NL9401680A

NL9401680A - Veiligheidsinrichting voor het vergrendelen van een zuiger/cilindersamenstel en zuiger/cilindersamenstel, voorzien van een dergelijke veiligheidsinrichting.

Info

Publication number: NL9401680A
Application number: NL9401680A
Authority: NL
Inventors: Tone Oudelaar
Original assignee: Applied Power Inc
Priority date: 1994-10-12
Filing date: 1994-10-12
Publication date: 1996-05-01
Also published as: KR960014711A; JPH08189509A

Description

Korte aanduiding: Veiligheidsinrichting voor het vergrendelen van een zuiger/cilindersamenstel en zuiger/cilindersamenstel, voorzien van een dergelijke veiligheidsinrichting.

De uitvinding heeft betrekking op een veiligheidsinrichting voor het vergrendelen van een zuiger/cilindersamenstel, welke inrichting een eerste, met de zuigerbewe-ging van een zuiger van het zuiger/cilindersamenstel mee beweegbaar deel, omvattende een van uitsparingen voorzien veiligheidselement, eerste bevestigingsmiddelen voor het vast bevestigen van dit element aan het uiteinde van een zuigerstang van het zuiger/cilindersamenstel en geleidings-middelen voor het geleiden van het veiligheidselement over een cilinder van het zuiger/cilindersamenstel, en een tweede, vast aan de cilinder van het zuiger/cilindersamenstel te bevestigen, stilstaand deel met een daarmee verbonden draaibare nok omvat.

Een dergelijke, uit de stand van de techniek bekende veiligheidsinrichting wordt bijvoorbeeld toegepast voor het vergrendelen van een zuiger/cilindersamenstel, dat wordt toegepast voor het kantelen van een cabine van een vrachtwagen. In bepaalde landen dient volgens de wettelijke eisen een dergelijk zuiger/cilindersamenstel te zijn voorzien van een mechanische beveiliging om te voorkomen, dat bij gebreken aan het drukstelsel van het zuiger/cilindersamenstel een uitgeschoven zuiger onopzettelijk in de cilinder terug kan schuiven.

Bij de bekende veiligheidsinrichting is het van uitsparingen voorziene veiligheidselement vast bevestigd aan de kop van een zuigerstang van het zuiger/cilindersamenstel en het andere uiteinde van het veiligheidselement is verplaatsbaar verbonden met de cilinderbuis van het zuiger/cilindersamenstel met behulp van geschikte geleidingsmidde-len. Het veiligheidselement wordt aldus op enige afstand evenwijdig aan het zuiger/cilindersamenstel gehouden. Het tweede stilstaande deel van de veiligheidsinrichting is vast aan de cilinderbuis van het zuiger/cilindersamenstel bevestigd. In de ruimte tussen het tweede stilstaande deel en het op afstand daarvan gelegen veiligheidselement is een draaibare nok aan het stilstaande deel bevestigd. Deze om een as in het stilstaande deel draaibare nok omvat twee armen, die een stompe hoek insluiten, waarvan in vergrendelde positie een eerste arm in een uitsparing in het veiligheidselement steekt en de tweede arm tegen het stilstaande deel aanligt om de eerste arm in de uitsparing in het veiligheidselement te borgen.

Een nadeel van deze bekende constructie van de veilig-heidsinrichting is het feit dat in vergrendelde en belaste toestand daarvan grote krachten op de armen van de nok worden uitgeoefend, waardoor het noodzakelijk is de onderdelen van de veiligheidsinrichting uit zeer sterke materialen te vervaardigen.

De onderhavige uitvinding heeft ten doel een veiligheidsinrichting voor het vergrendelen van een zuiger/cilindersamenstel te verschaffen, waarbij de in vergrendelde positie op de nok uitgeoefende krachten zijn verminderd.

Een verder doel van de uitvinding is het verschaffen van een veiligheidsinrichting, die uit minder sterke en zodoende goedkopere materialen vervaardigd kan worden, terwijl een betrouwbare vergrendeling verzekerd blijft.

Een veiligheidsinrichting van het hierboven beschreven type volgens de uitvinding wordt gekenmerkt, doordat het veiligheidselement aangrenzend aan het tweede stilstaande deel is gelegen, welk stilstaand deel is voorzien van een groef, waarin in vergrendelde positie van het zuiger/cilin-dersamenstel de nok zich door een uitsparing van het veiligheidselement heen uitstrekt.

Bij de veiligheidsinrichting volgens de uitvinding liggen het stilstaande deel en het veiligheidselement aangrenzend naast elkaar. In de vergrendelde positie strekt de nok van de veiligheidsinrichting zich door een uitsparing van het veiligheidselement in de groef van het stilstaande deel uit. Hierdoor wordt in deze positie door het veiligheidselement alleen een schuifkracht op de nok uitge- oef end, die door de nok naar een zijvlak van de groef in het stilstaande deel wordt overgedragen. Deze schuifbelasting is kleiner dan de belasting die bij de veiligheids-inrichting volgens de stand van de techniek optreedt. Hierdoor kunnen de onderdelen van de veiligheidsinrichting volgens de uitvinding uit minder sterke materialen worden vervaardigd, hetgeen zodoende een aanzienlijke kostenbesparing oplevert.

In een voorkeursuitvoeringsvorm van de veiligheidsin-richting volgens de uitvinding is de nok vast aan een beugel bevestigd, die om een in het stilstaande deel gelegerde as draaibaar is en is voorzien van een torsieveer, die de nok tegen het veiligheidselement drukt. Bij deze uitvoeringsvorm is de nok aan de gesloten zijde van een open beugel bevestigd, waarvan de gesloten zijde zich voorbij het veiligheidselement uitstrekt. De beugelbenen zijn aan weerszijden van het stilstaande deel op een daarin gelegerde as bevestigd. Verder is een torsieveer aanwezig, die ervoor zorgt dat de nok tegen het veiligheidselement wordt gedrukt.

Om de veiligheidsinrichting te kunnen ontgrendelen vormt met voordeel een vrij uiteinde van een beugelbeen van de beugel een ontgrendelarm voor het ontgrendelen van de veiligheidsinrichting. Een dergelijke ontgrendeling is nodig om de zuiger vanuit de uitgeschoven positie in de cilinder te kunnen schuiven.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een zuiger /cilindersamenstel, welk samenstel is voorzien van een veiligheidsinrichting voor het vergrendelen van het zui-ger/cilindersamenstel volgens de uitvinding.

In een voorkeursuitvoeringsvorm van een dergelijk zuiger/cilindersamenstel is een ontgrendelmechanisme van de veiligheidsinrichting verbonden met het bedieningsmechanis-me van het zuiger/cilindersamenstel. Op deze wijze kan de ontgrendeling van het veiligheidsmechanisme gekoppeld worden aan de bediening van het zuiger/cilindersamenstel.

De uitvinding zal hierna worden toegelicht aan de hand van de bijgevoegde tekening, waarin:

Fig. 1 een aanzicht, gedeeltelijk in doorsnede, is van een uitvoeringsvorm van een veiligheidsinrichting volgens de uitvinding in een niet-vergrendelde positie;

Fig. 2 een aanzicht, gedeeltelijk in doorsnede, is van een uitvoeringsvorm van de veiligheidsinrichting volgens de uitvinding in vergrendelde positie;

Fig. 3 een aanzicht, gedeeltelijk in doorsnede, is van een uitvoeringsvorm van de veiligheidsinrichting volgens de uitvinding, welke de beweging van de nok verduidelijkt;

Fig. 4 een aanzicht van een uitvoeringsvorm van een zuiger/cilindersamenstel volgens de uitvinding is tijdens het uitschuiven van de zuiger;

Fig. 5 een zijaanzicht van het zuiger/cilindersamenstel volgens fig. 4 is;

Fig. 6 een aanzicht van het zuiger/cilindersamenstel volgens fig. 4 in vergrendelde positie is;

Fig. 7 een detail van de veiligheidsinrichting in vergrendelde positie volgens fig. 6 is; en

Fig. 8 een aanzicht van het zuiger/cilindersamenstel volgens fig. 4 in ontgrendelde positie is.

In fig. 1 is een uitvoeringsvorm van de veiligheidsinrichting volgens de uitvinding in niet-vergrendelde positie weergegeven. De veiligheidsinrichting omvat een veilig-heidselement 1 in de vorm van een U-balk, die van een aantal openingen 2 is voorzien. Het veiligheidselement l is met behulp van geschikte bevestigingsmiddelen, bijvoorbeeld een schroefverbinding 3, vast aan de kop 4 van een zuiger-stang 5 van een hydraulisch zuiger/cilindersamenstel en evenwijdig daaraan bevestigd (zie fig. 4). De uitschuif-richting van de zuiger is in fig. 1 met een pijl aangeduid. Het veiligheidselement 1 volgt de bewegingen van de zuiger-stang 5. Aangrenzend aan het veiligheidselement 1 is een stilstaand deel 6 opgesteld, dat in deze uitvoeringsvorm verder een beugel 7 omvat, waaraan een nok 8 is bevestigd. De beugel 7 is door middel van een as 9 draaibaar aan het stilstaand deel 6 bevestigd, welk deel op zijn beurt is bevestigd aan de buis 10 van een cilinder van het zuiger/cilindersamenstel met behulp van klembeugels 11 (fig. 4). De beugel 7 is voorzien van een torsieveer 12, welke ervoor zorgt dat de nok 8 tegen het veiligheidselement 1 wordt gedrukt.

Bij het uitschuiven van de zuigerstang 5 glijdt het veiligheidselement 1 onder de nok 8 en de beugel 7 door. Bij het passeren van een uitsparing 2 in het veiligheids-element l wordt de nok 8 onder invloed van de door de torsieveer 12 uitgeoefende druk in de uitsparing 2 van het veiligheidselement 1 en in een groef 13 in het stilstaande deel 6 gedrukt. Bij het nog verder uitschuiven van de zuigerstang 5 zal de nok 8 door de achterzijde van de uitsparing 2 omhoog worden gedrukt en zodoende boven het veiligheidselement 1 worden gekanteld. Hierdoor kan de zuigerstang 5 probleemloos worden uitgeschoven.

Indien bijvoorbeeld een lekkage in het drukstelsel van het hydraulisch zuiger/cilindersamenstel optreedt, dan zal zonder een mechanische blokkering de zuigerstang 5 onder de uitgeoefende belasting ongecontroleerd terugschuiven. Bij een zuiger/cilindersamenstel, dat voorzien is van een mechanische veiligheidsinrichting volgens de uitvinding, zal in dit geval de zuigerstang 5 ook terugschuiven, echter slechts over een beperkte afstand. Bij het inschuiven van de zuigerstang 5 zal de nok 8 op een gegeven moment door een uitsparing 2 in het veiligheidselement 1 in de groef 13 in het stilstaande deel 6 worden gedrukt. Deze vergrendelde positie van de veiligheidsinrichting is in fig. 2 weergegeven. Als de zuigerstang 5 nog verder wordt ingeschoven, zal het vlak 14 van het veiligheidselement 1 tegen de nok 8 lopen. Hierdoor wordt het veiligheidselement 1 ten opzichte van het stilstaande deel 6 geborgd. De nok 8 wordt nu opgesloten door het vlak 14 van het veiligheidselement 1 en het zijvlak 15 van de groef 13 in het stilstaande deel 6. Hierbij wordt de nok 8 alleen belast op afschuiving. De beugel 7 zorgt er bij het vergrendelen voor dat het veiligheidselement 1 niet omhoog kan bewegen.

In fig. 3 is de positie van de nok 8 tijdens het verplaatsen vanaf de ontgrendelde toestand naar de vergrendelde toestand met verschillende lijnsoorten weergegeven.

Hieruit blijkt duidelijk dat voor het vergrendelen, respectievelijk ontgrendelen van de blokkering slechts een draaiing van de beugel 7 over een kleine hoek is vereist.

In de figuren 4-8 is een zuiger/cilindersamenstel volgens de uitvinding weergegeven, dat voorzien is van een veiligheidsinrichting volgens de uitvinding. Opgemerkt wordt dat de uitschuif beweging van de zuiger in deze figuren tegengesteld is aan die in de figuren 1-3.

In fig. 4 is het zuiger/cilindersamenstel tijdens het uitschuiven van de zuigerstang 5 weergegeven. Zoals hierboven reeds is vermeld, is een uiteinde van het veiligheids-element 1 vast aan de kop 4 van de zuigerstang 5 bevestigd. Het andere uiteinde van het veiligheidselement is door middel van geleidingsmiddelen (in zijn geheel met 16 aange-dui) verplaatsbaar met de cilinderbuis 10 verbonden. Tijdens het uitschuiven van de zuiger glijdt de nok 8 van de veiligheidsinrichting over het veiligheidselement 1.

In fig. 5 is een zijaanzicht van het zuiger/cilindersamenstel volgens fig. 4 weergegeven. Uit deze fig. blijkt de bevestiging van het stilstaande deel 6 aan de cilinderbuis 10 met behulp van klembeugels 11, die door een schroef 17 zijn geborgd.

Fig. 6 toont het zuiger/cilindersamenstel volgens fig. 4 in vergrendelde positie van de veiligheidsinrichting. Deze vergrendeling is in meer detail in fig. 7 weergegeven, waaruit blijkt dat de nok 8 door een uitsparing 2 in het veiligheidselement 1 in de groef 13 van het stilstaand deel 6 is gelegen.

Fig. 8 laat duidelijk de stand van de beugel 6 in de ontgrendelde positie van de veiligheidsinrichting zien, zodat de zuiger in de cilinder kan worden gedrukt.

Om de veiligheidsinrichting te kunnen ontgrendelen is met voordeel een vrij uiteinde van een beugelbeen verlengd, zodat dit een handgreep voor de handmatige ontgrendeling van de veiligheidsinrichting vormt.

Indien het hydraulisch zuiger/cilindersamenstel van het type is, waarbij zowel voor het in- als uitschuiven vloeistof in de cilinder dient te worden gepompt, dient de pomprichting van een op het zuiger/cilindersamenstel aangesloten pomp voor het in- respectievelijk uitschuiven te worden omgekeerd. Met voordeel kan hiervoor de ontgrende-ling van de veiligheidsinrichting aan de bediening van het hydraulisch zuiger/cilindersamenstel zijn gekoppeld. Hiertoe kan op doelmatige wijze bijvoorbeeld een trekkabel, die aan een oog 18 (Fig. 2) in een beugelbeen is bevestigd, worden aangetrokken door een op de as van de pomp geplaatste excentrische arm (niet weergegeven). Hierdoor wordt de beugel zover teruggedraaid, dat de nok loskomt van het veiligheidselement. Hierna kan de zuigerstang normaal worden teruggeschoven.

De veiligheidsinrichting volgens de uitvinding kan worden toegepast bij elk zuiger/cilindersamenstel, waarbij een mechanische blokkering van de uitgeschoven zuiger is gewenst of vereist.

Claims

1. Veiligheidsinrichting voor het vergrendelen van een zuiger/cilindersamenstel, welke inrichting een eerste, met de zuigerbeweging van een zuiger van het zuiger/cilindersamenstel mee beweegbaar deel, omvattende een van uitsparingen voorzien veiligheidselement, eerste bevestigingsmiddelen voor het vast bevestigen van dit element aan het uiteinde van een zuigerstang van het zuiger/cilindersamenstel en geleidingsmiddelen voor het geleiden van het veiligheidselement over een cilinder van het zuiger/cilindersamenstel, en een tweede, vast aan de cilinder van het zuiger/cilindersamenstel te bevestigen, stilstaand deel met een daarmee verbonden draaibare nok omvat, met het kenmerk dat het veiligheidselement (1) aangrenzend aan het tweede stilstaande deel (6) is gelegen, welk stilstaand deel (6) is voorzien van een groef (13), waarin de nok (8) zich in vergrendelde positie van het zuiger/cilindersamenstel door een uitsparing (2) van het veiligheidselement (1) heen uitstrekt .

2. Veiligheidsinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de nok (8) vast aan een beugel (7) is bevestigd, die om een in het stilstaande deel (6) gelegerde as (9) draaibaar is en is voorzien van een torsieveer (12) , die de nok (8) tegen het veiligheidselement (1) drukt.

3. Veiligheidsinrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk dat een vrij uiteinde van een beugelbeen van de beugel een ontgrendelarm voor het ontgrendelen van de veiligheidsinrichting is.

4. Zuiger/cilindersamenstel, welk samenstel is voorzien van een veiligheidsinrichting voor het vergrendelen van het zuiger/cilindersamenstel volgens één van de conclusies 1-3.

5. Zuiger/cilindersamenstel volgens conclusie 4, dat een bedieningsmechanisme voor het bedienen van het zuiger/cilinder samenstel, net het kennerk dat een ontgrendelmecha-nisme van de veiligheidsinrichting is verbonden met het bedieningsmechanisme van het zuiger/cilindersamenstel.