NL9401799A - Werkwijze en inrichting voor het reinigen van een droogtunnel. - Google Patents

Description

Korte aanduiding : Werkwijze en inrichting voor het reinigen van een droogtunnel.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het reinigen van een droogtunnel voor het drogen van stenen, waarbij tijdens gebruik van de droogtunnel te drogen stenen ondersteunende transportmiddelen achtereenvolgens door de droogtunnel worden geleid.

Droogtunnels voor het drogen van stenen worden reeds vele tientallen jaren bij steenfabrieken gebruikt. Een probleem, dat hierbij ontstaat, is dat bij het door de droogtunnel transporteren van de stenen afvallend zand en/of gruis op de vloer van de droogtunnel terecht komt en zich daar ophoopt. Na verloop van tijd kan daarbij het op de vloer liggende materiaal in een zodanige hoeveelheid aanwezig zijn, dat dit materiaal de beoogde gelijkmatige en ongestoorde doorgang van de transportmiddelen door de droogtunnel hindert. Op gezette tijden moet dan ook dit op de grond liggend materiaal worden opgeruimd. Hiertoe wordt het transport van stenen door de desbetreffende droogtunnel onderbroken en wordt het op de vloer liggend materiaal onder de inzet van personeel uit de droogtunnel afge-voerd. Enerzijds stoort dit op schadelijke wijze het regelmatig transport van de stenen, niet alleen door de droogtunnel, maar ook in het verdere produktieproces van de stenen. Daarna is het verwijderen van dit materiaal uit de droogtunnel tengevolge van de stoffige en hete atmosfeer in de droogtunnel bijzonder onaangenaam werk.

Met de uitvinding wordt dan ook beoogd een werkwijze van bovengenoemde soort te verkrijgen, waarbij de aan de tot nu toe gebruikelijke onder inzet van personeel uit te voeren werkwijze klevende nadelen kunnen worden vermeden.

Volgens de uitvinding kan dit worden bereikt doordat men tussen een tweetal opeenvolgende transportmiddelen een reinigingsinrichting door de droogtunnel geleidt.

Bij toepassing van de werkwijze volgens de uitvinding kan het transport van de te drogen stenen praktisch ononderbroken plaatsvinden, terwijl gebruik kan worden gemaakt, van een zonder toezicht houdend personeel door de droogtunnel bewegende, in hoofdzaak automatisch werkende reinigingsinrichting met behulp waarvan op effectieve wijze een verwijdering van het desbetreffende materiaal kan worden bewerkstelligd.

Volgens een verder aspect van de uitvinding kan daarbij gebruik worden gemaakt van een inrichting voorzien .van een gestel, dat op soortgelijke wijze door een droogtunnel kan worden geleid als een stenen ondersteunend transportmiddel, terwijl op het gestel een zuiginstallatie is aangebracht voor het opzuigen van uit de droogtunnel te verwijderen materiaal.

Voor het verplaatsen van een dergelijke inrichting door de droogtunnel hoeven in de droogtunnel geen speciale voorzieningen te worden getroffen, terwijl met de inrichting een effectieve verwijdering van het materiaal uit de droogtunnel te verwezenlijken is.

De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van bijgaande figuren.

Figuur 1 toont schematisch een doorsnede over een droogtunnel met zich daarin bevindende transportmiddelen en een tussen deze transportmiddelen schematisch weergegeven uitvoeringsvoorbeeld van een inrichting volgens de uitvinding.

Figuur 2 toont schematisch een zijaanzicht op de in figuur 1 weergegeven inrichting.

Figuur 3 toont schematisch een bovenaanzicht op de in figuur 1 weergegeven inrichting.

Figuur 4 toont schematisch de opstelling van enige naast elkaar opgestelde droogtunnels waarbij in de figuur is aangeduid hoe resp. de transportmiddelen voor de stenen en de inrichting volgens de uitvinding door de droogtunnels kunnen worden geleid.

Figuur 1 toont schematisch een langsdoorsnede over een deel van een droogtunnel 1 op de vloer 2 waarvan gebruikelijk rails 3 zijn aangebracht. Over de rails 3 zijn transportmiddelen 4 verrijdbaar in de vorm van door wielen 5 ondersteunde frames 6, waarop rekken 7 staan voor het ondersteunen van te drogen stenen 8. Dergelijke transportmiddelen worden tijdens gebruik van de droogtunnel in de richting volgens pijl A door de droogtunnel verplaatst, waarbij gedurende het transport van de transportmiddelen door de droogtunnel de door de transportmiddelen ondersteunde stenen 8 worden gedroogd.

Zoals verder nog uit figuur 1 duidelijk zal zijn steken de frames 6 voor en achter de wagen buiten de de stenen 8 ondersteunende rekken 7 uit, waarbij de buiten de rekken uitstekende delen van de transportmiddelen of droogwagens tegen elkaar aan kunnen liggen, zodat de opvolgende droogwagens 4 elkaar kunnen voortduwen.

Het in droogtunnels drogen van stenen onder gebruikmaken van dergelijke droogwagens is reeds vele tientallen jaren algemeen bekend en zal dan ook geen uitgebreide nadere toelichting behoeven.

Volgens de uitvinding kan nu, zoals ook weergegeven in figuur 1, tussen opvolgende stenenwagens een reinigingsinrichting 9 worden opgesteld. Deze reinigingsinrichting 9 omvat een door wielen 10 ondersteund gestel 11. De opstelling van de wielen 10 is daarbij zodanig, dat de inrichting 9 met behulp van de wielen 10 op de rails 3 kan worden afgesteund en langs de rail 3 kan worden verreden.

Verder is het gestel 11 aan zijn voorzijde en achterzijde voorzien van buffer- of aanslagorganen 12, die ten minste nagenoeg op dezelfde hoogte liggen als de frames 6 van de droogwagens 4, zodat bij de opstelling van de reinigingsinrichting 9 tussen opvolgende droogwagens 4 deze buffers tegen de naar de reinigingsinrichting 9 toegekeerde uiteinden van de frames 6 van de aan weerszijden van de reinigingsinrichting opgestelde droogwagens 4 kunnen aankomen en zo de drooginrichting op dezelfde wijze als de droogwagens 4 door de droogtunnel 1 kan worden verreden.

Gezien in de beoogde verplaatsingsrichting volgens pijl A is de reinigingsinrichting van de weergegeven uitvoeringsvorm voorzien van een viertal naast elkaar opgestelde zuigmondstukken 13, die via leidingen 14 zijn aangesloten op een ventilator en fiHerinrichting 15. De tijdens bedrijf de fi Herinrichting verlatende lucht kan via een geluiddemper 16 worden afgevoerd. In de fiHerinrichting afgescheiden materiaal kan worden opgevangen in een deel van de reinigingsinrichting uitmakende bunker 17, die geleegd kan worden door een nabij de onderzijde van de bunker aangebrachte door kleppen 18 afsluitbare opening.

Het zal duidelijk zijn, dat tijdens bedrijf, bij verplaatsing van de reinigingsinrichting in de richting volgens de pijl A aan weerszijden van de rails 3 op de vloer 2 liggend materiaal met behulp van de zui gmondstukken 13 kan worden opgezogen, doordat met een deel van de ventilator- en fiHerinrichting uitmakende ventilator een onderdruk wordt opgewekt in de zuigmondstukken 13 en de daarop aangesloten leidingen 14.

Het opgezogen materiaal zal in de ventilator- en filterinrichting worden afgescheiden en in de bunker 17 worden opgevangen om op een geschikt tijdstip daaruit via de door deksels 18 afsluitbare opening weer te worden afgevoerd.

Het zal duidelijk zijn, dat door op gezette tijden de reinig-ingsinrichting tussen een tweetal elkaar opvolgende droogwagens 4 te pl aatsen en met de droogwagens 4 door de droogtunnel 1 te voeren een effectieve reiniging van de droogtunnel kan worden bewerkstelligd, zonder dat de droogtunnel voor het drogen van stenen buiten bedrijf moet worden gesteld en zonder dat het nodig is, dat de inrichting bedienend personeel in de droogtunnel binnentreedt. De inrichting zal immers zijn voorzien van zijn eigen aandrijfeenheid voor het aandrijven van de ventilator en zal verder op dezelfde wijze door de droogtunnel worden geleid als de daarvoor en daarachter bewegende droogwagens 4.

In figuur 4 is nog schematisch een bovenaanzicht gegeven van een aantal naast elkaar opgestelde droogtunnels 1, 1' en V'.

Zoals met behulp van een pijl B is aangeduid kunnen de droogwagens langs een baan in de richting volgens pijl B naar de droogtunnels worden gereden en na het passeren van een van de droogtunnels langs een verdere baan in richting volgens pijl C worden afgevoerd. Evenwijdig aan de droogtunnels is tussen beide bovengenoemde banen een omleidspoor 19 voor de reinigingsinrichting aangebracht. De drooginrichting kan, indien niet in gebruik, op dit reinigingsspoor 19 geparkeerd worden. Verder kan, zoals met pijlen D aangeduid, de drooginrichting na het passeren van een van de tunnels 1, 1', l1' vanaf het ene einde van de droogtunnels via het omleidspoor 19 worden teruggevoerd naar het andere einde van de droogtunnels om vervolgens door een gewenste droogtunnel te worden verplaatst.

In het bovenstaande is de uitvinding toegelicht aan de hand van droogtunnels, waarin de droogwagens aan een einde worden ingereden en aan het andere einde worden uitgereden. Het zal echter duidelijk zijn, dat de inrichting volgens de uitvinding ook toegepast kan worden bij zogenaamde droogkamers, dat wil zeggen droogruimtes, die slechts aan een uiteinde toegankelijk zijn. Bij gebruik van dergelijke droogkamers worden de droogwagens of dergelijke vanaf dit ene uiteinde in de droogkamer ingereden voor hét drogen van de stenen en, indien de stenen in voldoende mate gedroogd zijn, worden de droogwagens via ditzelfde uiteinde van de droogkamer weer uit de droogkamer gereden.

Nadat zo de droogwagens uit de droogkamer zijn uitgereden kan de reinigingsinrichting in de droogkamer worden heen en weer gereden voor het reinigen van de droogkamer, waarna weer droogwagens in de droogkamer kunnen worden ingereden.

Claims (9)

1. Werkwijze voor het reinigen van een droogtunnel voor het drogen van stenen, waarbij tijdens gebruik van de droogtunnel de te drogen stenen ondersteunende transportmiddelen achtereenvolgens door de droogtunnel worden geleid, met het kenmerk, dat men tussen een tweetal opeenvolgende transportmiddelen een reinigingsinrichting door de droogtunnel geleidt.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat men met behulp van de reinigingsinrichting op de vloer van de droogtunnel liggend materiaal opzuigt.

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat men de reinigingsinrichting en de te drogen stenen ondersteunende transportmiddelen langs dezelfde geleidingsmiddelen door de droogtunnel geleid.

4. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een reinigingsinrichting door een droogtunnel wordt geduwd met behulp van een achter de reinigingsinrichting aanbewegend transportmiddel.

5. Werkwijze voor het reinigen van een droogkamer voor het drogen van stenen, waarbij tijdens gebruik van de droogkamer de te drogen stenen ondersteunende transportmiddelen vanaf een uiteinde in de droogkamer worden ingebracht en na het drogen via genoemd uiteinde van de droogkamer uit de droogkamer worden verwijderd, met het kenmerk, dat nadat de droogkamer is leeggemaakt een reinigingsinrichting door de droogkamer wordt heen en weer gereden,en daarna weer te drogen stenen in de droogkamer worden ingebracht.

6. Inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, voorzien van een gestel, dat op soortgelijke wijze door een droogtunnel of droogkamer kan worden geleid als een stenen ondersteunend transportmiddel, terwijl op het gestel een afzuiginstallatie is aangebracht voor het opzuigen vanuit de droogkamer te verwijderen materiaal.

7. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de inrichting is voorzien van enige, gezien in de beoogde verplaatsings-richting van de inrichting naast elkaar gelegen zuigmonden.

8. Inrichting volgens conclusie 6 of 7, met het kenmerk, dat de inrichting is voorzien van een bunker voor het opnemen van opgezogen materiaal.

9. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies 6-8, met het kenmerk, dat de inrichting is voorzien van een door loopwielen ondersteund gestel.