequentiekanaal F1 staat afgestemd. Hierdoor wordt via antenne 3 en zender/ontvanger 2 de in de tijdintervallen A, C en E verzonden systeeminformatie ontvangen, welke via verbinding 20 eerste converter 4 bereikt, en welke na convertering via verbinding 21 detectiemiddelen 6 bereikt. Detectiemiddelen 6 detecteren deze systeeminformatie, waarbij bijvoorbeeld de synchronisatieinformatie in de vorm van een synchronisatiecode wordt herkend en de identificatieinformatie van een zendend basisstation via verbinding 22 wordt doorgegeven aan analyseermiddelen 9. Detectiemiddelen 6 omvatten bijvoorbeeld een interne klokgenerator, die via een Phase Locked Loop oftewel PLL circuit gesynchroniseerd wordt met de eerste tijdintervallen A, C en E en rond de aanvang van telkens twee volgende tijdintervallen A en B, en C en D, en E en F een kloksignaal genereert. Ook is het echter mogelijk dat de interne klokgenerator van detectiemiddelen 6 wordt gerealiseerd door in responsie op de synchronisatiecode het kloksignaal te genereren, hetgeen het nadeel met zich mee brengt dat dan reeds een gedeelte van de eerste tijdintervallen A, C en E zijn verstreken.
Aldus genereren detectiemiddelen 6 het kloksignaal dat via verbinding 25 aan genereermiddelen 7 wordt toegevoerd. Berekenmiddelen 8, die normaal gesproken het eerste stuursignaal genereren, omvatten bijvoorbeeld een teller in de vorm van een 2-deler, en een daarmee gekoppelde instelbare tijdintervalgenerator voor het genereren van het tweede stuursignaal met een duur van bijvoorbeeld een gedeelte van het eerste tijdinterval, welke combinatie dan na elk twee paar verstreken tijdintervallen gedurende het gedeelte van het eerste tijdinterval van het volgende paar tijdintervallen het tweede stuursignaal genereert. Hierdoor wordt zender/ontvanger 2 gedurende deze gedeelten op het tweede frequentiekanaal F2 afgestemd. Deze gedeelten zijn in figuur 2 aangegeven met G en H. Als gevolg van dit alles staat de zend/ontvanginrichting 1 in ieder geval gedurende de tweede tijdintervallen B, D en F op het eerste frequentiekanaal afgestemd, zodat eventuele voor zend/ontvanginrichting 1 bestemde en van het eerste systeem afkomstige oproepinformatie niet verloren kan gaan, terwijl zend/ontvanginrichting 1 gedurende een gedeelte G en H van sommige eerste tijdintervallen A en E op het tweede frequentiekanaal wordt afgestemd om eventuele voor zend/ontvanginrichting 1 bestemde en van het tweede systeem afkomstige verdere oproepinformatie te kunnen ontvangen, maar niet gedurende elk eerste tijdinterval op het tweede frequentiekanaal wordt afgestemd (bijvoorbeeld niet gedurende het eerste tijdinterval C) zodat zend/ontvanginrichting 1 met het eerste systeem blijft gesynchroniseerd. Hierbij wordt zend/ontvanginrichting 1 vanuit beide systemen zeer goed bereikbaar, met name indien de via het tweede frequentiekanaal door het tweede systeem te verzenden oproepinformatie aan bepaalde voorwaarden voldoet (namelijk het door het tweede systeem via het tweede frequentiekanaal verzenden van een aantal tot de verdere informatie behorende oproepsignalen, elk met een duur van ten hoogste de helft van het eerste tijdinterval, waarbij het aantal oproepsignalen een totale duur bezit van in dit voorbeeld ten minste vier opvolgende tijdintervallen).
De tweede, in figuur 2 als middelste weergegeven situatie toont weer de zes opvolgende tijdintervallen A, B, C, D, E en F en het eerste frequentiekanaal F1 en het tweede frequentiekanaal F2. Via het eerste frequentiekanaal Fl, dat bijvoorbeeld een signaleringskanaal is, verzendt het eerste systeem gedurende de eerste tijdintervallen A, C en E altijd systeeminformatie aangegeven met I, en gedurende de tweede tijdintervallen B, D en F kan dit eerste systeem via het eerste frequentiekanaal Fl eventueel gebruikersinformatie verzenden aangegeven met II. In dit voorbeeld wordt door het eerste systeem daadwerkelijke gebruikersinformatie in de vorm van oproepinformatie (omvattende identificatieinformatie van zend/ontvanginrichting 1) verzonden gedurende het tweede tijdinterval D. Deze oproepinformatie is in figuur 2 aangegeven met K.
Genereermiddelen 7 genereren via hun uitgang en via verbinding 33 het eerste stuursignaal, in responsie waarop zender/ontvanger 2 op het eerste frequentiekanaal F1 staat afgestemd. Hierdoor wordt via antenne 3 en zender/ontvanger 2 de in de tijdintervallen A, C en E verzonden systeeminformatie ontvangen, welke via verbinding 20 eerste converter A bereikt, en welke na convertering via verbinding 21 detectiemiddelen 6 bereikt. Detectiemiddelen 6 detecteren deze systeeminformatie, waarbij bijvoorbeeld de synchronisatieinformatie in de vorm van een synchronisatiecode wordt herkend en de identificatieinformatie van een zendend basisstation via verbinding 22 wordt doorgegeven aan analyseermiddelen 9. Detectiemiddelen 6 omvatten bijvoorbeeld een interne klokgenerator, die via een Phase Locked Loop oftewel PLL circuit gesynchroniseerd wordt met de eerste tijdintervallen A, C en E en rond de aanvang van telkens twee volgende tijdintervallen A en B, en C en D, en E en F een kloksignaal genereert.
Aldus genereren detectiemiddelen 6 het kloksignaal dat via verbinding 25 aan genereermiddelen 7 wordt toegevoerd. Berekenmiddelen 8, die normaal gesproken het eerste stuursignaal genereren, omvatten bijvoorbeeld een teller in de vorm van een 2-deler, en een daarmee gekoppelde instelbare tijdintervalgenerator voor het genereren van het tweede stuursignaal met een duur van bijvoorbeeld een gedeelte van het eerste tijdinterval, welke combinatie dan na elk twee paar verstreken tijdintervallen gedurende het gedeelte van het eerste tijdinterval van het volgende paar tijdintervallen het tweede stuursignaal genereert. Hierdoor wordt zender/ontvanger 2 gedurende deze gedeelten op het tweede frequentiekanaal F2 afgestemd. Zo'n gedeelte is in figuur 2 aangegeven met G.
Gedurende het tweede tijdinterval D wordt nu door het eerste systeem de oproepinformatie aangegeven met K via het eerste frequentiekanaal verzonden. Via antenne 3 en zender/ontvanger 2 wordt deze in het tweede tijdinterval D verzonden oproepinformatie ontvangen, welke via verbinding 20 eerste converter A bereikt, en welke na convertering via verbinding 21 detectiemiddelen 6 bereikt. Detectiemiddelen 6 detecteren deze oproepinformatie, bijvoorbeeld doordat ze gelegen is in een tweede tijdinterval, en geven dit door via verbinding 22 aan analyseermiddelen 9. Vaststelmiddelen 10 stellen vast dat deze oproepinformatie voor zend/ontvanginrichting 1 is bestemd, bijvoorbeeld in samenwerking met processor 13 via verbindingen 23 en 24, en bijvoorbeeld door de tot de oproepinformatie behorende identificatieinformatie van zend/ontvanginrichting 1 in de vorm van een identificatiecode te herkennen als zijnde de identificatiecode van zend/ontvanginrichting 1. Vervolgens genereren vaststelmiddelen 10 een oproepherkenningssignaal en verzenden dit via verbinding 39 naar aanstuurmiddelen 12, die in responsie daarop een deactiveersignaal verzenden via verbinding 34 naar berekenmiddelen 8, die in responsie op dit deactiveersignaal hun teller in de vorm van de 2-deler deactiveren. Als gevolg hiervan genereert de tot berekenmiddelen 8 behorende tijdintervalgenerator geen tweede stuursignaal na afloop van het tweede tijdinterval D, waardoor zender/ontvanger 2 dus gedurende het eerste tijdinterval E op het eerste frequentiekanaal F1 blijft afgestemd.
Gedurende het tweede tijdinterval F2 genereert processor 13 (die via verbinding 25 op de hoogte wordt gebracht van de betreffende timing) zogenaamde bevestigingsinformatie, daarmede aangevend dat de oproepinformatie is ontvangen en dat zender/ontvanger 2 op het eerste frequentiekanaal F1 blijft afgestemd, welke bevestigingsinformatie via verbinding 37 tweede converter 5 bereikt en na convertering via verbinding 38 zender/ontvanger 2 bereikt om vervolgens via antenne 3 en het eerste frequentiekanaal F1 naar het eerste systeem te worden verzonden. Dit eerste systeem verzendt dan via het eerste frequentiekanaal gedurende een niet in figuur 2 weergegeven volgend tweede tijdinterval kanaalkeuzeinformatie, bijvoorbeeld omvattende de opdracht om op een derde frequentiekanaal F3 af te stemmen, waarna daadwerkelijke communicatie zoals bijvoorbeeld uitwisseling van spraak en/of data tussen het eerste systeem en zend/ontvanginrichting 1 plaatsvindt via dit derde niet in figuur 2 weergegeven frequentiekanaal F3. Daartoe wordt de kanaalkeuzeinformatie via antenne 3 en zender/ontvanger 2 ontvangen, en via verbinding 20 doorverzonden naar eerste converter 4, en via verbinding 21 na convertering doorverzonden via detectiemiddelen 6. Detectiemiddelen 6 detecteren deze kanaalkeuzeinformatie, bijvoorbeeld doordat ze gelegen is in een tweede tijdinterval, en geven dit door via verbinding 22 aan analyseermiddelen 9. Vaststelmiddelen 10 stellen vast dat deze kanaalkeuzeinformatie voor zend/ontvanginrichting 1 is bestemd, bijvoorbeeld in samenwerking met processor 13 via verbindingen 23 en 24, en bijvoorbeeld door de tot de kanaalkeuzeinformatie behorende identificatieinformatie van zend/ontvanginrichting 1 in de vorm van een identificatiecode te herkennen als zijnde de identificatiecode van zend/ontvanginrichting 1. Vervolgens genereert processor 13 een kanaalafsternsignaal en verzendt dit via verbinding 32 naar berekenmiddelen 8 van genereermiddelen 7, die in responsie op dit kanaalafstemsignaal hun teller in de vorm van de 2-deler deactiveren, en hun tijdintervalgenerator een derde stuursignaal laten genereren. Hierdoor wordt zender/ontvanger 2 dan op het derde frequentiekanaal F3 afgestemd.
De derde, in figuur 2 als onderste weergegeven situatie toont weer de zes opvolgende tijdintervallen A, B, C, D, E en F en het eerste frequentiekanaal F1 en het tweede frequentiekanaal F2. Via het eerste frequentiekanaal Fl, dat bijvoorbeeld een signaleringskanaal is, verzendt het eerste systeem gedurende de eerste tijdintervallen A, C en E altijd systeeminformatie aangegeven met I, en gedurende de tweede tijdintervallen B, D en F kan dit eerste systeem via het eerste frequentiekanaal Fl eventueel gebruikersinformatie verzenden aangegeven met II. In dit voorbeeld wordt door het eerste systeem geen gebruikersinformatie in de vorm van oproepinformatie verzonden gedurende de tweede tijdintervallen B, D en F.
Genereermiddelen 7 genereren via hun uitgang en via verbinding 33 het eerste stuursignaal, in responsie waarop zender/ontvanger 2 op het eerste frequentiekanaal Fl staat afgestemd. Hierdoor wordt via antenne 3 en zender/ontvanger 2 de in de tijdintervallen A, C en E verzonden systeeminformatie ontvangen, welke via verbinding 20 eerste converter 4 bereikt, en welke na convertering via verbinding 21 detectiemiddelen 6 bereikt. Detectiemiddelen 6 detecteren deze systeeminformatie, waarbij bijvoorbeeld de synchronisatieinformatie in de vorm van een synchronisatiecode wordt herkend en de identificatieinformatie van een zendend basisstation via verbinding 22 wordt doorgegeven aan analyseermiddelen 9. Detectiemiddelen 6 omvatten bijvoorbeeld een interne klokgenerator, die via een Phase Locked Loop oftewel PLL circuit gesynchroniseerd wordt met de eerste tijdintervallen A, C en E en rond de aanvang van telkens twee volgende tijdintervallen A en B, en C en D, en E en F een kloksignaal genereert.
Aldus genereren detectiemiddelen 6 het klokslgnaal dat via verbinding 25 aan genereermiddelen 7 wordt toegevoerd. Berekenmiddelen 8, die normaal gesproken het eerste stuursignaal genereren, omvatten bijvoorbeeld een teller in de vorm van een 2-deler, en een daarmee gekoppelde instelbare tijdintervalgenerator voor het genereren van het tweede stuursignaal met een duur van bijvoorbeeld een gedeelte van het eerste tijdinterval, welke combinatie dan na elk twee paar verstreken tijdintervallen gedurende het gedeelte van het eerste tijdinterval van het volgende paar tijdintervallen het tweede stuursignaal genereert. Hierdoor wordt zender/ontvanger 2 gedurende deze gedeelten op het tweede frequentiekanaal F2 afgestemd. Deze gedeelten zijn in figuur 2 aangegeven met G en H.
Gedurende een gedeelte van het tweede tijdinterval B tot en met een gedeelte van het tweede tijdinterval F wordt nu door het tweede systeem de verdere oproepinformatie aangegeven met M tot en met T via het tweede frequentiekanaal verzonden. Via antenne 3 en zender/ontvanger 2 wordt een gedeelte van deze verdere oproepinformatie dat gelegen is in het eerste tijdinterval E ontvangen (en wel het oproepsignaal R en een gedeelte van het oproepsignaal S), welke via verbinding 20 eerste converter 4 bereikt, en welke na convertering via verbinding 21 detectiemiddelen 6 bereikt. Detectiemiddelen 6 detecteren dit gedeelte van deze verdere oproepinformatie, bijvoorbeeld doordat ze gelegen is in een eerste tijdinterval en duidelijk verschillend is van de gebruikelijke van het eerste systeem afkomstige systeeminformatie, en geven dit door via verbinding 22 aan analyseermiddelen 9. Vaststelmiddelen 10 stellen vast dat deze verdere oproepinformatie voor zend/ontvanginrichting 1 is bestemd, bijvoorbeeld in samenwerking met processor 13 via verbindingen 23 en 24, en bijvoorbeeld door de tot de verdere oproepinformatie behorende identificatieinformatie van zend/ontvanginrichting 1 in de vorm van een identificatiecode te herkennen als zijnde de identificatiecode van zend/ontvanginrichting 1.
Vervolgens genereren vaststelmiddelen 10 een oproepherkenningssignaal en verzenden dit via verbinding 39 naar aanstuurmiddelen 12, die in responsie daarop een deactiveersignaal verzenden via verbinding 34 naar berekenmiddelen 8, die in responsie op dit deactiveersignaal hun teller in de vorm van de 2-deler deactiveren. Als gevolg hiervan genereert de tot berekenmiddelen 8 behorende tijdintervalgenerator geen eerste stuursignaal na afloop van het tijdinterval H, waardoor zender/ontvanger 2 dus gedurende de rest van het eerste tijdinterval E en het tweede tijdinterval F op het tweede frequentiekanaal F2 blijft afgestemd, zodat via dit tweede frequentiekanaal spraak en/of data kan worden uitgewisseld tussen het tweede systeem en zend/ontvanginrichting 1.
Doordat het eerste systeem en het tweede systeem onderling niet gesynchroniseerd zijn is de ligging van de oproepsignalen M tot en met T ten opzichte van de eerste en tweede tijdintervallen A tot en met F volledig willekeurig. Daarom wordt voor een perfecte bereikbaarheid vanuit zowel het eerste systeem als vanuit het tweede systeem geëist dat, van het aantal tot de verdere informatie behorende oproepsignalen, elk oproepsignaal een duur bezit van ten hoogste de helft van het eerste tijdinterval, waarbij het aantal oproepsignalen een totale duur dient te bezitten van in dit voorbeeld ten minste vier opvolgende tijdintervallen.
Desalniettemin bestaat de mogelijkheid dat een ongunstig in een eerste tijdinterval A, C of E gelegen oproepsignaal als gevolg van bijvoorbeeld tijdgebrek niet door zend/ontvanginrichting 1 kan worden gedetecteerd. In dat geval dient gebruik te worden gemaakt van veldsterktemeetmiddelen 11, en wel als volgt.
Gedurende een gedeelte van het tweede tijdinterval B tot en met een gedeelte van het tweede tijdinterval F wordt dus door het tweede systeem de verdere oproepinformatie aangegeven met M tot en met T via het tweede frequentiekanaal verzonden. Via antenne 3 en zender/ontvanger 2 wordt een gedeelte van deze verdere oproepinformatie dat gelegen is in het tijdinterval H ontvangen (en wel het oproepsignaal R en een gedeelte van het oproepsignaal S), welke via verbinding 20 eerste converter 4 bereikt, en welke na convertering via verbinding 21 detectiemiddelen 6 bereikt. Detectiemiddelen 6 detecteren dit gedeelte van deze verdere oproepinformatie, bijvoorbeeld doordat ze gelegen is in een eerste tijdinterval en duidelijk verschillend is van de gebruikelijke van het eerste systeem afkomstige systeeminformatie, en geven dit door via verbinding 22 aan analyseermiddelen 9. Vaststelmiddelen 10 kunnen bijvoorbeeld door tijdgebrek niet vaststellen dat deze verdere oproepinformatie voor zend/ontvanginrichting 1 is bestemd, maar vernemen via verbinding 28 van veldsterktemeetmiddelen 11 dat er gedurende het tijdinterval H via het tweede frequentiekanaal F2 een signaal met een bepaalde minimale veldsterkte is ontvangen.
Vervolgens genereren vaststelmiddelen 10 een oproepanalyseersignaal en verzenden dit via verbinding 39 naar aanstuurmiddelen 12, en/of genereren veldsterktemeetmiddelen 11 een verder oproepanalyseersignaal en verzenden dit via verbinding 30 naar aanstuurmiddelen 12, die in responsie daarop een instelsignaal verzenden via verbinding 34 naar berekenmiddelen 8, die in responsie op dit instelsignaal hun tijdintervalgenerator het tweede stuursignaal langduriger laten genereren. Het aldus verkregen langduriger tijdinterval is in figuur 2 aangegeven met H en W. Als gevolg hiervan genereert de tot berekenmiddelen 8 behorende tijdintervalgenerator dus geen eerste stuursignaal na afloop van het het tijdinterval H, waardoor zender/ontvanger 2 dus gedurende het tweede tijdinterval F op het tweede frequentiekanaal F2 blijft afgestemd. Hierdoor krijgen vaststelmiddelen meer tijd om het via het tweede frequentiekanaal F2 ontvangen signaal nader te onderzoeken op de aanwezigheid van spraakinformatie of signaleringsinformatie. Indien slechts sprake is van aanwezige spraakinformatie (geen herkenning door vaststelmiddelen 10), terwijl er daarvoor nog geen voor zend/ontvanginrichting 1 bestemde oproepinformatie via het tweede frequentiekanaal is gearriveerd, wordt besloten dat het ontvangen signaal niet voor zend/ontvanginrichting 1 is bestemd, waarna zender/ontvanger 2 weer op het eerste frequentiekanaal F1 wordt afgestemd. Indien er echter sprake is van signaleringsinformatie (herkenning door vaststelmiddelen 10), zoals dus het geval is in figuur 2 gezien de oproepsignalen aangegeven met M tot en met T, genereren vaststelmiddelen 10 een oproepherkenningssignaal en verzenden dit via verbinding 39 naar aanstuurmiddelen 12, die in responsie daarop een deactiveersignaal verzenden via verbinding 34 naar berekenmiddelen 8, die in responsie op dit deactiveersignaal hun teller in de vorm van de 2-deler deactiveren. Als gevolg hiervan genereert de tot berekenmiddelen 8 behorende tijdintervalgenerator geen eerste stuursignaal na afloop van het tijdinterval W, waardoor zender/ontvanger 2 dus gedurende de daaropvolgende tijdintervallen op het tweede frequentiekanaal F2 blijft afgestemd, zodat via dit tweede frequentiekanaal spraak en/of data kan worden uitgewisseld tussen het tweede systeem en zend/ontvanginrichting 1.
De zich in figuur 1 in analyseermiddelen 9 bevindende veldsterktemeetmiddelen 11 zouden eveneens in zender/ontvanger 2 kunnen worden ondergebracht, waarbij vanuit zender/ontvanger 2 dan bijvoorbeeld een digitaal codesignaal naar processormiddelen 15 wordt verzonden. Dergelijke van veldsterktemeetmiddelen voorziene zender/ontvangers zijn algemeen verkrijgbaar. Verder zou het gedeelte van vaststelmiddelen 10 dat het via het tweede frequentiekanaal te ontvangen signaal onderzoekt op de aanwezigheid van spraakinformatie of signaleringsinformatie hardwarematig kunnen worden gerealiseerd door middel van een draaggolfdetector of softwarematig kunnen worden gerealiseerd door middel van draaggolfdetectiemiddelen. Detectiemiddelen 6 en vaststelmiddelen 10 zouden hardwarematig kunnen worden gerealiseerd door middel van schuifregisters, comparators, logische poortschakelingen en bijvoorbeeld tabelgeheugens, maar zouden uiteraard ook softwarematig kunnen worden gerealiseerd. Genereermiddelen 7 omvattende berekenmiddelen 8 zouden hardwarematig kunnen worden gerealiseerd door middel van tellers, (monostabiele) multivibrators en logische poortschakelingen, maar zouden ook softwarematig kunnen worden gerealiseerd. De door genereermiddelen 7 te genereren eerste, tweede en derde stuursignalen betreffen uiteraard eveneens één stuursignaal dat over drie waarden kan beschikken, etc. Aanstuurmiddelen 12 zouden hardwarematig kunnen worden gerealiseerd door middel van logische poortschakelingen, maar zouden ook softwarematig kunnen worden gerealiseerd. Processor 13 zou bepaalde functies van de tot processormiddelen 15 behorende middelen kunnen overnemen, wat uiteraard neerkomt op het softwarematig realiseren van deze middelen.
Niet in figuur 1 weergegeven zijn de standaard tot een zend/ontvanginrichting behorende microfoon en luidspreker, die respectievelijk via een schakelaar met verbinding 37 of 38 en op directe wijze met verbinding 20 of 21 dienen te worden verbonden. Figuur 1 betreft dus in hoofdzaak het signaleringsgedeelte van de zend/ontvanginrichting volgens de uitvinding en heeft dus minder betrekking op het daadwerkelijk door de zend/ontvanginrichting verzenden/ontvangen van spraak en/of data.
Zoals hiervoor beschreven is het eerste systeem een zogenaamd trunking systeem dat via een signaleringskanaal oproepinformatie en bevestigingsinformatie en kanaalkeuzeinformatie verzendt en ontvangt, waarna vervolgens via een met de kanaalkeuzeinformatie aangegeven ander kanaal spraak en/of data worden uitgewisseld, terwijl bij het tweede systeem via hetzelfde kanaal zowel oproepinformatie als spraak en/of data worden uitgewisseld. De zend/ontvanginrichting volgens de uitvinding en de werkwijze volgens de uitvinding zijn uiteraard ook van toepassing indien het tweede systeem evenals het eerste systeem een trunking systeem is.
De hiervoor beschreven eerste en tweede tijdintervallen zouden zowel van gelijke lengte als van ongelijke lengte kunnen zijn, en zouden zowel aaneengesloten als niet aaneengesloten kunnen liggen. In geval van de ongelijke lengte en/of het niet aaneengesloten liggen zullen de detectiemiddelen en/of de genereermiddelen omvattende de berekenmiddelen op voor de vakman bekende wijze enigszins complexer van aard worden.
De uitvinding betreft dus een ontvanginrichting (meestal uitgevoerd als zend/ontvanginrichting) omvattende - ontvangmiddelen (meestal uitgevoerd als zend/ontvangmiddelen) voor het in responsie op een eerste stuursignaal ontvangen (meestal verzenden/ontvangen) van informatie via een eerste frequentiekanaal en voor het in responsie op een tweede stuursignaal ontvangen (meestal verzenden/ontvangen) van informatie via een tweede frequentiekanaal, en - met de ontvangmiddelen (meestal uitgevoerd als zend/ontvangmiddelen) gekoppelde detectiemiddelen voor het gedurende een eerste tijdinterval detecteren van via het eerste frequentiekanaal en via de ontvangmiddelen (meestal uitgevoerd als zend/ontvangmiddelen) te ontvangen systeeminformatie en voor het gedurende een tweede tijdinterval detecteren van via het eerste frequentiekanaal en via de ontvangmiddelen (meestal uitgevoerd als zend/ontvangmiddelen) te ontvangen gebruikersinformatie, met het kenmerk, dat de ontvanginrichting (meestal uitgevoerd als zend/ontvanginrichting) is voorzien van - met de ontvangmiddelen (meestal uitgevoerd als zend/ontvangmiddelen) en met de detectiemiddelen gekoppelde genereermiddelen voor het genereren van het tweede stuursignaal in afhankelijkheid van gedetecteerde informatie voor het gedurende ten minste een gedeelte van het eerste tijdinterval ontvangen van via het tweede frequentiekanaal en via de ontvangmiddelen (meestal uitgevoerd als zend/ontvangmiddelen) te ontvangen verdere informatie.
De uitvinding betreft dus verder een werkwijze voor het naar keuze opbouwen van een eerste telecommunicatieverbinding vanaf een eerste systeem naar een ontvanginrichting (meestal uitgevoerd als zend/ontvanginrichting) en een tweede telecommunicatieverbinding vanaf een tweede systeem naar de ontvanginrichting (meestal uitgevoerd als zend/ontvanginrichting), welke werkwijze de stappen omvat van - het door het eerste systeem via een eerste frequentiekanaal verzenden van informatie, - het door de ontvanginrichting (meestal uitgevoerd als zend/ontvanginrichting) via het eerste frequentiekanaal ontvangen van de informatie voor het opbouwen van de eerste telecommunicatieverbinding, - het door het tweede systeem via een tweede frequentiekanaal verzenden van verdere informatie, - het door de ontvanginrichting (meestal uitgevoerd als zend/ontvanginrichting) via het tweede frequentiekanaal ontvangen van de verdere informatie voor het opbouwen van de tweede telecommunicatieverbinding, met het kenmerk, dat de werkwijze de stappen omvat van - het door het eerste systeem via het eerste frequentiekanaal gedurende een eerste tijdinterval verzenden van systeeminformatie en gedurende een tweede tijdinterval verzenden van gebruikersinformatie, - het door de ontvanginrichting (meestal uitgevoerd als zend/ontvanginrichting) via het eerste frequentiekanaal gedurende het eerste tijdinterval ontvangen van de systeeminformatie en gedurende het tweede tijdinterval ontvangen van de gebruikersinformatie, en - het door de ontvanginrichting (meestal uitgevoerd als zend/ontvanginrichting) onder besturing van via het eerste frequentiekanaal te ontvangen informatie ontvangen van via het tweede frequentiekanaal te ontvangen verdere informatie gedurende ten minste een gedeelte van het eerste tijdinterval.

Claims (10)

1. Zend/ontvanginrichting omvattende - zend/ontvangmiddelen voor het in responsie op een eerste stuursignaal verzenden/ontvangen van informatie via een eerste frequentiekanaal en voor het in responsie op een tweede stuursignaal verzenden/ontvangen van informatie via een tweede frequentiekanaal, en - met de zend/ontvangmiddelen gekoppelde detectiemiddelen voor het gedurende een eerste tijdinterval detecteren van via het eerste frequentiekanaal en via de zend/ontvangmiddelen te ontvangen systeeminformatie en voor het gedurende een tweede tijdinterval detecteren van via het eerste frequentiekanaal en via de zend/ontvangmiddelen te ontvangen gebruikersinformatie, met het kenmerk, dat de zend/ontvanginrichting is voorzien van - met de zend/ontvangmiddelen en met de detectiemiddelen gekoppelde genereermiddelen voor het genereren van het tweede stuursignaal in afhankelijkheid van gedetecteerde informatie voor het gedurende ten minste een gedeelte van het eerste tijdinterval ontvangen van via het tweede frequentiekanaal en via de zend/ontvangmiddelen te ontvangen verdere informatie.
2. Zend/ontvanginrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de genereermiddelen berekenmiddelen omvatten voor het per minimaal vier opvolgende tijdintervallen omvattende twee eerste tijdintervallen en twee tweede tijdintervallen slechts éénmaal genereren van het tweede stuursignaal.
3. Zend/ontvanginrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de zend/ontvanginrichting is voorzien van - met de detectiemiddelen gekoppelde analyseermiddelen voor het analyseren van via de zend/ontvangmiddelen te ontvangen informatie, en - met de analyseermiddelen gekoppelde aanstuurmiddelen voor het aansturen van de genereermiddelen voor het in afhankelijkheid van geanalyseerde verdere informatie ontvangen van via het tweede frequentiekanaal en via de zend/ontvangmiddelen te ontvangen verdere informatie gedurende ten minste een gedeelte van het tweede tijdinterval.
4. Zend/ontvanginrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de analyseermiddelen veldsterktemeetmiddelen omvatten voor het meten van de veldsterkte van te ontvangen informatie.
5. Zend/ontvanginrichting volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat de analyseermiddelen vaststelmiddelen omvatten voor het vaststellen van tot de via het tweede frequentiekanaal en via de zend/ontvangmiddelen te ontvangen verdere informatie behorende spraakinformatie en signaleringsinformatie.
6. Werkwijze voor het naar keuze opbouwen van een eerste telecommunicatieverbinding vanaf een eerste systeem naar een zend/ontvanginrichting en een tweede telecommunicatieverbinding vanaf een tweede systeem naar de zend/ontvanginrichting, welke werkwijze de stappen omvat van - het door het eerste systeem via een eerste frequentiekanaal verzenden van informatie, - het door de zend/ontvanginrichting via het eerste frequentiekanaal ontvangen van de informatie voor het opbouwen van de eerste telecommunicatieverbinding, - het door het tweede systeem via een tweede frequentiekanaal verzenden van verdere informatie, - het door de zend/ontvanginrichting via het tweede frequentiekanaal ontvangen van de verdere informatie voor het opbouwen van de tweede telecommunicatieverbinding, met het kenmerk, dat de werkwijze de stappen omvat van - het door het eerste systeem via het eerste frequentiekanaal gedurende een eerste tijdinterval verzenden van systeeminformatie en gedurende een tweede tijdinterval verzenden van gebruikersinformatie, - het door de zend/ontvanginrichting via het eerste frequentiekanaal gedurende het eerste tijdinterval ontvangen van de systeeminformatie en gedurende het tweede tijdinterval ontvangen van de gebruikersinformatie, en - het door de zend/ontvanginrichting onder besturing van via het eerste frequentiekanaal te ontvangen informatie ontvangen van via het tweede frequentiekanaal te ontvangen verdere informatie gedurende ten minste een gedeelte van het eerste tijdinterval.
7. Werkwijze volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de werkwijze de stappen omvat van - het door de zend/ontvanginrichting per minimaal vier opvolgende tijdintervallen omvattende twee eerste tijdintervallen en twee tweede tijdintervallen slechts éénmaal ontvangen van via het tweede frequentiekanaal te ontvangen verdere informatie gedurende ten minste een gedeelte van het eerste tijdinterval, en - het door het tweede systeem via het tweede frequentiekanaal verzenden van een aantal tot de verdere informatie behorende oproepsignalen, elk met een duur van ten hoogste de helft van het eerste tijdinterval, waarbij het aantal oproepsignalen een totale duur bezit van ten minste de minimaal vier opvolgende tijdintervallen.
8. Werkwijze volgens conclusie 6 of 7, met het kenmerk, dat de werkwijze de stap omvat van - het door de zend/ontvanginrichting in afhankelijkheid van de via het tweede frequentiekanaal gedurende ten minste een gedeelte van het eerste tijdinterval te ontvangen verdere informatie ontvangen van via het tweede frequentiekanaal te ontvangen verdere informatie gedurende ten minste een gedeelte van het tweede tijdinterval.
9. Werkwijze volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de werkwijze de stap omvat van - het door de zend/ontvanginrichting meten van de veldsterkte van te ontvangen informatie.
10. Werkwijze volgens conclusie 8 of 9, met het kenmerk, dat de werkwijze de stap omvat van - het door de zend/ontvanginrichting vaststellen van tot de via het tweede frequentiekanaal te ontvangen verdere informatie behorende spraakinformatie en signaleringsinformatie.
NL9500192A 1995-02-02 1995-02-02 Zend/ontvanginrichting, alsmede werkwijze voor het naar keuze opbouwen van een eerste telecommunicatieverbinding vanaf een eerste systeem naar een zend/ontvanginrichting en een tweede telecommunicatieverbinding vanaf een tweede systeem naar de zend/ontvanginrichting. NL9500192A (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9500192A NL9500192A (nl) 1995-02-02 1995-02-02 Zend/ontvanginrichting, alsmede werkwijze voor het naar keuze opbouwen van een eerste telecommunicatieverbinding vanaf een eerste systeem naar een zend/ontvanginrichting en een tweede telecommunicatieverbinding vanaf een tweede systeem naar de zend/ontvanginrichting.
EP96200237A EP0725551A1 (en) 1995-02-02 1996-02-02 Method and transceiver for optionally establishing a connection to a first or second telecommunication system

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9500192A NL9500192A (nl) 1995-02-02 1995-02-02 Zend/ontvanginrichting, alsmede werkwijze voor het naar keuze opbouwen van een eerste telecommunicatieverbinding vanaf een eerste systeem naar een zend/ontvanginrichting en een tweede telecommunicatieverbinding vanaf een tweede systeem naar de zend/ontvanginrichting.
NL9500192 1995-02-02

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL9500192A true NL9500192A (nl) 1996-09-02

Family

ID=19865532

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9500192A NL9500192A (nl) 1995-02-02 1995-02-02 Zend/ontvanginrichting, alsmede werkwijze voor het naar keuze opbouwen van een eerste telecommunicatieverbinding vanaf een eerste systeem naar een zend/ontvanginrichting en een tweede telecommunicatieverbinding vanaf een tweede systeem naar de zend/ontvanginrichting.

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP0725551A1 (nl)
NL (1) NL9500192A (nl)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
AU8069998A (en) * 1997-07-29 1999-02-22 Ericsson Inc. Trunked radio system using dual receiver architecture to improve efficiency, performance and access times

Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO1987005458A1 (en) * 1986-03-03 1987-09-11 Storno A/S A method of operating a radio transmission or communication system including a central station and a plurality of individual remote stations, a radio transmission or communication system, and a remote station
WO1994000946A1 (en) * 1992-06-23 1994-01-06 Motorola Inc. Dual system cellular cordless radiotelephone apparatus with sub-data channel timing monitor

Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO1987005458A1 (en) * 1986-03-03 1987-09-11 Storno A/S A method of operating a radio transmission or communication system including a central station and a plurality of individual remote stations, a radio transmission or communication system, and a remote station
WO1994000946A1 (en) * 1992-06-23 1994-01-06 Motorola Inc. Dual system cellular cordless radiotelephone apparatus with sub-data channel timing monitor

Also Published As

Publication number Publication date
EP0725551A1 (en) 1996-08-07

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL193098C (nl) Snoerloos telefoontoestel.
US6477384B2 (en) Checking the presence of mobile stations communicating on a direct mode channel
CA1182527A (en) Malfunction detection system for a mobile radio telephone system
EP0752192B1 (en) Communicating on a direct mode channel
EP0214809B1 (en) Radio telephone system control apparatus and method
GB2320644A (en) Security system using caller ID
EP0218450B2 (en) Control system of a radio telephone apparatus
WO1995015666A1 (en) Method for controlling a subscriber station in a radio system
US5396651A (en) Radio communication system including indication that communication link is established
US5325420A (en) Cordless phone haaving a plurality of personal stations
US5706284A (en) Method for establishing communication path between mobile stations
US4280020A (en) Radio telephone system with direct digital carrier modulation for data transmission
US5123042A (en) Cordless telephone apparatus which avoids simultaneous connecting unit/cordless telephone call conflicts
NL9500192A (nl) Zend/ontvanginrichting, alsmede werkwijze voor het naar keuze opbouwen van een eerste telecommunicatieverbinding vanaf een eerste systeem naar een zend/ontvanginrichting en een tweede telecommunicatieverbinding vanaf een tweede systeem naar de zend/ontvanginrichting.
JPH1175238A (ja) Mca方式の通信制御方法及びmca方式の通信装置
JPS62230233A (ja) 無線電話装置
US5542112A (en) Method and apparatus for providing reliable signalling tones in a radio communication system
JPH10145505A (ja) 携帯電話機を用いたホームオートメーション制御方法及びホームオートメーション制御機能を有する携帯電話機
JPH0220127A (ja) 無線電話システム
JPS59165539A (ja) 移動局試験方式
KR970008177B1 (ko) 셀룰라폰의 데이타 송,수신 장치 및 그 방법
JPH0738491A (ja) 無線呼出システム
JPH0749895Y2 (ja) 無線電話装置
KR970006911B1 (ko) 구내무선전화 시스템의 제어방법
JPS63258126A (ja) 移動通信システムの位置登録方式

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed