NL9401718A - Kantoormeubel. - Google Patents

Kantoormeubel. Download PDF

Info

Publication number
NL9401718A
NL9401718A NL9401718A NL9401718A NL9401718A NL 9401718 A NL9401718 A NL 9401718A NL 9401718 A NL9401718 A NL 9401718A NL 9401718 A NL9401718 A NL 9401718A NL 9401718 A NL9401718 A NL 9401718A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
office furniture
furniture according
table top
tube
attached
Prior art date
Application number
NL9401718A
Other languages
English (en)
Inventor
Alexander Antonius Hen Dankers
Wolfgang Mueller-Deisig
Original Assignee
Assenburg Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Assenburg Bv filed Critical Assenburg Bv
Priority to NL9401718A priority Critical patent/NL9401718A/nl
Priority to US29/037,694 priority patent/USD371703S/en
Priority to US29/037,648 priority patent/USD371699S/en
Priority to EP95202594A priority patent/EP0707807A3/en
Publication of NL9401718A publication Critical patent/NL9401718A/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A47FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47BTABLES; DESKS; OFFICE FURNITURE; CABINETS; DRAWERS; GENERAL DETAILS OF FURNITURE
    • A47B13/00Details of tables or desks
    • A47B13/02Underframes
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A47FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47BTABLES; DESKS; OFFICE FURNITURE; CABINETS; DRAWERS; GENERAL DETAILS OF FURNITURE
    • A47B37/00Tables adapted for other particular purposes
    • A47B2037/005Tables specially adapted for laboratories
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A47FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47BTABLES; DESKS; OFFICE FURNITURE; CABINETS; DRAWERS; GENERAL DETAILS OF FURNITURE
    • A47B2200/00General construction of tables or desks
    • A47B2200/0011Underframes
    • A47B2200/0012Lateral beams for tables or desks

Landscapes

  • Furniture Connections (AREA)

Description

Korte aanduiding : Kantoormeubel.
De uitvinding heeft betrekking op een kantoormeubel voorzien van een tafelblad en het tafelblad ondersteunende poten.
Bij dergelijke kantoormeubelen vormen de het tafelblad ondersteunende poten in het algemeen een een geheel zijnd gestel, waaraan het tafelblad met behulp van schroeven of bouten is bevestigd. Bij een bepaalde afmeting van een tafelblad behoort een bepaald gestel en dientengevolge moeten voor verschillende afmetingen bezittende meubels verschillende gestellen en verschillende tafelbladen worden vervaardigd. Een dergelijk systeem voor het vervaardigen van kantoormeubelen is weinig flexibel en duur.
Volgens de uitvinding zijn nu de afzonderlijke langgestrekte poten verbonden met afzonderlijk de poten onderling verbindende, het tafelblad dragende buizen, terwijl het tafelblad losmaakbaar aan de buizen is bevestigd met behulp van snelsluitingen.
Door toepassing van de constructie volgens de uitvinding kan onder gebruikmaking van een aantal standaard onderdelen een grote variatie van kantoormeubelen worden opgebouwd. Daarbij is het tafelblad, bijvoorbeeld in geval van beschadiging, of indien het gewenst is om een tafelblad van andere kwaliteit of maat aan te brengen, gemakkelijk door een ander tafelblad te verwisselen, daar het tafelblad op eenvoudige en snelle wijze van de het tafelblad ondersteunende buizen te verwijderen resp. aan deze buizen te bevestigen is.
De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van enige in bijgaande figuren schematisch weergegeven mogelijke uitvoeringsvormen van de constructie volgens de uitvinding.
Figuur 1 toont in perspectief een uitvoeringsvorm van een kantoormeubel volgens de uitvinding in de vorm van een tafel.
Figuur 2 toont op grotere schaal een zijaanzicht op figuur 1.
Figuur 3 toont in perspectief een tweede uitvoeringsvorm van een kantoormeubel volgens de uitvinding in de vorm van een tafel.
Figuur 4 toont een zijaanzicht op het het tafelblad ondersteunende gestel van de in figuur 3 weergegeven tafel.
Figuur 5 toont een zijaanzicht op de in figuur 3 weergegeven tafel, waarbij de tafel met een verder tafelblad is uitgebreid.
Figuur 6 toont een met figuur 5 overeenkomend zijaanzicht waarbij de tafelbladen op verschillende niveau's zijn aangebracht.
Figuren 7 en 8 tonen verdere mogelijke uitvoeringsvormen van een kantoormeubel volgens de uitvinding.
Figuur 9 toont een klemstuk v.oor het aan elkaar bevestigen van delen van een een tafelblad ondersteunend gestel.
Figuur 10 toont een uiteinde van een deel van een gestel uitmakend buisstuk waarin het klemstuk 'volgens figuur 9 kan worden ingeschoven.
Figuur 11 toont op grotere schaal een aanzicht op het uiteinde van het in figuur 10 getoonde buisstuk met het daarin aangebrachte in figuur 9 afgebeelde klemstuk.
Figuur 12 toont een klemmechanisme voor het aan een buis bevestigen van een zich haaks op deze buis uitstrekkende verdere buis.
Figuur 13 toont in bovenaanzicht een deel van het in figuur 13 weergegeven klemmechanisme.
Figuur 14 toont een aanzicht op figuur 13, gezien in de richting volgens pijl XIV in figuur 13.
Figuur 15 toont in perspectief een gestel voor een meubel, dat is samengebouwd onder gebruikmaken van het in figuur 13 afgebeelde klemmechani sme.
Figuur 16 toont een zijaanzicht op een deel van een poot van een meubel volgens de uitvinding.
Figuur 17 toont een bovenaanzicht op figuur 16.
Figuren 18 en 19 tonen bovenaanzichten op uitvoeringsvoorbeelden van poten voor gebruik bij een kantoormeubel volgens de uitvinding.
Figuur 20 toont een bovenaanzicht op een deel van het gestel van het in figuur 17 weergegeven kantoormeubel.
Figuur 21 toont een zijaanzicht op figuur 20, gezien volgens de pijl XXI in figuur 20.
Figuur 22 toont een zijaanzicht op een deel van figuur 20, gezien in de richting volgens pijl XXII in figuur 20.
Figuur 23 toont een met figuur 20 overeenkomend bovenaanzicht van een verdere uitvoeringsvorm.
Figuur 24 toont een zijaanzicht op figuur 23.
Figuur 25 toont schematisch in onderaanzicht de bevestiging van tafelbladen aan een poot.
Figuur 26 toont een zijaanzicht op een steun.
Figuur 27 toont een bovenaanzicht op figuur 26.
Figuur 28 toont een zijaanzicht op een band voor het bevestigen van een blad aan een gestel.
Figuur 29 toont een bovenaanzicht op figuur 28.
Figuur 30 toont de in figuren 28 en 29 afgebeelde band in gebruik.
Figuren 31 en 32 tonen een onder een tafelblad opgehangen kabelgoot in twee verschillende standen.
Figuren 33-35 tonen in perspectief kabel geleidingselementen.
Figuur 36 toont een aanzicht op een aan een grondplaat ge koppelde kabel geleidingselement volgens figuur 33.
Figuur 37 toont een bovenaanzicht op figuur 36.
Figuur 38 toont een deel van een tafelblad met scharnierend daaraan gekoppelde plank.
Figuur 39 toont een met figuur 38 overeenkomend aanzicht met gedeeltelijk opgeklapte plank.
Figuur 40 toont een met figuur 38 overeenkomend aanzicht met geheel opgeklapte plank.
Figuur 41 toont een uitvoeringsvorm van een uit twee delen bestaand aankoppel orgaan, gedeeltelijk in doorsnede en gedeeltelijk in aanzicht.
Figuur 42 toont het in figuur 41 afgebeelde aankoppelorgaan, waarin de beide delen ten opzichte van de in figuur 41 afgebeelde stand verdraaid ten opzichte van elkaar zijn afgebeeld.
Figuur 43 toont een met figuur 19 overeenkomend aanzicht op een kolom met daaraan bevestigde delen van het in figuren 41 en 42 afgebeelde aankoppelorgaan.
Aan de hand van de figuren 1-8 zal eerst een meer algemene opbouw van verschillende mogelijke uitvoeringsvormen van een kantoormeubel volgens de uitvinding worden beschreven, terwijl daarna nader zal worden ingegaan op bepaalde constructieve details van de constructie van deze kantoormeubelen. Daarbij zijn in de verschillende figuren met elkaar overeenkomende delen met dezelfde verwijzingscijfers aangeduid, waarbij deze delen voor de verschillende figuren niet steeds opnieuw zullen worden beschreven.
In figuur 1 is een kantoormeubel 1 in zijn eenvoudigste vorm als tafel weergegeven. De tafel is voorzien van een viertal poten 2, die ieder worden gevormd door een tweetal telescopisch ten opzichte van elkaar verschuifbare en in gewenste standen instelbare buizen 3 en 4.
Aan de boveneinden van de poten 2 zijn hoekstukken 5 aangebracht, die zijn voorzien van een tweetal een stompe hoek met elkaar insluitende delen 6 en 7 (figuur 4), die met klempassing in de boveneinden van de buizen 3 resp. in de uiteinden van een horizontaal verlopende een tweetal poten 2 met elkaar verbindende verbindingsbuis 8 zijn gestoken.
De tafel omvat een tweetal samenstellen, ieder opgebouwd uit een tweetal poten 2 en een de poten verbindende verbindingsbuis 8, terwijl deze beide samenstellen zijn verbonden met behulp van zich tussen de hoekstukken 5 van de samenstellen uitstrekkende, horizontaal en evenwijdig aan elkaar verlopende buizen 9, die op hieronder nog nader te omschrijven wijze aan de hoekstukken 5 zijn bevestigd.
Op de buizen 9 rust een tafelblad 10, dat op hieronder nog nader te beschrijven wijze met behulp van snelsluitingen aan de buizen 9 is vastgezet.
Bij het in de figuren 3 en 4 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld zijn aan een lange zijde van de tafel de schuinstaande poten volgens het eerste uitvoeringsvoorbeeld vervangen door verticaal staande poten 11, die eveneens zijn opgebouwd uit een tweetal telescopisch ten opzichte van elkaar verschuifbare en instelbare delen 12 en 13. Voor de bevestiging van een verbindingsbuis 8 aan een poot 11 wordt gebruik gemaakt van een hoekstuk 14, dat op soortgelijke wijze als hierboven voor de hoekstukken 5 is beschreven, met de buis 8 is verbonden, terwijl dit hoekstuk verder een verticaal verlopend been 15 omvat met behulp waarvan het hoekstuk op een gewenste hoogte aan het hieronder nog nader te beschrijven deel 12 van de poot 11 kan worden bevestigd.
Verder is in het in figuur 3 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld in het verlengde van het tafelblad een zich langs een langsrand van het tafelblad uitstrekkende plank 16 aangebracht, die op nog nader te beschrijven wijze ten opzichte van het tafelblad 10 omhoog te zwenken is.
Zoals in figuur 5 is weergegeven kunnen aan weerszijden van de kolom hoekstukken 14 worden aangebracht met met deze hoekstukken verbonden verbindingsbuizen 8 en aan de van de hoekstukken 14 afgekeerde einden van de verbindingsbuizen 8 aangebrachte poten 2, zodat het zo opgebouwde gestel een tweetal in eikaars verlengde gelegen tafelbladen 10 kan ondersteunen, en, indien gewenst, ook een tussen deze tafelbladen opgestelde plank 16, die met een van deze tafelbladen scharnierend is gekoppeld.
Zoals verder uit figuur 6 duidelijk zal zijn kunnen aan weerszijden van een poot 11 aangebrachte steunen 15 op verschillende hoogtes met de desbetreffende poot van de tafel worden verbonden, zodat de beide tafelbladen 10 op verschillende niveau's kunnen worden opgesteld.
Figuur 7 toont een uitvoeringsvorm van een kantoormeubel voorzien van een tweetal zich haaks op elkaar uitstrekkende tafelbladen 10. De vrije uiteinden van deze tafelbladen worden op soortgelijke wijze ondersteund als bij de uitvoeringsvorm in figuur 3.
In het hoekpunt van het kantoormeubel worden de tafelbladen op hieronder nog nader te omschrijven wijze ondersteund door een kolom 17. De kolom 17 is opgebouwd uit een onderste de tafelbladen ondersteunend deel 18 en soortgelijke het onderste deel 18 verlengende delen 19 en 20, die naar wens kunnen worden aangebracht. Zoals schematisch in figuur 7 is aangeduid kunnen met behulp van aan deze verlengingsdelen 19 en/of 20 bevestigde steunen 21 verdere tafelbladen 22, boekenplanken of dergelijke worden aangebracht.
Op soortgelijke wijze kunnen, zoals schematisch in figuur 7 aangeduid, de poten 11 worden verlengd met overeenkomend met de poten gevormde verlengstukken 23, waarbij tussen de verlengstukken 19, 20 en 23 bijvoorbeeld met behulp van geschikte steunen 21 boekenplanken of dergelijke kunnen worden aangebracht.
Figuur 8 toont een met figuur 7 min of meer overeenkomende uitvoeringsvorm, waarbij in figuur 8 is aangeduid, dat de plaats van rechthoekige tafelbladen ook anders gevormde tafelbladen 24 kunnen worden benut.
Figuur 9 toont een zijaanzicht op een klemstuk 25 met bèhulp waarvan een buis 9 aan een hoekstuk 5 of 14 kan worden bevestigd. Het klemstuk 25 wordt gevormd door een langgestrekt lichaam, dat aan twee diametraal tegenover elkaar liggende zijden wordt begrensd door vlakke kanten 26, die onderling verbonden zijn door gebogen begrenzingsvlakken 27 met een kromtestraal ten minste nagenoeg gelijk aan de helft van de inwendige diameter van de buis 9. Aan een uiteinde is het klemstuk 25 voorzien van een taps verlopend gedeelte 28, waarin een zich in de lengterichting van het klemstuk 25 uitstrekkend, van schroefdraad voorzien gat 29 is aangebracht. Dit konische uiteinde 28 kan worden ingestoken in een overeenkomstig gevormde uitsparing in het hoekstuk 5, waarop het klemstuk 25 met een in het van schroefdraad voorziene gat 29 te schroeven bout aan dit hoekstuk kan worden vastgeklemd, zodanig dat het klemstuk over het grootste gedeelte van zijn lengte buiten het hoekstuk 5 uitsteekt.
Het van schroefdraad voorziene gat 29 mondt uit in een zich in de lengterichting van het klemstuk 25 uitstrekkende boring 30 van grotere diameter. Verder is in het klemstuk een zich in de lengterichting van het klemstuk uitstrekkende sleuf 31 gevormd, die excentrisch ten opzichte van de hartlijn van het klemstuk is opgesteld, zodanig, dat een zich in de lengterichting van het klemstuk uitstrekkende vleugel 32 is gevormd, die slechts met een ten opzichte van het overige gedeelte van de vleugel 32 verdund uitgevoerd verbindingsgedeelte 33 met het resterende deel van het klemstuk is verbonden.
Diametraal tegenover de vleugel 32 zijn in het klemstuk een drietal van schroefdraad voorziene boringen 34 aangebracht.
Zoals verder is weergegeven in figuur 10 zijn in de uiteinden van de aan de hoekstukken vast te zetten buizen 9 zich in de lengterichting van de desbetreffende buizen uitstrekkende sleufgaten 35 aangebracht.
Het in figuur 9 afgebeelde klemstuk kan nu in een buis worden geschoven zodanig, dat een tweetal van schroefdraad voorziene gaten 34 ter hoogte van het sleufgat 35 komen te liggen. Daarop kunnen door het sleufgat bouten 36 worden gestoken en in de van schroefdraad voorziene gaten 34 worden geschroefd, zodanig, dat de uiteinden van deze bouten aan komen te liggen tegen het naar de boutgaten 34 toegekeerde begrenzingsvlak van de vleugel 32.
Door stevig aandraaien van de bouten 36 zal het klemstuk 25, zoals aangeduid in figuur 11, ten minste langs een viertal zich in de lengterichting van de buis 9 uitstrekkende contactlijnen tegen de binnenwand van de buis 9 worden geklemd.
De lengte van het sleufgat 35 is zodanig, dat juist een tweetal naast elkaar gelegen van schroefdraad voorziene gaten 34 via het sleufgat 35 toegankelijk zijn voor het inschroeven van de bouten 36. Het zal duide- lijk zijn, dat door het aanbrengen van een drietal op gelijke onderlinge afstand van elkaar gelegen van schroefdraad voorziene gaten 34 door verschuiven van het klemstuk in de lengterichting van de desbetreffende buis 9 het klemstuk in een tweetal verschillende standen ten opzichte van het buisstuk 9 kan worden vastgezet zodat zo op eenvoudige wijze een instelling van de afstand tussen de met behulp van de buis 9 met elkaar te verbinden poten te bewerkstelligen is.
Figuren 12-14 tonen een klemmechanisme 37, met behulp waarvan een tweetal haaks op elkaar staande buizen 9 (figuur 15) met elkaar kunnen worden verbonden. Het klemmechanisme omvat een uit twee in eikaars verlengde liggende delen 38 en 39 opgebouwde schacht. Het een grotere diameter bezittende gedeelte 39 is voorzien van uitwendige schroefdraad. Op een uiteinde van de schacht 38, 39 sluit een een geheel met deze schacht vormende en vanaf het uiteinde van de schacht uitstekende schaal 40 aan. Zoals in het bijzonder duidelijk zal zijn uit de figuur 12 heeft deze uitstekende schaal 40 een gekromd verloop om een de hartlijn van de schacht loodrecht snijdende of kruizende hartlijn.
Verder is in de schacht een zich in de lengterichting van de schacht uitstrekkende sleuf 41 gevormd, waarin een klemspie 42 verschuifbaar is opgenomen. De klemspie 42 is voorzien van een uitstekende neus 43, die is gelegen in een groef 44, die is aangebracht in een op het van schroefdraad voorziene gedeelte 39 van de schacht geschroefde klemmoer 45. Verder loopt het vrije uiteinde van de klemspie 42 enigszins taps toe doordat het naar de schaal 40 toegekeerde begrenzingsvlak van dit uiteinde van de spie 42 zich in de richting van het vrije uiteinde van de spie in een van de schaal 40 afgekeerde richting uitstrekt.
Verder zijn in het schachtgedeelte 38 enige een hoek met elkaar insluitende van schroefdraad voorziene boringen 46 aangebracht.
Een van de met elkaar te verbinden buizen 9 kan nu over het schachtgedeelte 38 worden geschoven tot het vrije uiteinde van de desbetreffende buis aan komt te liggen tegen de borst gevormd bij de overgang tussen de schachtgedeelten 38 en 39. De desbetreffende buis kan dan aan het schachtgedeelte 38 worden vastgezet met behulp van bouten, die door daartoe in het desbetreffende buis aangebrachte gaten worden gestoken en in de van schroefdraad voorziene gaten 46 worden geschroefd.
De schaal 40 kan bovenop de andere van de beide met elkaar te verbinden buizen 9 worden gelegd, waarna door het verdraaien van de moer 45 het taps toelopende uiteinde van de klemspie 42 onder de desbetreffende buis kan worden geschoven en zo een vastklemmen van de desbetreffende buis tussen de schaal 40 en het uiteinde van de klemspie 42 kan worden bewerkstelligd.
In figuren 4 en 16 is een aanzicht afgebeeld op het strukturele deel van het deel 12 van een poot 11 onder weglating van de dit strukturele deel afdekkende, in figuur 3 weergegeven afdekplaten 47. Zoals uit figuren 16-18 duidelijk zal zijn is dit strukturele deel van het pootdeel 12 opgebouwd uit een tweetal gelijke, uit plaatmateriaal gevouwen gedeelten 48 en 49. Daarbij is ieder gedeelte voorzien van een lijf 50 op een uiteinde waarvan een zich loodrecht op het lijf uitstrekkende flens 51 aansluit. Het vrije einde van de flens is omgebogen voor het vormen van een rand 52. Op de van de flens 51 afgekeerde langsrand van het lijf 50 sluit een over een hoek van 45° ten opzichte van dit lijf 50 afgebogen flens 53 aan, die aan zijn van het lijf 50 afgekeerde langsrand overgaat in een verdere een hoek van 90° met de flens 53 insluitende flens 54.
Zoals uit figuren 17 en 18 duidelijk zal zijn zijn daarbij de beide gedeelten 48 en 49 met elkaar verbonden door de omgebogen randen 52 van de flenzen, bijvoorbeeld met behulp van puntlassen, te bevestigen aan de lijven 50, zodanig, dat delen van de lijven 50 en de flenzen 51 een holle koker vormen. Zoals verder uit figuur 16 duidelijk zal zijn zijn in de lijven 50 boven elkaar gelegen gaten 55 aangebracht, terwijl in de flenzen 53 en 54 boven elkaar gelegen gaten 56 zijn aangebracht.
In het kokervormige deel van het pootgedeelte 12 wordt een aan een voetplaat 57 van de poot 11 (figuur 4) bevestigde staander 58 van het pootdeel 13 verschuifbaar opgenomen. Daarbij kan deze staander 58 in een gewenste stand ten opzichte van het pootdeel 12 worden vastgezet met behulp van door de gaten 55 te steken pennen of bouten of dergelijke.
De staander 58 is verder af gedekt met behulp van aan de voetplaat 57 bevestigde dekplaten 59, die, in figuren 17 en 18 in bovenaanzicht gezien, vallen binnen de ruimtes begrensd door de flenzen 51, 53 en 54.
De dekplaten 47 kunnen onder gebruikmaking van over de flenzen 53 en 54 geschoven veerkrachtige bevestigingsbeugels 60 met het pootdeel 12 worden gekoppeld, zoals weergegeven in figuur 18.
Een verlengstuk 23 (figuur 7) heeft dezelfde opbouw als een pootdeel 12 en daarbij wordt het pootdeel 12 met een verlengstuk 23 resp. de verlengstukken 23 onderling met elkaar verbonden door een koppelstuk, dat past in de door de delen 50 en 51 gevormde kokers en dat aan deze kokers kan worden vastgezet met behulp van door de gaten 55 te voeren bouten.
Het onderste deel 18 van de in figuur 7 weergegeven kolom 17 is op soortgelijke wijze als de poot 11 opgebouwd uit een tweetal telescopisch van elkaar verschuifbare delen, waarbij de opbouw van het zich op de grond afsteunende deel 61 in principe overeenkomt met de opbouw van het zich op de grond afsteunende pootdeel 13 van de poot 11.
Het strukturele deel van het onderste deel 18 van de kolom 17 waaraan de tafelbladen en dergelijke worden bevestigd is nader weergegeven in figuur 19.
Zoals in figuur 19 is weergegeven omvat dit strukturele deel een tweetal zich evenwijdig aan elkaar uitstrekkende plaatvormige delen 61 en 62, die onderling zijn verbonden door tussen deze plaatvormige delen opgestelde U-vormige profielen 63 en 64. Zoals uit figuur 19 duidelijk zal zijn vormen delen van de plaatvormige delen 61 en 62 en de profielen 63 en 64 een kokervormig orgaan, waarin het strukturele deel van het zich op de grond afsteunende deel 61 van het gedeelte 18 van de kolom 17 verschuifbaar en instelbaar kan worden opgenomen.
Op de langsranden van de plaatvormige delen 61 en 62 sluiten een geheel met deze plaatvormige delen vormende flenzen 65 aan, die zich vanaf hun aansluitranden op de desbetreffende plaatvormige delen onder een hoek van 45° in een naar elkaar toegekeerde richting uitstrekken. De flenzen zijn weer voorzien van gaten voor het daaraan bevestigen van verdere onderdelen, zoals hieronder nader zal worden uiteengezet. Tevens zijn ook hier op soortgelijke wijze als hieronder uiteengezet aan de hand van figuren 16-18 afdekplaten 47 aangebracht.
Figuren 20-22 tonen een gesteldeel, dat aan de kolom 17 is bevestigd voor het ondersteunen van de tafelbladen.
Het gesteldeel omvat een horizontaal verlopende balk 66, die met behulp van een zich loodrecht op de balk 66 uitstrekkend verbindingsstuk 67 is verbonden met een zich evenwijdig aan, en in bovenaanzicht (figuur 20) gezien in het verlengde van de balk 66 liggende balk 68. Verder sluit op de onderzijde van de balk 66 een uiteinde aan van een zich vanaf de balk 66 schuin naar beneden toe uitstrekkende schoorbalk 69.
Aan de uiteinden van de balken 68 en 69 zijn in een vlak met elkaar gelegen, zich loodrecht op de lengterichting van de balk 68 uitstrekkende verbindingsplaten 70 bevestigd met behulp van verbindingsruggen 71.
Verder is aan het van de balk 66 afgekeerde einde van de balk 69 een zich vanaf de balk 69 omhoog uitstrekkende stang 70' bevestigd, die zich tot boven de balk 68 uitstrekt en ook aan deze balk 68 is vastgezet. Aan het vrije uiteinde van de balk 66 zijn de uiteinden van in een vlak met de balk 66 gelegen balken 72 bevestigd, die een hoek van ongeveer 45° met de balk 66 insluiten. Aan de vrije uiteinden van de balken 72 zijn zich loodrecht op deze balken 72 uitstrekkende balken 73 bevestigd. Nabij de van de balken 72 afgekeerde einden van de balken 73 zijn de balken 73 met de balk 66 verbindende verbindingsbalken 74 aangebracht.
Aan de balken 72 zijn verder koppelstukken 75 aangebracht voor het daaraan bevestigen van onder de tafelbladen verlopende balken 9.
Langs de stang 70' is een slechts in figuur 20 afgebeelde ver-bindingsbeugel 77 in hoogterichting verschuifbaar en op iedere gewenste plaats met behulp van niet gedetailleerd weergegeven middelen aan de stang 70' vast te klemmen, dit naar keuze zowel op het gedeelte gelegen tussen de balken 69 en 68 als op het boven de balk 68 uitstekende gedeelte van de stang 70'.
Zoals uit figuur 20 duidelijk zal zijn heeft de verbindings-beugel een tweetal aan weerszijden van de stang 70' gelegen gekromde armen 78. Aan de uiteinden van deze armen zijn profiel stukken 79 bevestigd.
Het in de figuren 20-22 weergegeven gesteldeel kan nu aan de kolom 17 worden bevestigd, door de verbindingsflenzen 70 met behulp van bouten of dergelijke vast te zetten aan een van flenzen 65 (figuur 19). Daarnaast kunnen de verbindingsprofielen 79 worden vastgezet aan de flenzen 65, die aan weerszijden van de flens 65 waaraan de platen 77 zijn vastgezet, zijn gelegen. Met behulp van de zo via de profielen 79 aan de desbetreffende flenzen 65 en aan de staaf 70' vastgeklemde verbindingsbeugel 77 wordt een verdraaien van het in de figuren 20-22 weergegeven gesteldeel ten opzichte van de kolom 1 om een zich in de lengterichting van de kolom uitstrekkende as tegengegaan.
De vorm van het aan de kolom 17 te bevestigen gesteldeel kan worden aangepast aan de vorm van de te ondersteunen bladen en/of aan de hoek, welke op de kolom aansluitende bladen met elkaar insluiten. Zo tonen figuren 23 en 24 een uitvoeringsvorm van een dergelijk gesteldeel, waarbij op het vrije uiteinde van de gestelbalk 66 een tweetal korte gestel bal ken 80 aansluit, die zich onder een stompe hoek ten opzichte van de gestelbalk 66 in een van de gestelbalk 68 afgekeerde richting uitstrekken. Op de vrije uiteinden van de gestelbalken 80 zijn zich loodrecht op deze gestelbalken 80 uitstrekkende gestelbalken 81 aangesloten, die met behulp van ver-bindingsbalken 82 eveneens met de gestelbalk 66 zijn verbonden. Op de van de balken 80 afgekeerde uiteinden van de balken 81 sluiten zich evenwijdig aan de balken 80 uitstrekkende balkdelen 83 aan.
Het zal duidelijk zijn, dat zo meerdere variaties denkbaar zijn, waarbij echter de verbinding van de gesteldelen met behulp van de onderdelen 70 en 77 aan de kolom 17 steeds gelijk zal zijn.
Zoals weergegeven in de figuur 25 kunnen tafelbladen 22 ook met behulp van nader in figuren 26 en 27 weergegeven hoeksteunen 84 aan de kolom 17 worden bevestigd. De uit plaatmateriaal vervaardigde hoeksteunen 84 omvatten een tweetal loodrecht op elkaar staande benen 85 en 86. Het horizontale been 86 is voorzien van een ten opzichte van dit been omgebogen flens 87, waarop een tafelblad komt te rusten. Het andere verticaal staande been 85 is langs zijn verticaal verlopende langsrand voorzien van een omgebogen flens 87, welke een hoek van ongeveer 45° met het been insluit, zoals afgebeeld in figuur 27. De hoeksteun 84 kan nu met behulp van dit been 87 met de kolom 17 worden verbonden, door deze flens met behulp van bouten of dergelijke vast te zetten aan een van de flenzen 65, zoals nader is weergegeven in figuur 19. Het zal duidelijk zijn, dat gezien het grote aantal boven elkaar gelegen in de flenzen 65 aangebrachte gaten zo op iedere gewenste hoogte steunen 84 kunnen worden bevestigd aan de kolom 17 voor het ondersteunen van bijvoorbeeld tafelbladen, boekenplanken of dergelijke voorwerpen. Zoals daarbij verder uit figuur 19 duidelijk zal zijn zijn de bouten 89 of dergelijke bevestigingsorganen, met behulp waarvan de steunen 84 aan de kolom 17 worden bevestigd afgedekt door de dekplaten 47.
In figuren 28 en 29 is een band 90 weergegeven voor het bevestigen van een tafelblad 10 aan een gestelbuis 9. De band 90 is aan een uiteinde een weinig breder uitgevoerd dan het resterende deel van de band 90 en aan dit verbrede einde is een zich loodrecht op de lengterichting van de band 90 uitstrekkende pen 92 aangebracht, die met zijn beide uiteinden buiten het verbrede einde van de band 90 uitsteekt. Op het andere uiteinde van de band 90 sluit via een zich loodrecht op de band uitstrekkend ver-bindingsgedeelte 93 een een gekromd verloop bezittend grendeldeel 94 aan, dat aan zijn buitenzijde is voorzien van een vertanding 95. Op het vrije uiteinde van het grendeldeel 94 sluit een een handgreep vormend deel 96 aan.
Zoals nader weergegeven in figuur 30 zijn op gewenste plaatsen aan de onderzijde van een tafelblad 10 koppelstukken 97 bevestigd waarvan de onderzijde een aan het profiel van de buis 9 aangepast verloop heeft, zodat de buis 9 nauw aansluitend tegen de onderzijde van het verbindings-blok 97 kan worden gelegd, zoals afgebeeld in figuur 30.
Zoals verder blijkt uit figuur 30 is het verbindingsblok aan een zijkant voorzien van een uitsparing, waarin de pen 92 kan worden gehaakt. Aan zijn andere zijde is het verbindingsblok voorzien van een opening, waarin op de in figuur 30 weergegeven wijze het verbindingsdeel 93 en het daarop aansluitende grendeldeel 94 kan worden geduwd door het uitoefenen van een duwkracht op het deel 96. Daarbij zal de vertanding 95 samenwerken met een vertanding, die is aangebracht in de in het verbindingsblok 97 aangebrachte opening waarin het grendeldeel 94 wordt ingestoken nadat de uit flexibel materiaal bestaande band 90 op de in figuur 30 weergegeven wijze om de buis 9 is geslagen.
Het zal duidelijk zijn, dat het grendeldeel 94 van de band weer snel van het verbindingsblok 97 kan worden losgekoppeld door, gezien in figuur 30, het grendeldeel 94 enigszins tegen de veerkracht van het materiaal waaruit de band 90 is vervaardigd naar beneden te drukken, zodat de vertanding 95 vrij komt van de in het verbindingsblok 97 aangebrachte vertanding. Zo vormt de band 90 met de daarbij behorende onderdelen een soort snel sluiting, met behulp waarvan een tafelblad 10 snel aan gestel-buizen 9 vast te zetten is resp. daarvan los te koppelen is.
Figuren 31 en 32 tonen in doorsnede een kabelgoot 100, die met behulp van enige, in de lengterichting van de kabelgoot op afstand van elkaar gelegen haken 101, kan worden opgehangen aan een horizontaal verlopende, deel van het gestel van het meubel uitmakende gestel buis 102. Zoals uit de figuren 31 en 32 blijkt omvat de haak een zich onder de kabel boot 100 uitstrekkend been 103 en een zich loodrecht daarop aan sluitend langs een zijkant van de kabelgoot uitstrekkend been 104. Aan zijn boveneinde gaat het been 104 via een gekromd gedeelte 105 over in een arm 106, welke aan zijn vrije uiteinde is voorzien van een ten opzichte van de arm teruggebogen tong 107.
Het bovenste begrenzingsvlak 108 van het op het gebogen gedeelte 105 aansluitende deel van de arm 106 sluit een stompe hoek in met het bovenste begrenzingsvlak 109 van het gedeelte van de arm 106 waarop de tong 107 aansluit.
Ter hoogte van de overgang tussen het gebogen gedeelte 105 en de arm 106 is aan de van het begrenzingsvlak 108 afgekeerde zijde van de arm 106 een uitstekende nok 110 aangebracht.
In de in figuur 31 weergegeven stand ligt het gekromde gedeelte 105 aan tegen de overeenkomstig geprofileerde gestelbalk 102 en ligt de nok 110 tegen de gestelbalk 102 aan de van de goot 100 afgekeerde zijde van de gestelbalk. De arm 106 rust nabij de overgang tussen de begrenzingsvlakken 108 en 109 tegen de onderzijde van het tafelblad 10. De kabelgoot 100 ligt daarbij dicht onder het tafelblad 10 resp. de plank 16.
Vanuit de in figuur 31 weergegeven stand kunnen onder het uitoefenen van een geschikte kracht op de haken 101 deze haken gezien in de figuur 31 naar links worden bewogen, waarbij de nok 110 over de gestelbalk 102 heen beweegt en de haken gezien in de figuren 31 en 32 tegen de wijzers van de klok in ten opzichte van de gestelbalk 102 verdraaien. Een van de gestelbalk 102 afschuiven van de de goot 100 ondersteunende haken wordt voorkomen, doordat de tongen 107 tegen de gestelbalk 102 aan komen te liggen. Door het zo ten opzichte van het tafelblad 10 resp. de plank 16 naar beneden kantelen van de goot worden de in de goot 100 liggende kabels goed toegankelijk voor het uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden of dergelijke.
Indien men de haken 101 geheel van de gestelbalk 102 wenst los te maken kunnen de tongen 107 in de richting van de armen 106 worden ingedrukt waarna de armen 106 met de daaraan bevestigde tongen 107 over de gestelbalk 102 bewogen kunnen worden. Het zal duidelijk zijn, dat zo de haken op soortgelijke wijze weer kunnen worden aangebracht.
Voor de doorvoer van kabels vanuit op gebruikelijke wijze in de vloeren van kantoorgebouwen en dergelijke aangebrachte kabel goten naar de onder het tafelblad 10 resp. de plank 16 opgehangen kabelgoot 100 kan ge- bruik worden gemaakt van een onder de kabelgoot opgehangen kabelgeleidings-orgaan 111, dat zich tussen de vloer en de kabelgoot 100 uitstrekt zoals schematisch in figuur 1 is weergegeven. Dit kabelgeleidingsorgaan 111 omvat een aantal schematisch in perspectief in figuur 33 weergegeven boven elkaar gelegen schakels 112. Iedere schakel 112 omvat een in hoofdzaak ellips-vormig gebogen stripvormig deel 113 waarvan de vrije uiteinden 114 op enige afstand van elkaar zijn gelegen. Op het midden van het stripvormige deel 113 sluit een scheidingswand 115 aan. Ter hoogte van de aansluiting van de scheidingswand 115 op het stripvormige deel 113 sluit op de bovenrand van i het stripvormige deel 113 een oor 116 aan, waarin een gat 117 is aangebracht. Onder het oor 116 is in het stripvormige deel 113 een uitsparing aangebracht, die aan een zijde wordt begrensd door een met de scheidingswand 115 verbonden wandgedeelte 118. Op dit wandgedeelte 118 is een stift 119 aangebracht. Met behulp van de boven elkaar gelegen scheidingswanden is het geleidingsorgaan verdeeld in twee doortochten, de een bijvoorbeeld voor krachtstroomleidingen en de ander voor dataleidingen.
De boven elkaar gelegen delen 112 kunnen nu met elkaar worden gekoppeld door een uitstekend oor 116 aan te brengen in een uitsparing in een hoger gelegen schakel 112 waarbij een desbetreffende pen 119 in het gat i 117 wordt gestoken. De uitvoering is daarbij zodanig, dat de boven elkaar gelegen schakels over een zekere hoek om de pennen 119 ten opzichte van elkaar kunnen verdraaien.
Voor de bevestiging van het kabelgeleidingsorgaan 111 aan de grond wordt een onderste schakel 112 van het kabelgeleidingsorgaan ge-' koppeld aan een met een oor 116 overeenkomend oor 120, dat aan een min of meer hoefijzervormige aan een kabelgoot of aan een vloer te bevestigen koppelplaat 121 is bevestigd (figuren 36 en 37).
Voor de aansluiting op de kabelgoot 100 kan gebruik worden gemaakt van een in figuur 34 weergegeven aan de kabelgoot te bevestigen i rechthoekig raam 122, dat een geheel vormt met een met een schakel 112 overeenkomende schakel 123. Aan deze schakel 123 kan de bovenste schakel 112 van het kabelgeleidingsorgaan 111 worden gekoppeld.
Bij een smalle kabelgoot kan in plaats van het rechthoekige raam 122 gebruik worden gemaakt van een in figuur 35 weergegeven U-vormig aan-i sluitstuk 124, waaraan op soortgelijke wijze als bij de uitvoeringsvorm volgens figuur 33 een schakel 123 is bevestigd.
De figuren 38-40 tonen de scharnierende bevestiging van een plank 16. Aan de onderzijde van het tafelblad 10 is een verbindingsstuk 125 aangebracht, dat is voorzien van buiten het tafelblad 10 uitstekende en lager dan het tafelblad gelegen arm 126. Het onder het tafelblad gelegen deel van het verbindingsstuk is voorzien van een naar beneden uitstekende neus 127.
Aan de armen 126 is met behulp van een horizontaal verlopende scharnierpen 128 een koppelstang 129 scharnierend gekoppeld. Het van de scharnierpen 128 afgekeerde uiteinde van de koppelstang 129 is met behulp van een evenwijdig aan de scharnierpen 128 verlopende scharnierpen 130 scharnierend gekoppeld aan een aan de plank 16 bevestigde steun 131. De steun 131 is voorzien van een uitstekende arm 132 aan het vrije uiteinde waarvan een neus 133 is bevestigd. Verder is de arm 126 aan de van het tafelblad 10 afgekeerde zijde van de scharnierpen 28 voorzien van een zich omhoog uitstrekkende aanslag 134.
Zoals uit figuur 38 duidelijk zal zijn grijpen, in de horizontale gebruikstand 16 van de plank de beide neuzen 127 en 133 achter elkaar en rust de steun 13 op het voorbij de aanslag 134 uitstekende uiteinde van de arm 26. Zodoende is een solide ondersteuning van de plank 16 in de horizontale stand bereikt. Vanuit de in figuur 38 weergegeven stand kan de plank nu naar de in figuur 40 weergegeven opgeklapte stand worden bewogen onder het passeren van de in figuur 39 weergegeven stand. Bij het begin van de beweging kan de koppelstang 129 een weinig in een van het tafelblad 10 afgekeerde richting verzwenken totdat deze koppelstang aan komt te liggen tegen de aanslag 134. Hierdoor kunnen de naar elkaar toegekeerde langsranden van het tafelblad 10 en de plank 16 een weinig van elkaar afbewegen, zodat vervolgens de plank 16 omhoog kan worden geklapt zonder daarbij in conflict te komen met de langsrand van het tafelblad 10. In de omhoog geklapte stand zal de plank 40 mede dankzij de de koppelstang 129 omvattende scharnierconstructie enigszins schuin omhoog verlopen en daarbij in de richting van het tafelblad 10 hellen, zodat ook in de omhoog geklapte stand een stabiele stand van de plank 16 is verkregen.
In figuren 41 en 42 is een uit twee delen bestaand aankoppel-orgaan 135 weergegeven. Het ene deel 136 van het aankoppelorgaan is vervaardigd uit een blok met een in hoofdzaak de vorm van een rechthoekige driehoek bezittende doorsnede waarvan een tweetal begrenzingsvlakken 137 en 138 een hoek van 45° met elkaar insluiten. Op het hoekpunt, waaruit deze begrenzingsvlakken 137 en 138 nabij elkaar komen sluit een zich loodrecht op het begrenzingsvlak 137 uitstaand been 139 aan, waarin gaten 140 zijn aangebracht.
Zoals verder uit figuren 41 en 42 blijkt is ter hoogte van het derde begrenzingsvlak van het in doorsnede driehoekige lichaam een afgeknot konische uitsparing 141 aangebracht, die aan zijn bodem aansluit op een in het blok 136 aangebracht van schroefdraad voorzien gat 142.
Het tweede deel 143 van het aankoppelorgaan omvat een schaal-vormig deel 144 met een zich dwars daarop uitstrekkende rug 145, welke een geheel vormt met een afgeknot kegel vormig lichaam 146, dat, zoals uit de figuren duidelijk zal zijn, past in de in het deel 136 van het aankoppelorgaan aangebrachte uitsparing 141. Daarbij is in de rug en in het lichaam 146 een doortocht 147 aangebracht voor het opnemen van een in het van schroefdraad voorziene gat 142 in te schroeven schroef met verzonken kop, met behulp waarvan de beide delen van het aankoppelorgaan 135 dan aan elkaar kunnen worden vastgezet.
In het schaal vormige orgaan 144 is verder nog een naaf 148 gelegen, waarin een van schroefdraad voorzien gat 149 is aangebracht. De hartlijn van dit van schroefdraad voorziene gat strekt zich loodrecht uit op het rechte begrenzingsvlak 150 van het schaal vormige orgaan 144.
Zoals in figuur 43 is weergegeven kan een dergelijk aankoppelorgaan 135 met behulp van het uitstekende been 139 worden bevestigd aan een flens 65 van een poot of dergelijke en uiteraard bijvoorbeeld ook aan een flens 53 of 54 van een in figuur 18 weergegeven poot. Daarbij kan aan een dergelijke flens een enkel verbindingsorgaan 135 worden bevestigd, maar ook twee verbindingsorganen, die met hun begrenzingsvlakken 137 rug aan rug liggen.
Zoals verder uit figuren 41 en 42 blijkt kan het schaal vormige deel 144 door verdraaiing om de hartlijn van de gaten 142, 147 in meerdere standen ten opzichte van het deel 136 worden vastgezet, bijvoorbeeld in een eerste stand waarin het rechte begrenzingsvlak 150 zich loodrecht uitstrekt of in een tweede stand, waarin dit begrenzingsvlak 150 zich horizontaal uitstrekt. Aan dit schaalvormige deel kunnen dan onderdelen worden vastgezet met behulp van in het van schroefdraad voorziene gat 149 te schroeven schroeven of dergelijke.

Claims (35)

1. Kantoormeubel voorzien van een tafelblad en het tafelblad ondersteunende poten, met het kenmerk, dat de afzonderlijke langgestrekte poten zijn verbonden met afzonderlijk de poten onderling verbindende, het tafelblad dragende buizen, terwijl het tafelblad losmaakbaar aan de buizen is bevestigd met behulp van snelsluitingen.
2. Kantoormeubel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de langgestrekte poten uit telescopisch ten opzichte van elkaar verschuifbare en instelbare delen zijn opgebouwd.
3. Kantoormeubel volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat een tweetal poten zijn verbonden met een zich tussen de poten uitstrekkende buis, die met de beide poten is gekoppeld met behulp van hoekstukken, die zijn voorzien van in de poten en de buis passende uiteinden.
4. Kantoormeubel volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat aan de hoekstukken langgestrekte klemstukken zijn bevestigd, die zich loodrecht uitstrekken op een vlak door de hartlijnen van een tweetal met behulp van de hoekstukken en een buis met elkaar verbonden poten, terwijl de buiten de hoekstukken uitstekende delen van de klemstukken ingestoken zijn in verdere poten met elkaar verbindende buizen.
5. Kantoormeubel volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat een klemstuk een in een buis in te steken langgestrekt lichaam omvat, waarin een excentrisch ten opzichte van de hartlijn van het langgestrekte lichaam gelegen gleuf is aangebracht, zodanig, dat een verhoudingsgewijs dunne, deel van het klemstuk uitmakende, aan een einde aan het resterende deel van het klemstuk bevestigde vleugel is gevormd, terwijl in een tegenover de vleugel liggend deel van het klemstuk van schroefdraad voorziene gaten zijn aangebracht voor het inschroeven van bouten.
6. Kantoormeubel volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat gezien in de lengterichting van het klemstuk een drietal boutgaten op gelijke afstand van elkaar zijn aangebracht, terwijl in een met behulp van het klemstuk vast te klemmen uiteinde van een buis een sleufgat is aangebracht, van een zodanige lengte, dat door dit sleufgat een tweetal bouten in het klemstuk kunnen worden geschroefd.
7. Kantoormeubel volgens een der voorgaande conclusies, voorzien van een klemstuk voor het aan elkaar bevestigen van een tweetal elkaar loodrecht kruizende buizen, waarbij het klemstuk is voorzien van een lang- gestrekte schacht, die aan een uiteinde is voorzien van een op een buis te leggen schaal vormig deel, terwijl aan de van het schaal vormige deel af gekeerde zijde van de schacht een spiebaan is aangebracht, waarin een spie verschuifbaar is opgenomen, zodanig, dat de spie kan worden geschoven onder de buis waarop het schaal vormige deel ligt.
8. Kantoormeubel volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat het schachtvormige deel over een gedeelte van zijn lengte is voorzien van uitwendige schroefdraad en op dit gedeelte een moer is aangebracht voor het verplaatsen van de spie.
9. Kantoormeubel volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de spie is voorzien van een uitsteeksel, dat is gelegen in een in de moer aangebrachte groef.
10. Kantoormeubel volgens een der conclusies 7-9, met het kenmerk, dat in een van de schaal afgekeerd uiteinde van de schacht, dat dunner is uitgevoerd dan het resterende deel van de schacht, van schroefdraad voorziene gaten zijn aangebracht voor het aan dit gedeelte van de schacht vastklemmen van het uiteinde van een buis. Π. Kantoormeubel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het tafelblad is bevestigd aan een buis met behulp van een met een uiteinde met het tafelblad verbonden flexibele band, die aan zijn andere uiteinde is voorzien van een grendelorgaan, dat losmaakbaar kan worden ingestoken in een met het tafelblad verbonden opneemopening.
12. Kantoormeubel volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de flexibele band aan een uiteinde is voorzien van een met zijn uiteinden buiten de band uitstekende pen, die gehaakt is in een overeenkomstige uitsparing in een aan de onderzijde van het tafelblad aangebracht ver-bindingsblok.
13. Kantoormeubel volgens conclusie 11 of 12, met het kenmerk, dat de flexibele band aan een einde is voorzien van een zich dwars op de band uitstrekkend verbindingsgedeelte met behulp waarvan een van een vertanding voorziene vleugel met de band is verbonden, terwijl een aan de onderzijde van het tafelblad aangebracht verbindingsblok is voorzien van een van een vertanding voorziene uitsparing voor het opnemen van de van een vertanding voorziene vleugel.
14. Kantoormeubel volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat aan het uiteinde van de vleugel een handgreep is bevestigd.
15. Kantoormeubel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een pootdeel voorzien is van een hoek met elkaar insluitende flenzen, waarin boven elkaar gelegen gaten zijn aangebracht.
16. Kantoormeubel volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat een pootdeel een viertal flenzen omvat waarvan denkbeeldige verlengingen loodrecht op elkaar staan.
17. Kantoormeubel volgens conclusie 15 of 16, met het kenmerk, dat de flenzen deel uitmaken van gevouwen plaatvormige delen, die zodanig aan elkaar zijn bevestigd, dat gedeelten daarvan een koker begrenzen waarin een verder pootdeel telescopisch verschuifbaar is.
18. Kantoormeubel volgens een van de conclusies 15-17, met het kenmerk, dat aan een pootdeel een gesteldeel is bevestigd voor het ondersteunen van een tafelblad of dergelijke, waarbij het gesteldeel is voorzien van een tweetal boven elkaar gelegen plaatvormige delen, met behulp waarvan het gesteldeel aan een flens van een pootdeel kan worden bevestigd, terwijl het gesteldeel verder is voorzien van een zich verticaal uitstrekkende stang waaraan een boogvormig koppelstuk is bevestigd, dat aan zijn uiteinden is voorzien van bevestigingsmiddelen met behulp waarvan het koppelstuk kan worden bevestigd aan twee verdere flenzen van het pootdeel die zijn gelegen aan weerszijden van het flensdeel waaraan de plaatvormige delen zijn bevestigd.
19. Kantoormeubel volgens conclusie 18, met het kenmerk, dat het koppeldeel in hoogterichting ten opzichte van het gesteldeel verstelbaar en in een gewenste stand vastzetbaar is.
20. Kantoormeubel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat aan een flens van het pootdeel een hoeksteun is bevestigd met behulp van een deel van deze hoeksteun uitmakende flens, welke zich onder een hoek van nagenoeg 45° uitstrekt ten opzichte van een daarop aansluitend deel van de hoeksteun.
21. Kantoormeubel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het kantoormeubel is voorzien van een zich onder een tafelblad of dergelijke uitstrekkende kabelgoot, die met behulp van enige haakvormige organen is opgehangen aan een buis, waarbij de haakvormige organen zijn voorzien van tussen de buis en het tafelblad of dergelijke gelegen armen waarvan een bovenste begrenzingsvlak een tweetal een hoek met elkaar insluitende delen omvat, een en ander zodanig, dat de kabelgoot in een tweetal verschillende standen kan worden opgesteld door verschuiven van de armen in een richting loodrecht op de lengterichting van de buis en verdraaien van de armen om de hartlijn van de buis waarbij in een eerste stand het ene deel van het bovenste begrenzingsvlak van een arm aanligt tegen de onderzijde van het tafelblad of dergelijke en in de tweede stand het andere deel van het bovenste begrenzingsvlak van een arm aanligt tegen de onderzijde van het tafelblad of dergelijke.
22. Kantoormeubel volgens conclusie 21, met het kenmerk, dat de arm van een haakvormig orgaan aan zijn onderzijde is voorzien van een met de buis samenwerkende uitstekende nok.
23. Kantoormeubel volgens conclusie 21 of 22, met het kenmerk, dat aan het vrije uiteinde van de arm van een haakvormig orgaan een veerkrachtige lip is aangebracht, die in een stand tegen de buis aanligt en in de andere stand op afstand van de buis is gelegen en die zodanig naar de arm toe aan te drukken is, dat de arm met de lip tussen de buis en de onderzijde van het tafelblad of dergelijke kan worden doorbewogen.
24. Kantoormeubel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het kantoormeubel is voorzien van een zich tussen de vloer en het tafelblad van het kantoormeubel uitstrekkend kabelgeleidingsorgaan, dat is voorzien van een aantal boven elkaar gelegen een holle ruimte begrenzende schakels, die met behulp van verbindingsorganen zodanig met elkaar zijn gekoppeld, dat zij om in hoofdzaak horizontaal verlopende scharnierassen ten opzichte van elkaar verzwenkbaar zijn.
25. Kantoormeubel volgens conclusie 24, met het kenmerk, dat de boven elkaar gelegen en scharnierend met elkaar gekoppelde schakels een in hoofdzaak ellipsvormige doorsnede hebben.
26. Kantoormeubel volgens conclusie 24 of 25, met het kenmerk, dat iedere schakel een uitstekend oor bezit, dat is gelegen in een uitsparing van een naburige schakel, terwijl de beide schakels onder gebruikmaking van het oor scharnierend met elkaar zijn gekoppeld.
27. Kantoormeubel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de onderste van de schakels scharnierend is gekoppeld met een oor, dat is bevestigd aan een min of meer hoefijzervormige grondplaat.
28. Kantoormeubel volgens een van de conclusies 24-27, met het kenmerk, dat het boveneinde van het kabelgeleidingsorgaan wordt gevormd door een aan een kabelgoot te bevestigen bevestigingsdeel dat een geheel vormt met een een holle ruimte begrenzend deel.
29. Kantoormeubel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat met een tafelblad een zich evenwijdig aan een langsrand van het tafelblad uitstrekkende plank scharnierend is bevestigd, zodanig, dat de plank vanuit een stand, waarin de plank in het verlengde van het tafelblad is gelegen, kan worden opgeklapt naar een zich omhoog uitstrekkende stand.
30. Kantoormeubel volgens conclusie 29, met het kenmerk, dat de plank met het tafelblad is gekoppeld met behulp van een koppelstang, die met een einde scharnierend met de plank en met het andere einde scharnierend met een aan het tafelblad bevestigde, buiten het tafelblad uitstekende en lager dan het tafelblad gelegen arm is gekoppeld.
31. Kantoormeubel volgens conclusie 29 of 30, met het kenmerk, dat het tafelblad en de plank zijn voorzien van uitstekende neuzen, die in de stand van de plank, waarin de plank in het verlengde van het tafelblad is gelegen, achter elkaar grijpen.
32. Kantoormeubel volgens conclusie 30 of 31, met het kenmerk, dat een aanslag is aangebracht, welke een verzwenking van de koppelstang in een van de koppelstang afgekeerde richting begrenst.
33. Kantoormeubel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het kantoormeubel is voorzien van uit twee om een horizontale as ten opzichte van elkaar verdraaibare en instelbare delen opgebouwd aankoppelorgaan.
34. Kantoormeubel volgens conclusie 33, met het kenmerk, dat een van de aankoppel organen is voorzien van een uitstekend deel, waarmede deze aan een flens van een poot kan worden bevestigd en waarvan het verlengde een hoek van 45° insluit met de as waarom beide delen van het aankoppelorgaan ten opzichte van elkaar verdraaibaar zijn.
35. Kantoormeubel volgens conclusie 34, met het kenmerk, dat het aan een flens van een poot te bevestigen deel zich loodrecht uitstrekt op een daaraan aangrenzend begrenzingsvlak van het desbetreffend deel van het aankoppelorgaan.
36. Kantoormeubel volgens een van de conclusies 33-35, met het kenmerk, dat het ten opzichte van het aan een poot of dergelijke te bevestigen deel van het aankoppelorgaan verdraaibare deel een schaal vormig gedeelte omvat, waarin een van schroefdraad voorzien gat is aangebracht.
NL9401718A 1994-10-18 1994-10-18 Kantoormeubel. NL9401718A (nl)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9401718A NL9401718A (nl) 1994-10-18 1994-10-18 Kantoormeubel.
US29/037,694 USD371703S (en) 1994-10-18 1995-04-18 Table
US29/037,648 USD371699S (en) 1994-10-18 1995-04-18 Table with three segments
EP95202594A EP0707807A3 (en) 1994-10-18 1995-09-27 Office furniture

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9401718 1994-10-18
NL9401718A NL9401718A (nl) 1994-10-18 1994-10-18 Kantoormeubel.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL9401718A true NL9401718A (nl) 1996-06-03

Family

ID=19864794

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9401718A NL9401718A (nl) 1994-10-18 1994-10-18 Kantoormeubel.

Country Status (3)

Country Link
US (2) USD371699S (nl)
EP (1) EP0707807A3 (nl)
NL (1) NL9401718A (nl)

Families Citing this family (30)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
USD383923S (en) * 1994-10-19 1997-09-23 Assenburg, B.V. Work station
USD382422S (en) * 1996-04-04 1997-08-19 Elite Manufacturing Corporation Table
USD420529S (en) * 1998-02-23 2000-02-15 Elite Manufacturing Corporation Cocktail table
USD404595S (en) * 1998-02-23 1999-01-26 Elite Manufacturing Corporation Computer desk
USD410354S (en) * 1998-09-02 1999-06-01 Elite Manufacturing Corporation Computer desk
USD426728S (en) * 1999-02-26 2000-06-20 Lara Louis A End table/rack
USD419002S (en) * 1999-03-11 2000-01-18 Wellness, Llc End table
USD419001S (en) * 1999-03-11 2000-01-18 Wellness, Llc End table
USD421535S (en) * 1999-03-11 2000-03-14 Wellness, Llc End table
USD419340S (en) * 1999-03-11 2000-01-25 Wellness, Llc End table
USD429087S (en) * 1999-03-11 2000-08-08 Wellness, Llc Desk
USD420536S (en) * 1999-03-11 2000-02-15 Wellness, Llc Corner table
USD428557S (en) * 1999-05-24 2000-07-25 Chien-Kuo Chang Office desk
USD431398S (en) * 1999-12-06 2000-10-03 Elite Manufacturing Corporation Desk
US8196526B2 (en) 2009-05-15 2012-06-12 Steelcase Inc. Dual height workstation configuration
US8667908B2 (en) 2010-06-02 2014-03-11 Steelcase Inc. Frame type table assemblies
US9185974B2 (en) 2010-06-02 2015-11-17 Steelcase Inc. Frame type workstation configurations
US9210999B2 (en) 2010-06-02 2015-12-15 Steelcase Inc. Frame type table assemblies
US8689705B2 (en) 2010-06-02 2014-04-08 Steelcase, Inc. Reconfigurable table assemblies
USD760524S1 (en) * 2013-12-16 2016-07-05 Unifor S.P.A. Leg for furniture
TWM486995U (zh) * 2014-04-03 2014-10-01 Timotion Technology Co Ltd 易於展收的電動桌腳架
USD799248S1 (en) 2015-02-13 2017-10-10 Poppin, Inc. Desk
CA2976454A1 (en) 2015-02-13 2016-08-18 Poppin, Inc. Desk system with expandable benching
USD817673S1 (en) * 2016-05-20 2018-05-15 Steelcase Inc. Multi-tiered workstation
WO2017197395A1 (en) 2016-05-13 2017-11-16 Steelcase Inc. Multi-tiered workstation assembly
US10517392B2 (en) 2016-05-13 2019-12-31 Steelcase Inc. Multi-tiered workstation assembly
USD815477S1 (en) * 2016-06-27 2018-04-17 Unifor S.P.A. Height adjustable table leg
CN109377759B (zh) * 2018-11-28 2021-02-26 南京莱斯信息技术股份有限公司 一种获取间断交通流中车队行程时间的方法
CN112471750A (zh) * 2020-12-04 2021-03-12 南通市久正人体工学股份有限公司 一种多功能一体式组合办公装置
USD954472S1 (en) 2021-03-11 2022-06-14 Gold Wing Trading Inc. Desk

Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE355762C (de) * 1922-07-01 John Michaels Schreibtisch mit verstellbarer Schreibtischplatte und teleskopartig ineinanderschiebbaren Beinen
GB965045A (en) * 1962-08-24 1964-07-29 John Bromley Oliver Sectional furniture
FR2010442A1 (nl) * 1968-06-08 1970-02-13 Voelkle Rolf
FR2116829A5 (fr) * 1970-12-09 1972-07-21 Modern Tube Pietement demontable pour meubles,notamment tables et gueridons
DE2334144A1 (de) * 1973-02-02 1974-08-08 Sebel Ltd Metalltischgestell
WO1993019639A1 (en) * 1992-04-03 1993-10-14 Preben Bo Fich Furniture with a tubular underframe
DE4330441A1 (de) * 1992-09-14 1994-03-17 Hannu Peltonen Anordnung zum Befestigen einer Tischplatte an dem Beinteil des Tisches

Patent Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE355762C (de) * 1922-07-01 John Michaels Schreibtisch mit verstellbarer Schreibtischplatte und teleskopartig ineinanderschiebbaren Beinen
GB965045A (en) * 1962-08-24 1964-07-29 John Bromley Oliver Sectional furniture
FR2010442A1 (nl) * 1968-06-08 1970-02-13 Voelkle Rolf
FR2116829A5 (fr) * 1970-12-09 1972-07-21 Modern Tube Pietement demontable pour meubles,notamment tables et gueridons
DE2334144A1 (de) * 1973-02-02 1974-08-08 Sebel Ltd Metalltischgestell
WO1993019639A1 (en) * 1992-04-03 1993-10-14 Preben Bo Fich Furniture with a tubular underframe
DE4330441A1 (de) * 1992-09-14 1994-03-17 Hannu Peltonen Anordnung zum Befestigen einer Tischplatte an dem Beinteil des Tisches

Also Published As

Publication number Publication date
USD371703S (en) 1996-07-16
EP0707807A2 (en) 1996-04-24
USD371699S (en) 1996-07-16
EP0707807A3 (en) 1996-08-28

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL9401718A (nl) Kantoormeubel.
US5730400A (en) Cable tray cover system
US8469148B2 (en) Ladder tray
US4409906A (en) Clamping device for joining boards
US4770380A (en) Collapsible keyboard stand
US5813663A (en) Railing system for telescopic seating
US4648652A (en) Collapsible picnic table
US20090273260A1 (en) Adaptable cable management desk system
CA2100512A1 (en) Attachment for a ladder
US20030193004A1 (en) Collapsible art easel
US7296836B1 (en) Truck rack apparatus
US5901505A (en) Portable riser
EP1746918B1 (en) Foldable set of shelves
US10995548B2 (en) Foldable step
WO2014172754A1 (en) Portable stairs and landing assembly
CA1274575A (en) Extensible table
EP0811100B1 (en) Folding framework and support legs
US4796539A (en) Extenders for aircraft pallets
US5890330A (en) Adjustable staircase
CA2229864A1 (en) Improvements in desking systems
NL2005635A (en) A combined portable step stool and workpiece support device.
US20080272266A1 (en) High capacity work table having K-shaped legs for improved stability
US20030192459A1 (en) Table with self-storing leaf
EP0571392A1 (en) SHELF SYSTEM FOR DELIVERY VAN.
US4431080A (en) Auctioneer's podium assembly

Legal Events

Date Code Title Description
A1A A request for search or an international-type search has been filed
A1X A request for additional search has been filed
BV The patent application has lapsed