NL9500082A - Telecommunicatieterminal, alsmede werkwijze. - Google Patents

Description

Titel: Telecommunicatieterniinal, alsmede werkwijze A Achtergrond van de uitvinding , De uitvinding betreft een telecommunicatieterniinal voor koppeling met een telecommunicatieverbinding en voorzien van - een ontvanginrichting voor het ontvangen van via de telecommunicatieverbinding arriverende eerste signalen en voor het converteren van deze eerste signalen in eerste akoestische informatie, en - een zendinrichting voor het converteren van tweede akoestische informatie in tweede signalen en voor het via de telecommunicatieverbinding verzenden van deze tweede signalen.

Een dergelijke telecommunicatieterniinal is van algemene bekendheid en betreft bijvoorbeeld een gewoon telefoontoestel voor aansluiting op de telecommunicatieverbinding zoals bijvoorbeeld een gewone telefoonlijn. De ontvanginrichting van het telefoontoestel omvat een luidspreker voor het omzetten van de eerste signalen in eerste akoestische informatie, en de zendinrichting van het telefoontoestel omvat een microfoon voor het omzetten van tweede akoestische informatie in tweede signalen. Het via de telefoonlijn ontvangen respectievelijk verzenden van de eerste respectievelijk tweede signalen geschiedt bijvoorbeeld via een zogenaamde vorkschakeling, die dan zowel deel uitmaakt van de ontvanginrichting als deel uitmaakt van de zendinrichting.

Een dergelijke gewone zich aan ene zijde van de telecommunicatieverbinding bevindende telecommunicatieterminal heeft onder meer als nadeel, dat wanneer er zich aan andere zijde van de telecommunicatieverbinding bijvoorbeeld een zogenaamde beeldtelefoon bevindt, deze beeldtelefoon na het tot stand gekomen zijn van de verbinding allereerst gaat onderzoeken wat voor een soort telecommunicatieterniinal zich aan ene zijde van de telecommunicatieverbinding bevindt. Daarbij doet zich de mogelijkheid voor dat door een persoon via de zich aan ene zijde van de telecommunicatieverbinding bevindende telecommunicatieterniinal gegenereerde tweede akoestische informatie in onvoldoende duidelijke mate of zelfs niet de zich aan andere zijde van de telecommunicatieverbinding bevindende beeldtelefoon bereikt.

B Samenvatting van de uitvinding

De uitvinding stelt zich onder meer ten doel een belecommunicatieterminal van de in de aanhef vermelde soort te verschaffen waarbij de mogelijkheid wordt gereduceerd van het door een persoon via de zich aan ene zijde van de telecommunicatieverbinding bevindende telecommunicatieterminal genereren van tweede akoestische informatie die in onvoldoende duidelijke mate of zelfs niet bijvoorbeeld de zich aan andere zijde van de telecommunicatieverbinding bevindende beeldtelefoon bereikt.

Daartoe heeft de telecommunicatieterminal volgens de uitvinding het kenmerk, dat de ontvanginrichting van de telecommunicatieterminal is voorzien van een detectiecircuit voor het detecteren van een eerste signaal van een vooraf vastgesteld type, waarbij de telecommunicatieterminal is voorzien van een met het detectiecircuit gekoppeld activeercircuit voor het in responsie op het gedetecteerde eerste signaal van het vooraf vastgestelde type genereren van een activeersignaal voor het voorkomen van te vroeg verzonden tweede signalen.

Door de telecommunicatieterminal te voorzien van het detectiecircuit voor het detecteren van een eerste signaal van een vooraf vastgesteld type en te voorzien van het met het detectiecircuit gekoppelde activeercircuit voor het in responsie op het gedetecteerde eerste signaal van het vooraf vastgestelde type genereren van een activeersignaal voor het voorkomen van te vroeg verzonden tweede signalen, wordt bereikt dat de bovengenoemde mogelijkheid sterk wordt gereduceerd. Het activeersignaal kan hierbij uiteraard zowel een verder circuit activeren dat in de telecommunicatieterminal en dus zonder menselijke tussenkomst voorkomt dat tweede signalen te vroeg worden verzonden als een bepaalde menselijke handeling activeren.

De uitvinding berust onder meer op het inzicht, dat het door de zich aan andere zijde van de telecommunicatieverbinding bevindende beeldtelefoon onderzoeken van wat voor een soort telecommunicatieterminal zich aan ene zijde van de telecommunicatieverbinding bevindt niet samen dient te gaan met het door de telecommunicatieterminal verzenden van tweede signalen.

Aldus wordt het probleem van het samengaan van het door de beeldtelefoon onderzoeken en het door de telecommunicatieterminal verzenden van tweede signalen opgelost door in responsie op het activeersignaal het te vroeg verzenden van tweede signalen te voorkomen. Hierbij dient te worden opgemerkt dat ten minste een gedeelte der inventiviteit is gelegen in het stellen van het probleem. Verder dient te worden opgemerkt dat de uitvinding niet mag worden beperkt tot telecommunicatieterminals voor communicatie met beeldtelefoons, maar alle telecommunicatieterminals betreft die kunnen communiceren met apparatuur die eerste signalen van het vooraf vastgestelde type genereren teneinde te onderzoeken met wat voor een telecommunicatieterminal ze te maken hebben.

Een eerste uitvoeringsvorm van de telecommunicatieterminal volgens de uitvinding heeft het kenmerk, dat de telecommunicatieterminal is voorzien van een met het activeercircuit gekoppeld vertragingscircuit voor het in responsie op het activeersignaal vertragen van de tweede signalen.

Via het vertragingscircuit worden in responsie op het activeersignaal de tweede signalen vertraagd, bijvoorbeeld door de tweede akoestische informatie via een analoog-digitaal-omzetter (AD-omzetter) te converteren in digitale signalen, deze digitale signalen op te slaan en na enige tijd te verzenden als de tweede signalen. Hierbij kunnen de tweede signalen zowel een digitaal karakter als een analoog karakter bezitten, waarbij in het laatste geval nog wel een digitaal-analoog-omzetter (DA-omzetter) is benodigd.

Een tweede uitvoeringsvorm van de telecommunicatieterminal volgens de uitvinding heeft het kenmerk, dat de zend inrichting van de telecommunicatieterminal is voorzien van een tijdintervalcircuit voor het in responsie op het activeersignaal activeren van het vertragingscircuit gedurende een tijdinterval en voor het na het verstrijken van dit tijdinterval deactiveren van het vertragingscircuit.

Via het tijdintervalcircuit wordt het vertragingscircuit gedurende een tijdinterval geactiveerd en wordt na het verstrijken van dit tijdinterval het vertragingscircuit gedeactiveerd, zodat het vertragen van de tweede signalen slechts gedurende het onderzoek door de beeldtelefoon plaatsvindt.

Een derde uitvoeringsvorm van de telecommunicatieterminal volgens de uitvinding heeft het kenmerk, dat het eerste signaal van het vooraf vastgestelde type een modemsignaal is.

Gedurende het modemsignaal zal gegenereerde tweede akoestische informatie zonder vertraging van de tweede signalen in onvoldoende duidelijke mate de andere zijde van de telecommunicatieverbinding bereiken.

Een vierde uitvoeringsvorm van de telecommunicatieterminal volgens de uitvinding heeft het kenmerk, dat het modemsignaal een beeldtelefoonmodemsignaal is.

Gedurende het beeldtelefoonmodemsignaal zal gegenereerde tweede akoestische informatie zonder vertraging van de tweede signalen in onvoldoende duidelijke mate de beeldtelefoon aan de andere zijde van de telecommunicatieverbinding bereiken.

Een vijfde uitvoeringsvorm van de telecommunicatieterminal volgens de uitvinding heeft het kenmerk, dat de telecommunicatieterminal is voorzien van een met het activeercircuit gekoppeld verder vertragingscircuit voor het in responsie op het activeersignaal vertragen van een via een genereercircuit te genereren belsignaal.

Via het verdere vertragingscircuit wordt het via het genereercircuit te genereren belsignaal vertraagd, zodat er geen sprake meer kan zijn van te vroeg gegenereerde tweede akoestische informatie en/of te vroeg verzonden tweede signalen.

Een zesde uitvoeringsvorm van de telecommunicatieterminal volgens de uitvinding heeft het kenmerk, dat de telecommunicatieterminal is voorzien van een met het activeercircuit gekoppeld verder genereercircuit voor het in responsie op het activeersignaal genereren van een uitwendig waarneembaar indicatiesignaal.

Via het verdere genereercircuit wordt het uitwendig waarneembare indicatiesignaal gegenereerd, zodat een persoon via de zich aan ene zijde van de telecommunicatieverbinding bevindende telecommunicatieterminal op de hoogte wordt gebracht van het dienen te wachten met het genereren van tweede akoestische informatie.

De uitvinding betreft verder een werkwijze voor het overdragen van spraak tussen een beeldtelefoon en een telecommunicatieterminal, welke werkwijze de stappen omvat van - het door de beeldtelefoon naar de telecommunicatieterrainal verzenden van eerste signalen, - het door de telecomraunicatieterminal converteren van deze eerste signalen in eerste akoestische informatie, - het door de telecomrounicatieterminal converteren van tweede akoestische informatie in tweede signalen, - het door de telecoramunicatieterminal naar de beeldtelefoon verzenden ven deze tweede signalen.

De werkwijze volgens de uitvinding heeft het kenmerk, dat de werkwijze de stappen omvat van - het door de telecommunicatieterminal detecteren van een eerste signaal van een vooraf vastgesteld type, en - het door de telecommunicatieterminal in responsie op het gedetecteerde eerste signaal van het vooraf vastgestelde type genereren van een activeersignaal voor het voorkomen van te vroeg verzonden tweede signalen.

Een eerste uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding heeft het kenmerk, dat de werkwijze de stap omvat van het door de telecommunicatieterminal in responsie op het activeersignaal vertragen van de tweede signalen.

Een tweede uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding heeft het kenmerk, dat de werkwijze de stap omvat van het door de telecommunicatieterminal in responsie op het activeersignaal vertragen van de tweede signalen gedurende een tijdinterval en voor het na het verstrijken van dit tijdinterval niet meer vertragen van de tweede signalen.

Een derde uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding heeft het kenmerk, dat de werkwijze de stap omvat van het door de telecommunicatieterminal in responsie op het activeersignaal vertragen van een te genereren belsignaal.

Een vierde uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding heeft het kenmerk, dat de werkwijze de stap omvat van het door de telecommunicatieterminal in responsie op het activeersignaal genereren van een uitwendig waarneembaar indicatiesignaal.

Uit US 4,827,501 is een inrichting voor het elimineren van "junk" gesprekken bekend, en uit US 4,523,311 is een inrichting bekend voor het verwijderen van fase jitter en frequentie offset fouten. De telecommunicatieterminal volgens de uitvinding is hier niet uit bekend.

C Referenties US 4,827,501 m US 4,523,311

Alle referenties worden beschouwd als te zijn geïncorporeerd in deze octrooiaanvrage.

D Uitvoeringsvoorbeeld

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van een in de figuur weergegeven uitvoeringsvoorbeeld. Daarbij toont: figuur 1 een telecommunicatieterminal voor koppeling met een telecomraunicatieverbinding volgens de uitvinding.

De in figuur 1 weergegeven telecommunicatieterminal 1 volgens de uitvinding omvat een vorkschakeling 2 waarvan een in/uitgang is aangesloten op een tweedraads telecommunicatieverbinding 3. Een ingang van vorkschakeling 2 is via een tweedraads verbinding 4 en via zich in de respectieve draden van verbinding 4 bevindende schakelaars 5 en 6 gekoppeld met een zendinrichting, die een inrichting 7 en een daarmee gekoppelde microfoon 8 omvat. Inrichting 7 omvat een vertragingscircuit 9, waarvan een ingang is gekoppeld met een uitgang van een analoog/digitaal-omzetter (A/D-omzetter) 11. Een ingang van A/D-omzetter 11 is aangesloten via een tweedraads verbinding met microfoon 8. Een uitgang van vertragingscircuit 9 is gekoppeld met een digitaal/analoog-omzetter (D/A-omzetter) 10, waarvan een uitgang is aangesloten op de tweedraads verbinding 4 via de respectieve schakelaars 5 en 6. Een stuuringang van vertragingscircuit 9 is gekoppeld met een uitgang van een tijdintervaicircuit 12, waarvan een ingang is aangesloten op een stuurverbinding 13.

Een uitgang van vorkschakeling 2 is via een tweedraads verbinding 14 gekoppeld met een ontvang inrichting, die een telefooncircuit 17 omvat, en een via zich in de respectieve draden van verbinding 14 bevindende schakelaars 15 en 16 met telefooncircuit 17 gekoppeld detectiecircuit 19 omvat, en een met detectieciruit 19 gekoppelde luidspreker 20 omvat. Telefooncircuit 17 bestuurt schakelaars 5, 6, 15 en 16, en is via een tweedraads verbinding 18 gekoppeld met een vast vertragingscircuit 21, dat via een tweedraads verbinding is gekoppeld met een variabel vertragingscircuit 22, dat via een tweedraadsverbinding is gekoppeld met een genereercircuit 23 voor het genereren van een belsignaal. Een stuuringang van variabel vertragingscircuit 22 en van verder genereercircuit 24 voor het genereren van een uitwendig waarneembaar indicatiesignaal, zoals een lichtsignaal, zijn aangesloten op stuurverbinding 13, die verder is gekoppeld roet een stuuruitgang van detectiecircuit 19.

De werking van de in figuur 1 weergegeven telecommunicatieterminal 1 is als volgt. Via tweedraads telecomraunicatieverbinding 3 arriveert een van een niet in figuur 1 weergegeven centrale afkomstig weksignaal, dat deze centrale genereert in responsie op een van een niet in figuur 1 weergegeven beeldtelefoon afkomstig oproepsignaal.

Dit weksignaal doorloopt vorkschakeling 2 en bereikt via de respectieve draden van tweedraads verbinding 14 telefooncircuit 17, dat dit weksignaal detecteert en in responsie daarop de centrale informeert over het gedetecteerd hebben van dit weksignaal, bijvoorbeeld door een weerstand tussen beide respectieve draden van tweedraads verbinding 14 te schakelen die een zogenaamde lijnstroomloop veroorzaakt. Zo'n telefooncircuit 17 is van algemene bekendheid en bevindt zich bijvoorbeeld in een antwoordapparaat. In responsie op de detectie van het weksignaal brengt telefooncircuit 17 schakelaars 5, 6, 15 en 16 in geleidende toestand, en levert het via tweedraads verbinding 18 een voedingsspanning voor de circuits 21, 22 en 23. Uiteraard zou deze voedingsspanning ook direct door de centrale kunnen worden geleverd, waarbij de respectieve draden van tweedraads verbinding 18 dan op schakelaar 15 respectievelijk 16 zouden kunnen worden aangesloten. Doordat deze voedingsspanning genereermiddelen 23 enigszins vertraagd bereikt als gevolg van de aanwezigheid van vast vertragingscircuit 21, zoals bijvoorbeeld een RC-circuit, wordt het belsignaal in responsie op de voedingsspanning enigszins vertraagd gegenereerd. De hierbij geïntroduceerde korte vertragingstijd is noodzakelijk om de beeldtelefoon de gelegenheid te geven, in responsie op het door de centrale hebben vernomen van de detectie van het weksignaal door telecommunicatieterminal 1, het modemsignaal te genereren dat, via de centrale, via tweedraads telecommunicatieverbinding 3, via vorkschakeling 2 en via tweedraadsverbinding 14, detectiecircuit 19 bereikt, en om detectiecircuit 19 de gelegenheid te geven het modemsignaal te detecteren. Zo'n detectiecircuit 19 is van algemene bekendheid en bevindt zich bijvoorbeeld in een modem. In responsie op detectie van dit modemsignaal genereert detectiecircuit 19 via de stuuruitgang en stuurverbinding 13 een activeersignaal, dat wordt toegevoerd aan variabel vertragingscircuit 22, zoals bijvoorbeeld een RC-circuit dat van een elektronisch instelbare weerstand is voorzien, aan verder genereercircuit 24 en aan tijdintervalcircuit 12, zoals bijvoorbeeld een monostabiele flipflopschakeling.

In responsie op.het activeersignaal genereert tijdintervalcircuit 12 gedurende een vooraf vastgesteld tijdinterval een signaal, dat wordt toegevoerd aan vertragingscircuit 9. Zo'n vertragingscircuit 9 wordt bijvoorbeeld gerealiseerd met een geheugen en een parallel daaraan gelegen overbrugging, waarbij gedurende het vooraf vastgestelde tijdinterval van A/D-omzetter 11 afkomstige digitale signalen worden opgeslagen en niet worden uitgelezen en waarbij na afloop van het vooraf vastgestelde tijdinterval het geheugen wel wordt uitgelezen en de overbrugging wordt ingeschakeld. Hierdoor worden van A/D-omzetter 11 afkomstige digitale signalen (zogenaamde gedigitaliseerde microfoonsignalen) gedurende het vooraf vastgestelde tijdinterval vertraagd en vervolgens doorgegeven aan D/A-omzetter 10. Als gevolg hiervan worden in geval van detectie van het modemsignaal door detectiecircuit 19 de gedigitaliseerde microfoonsignalen gedurende het vooraf vastgestelde tijdinterval vertraagd, waarna ze via D/A-omzetter 10 worden geconverteerd in analoge signalen en worden doorgegeven, via de respectieve schakelaars 5 en 6, via tweedraads verbinding 4, via vorkschakeling 2 en via tweedraads verbinding 3 aan de centrale en de daarmee gekoppelde beeldtelefoon. Zonder toevoering van het van tijdintervalcircuit 12 afkomstige signaal aan vertragingscircuit 9 worden de van A/D-omzetter 11 afkomstige digitale signalen onvertraagd doorgegeven aan D/A-orazetter 12.

In responsie op het activeersignaal introduceert variabel vertragingscircuit 22 een extra vertraging gedurende bijvoorbeeld het vooraf vastgestelde tijdinterval, als gevolg waarvan het door genereermiddelen 23 te genereren belsignaal extra wordt vertraagd.

In responsie op het activeersignaal genereren verdere genereerroiddelen 24 bijvoorbeeld een lichtsignaal.

Aldus wordt in responsie op het activeersignaal op drie verschillende wijzen voorkomen dat van microfoon 8 afkomstige microfoonsignalen te vroeg worden verzonden naar de beeldtelefoon: volgens de eerste wijze door deze microfoonsignalen gedurende het vooraf vastgestelde tijdinterval te vertragen, bijvoorbeeld door ze te digitaliseren en de aldus verkregen digitale signalen op digitale wijze te vertragen, waarbij het een via telecommunicatieterminal 1 reagerende persoon onmogelijk wordt gemaakt te snel met zijn stem te reageren, volgens de tweede wijze door het belsignaal extra te vertragen, waarbij de via telecommunicatieterminal 1 reagerende persoon pas op het juiste moment (na detectie van het modemsignaal) te horen krijgt dat hij dient te reageren, en volgens de derde wijze door een lichtsignaal te genereren, waarbij de via telecommunicatieterminal 1 reagerende persoon dus optisch op de hoogte wordt gebracht van het enige tijd dienen te wachten met het genereren van een stemgeluid.

Uiteraard is het niet persé noodzakelijk dat alle drie deze wijzen tegelijkertijd worden toegepast. Zo volstaat het in principe telecommunicatieterminal 1 te voorzien van hetzij variabel vertragingscircuit 22, hetzij inrichting 7, hetzij verdere genereermiddelen 24. Met name verdere genereermiddelen 24 zullen echter bij voorkeur in combinatie met één der resterende mogelijkheden worden toegepast. Het beeldtelefoonmodemsignaal is slechts één der vele mogelijke eerste signalen van het vooraf vastgestelde type. Zo zou in een meer digitale omgeving het eerste signaal van het vooraf vastgestelde type ook bijvoorbeeld een bepaalde code kunnen zijn.

Niet in figuur 1 weergegeven is een voor de vakman bekende resetschakeling die in responsie op het door de persoon reageren op het belsignaal van telecommunicatieterminal 1 via bijvoorbeeld het opnemen van de telefoonhoorn het belsignaal uitschakelt. Een dergelijke resetschakeling wordt bijvoorbeeld ondergebracht in telefooncircuit 17 en/of genereermiddelen 23. Verder is de wijze van voeden van verdere genereermiddelen 24 niet in figuur 1 weergegeven. Dit zou bijvoorbeeld kunnen worden gerealiseerd door verdere genereermiddelen 24 aan te sluiten op de respectieve schakelaars 15 en 16.

Inrichting 7 zou eventueel door een analoge inrichting kunnen worden vervangen die dan de van microfoon 8 afkomstige analoge signalen op analoge wijze gedurende het vooraf vastgestelde tijdinterval vertraagd.

De uitvinding betreft dus onder meer een telecommunicatieterminal 1 voor koppeling met een telecommunicatieverbinding 3 en voorzien van - een ontvanginrichting 14, 15, 16, 17 en 20 voor het ontvangen van via de telecommunicatieverbinding arriverende eerste signalen en voor het converteren van deze eerste signalen in eerste akoestische informatie via luidspreker 20, en - een zendinrichting 4, 5, 6 en 8 voor het converteren van tweede akoestische informatie in tweede signalen via microfoon 8 en voor het via de telecommunicatieverbinding verzenden van deze tweede signalen, welke telecommunicatieterminal het kenmerk bezit dat de ontvanginrichting van de telecommunicatieterminal is voorzien van een detectiecircuit 19 voor het detecteren van een eerste signaal van een vooraf vastgesteld type, waarbij de telecommunicatieterminal is voorzien van een met het detectiecircuit gekoppeld activeercircuit 13 voor het in responsie op het gedetecteerde eerste signaal van het vooraf vastgestelde type genereren van een activeersignaal voor het voorkomen van te vroeg verzonden tweede signalen.

Een eerste uitvoeringsvorm van de telecommunicatieterminal volgens de uitvinding bezit het kenmerk, dat de telecommunicatieterminal is voorzien van een met het activeercircuit gekoppeld vertragingscircuit 7 voor het in responsie op het activeersignaal vertragen van de tweede signalen.

Een tweede uitvoeringsvorm van de telecommunicatieterminal volgens de uitvinding bezit het kenmerk, dat de zendinrichting van de telecommunicatieterminal is voorzien van een tijdintervalcircuit 12 voor het in responsie op het activeersignaal activeren van het vertragingscircuit gedurende een tijdinterval en voor het na het verstrijken van dit tijdinterval deactiveren van het vertragingscircuit.

Een derde uitvoeringsvorm van de telecommunicatieterminal volgens de uitvinding bezit het kenmerk, dat het eerste signaal van het vooraf vastgestelde type een modemsignaal is.

Een vierde uitvoeringsvorm van de telecommunicatieterminal volgens de uitvinding bezit het kenmerk, dat het modemsignaal een beeldtelefoonmodemsignaal is.

Een vijfde uitvoeringsvorm van de telecommunicatieterminal volgens de uitvinding bezit het kenmerk, dat de telecommunicatieterminal is voorzien van een met het activeercircuit gekoppeld verder vertragingscircuit 22 voor het in responsie op het activeersignaal vertragen van een via een genereercircuit 23 te genereren belsignaal.

Een zesde uitvoeringsvorm van de telecommunicatieterminal volgens de uitvinding bezit het kenmerk, dat de telecommunicatieterminal is voorzien van een met het activeercircuit gekoppeld verder genereercircuit 24 voor het in responsie op het activeersignaal genereren van een uitwendig waarneembaar indicatiesignaal.

Claims (12)

1. Telecommunicateieterminal voor koppeling met een teleconununicatieverbinding en voorzien van - een ontvanginrichting voor het ontvangen van via de teleconununicatieverbinding arriverende eerste signalen en voor het converteren van deze eerste signalen in eerste akoestische informatie, en - een zendinrichting voor het converteren van tweede akoestische informatie in tweede signalen en voor het via de telecomraunicatieverbinding verzenden van deze tweede signalen, met het kenmerk, dat de ontvanginrichting van de telecomraunicatieterminal is voorzien van een detectiecircuit voor het detecteren van een eerste signaal van een vooraf vastgesteld type, waarbij de telecommunicatieterminal is voorzien van een met het detectiecircuit gekoppeld activeercircuit voor het in responsie op het gedetecteerde eerste signaal van het vooraf vastgestelde type genereren van een activeersignaal voor het voorkomen van te vroeg verzonden tweede signalen.

2. Telecommunicatieterminal volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de telecommunicatieterminal is voorzien van een met het activeercircuit gekoppeld vertragingscircuit voor het in responsie op het activeersignaal vertragen van de tweede signalen.

3. Telecommunicatieterminal volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de zendinrichting van de telecommunicatieterminal is voorzien van een tijdintervalcircuit voor het in responsie op het activeersignaal activeren van het vertragingscircuit gedurende een tijdinterval en voor het na het verstrijken van dit tijdinterval deactiveren van het vertragingscircuit.

4. Telecommunicatieterminal volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat het eerste signaal van het vooraf vastgestelde type een modemsignaal is.

5. Telecomraunicatieterminal volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het modemsignaal een beeldtelefoonmodemsignaal is.

6. Telecommunicatieterminal volgens conclusie 1, 2, 3, 4 of 5, net het kenmerk, dat de telecornmunicatieterminal is voorzien van een met het activeercircuit gekoppeld verder vertragingscircuit voor het in responsie op het activeersignaal vertragen van een via een genereercircuit te genereren belsignaal.

7. Telecommunicatieterminal volgens conclusie 1, 2, 3, 4, 5 of 6, met het kenmerk, dat de telecommunicatieterminal is voorzien van een met het activeercircuit gekoppeld verder genereercircuit voor het in responsie op het activeersignaal genereren van een uitwendig waarneembaar indicatiesignaal.

8. Werkwijze voor het overdragen van spraak tussen een beeldtelefoon en een telecommunicatieterminal, welke werkwijze de stappen omvat van - het door de beeldtelefoon naar de telecommunicatieterminal verzenden van eerste signalen, - het door de telecommunicatieterminal converteren van deze eerste signalen in eerste akoestische informatie, - het door de telecommunicatieterminal converteren van tweede akoestische informatie in tweede signalen, - het door de telecommunicatieterminal naar de beeldtelefoon verzenden van deze tweede signalen, met het kenmerk, dat de werkwijze de stappen omvat van - het door de telecommunicatieterminal detecteren van een eerste signaal van een vooraf vastgesteld type, en - het door de telecommunicatieterminal in responsie op het gedetecteerde eerste signaal van het vooraf vastgestelde type genereren van een activeersignaal voor het voorkomen van te vroeg verzonden tweede signalen.

9. Werkwijze volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de werkwijze de stap omvat van het door de telecommunicatieterminal in responsie op het activeersignaal vertragen van de tweede signalen.

10. Werkwijze volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de werkwijze de stap omvat van het door de telecommunicatieterminal in responsie op het activeersignaal vertragen van de tweede signalen gedurende een tijdinterval en voor het na het verstrijken van dit tijdinterval niet meer vertragen van de tweede signalen.

11. Werkwijze volgens conclusie 8t 9 of 10, met het kenmerk, dat de werkwijze de stap omvat van het door de telecommunicatieterminal in responsie op het activeersignaal vertragen van een te genereren belsignaal.

12. Werkwijze volgens conclusie Θ, 9, 10 of 11, met het kenmerk, dat de werkwijze de stap omvat van het door de telecommunicatieterminal in responsie op het activeersignaal genereren van een uitwendig waarneembaar indicatiesignaal.