NL9401344A - Werkwijze voor het deregistreren van een bij een terminal via registratiegegevens geregistreerde gebruiker, alsmede telecommunicatiesysteem. - Google Patents

Werkwijze voor het deregistreren van een bij een terminal via registratiegegevens geregistreerde gebruiker, alsmede telecommunicatiesysteem. Download PDF

Info

Publication number
NL9401344A
NL9401344A NL9401344A NL9401344A NL9401344A NL 9401344 A NL9401344 A NL 9401344A NL 9401344 A NL9401344 A NL 9401344A NL 9401344 A NL9401344 A NL 9401344A NL 9401344 A NL9401344 A NL 9401344A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
terminal
data
memory
registration
information
Prior art date
Application number
NL9401344A
Other languages
English (en)
Inventor
George Leih
Andre Lensink
Original Assignee
Nederland Ptt
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Nederland Ptt filed Critical Nederland Ptt
Priority to NL9401344A priority Critical patent/NL9401344A/nl
Priority to PCT/EP1995/003228 priority patent/WO1996006413A1/en
Priority to DK95930457T priority patent/DK0787337T3/da
Priority to ES95930457T priority patent/ES2131853T3/es
Priority to CZ1997477A priority patent/CZ287645B6/cs
Priority to JP50776396A priority patent/JP3801631B2/ja
Priority to PL95318696A priority patent/PL178127B1/pl
Priority to AU33837/95A priority patent/AU692919B2/en
Priority to EP95930457A priority patent/EP0787337B1/en
Priority to DE69508102T priority patent/DE69508102T2/de
Priority to HU9701732A priority patent/HU215894B/hu
Priority to US08/793,064 priority patent/US5969630A/en
Priority to AT95930457T priority patent/ATE177232T1/de
Publication of NL9401344A publication Critical patent/NL9401344A/nl
Priority to NO970717A priority patent/NO970717L/no
Priority to FI970678A priority patent/FI117952B/fi

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04WWIRELESS COMMUNICATION NETWORKS
    • H04W60/00Affiliation to network, e.g. registration; Terminating affiliation with the network, e.g. de-registration
    • H04W60/06De-registration or detaching
    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04MTELEPHONIC COMMUNICATION
    • H04M3/00Automatic or semi-automatic exchanges
    • H04M3/42Systems providing special services or facilities to subscribers
    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04MTELEPHONIC COMMUNICATION
    • H04M3/00Automatic or semi-automatic exchanges
    • H04M3/42Systems providing special services or facilities to subscribers
    • H04M3/42229Personal communication services, i.e. services related to one subscriber independent of his terminal and/or location
    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04MTELEPHONIC COMMUNICATION
    • H04M2201/00Electronic components, circuits, software, systems or apparatus used in telephone systems
    • H04M2201/36Memories
    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04MTELEPHONIC COMMUNICATION
    • H04M2207/00Type of exchange or network, i.e. telephonic medium, in which the telephonic communication takes place
    • H04M2207/18Type of exchange or network, i.e. telephonic medium, in which the telephonic communication takes place wireless networks
    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04MTELEPHONIC COMMUNICATION
    • H04M2242/00Special services or facilities
    • H04M2242/30Determination of the location of a subscriber
    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04MTELEPHONIC COMMUNICATION
    • H04M3/00Automatic or semi-automatic exchanges
    • H04M3/38Graded-service arrangements, i.e. some subscribers prevented from establishing certain connections
    • H04M3/382Graded-service arrangements, i.e. some subscribers prevented from establishing certain connections using authorisation codes or passwords
    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04MTELEPHONIC COMMUNICATION
    • H04M3/00Automatic or semi-automatic exchanges
    • H04M3/42Systems providing special services or facilities to subscribers
    • H04M3/436Arrangements for screening incoming calls, i.e. evaluating the characteristics of a call before deciding whether to answer it

Landscapes

  • Signal Processing (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Computer Networks & Wireless Communication (AREA)
  • Mobile Radio Communication Systems (AREA)
  • Two-Way Televisions, Distribution Of Moving Picture Or The Like (AREA)
  • Control Of Vending Devices And Auxiliary Devices For Vending Devices (AREA)
  • Alarm Systems (AREA)
  • Information Transfer Between Computers (AREA)
  • Facsimile Transmission Control (AREA)
  • Exchange Systems With Centralized Control (AREA)
  • Plural Heterocyclic Compounds (AREA)
  • Television Systems (AREA)
  • Telephonic Communication Services (AREA)
  • Debugging And Monitoring (AREA)
  • Information Retrieval, Db Structures And Fs Structures Therefor (AREA)

Description

Werkwijze voor het deregisteren van een bij een terminal via registratiegegevens geregistreerde gebruiker, alsmede telecorauunicat iesysteem A Achtergrond van de uitvinding
De uitvinding betreft een werkwijze voor het deregisteren van een bij een terminal via registratiegegevens geregistreerde gebruiker, welke terminal is voorzien van een terminalgeheugen waarin de registratiegegevens worden opgeslagen in responsie op toe te voeren identificatieinformatie, waarbij aan een netwerk toe te voeren registratielocatiegegevens worden opgeslagen in een geheugenveld van locatiegeheugenmiddelen van het netwerk.
Een dergelijke werkwijze is van algemene bekendheid en vindt in het algemeen plaats nadat de gebruiker zich bij de terminal via registratiegegevens heeft geregistreerd.
Dit registreren geschiedt in geval van een weinig geavanceerde terminal bijvoorbeeld door een smart card in de terminal te plaatsen, waarna de terminal identificatieinformatie vanaf de smart card krijgt toegevoerd en naar het netwerk stuurt. In responsie hierop slaat het netwerk registratielocatiegegevens op in het geheugenveld van de locatiegeheugenmiddelen. Het deregistreren geschiedt dan in het genoemde voorbeeld van de weinig geavanceerde terminal door de smart card uit de terminal te halen, waarna de terminal deregistratiegegevens naar het netwerk stuurt. In responsie hierop worden de registratielocatiegegevens in het geheugenveld van de locatiegeheugenmiddelen ongeldig verklaard. Wanneer de gebruiker zich verplaatst zonder daarbij zijn smart card uit de terminal te halen heeft dit slechts tot gevolg dat inkomende telefoongesprekken voor deze gebruiker ten onrechte naar deze terminal worden geleid, dat deze gebruiker zonder zijn smart card zich niet bij een andere terminal kan registreren en dat een andere gebruiker zich niet bij de eerstgenoemde terminal kan registreren. Deze andere gebruiker kan echter uiteraard zelf de smart card van de eerstgenoemde gebruiker verwijderen, en daarna zich zelf bij de terminal registreren, hetgeen tot gevolg heeft dat inkomende telefoongesprekken voor de eerstgenoemde gebruiker naar geen enkele terminal meer worden geleid.
Het registreren geschiedt in geval van een meer geavanceerde terminal bijvoorbeeld door de smart card door een bij de terminal behorende card reader te halen, waarbij de terminal de identificatieinforraatie vanaf de smart card via de card reader krijgt toegevoerd en identificatiegegevens opslaat in het terminalgeheugen.
De terminal stuurt de identificatiegegevens naar het netwerk, dat in responsie hierop de registratielocatiegegevens opslaat in het geheugenveld van de locatiegeheugenmiddelen. In het genoemde voorbeeld van de meer geavanceerde terminal zouden zelfs verschillende gebruikers zich bij dezelfde terminal kunnen registreren, waarbij de identificatiegegevens behorend bij verdere gebruikers ook in hetzelfde terminalgeheugen worden opgeslagen. Het deregistreren zou hierbij kunnen geschieden door de smart card opnieuw door de bij de terminal behorende card reader te halen.
Een dergelijke werkwijze heeft onder meer als nadeel, dat wanneer de gebruiker zich verplaatst zonder daarbij zijn smart card opnieuw door de card reader te halen dit niet alleen tot gevolg heeft dat voor deze gebruiker bestemde inkomende telefoongesprekken ten onrechte naar deze terminal worden geleid, maar ook dat het terminalgeheugen onnodig in beslag wordt genomen door ongeldige informatie, waardoor andere gebruikers zich op een gegeven moment niet meer bij deze terminal kunnen registreren.
B Samenvatting van de uitvinding
De uitvinding stelt zich onder meer ten doel een werkwijze van de in de aanhef vermelde soort te verschaffen waarbij het zich door een gebruiker niet deregistreren bij een terminal waar deze gebruiker zich eerder had geregistreerd niet leidt tot onder meer het eerder genoemde nadeel van het voor wat betreft de registratieprocedures geblokkeerd kunnen raken van deze terminal.
Daartoe heeft de werkwijze volgens de uitvinding het kenmerk, dat de werkwijze de stappen omvat van - het door de gebruiker aan een verdere terminal toevoeren van bepaalde gegevens, - het door de verdere terminal, in responsie op de toe te voeren bepaalde gegevens, verzenden van een informatiesignaal naar het netwerk, - het door het netwerk, in responsie op het informatiesignaal, aanpassen van de in het geheugenveld van de locatiegeheugenmiddelen opgeslagen registratielocatiegegevens, - het verzenden van een vrijmaaksignaal naar de terminal, en - het door de terminal, in responsie op het vrijmaaksignaal, vrijmaken van ten minste een gedeelte van het terminalgeheugen.
Door de gebruiker aan een verdere terminal de bepaalde gegevens te laten toevoeren, en de verdere terminal het informatiesignaal naar het netwerk te laten verzenden, kan het netwerk de in het geheugenveld van de locatiegeheugenmiddelen opgeslagen registratielocatiegegevens aanpassen, zodat voor deze gebruiker bestemde inkomende telefoongesprekken niet langer ten onrechte naar de eerstgenoemde terminal worden geleid. Het door de terminal, in responsie op het vrijmaaksignaal, vrijmaken van ten minste een gedeelte van het terminalgeheugen, voorkomt dat dit terminalgeheugen onnodig in beslag wordt genomen door ongeldige informatie.
De uitvinding berust onder meer op het inzicht, dat een bij een eerste terminal behorende registratie door middel van een vanaf een tweede terminal gepleegde deregistratie ongedaan zou moeten kunnen worden gemaakt. Aldus wordt het probleem van niet gepleegde deregistraties bij meer geavanceerde terminals opgelost door vanaf andere (meer of minder geavanceerde) terminals te deregistreren. Hierbij dient te worden opgemerkt dat ten minste een gedeelte van de inventiviteit van de werkwijze volgens de uitvinding zich bevindt in het stellen van het eerder genoemde probleem, waarbij verder door de werkwijze volgens de uitvinding het vooroordeel wordt overwonnen van het zich bij dezelfde meer geavanceerde terminal zowel moeten registreren als deregistreren.
Een eerste uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding heeft het kenmerk, dat de registratiegegevens identificatiegegevens en terminalgegevens omvatten, waarbij de identificatiegegevens in een eerste geheugenveld van het terminalgeheugen worden opgeslagen en de terminalgegevens in een tweede geheugenveld van het terminalgeheugen worden opgeslagen.
Hierbij worden de registratiegegevens gescheiden in de identificatiegegevens en de terminalgegevens en aldus gescheiden opgeslagen, hetgeen het voordeel biedt van het gebruik kunnen maken van dezelfde terminalgegevens voor door verschillende identificatiegegevens gekenmerkte gebruikers. Dit leidt tot een efficiënter gebruik van het terminalgeheugen.
Een tweede uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding heeft het kenmerk, dat de registratiegegevens ten minste identificatiegegevens omvatten, waarbij de identificatiegegevens gebruikergegevens en dienstgegevens omvatten, waarbij de gebruikergegevens in een eerste gedeelte van het eerste geheugenveld worden opgeslagen en waarbij de dienstgegevens in een tweede gedeelte van het eerste geheugenveld worden opgeslagen.
Hierbij worden de tot de registratiegegevens behorende identificatiegegevens gescheiden in de gebruikergegevens en de dienstgegevens en aldus gescheiden opgeslagen, hetgeen het voordeel biedt van het ten opzichte van een door de gebruikergegevens gekenmerkte gebruiker kunnen deregistreren van slechts bepaalde door bepaalde dienstgegevens gekenmerkte diensten, zodat de door de gebruikergegevens gekenmerkte gebruiker niet voor wat betreft de resterende door resterende dienstgegevens gekenmerkte diensten wordt gederegistreerd.
Een derde uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding heeft het kenmerk, dat het vrijmaaksignaal een eerste subvrijmaaksignaal omvat voor het ten minste gedeeltelijk vrijmaken van het eerste gedeelte van het eerste geheugenveld en/of een tweede subvrijmaaksignaal omvat voor het ten minste gedeeltelijk vrijmaken van het tweede gedeelte van het eerste geheugenveld.
Hierdoor kan worden ingesteld welke gebruikergegevens wel en niet en/of welke dienstgegevens wel en niet ongeldig worden verklaard.
Een vierde uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding heeft het kenmerk, dat de werkwijzestap van het aanpassen van de registratielocatiegegevens plaatsvindt door ten minste een deel van de registratielocatiegegevens te vervangen door ten minste een deel van in responsie op het verdere informatiesignaal te genereren verdere registratielocatiegegevens.
In dit geval vindt bij de verdere terminal een verdere registratie plaats, zodat voor de gebruiker bestemde inkomende telefoongesprekken naar de verdere terminal worden geleid.
Een vijfde uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding heeft het kenmerk, dat de bepaalde gegevens registratieinformatie omvatten, en de werkwijzestap van het verzenden van het vrijmaaksignaal plaatsvindt in responsie op het aanpassen van de registratielocatiegegevens.
De verdere registratie veroorzaakt hierbij de deregistratie, zodat van een impliciete deregistratie kan worden gesproken.
Een zesde uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding heeft het kenmerk, dat de bepaalde gegevens registratieinformatie en vrijmaakinformatie omvatten, en de werkwijzestap van het verzenden van het vrijmaaksignaal plaatsvindt in responsie op het toevoeren van de vrijmaakinformatie.
Naast de verdere registratie vindt hierbij een deregistratie plaats, zodat van een vanaf de verdere terminal verrichte expliciete deregistratie kan worden gesproken.
Een zevende uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding heeft het kenmerk, dat de werkwijzestap van het aanpassen van de registratielocatiegegevens plaatsvindt door ten minste een deel van de registratielocatiegegevens ongeldig te verklaren.
In dit geval vindt bij de verdere terminal geen verdere registratie plaats, zodat voor de gebruiker bestemde inkomende telefoongesprekken niet naar de verdere terminal worden geleid en niet langer naar de eerstgenoemde terminal worden geleid.
Een achtste uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding heeft het kenmerk, dat de bepaalde gegevens vrijmaakinformatie omvatten, en de werkwijzestap van het verzenden van het vrijmaaksignaal plaatsvindt in responsie op het aanpassen van de registratielocatiegegevens.
Zonder de verdere registratie vindt hierbij een deregistratie plaats, zodat van een vanaf het netwerk verrichte expliciete deregistratie kan worden gesproken.
Een negende uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding heeft het kenmerk, dat de bepaalde gegevens vrijmaakinformatie omvatten, en de werkwijzestap van het verzenden van het vrijmaaksignaal plaatsvindt in responsie op het toevoeren van de vrijmaakinformatie.
Zonder de verdere registratie vindt hierbij een deregistratie plaats, zodat van een vanaf de verdere terminal verrichte expliciete deregistratie kan worden gesproken.
De uitvinding betreft verder een telecommunicatiesysteem omvattende een eerste terminal en een tweede terminal en een zich tussen de eerste terminal en de tweede terminal bevindend netwerk, welke eerste terminal is voorzien van een terminalgeheugen voor het opslaan van registratiegegevens voor het registreren van een gebruiker in responsie op toe te voeren identificatieinformatie, welke eerste terminal verder is voorzien van zendmiddelen voor het in responsie op de toe te voeren identi£icatiein£ormatie verzenden van een in£ormatiesignaal naar het netwerk dat is voorzien van locatiegeheugenmiddelen voor het in responsie op het informatiesignaal in een geheugenveld van de locatiegeheugenmiddelen opslaan van registratielocatiegegevens.
De uitvinding stelt zich verder onder meer ten doel een telecommunicatiesysteem van de hiervoor vermelde soort te verschaffen waarbij het zich door een gebruiker niet deregistreren bij een terminal waar deze gebruiker zich eerder had geregistreerd niet leidt tot onder meer het eerder genoemde nadeel van het voor wat betreft de registratieprocedures geblokkeerd kunnen raken van deze terminal.
Daartoe heeft het telecommunicatiesysteem volgens de uitvinding het kenmerk, dat de tweede terminal is voorzien van verdere zendmiddelen voor het in responsie op aan de tweede terminal toe te voeren bepaalde gegevens verzenden van een verder informatiesignaal, waarbij het netwerk is voorzien van aanpassingsmiddelen voor het in responsie op het verdere informatiesignaal aanpassen van reeds in het geheugenveld van de locatiegeheugenmiddelen opgeslagen registratielocatiegegevens, waarbij het telecommunicatiesysteem is voorzien van weer verdere zendmiddelen voor het als gevolg van het toevoeren van de bepaalde gegevens aan de tweede terminal verzenden van een vrijmaaksignaal naar de eerste terminal voor het vrijmaken van ten minste een gedeelte van het terminalgeheugen.
Door in responsie op de door de gebruiker aan de verdere terminal toe te voeren bepaalde gegevens via de verdere zendmiddelen het informatiesignaal naar het netwerk te verzenden, en in responsie op dit informatiesignaal via de aanpassingsmiddelen de in het geheugenveld van de locatiegeheugenmiddelen opgeslagen registratielocatiegegevens aan te passen, worden voor deze gebruiker bestemde inkomende telefoongesprekken niet langer ten onrechte naar de eerstgenoemde terminal geleid. Het via de weer verdere zendmiddelen (die zich hetzij in de verdere terminal hetzij in het netwerk bevinden) verzenden van het vrijraaaksignaal naar de terminal die in responsie op het vrijmaaksignaal ten minste een gedeelte van het terminalgeheugen vrijmaakt, voorkomt dat dit terminalgeheugen onnodig in beslag wordt genomen door ongeldige informatie.
Een eerste uitvoeringsvorm van het telecommunicatiesysteem volgens de uitvinding heeft het kenmerk, dat de registratiegegevens identificatiegegevens en terminalgegevens omvatten, waarbij de identificatiegegevens in een eerste geheugenveld van het terminalgeheugen worden opgeslagen en de terminalgegevens in een tweede geheugenveld van het terminalgeheugen worden opgeslagen.
Een tweede uitvoeringsvorm van het telecommunicatiesysteem volgens de uitvinding heeft het kenmerk, dat de registratiegegevens ten minste identificatiegegevens omvatten, waarbij de identificatiegegevens gebruikergegevens en dienstgegevens omvatten, waarbij de gebruikergegevens in een eerste gedeelte van het eerste geheugenveld worden opgeslagen en waarbij de dienstgegevens in een tweede gedeelte van het eerste geheugenveld worden opgeslagen.
Een derde uitvoeringsvorm van het telecommunicatiesysteem volgens de uitvinding heeft het kenmerk, dat het vrijmaaksignaal een eerste subvrijmaaksignaal omvat voor het ten minste gedeeltelijk vrijmaken van het eerste gedeelte van het eerste geheugenveld en/of een tweede subvrijmaaksignaal omvat voor het ten minste gedeeltelijk vrijmaken van het tweede gedeelte van het eerste geheugenveld.
Een vierde uitvoeringsvorm van het telecommunicatiesysteem volgens de uitvinding heeft het kenmerk, dat de aanpassingsmiddelen zijn voorzien van vervangingsmiddelen voor het vervangen van ten minste een deel van de registratielocatiegegevens door ten minste een deel van in responsie op het verdere informatiesignaal te genereren verdere registratielocatiegegevens.
Een vijfde uitvoeringsvorm van het telecommunicatiesysteem volgens de uitvinding heeft het kenmerk, dat de bepaalde gegevens registratie informatie omvatten, waarbij de weer verdere zendmiddelen het vrijmaaksignaal naar de eerste terminal verzenden onder besturing van de aanpassingsmiddelen.
Een zesde uitvoeringsvorm van het telecommunicatiesysteem volgens de uitvinding heeft het kenmerk, dat de bepaalde gegevens registratie informatie en vrijmaakinformatie omvatten, waarbij de weer verdere zendmiddelen het vrijmaaksignaal naar de eerste terminal verzenden in responsie op het van de verdere zendmiddelen van de tweede terminal afkomstige verdere informatiesignaal.
Een zevende uitvoeringsvorm van het telecommunicatiesysteem volgens de uitvinding heeft het kenmerk, dat de aanpassingsmiddelen zijn voorzien van genereermiddelen voor het genereren van een ongeldigverklaringssignaal voor het ongeldig verklaren van ten minste een deel van de registratielocatiegegevens.
Een achtste uitvoeringsvorm van het telecommunicatiesysteem volgens de uitvinding heeft het kenmerk, dat de bepaalde gegevens vrijmaakinformatie omvatten, waarbij de weer verdere zendmiddelen het vrijmaaksignaa1 naar de eerste terminal verzenden onder besturing van de aanpassingsmiddelen.
Een negende uitvoeringsvorm van het telecommunicatiesysteem volgens de uitvinding heeft het kenmerk, dat de bepaalde gegevens vrijmaakinformatie omvatten, waarbij de weer verdere zendmiddelen het vrijmaaksignaal naar de eerste terminal verzenden in responsie op het van de verdere zendmiddelen van de tweede terminal afkomstige verdere informatiesignaal.
C Referenties I The application of the IN-concept to provide mobility in underlying networks, by H.P.J. Hecker, J. Hegeman, W.R. Mol and M.J.J. van Nielen, 2nd International Conference on Intelligence in Networks (ICIN '92), 3-5 March 1992, Bordeaux, France.
Universal Personal Telecommunication (UPT) Requirements on
Information Flows and Protocols UPT Phase 1, European Telecommunications Standards Institute (ETSI), DRAFT, TCRTR NA-71301, Version: 0.3.3, Date: 1994-04-06.
Alle referenties worden beschouwd als te zijn geïncorporeerd in deze octrooiaanvrage.
D Uitvoeringsvoorbeeld
De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van een in de figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeeld. Daarbij toont: figuur 1 een vast telecommunicatiesysteem volgens de uitvinding, en figuur 2 een mobiel telecommunicatiesysteem volgens de uitvinding.
Het in figuur 1 weergegeven vaste telecommunicatiesysteem volgens de uitvinding omvat een terminal 1, een verdere terminal 2 en een voor vaste telecommunicatie ingericht netwerk 3. Terminal 1 omvat processormiddelen 10, die via verbinding 14 zijn gekoppeld met een terminalgeheugen 11 en via verbinding 15 zijn gekoppeld met zendmiddelen 12 en via verbinding 16 zijn gekoppeld met informatiezend/ontvangmiddelen 13. Verdere terminal 2 omvat verdere processormiddelen 20, die via verbinding 24 zijn gekoppeld met een verder terminalgeheugen 21 en via verbinding 25 zijn gekoppeld met verdere zendmiddelen 22 en via verbinding 26 zijn gekoppeld met verdere informatiezend/ontvangmiddelen 23. Netwerk 3 omvat netwerkprocessormiddelen 30 die via verbinding 34 zijn gekoppeld met locatiegeheugenmiddelen 31 en via verbinding 35 zijn gekoppeld met weer verdere zendmiddelen 32 en via verbinding 36 zijn gekoppeld met een schakelmatrix 33, welke via verbinding 37 is gekoppeld met processormiddelen 10 en via verbinding 38 is gekoppeld met verdere processormiddelen 20.
Processormiddelen 10 respectievelijk 20 besturen terminalgeheugen 11 respectievelijk 21 en zendmiddelen 12 respectievelijk 22 en informatiezend/ontvangmiddelen 13 respectievelijk 23 en ontvangen signalen vanaf netwerk 3 via verbinding 37 respectievelijk 38. De vanaf netwerk 3 te ontvangen signalen worden door processormiddelen 10 respectievelijk 20 in geval van spraaksignalen eventueel geconverteerd (van analoog naar digitaal of van digitaal naar analoog) en doorgegeven aan niet in de figuren weergegeven luidspreker/microfoonmiddelen en in geval van signaleringssignalen eventueel geconverteerd en verder bewerkt. Terminalgeheugen 11 respectievelijk 21 omvat in dit voorbeeld vier kolommen, een eerste kolom voor het opslaan van gebruikergegevens, een tweede kolom voor het opslaan van dienstgegevens, een derde kolom voor het opslaan van verdere gegevens en een vierde kolom voor het opslaan van een geldig/ongeldigsignaal, en wel op een zodanige wijze dat per rij kan worden opgeslagen dat één gebruiker voor één bepaalde dienst op geldige wijze staat geregistreerd (één bepaalde gebruiker-dienst-combinatie). Hierbij wordt de ene bepaalde gebruiker-dienst-combinatie door de bijbehorende verdere gegevens nader aangevuld. Zendmiddelen 12 respectievelijk 22 verzenden signaleringssignalen naar netwerk 3 via verbinding 15 respectievelijk 25 en via processormiddelen 10 respectievelijk 20 en via verbinding 37 respectievelijk 38, waarbij processormiddelen 10 respectievelijk 20 wederom een eventuele conversie en verdere bewerking voor hun rekening nemen. Informatiezend/ontvangmiddelen 13 respectievelijk 23 worden bijvoorbeeld gevormd door druktoetsen en een display, waarbij toe te voeren druktoetsinformatie op symbolische wijze is weergegeven via pijl 17 respectievelijk 27.
Netwerkprocessormiddelen 30 besturen locatiegeheugenmiddelen 31 en weer verdere zendmiddelen 32 en schakelmatrix 33. Locatiegeheugenmiddelen 31 omvatten in dit voorbeeld drie kolommen, een eerste kolom voor het opslaan van gebruikergegevens, een tweede kolom voor het opslaan van dienstgegevens en een derde kolom voor het opslaan van terminallocatiegegevens (zoals lijnaansluitgegevens), en wel op een zodanige wijze dat per rij kan worden opgeslagen dat één gebruiker voor één bepaalde dienst op een bepaalde terminallocatie staat geregistreerd. Per rij zijn dan registratielocatiegegevens opgeslagen. Hierbij behoeft de ene bepaalde gebruiker-dienst-combinatie niet persé door bijbehorende verdere gegevens nader te worden gespecificeerd. Weer verdere zendmiddelen 32 verzenden signaleringssignalen via verbinding 35 en via processormiddelen 30 en via schakelmatrix 33 naar een bepaalde terminal, waarbij processormiddelen 30 een eventuele conversie en verdere bewerking voor hun rekening nemen.
De werking van het in figuur 1 weergegeven telecommunicatiesysteem volgens de uitvinding is als volgt. Een gebruiker die zich bij terminal 1 voor de diensten x en y wil registreren voert via de druktoetsen van informatiezend/ontvangmiddelen 13 achtereenvolgens bijvoorbeeld de volgende registratieinformatie in: * idcode # , * pincode # , *1 code x # code y ##. Hierbij vormt de idcode een identificatiecode en vormt de pincode een persoonlijk-identificatie-nummercode. Beide bevinden zich tussen een * en een # om het begin en het einde van elke code te markeren. Code x vormt een dienst-x-code en code y vormt een dienst-y-code, waarbij een *1 het begin van een dienstregistratie markeert, waarbij een # de beide codes onderling scheidt en waarbij een ## het einde van de dienstregistratie markeert. In responsie op deze ingevoerde identificatieinformatie en dienstinformatie ontvangen processormiddelen 10 via verbinding 16 signalen die deze ingevoerde informatie representeren, waarna processormiddelen 10 deze signalen eventueel converteren en via verbinding 37, schakelmatrix 33 en verbinding 36 doorsturen naar netwerkprocessormiddelen 30, die controleren via een niet in de figuren weergegeven netwerkgeheugen of de combinatie van de pincode en de idcode juist is. Indien dit zo is krijgen netwerkprocessormiddelen 30 van het niet in de figuren weergegeven netwerkgeheugen verdere signalen toegevoerd die de verdere gegevens en terminalgegevens representeren, en verzenden netwerkprocessormiddelen deze verdere signalen via verbinding 36, schakelmatrix 33 en verbinding 37 naar processormiddelen 10, die deze verdere signalen eventueel converteren en vervolgens in het terminalgeheugen 11 in de eerste kolom op een eerste rij en op een tweede rij dezelfde gebruikergegevens (idcode) opslaan, in de tweede kolom op de eerste rij de eerste dienstgegevens (code x) opslaan, in de tweede kolom op de tweede rij de tweede dienstgegevens (code y) opslaan, in de derde kolom op de eerste rij en op de tweede rij de verdere gegevens opslaan, in de vierde kolom op de eerste rij en op de tweede rij een geldigsignaal opslaan, en bijvoorbeeld op de onderste rij in het terminalgeheugen 11 de terminalgegevens (terminalidentifier) opslaan. Netwerkprocessormiddelen 30 slaan in locatiegeheugenmiddelen 31 in de eerste kolom op een eerste rij en op een tweede rij dezelfde gebruikergegevens (idcode) op, slaan in de tweede kolom op de eerste rij de eerste dienstgegevens (code x) op, slaan in de tweede kolom op de tweede rij de tweede dienstgegevens (code y) op en slaan in de derde kolom op de eerste rij en op de tweede rij dezelfde terminallocatiegegevens (terminal 1) op.
Aldus heeft de gebruiker zich voor de diensten x en y bij terminal 1 geregistreerd, waardoor een voor hem bij netwerk 3 binnenkomend bericht betreffende dienst x en/of dienst y onder besturing door netwerkprocessormiddelen 30 na raadpleging van locatiegeheugenmiddelen 31 via schakelmatrix 33 naar terminal 1 wordt geleid. Een voor hem bij netwerk 3 binnenkomend bericht betreffende dienst z zal daarentegen niet naar terminal 1 worden geleid, doordat de gebruiker zich niet voor de dienst z bij terminal 1 heeft geregistreerd.
Wanneer de gebruiker zich vervolgens wil verplaatsen vanaf een gebouw waar zich terminal 1 bevindt naar een ander gebouw waar zich terminal 2 bevindt, en zich bij terminal 2 wil registreren voor de diensten y en z en zich wil deregistreren voor de dienst x, dient hij zich bij terminal 1 te deregistreren voor de diensten x en y. Dit zou op eenvoudige wijze kunnen geschieden door bij terminal 1 via de druktoetsen van informatiezend/ontvangmiddelen 13 achtereenvolgens bijvoorbeeld de volgende informatie in te voeren: * idcode # , * pincode # , *2 code x # code y ##. Hierbij vormt de idcode de identificatiecode en vormt de pincode de persoonlijk-identificatie-nummercode. Beide bevinden zich tussen een * en een # om het begin en het einde van elke code te markeren. Code x vormt de dienst-x-code en code y vormt de dienst-y-code, waarbij een *2 het begin van een dienstderegistratie markeert, waarbij een # de beide codes onderling scheidt en waarbij een ## het einde van de dienstderegistratie markeert. In responsie op deze ingevoerde identificatieinformatie en dienstinformatie ontvangen processormiddelen 10 via verbinding 16 signalen die deze ingevoerde informatie representeren, waarna processormiddelen 10 deze signalen eventueel converteren en via verbinding 37, schakelmatrix 33 en verbinding 36 doorsturen naar netwerkprocessormiddelen 30, die controleren via een niet in de figuren weergegeven netwerkgeheugen of de combinatie van de pincode en de idcode juist is. Indien dit zo is krijgen netwerkprocessormiddelen 30 van het niet in de figuren weergegeven netwerkgeheugen een juistheidsignaal toegevoerd dat de juistheid van de combinatie van de pincode en de idcode representeert, en verzenden netwerkprocessormiddelen dit juistheidsignaal via verbinding 36, schakelmatrix 33 en verbinding 37 naar processormiddelen 10, die in responsie hierop in het terminalgeheugen 11 in de vierde kolom op de eerste rij en op de tweede rij het geldigsignaal vervangen door een ongeldigsignaal. Hierdoor worden de eerste rij en de tweede rij van terminalgeheugen 11 overschrijfbaar. Netwerkprocessormiddelen 30 vervangen in locatiegeheugenmiddelen 31 in de derde kolom op de eerste rij en op de tweede rij de opgeslagen terminallocatiegegevens (terminal 1) door ongeldige gegevens.
Aldus heeft de gebruiker zich voor de diensten x en y bij terminal 1 gederegistreerd, waardoor een voor hem bij netwerk 3 binnenkomend bericht betreffende dienst x en/of dienst y onder besturing door netwerkprocessormiddelen 30 na raadpleging van locatiegeheugenraiddelen 31 via schakelmatrix 33 niet langer naar terminal 1 zal worden geleid. Wanneer de gebruiker echter vergeet zich bij terminal 1 te deregistreren doet zich ten eerste het probleem voor dat terminalgeheugen 1 onnodig van ongeldige informatie is voorzien, en doet zich ten tweede het probleem voor dat bij netwerk 3 voor de gebruiker binnenkomende berichten betreffende de diensten x en/of y ten onrechte naar terminal 1 worden geleid. Dit laatste probleem zou opgelost kunnen worden door de gebruiker zich bij terminal 2 voor de diensten x en y te laten registreren, maar wordt dus niet opgelost indien de gebruiker zich bij terminal 2 voor de diensten y en z wil registreren en zich persé niet bij terminal 2 wil registreren voor de dienst x. Het telecommunicatiesysteem volgens de uitvinding lost beide problemen echter op bevredigende wijze op, en wel als volgt.
Een gebruiker die zich heeft verplaatst vanaf het gebouw met terminal 1 naar het gebouw met terminal 2 en die zich bij terminal 2 voor de diensten y en z wil registreren en zich voor de dienst x wil deregistreren voert via de druktoetsen van informatiezend/ontvangmiddelen 23 achtereenvolgens bijvoorbeeld de volgende registratieinformatie en vrijmaakinformatie in: * idcode # , * pincode # , *1 code y # code z # , *2 code x ##. Hierbij vormt de idcode de identificatiecode en vormt de pincode de persoonlijk-identificatie-nummercode. Beide bevinden zich tussen een * en een # om het begin en het einde van elke code te markeren. Code y vormt een dienst-y-code en code z vormt een dienst-z-code, waarbij een *1 het begin van een dienstregistratie markeert, waarbij een # de beide codes onderling scheidt. Code x vormt een dienst-x-code, waarbij een *2 het begin van een dienstderegistratie markeert en waarbij een ## het einde van de dienstregistratie en de dienstderegistratie markeert. In responsie op deze ingevoerde identificatieinformatie en dienstinformatie ontvangen processormiddelen 20 via verbinding 26 signalen die deze ingevoerde informatie representeren, waarna processormiddelen 20 deze signalen eventueel converteren en via verbinding 38, schakelmatrix 33 en verbinding 36 doorsturen naar netwerkprocessormiddelen 30, die controleren via een niet in de figuren weergegeven netwerkgeheugen of de combinatie van de pincode en de idcode juist is. Indien dit zo is krijgen netwerkprocessormiddelen 30 van het niet in de figuren weergegeven netwerkgeheugen verdere signalen toegevoerd die de verdere gegevens en terminalgegevens representeren, en verzenden netwerkprocessormiddelen deze verdere signalen via verbinding 36, schakelmatrix 33 en verbinding 38 naar processormiddelen 10, die deze verdere signalen eventueel converteren en vervolgens in het terminalgeheugen 21 in de eerste kolom op een eerste rij en op een tweede rij dezelfde gebruikergegevens (idcode) opslaan, in de tweede kolom op de eerste rij de tweede dienstgegevens (code y) opslaan, in de tweede kolom op de tweede rij de derde dienstgegevens (code z) opslaan, in de derde kolom op de eerste rij en op de tweede rij de (per rij onderling verschillende of overeenkomende) verdere gegevens opslaan, in de vierde kolom op de eerste rij en op de tweede rij een geldigsignaal opslaan, en bijvoorbeeld op de onderste rij in het terminalgeheugen 21 de terminalgegevens (terminalidentifier) opslaan.
Netwerkprocessormiddelen 30 omvatten aanpassingsmiddelen die de van terminal 2 afkomstige gegevens (die bijvoorbeeld tijdelijk in het niet in de figuren weergegeven netwerkgeheugen zijn opgeslagen) vergelijken met de in locatiegeheugenmiddelen 31 opgeslagen registratielocatiegegevens, en daarbij constateren dat de gebruiker zich eerder voor de diensten x en y bij terminal 1 had geregistreerd en zich nog niet voor de dienst z had geregistreerd. In responsie daarop vervangen de aanpassingsmiddelen in locatiegeheugenmiddelen 31 de in de derde kolom op de eerste rij opgeslagen terminallocatiegegevens door ongeldige gegevens en vervangen de aanpassingsmiddelen de in de derde kolom op de tweede rij opgeslagen terminallocatiegegevens (terminal 1) door andere terminallocatiegegevens (terminal 2) en slaan de aanpassingsmiddelen in de eerste kolom op een derde rij weer dezelfde gebruikergegevens (idcode) op, in de tweede kolom op de derde rij de derde dienstgegevens (code z) op en in de derde kolom op de derde rij de andere terminallocatiegegevens (terminal 2) op. Als gevolg van het moeten aanpassen van de in de derde kolom op de eerste rij en op de tweede rij opgeslagen terminallocatiegegevens of als gevolg van het moeten aanpassen van de in de derde kolom op de tweede rij opgeslagen terminallocatiegegevens en het deregistratiecommando (*2 code x ##, de vrijmaakinformatie) wordt door weer verdere zendmiddelen 32 onder besturing van netwerkprocessormiddelen 30 een vrijmaaksignaal gegenereerd, dat via verbinding 35, netwerkprocessormiddelen 30, verbinding 36, schakelmatrix 33 en verbinding 37 naar processormiddelen 10 wordt verzonden, die in responsie hierop in het terminalgeheugen 11 in de vierde kolom op de eerste rij en op de tweede rij het geldigsignaal vervangen door een ongeldigsignaal. Hierdoor worden de eerste rij en de tweede rij van terminalgeheugen 11 overschrij fbaar.
Aldus heeft de gebruiker zich op expliciete wijze voor de dienst x bij terminal 1 gederegistreerd en zich op impliciete wijze voor de dienst y (door verdere registratie bij terminal 2 voor de dienst y) bij terminal 1 gederegistreerd, en heeft de gebruiker zich voor de diensten y en z bij terminal 2 geregistreerd, waardoor een voor hem bij netwerk 3 binnenkomend bericht betreffende dienst y en/of dienst z onder besturing door netwerkprocessormiddelen 30 na raadpleging van locatiegeheugenmiddelen 31 via schakelmatrix 33 naar terminal 2 wordt geleid. Een voor hem bij netwerk 3 binnenkomend bericht betreffende dienst x zal daarentegen niet langer naar een terminal worden geleid, doordat de gebruiker zich voor de dienst x heeft gederegistreerd. Door toepassing van het vrijmaaksignaal wordt terminalgeheugen 11 niet langer onnodig van ongeldige informatie voorzien wanneer de gebruiker vergeet zich bij terminal 1 te deregistreren, welk vrijmaaksignaal dus wordt gegenereerd in responsie op het aanpassen van de terminallocatiegegevens en/of in responsie op het deregistratiecommando oftewel de vrijmaakinformatie. Het op impliciete wijze en op expliciete wijze deregistreren behoeft hierbij niet tegelijk plaats te vinden, maar kan ook afzonderlijk plaatsvinden.
De aanpassingsmiddelen zouden op voor de vakman bekende wijze kunnen worden gerealiseerd aan de hand van vergelijkmiddelen die van locatiegeheugenmiddelen 31 afkomstige registratielocatiegegevens (een signaal representerende gebruikergegevens, dienstgegevens en terminallocatiegegevens) vergelijken met de van terminal 2 afkomstige en tijdelijk in het niet in de figuren weergegeven netwerkgeheugen opgeslagen gegevens (een signaal representerende bijvoorbeeld dezelfde gebruikergegevens, dezelfde dienstgegevens en andere terminallocatiegegevens) en aan de hand van vervangingsmiddelen voor het in geval van gedeeltelijke gelijkheid (de overeenkomende gebruikergegevens en de overeenkomende dienstgegevens) vervangen van de in locatiegeheugenmiddelen 31 opgeslagen terminallocatiegegevens door de bijvoorbeeld tijdelijk in het niet in de figuren weergegeven netwerkgeheugen opgeslagen andere terminallocatiegegevens.
De weer verdere zendmiddelen 32 in netwerk 3 zouden eveneens in terminal 2 kunnen worden geplaatst, in welk geval ze zelfs ondergebracht zouden kunnen worden in verdere zendmiddelen 22. Het vrijmaaksignaal wordt dan vanaf terminal 2 via netwerk 3 naar terminal 1 verzonden, in welk geval hetzij de gebruiker bij het toevoeren van de vrijmaakinformatie aan terminal 2 tevens informatie omtrent de bestemming van het vrijmaaksignaal (terminal 1) dient toe te voegen hetzij netwerk 3 deze informatie omtrent de bestemming van het vrijmaaksignaal (terminal 1) dient toe te voegen, bijvoorbeeld door raadpleging van locatiegeheugenmiddelen 31. Verder zou het vrijmaaksignaal een eerste subvrijmaaksignaal kunnen omvatten waarmee slechts locaties in een terminalgeheugen met alleen gebruikergegevens worden vrijgemaakt of slechts locaties in een terminalgeheugen met gebruikergegevens en daarnaast dienstgegevens en/of verdere gegevens worden vrijgemaakt, en zou het vrijmaaksignaal een tweede subvrijmaaksignaal kunnen omvatten waarmee slechts locaties in een terminalgeheugen met alleen dienstgegevens en/of verdere gegevens worden vrijgemaakt. Uiteraard dient het terminalgeheugen dan op voor de vakman bekende wijze daartoe te worden ingericht.
De op de onderste rij van een terminalgeheugen opgeslagen terminalgegevens (terminalidentifier) gelden uiteraard voor iedere gebruiker-dienst-combinatie, tenzij in de terminalgegevens een onderverdeling is gemaakt teneinde de betreffende terminal in verschillende systemen te kunnen toepassen. In dat geval gelden terminalgegevens in ene zin ten behoeve van gebruiker-dienst-combinaties voor een systeem in ene zin, en gelden terminalgegevens in andere zin ten behoeve van gebruiker-dienst-combinaties voor een systeem in andere zin. Zolang er nog ten minste één gebruiker-dienst-combinatie in bepaalde zin is opgeslagen, dienen dan ook de terminalgegevens in bepaalde zin te blijven opgeslagen. In het algemeen zal een terminal in responsie op een vrijmaaksignaal voor het ongeldig verklaren van ten minste één gebruiker-dienst-combinatie in bepaalde zin kunnen nagaan of er nog terminalgegevens in bepaalde zin benodigd zijn, en indien dit niet zo is zal de terminal in responsie op het vrijmaaksignaal ook de betreffende terminalgegevens in bepaalde zin ongeldig kunnen verklaren, hetgeen uiteraard daarna aan het netwerk zou kunnen worden medegedeeld. Ook is het echter mogelijk dat het netwerk nagaat of er nog terminalgegevens in bepaalde zin benodigd zijn zodra ten minste één gebruiker-dienst-combinatie in bepaalde zin bij de betreffende terminal ongeldig gaat worden verklaard, en dat indien dit zo is het netwerk de betreffende terminal via hetzelfde of een ander vrijmaaksignaal daartoe opdracht geeft.
Een terminal zou bijvoorbeeld kunnen worden gevormd door een telefoontoestel, een videotelefoontoestel, een faxapparaat, een personal computer, een televisietoestel etc. Diensten zouden bijvoorbeeld kunnen bestaan uit telefoongesprekken, videotelefoongesprekken, datatransmissie, E-mail, videobeelden, etc.
Het in figuur 2 weergegeven mobiele telecommunicatiesysteem volgens de uitvinding omvat een terminal 4, een verdere terminal 5 en een voor mobiele telecommunicatie ingericht netwerk 6. Terminal 4 omvat processormiddelen 40, die zijn gekoppeld roet een terminalgeheugen 41 en zijn gekoppeld met zendmiddelen 42 en zijn gekoppeld met informatiezend/ontvangmiddelen 43 en zijn gekoppeld met een zend/ontvanger 44. Verdere terminal 5 omvat verdere processormiddelen 50, die zijn gekoppeld met een verder terminalgeheugen 51 en zijn gekoppeld met verdere zendmiddelen 52 en zijn gekoppeld met verdere informatiezend/ontvangmiddelen 53 en zijn gekoppeld met een verdere zend/ontvanger 54. Netwerk 6 omvat netwerkprocessormiddelen 60 die via verbinding 64 zijn gekoppeld met locatiegeheugenmiddelen 61 en via verbinding 68 zijn gekoppeld met relatiegeheugenmiddelen 67 en via verbinding 65 zijn gekoppeld met weer verdere zendmiddelen 62 en via verbinding 66 zijn gekoppeld met een schakelmatrix 63, welke verder is gekoppeld met basisstations 69 en 70 (eerste location area), 71 en 72 (tweede location area), 73 en 74 (derde location area).
Processormiddelen 40 respectievelijk 50 besturen terminalgeheugen 41 respectievelijk 51 en zendmiddelen 42 respectievelijk 52 en informatiezend/ontvangmiddelen 43 respectievelijk 53 en zend/ontvanger 44 respectievelijk 54, die radiosignalen ontvangt vanaf de basisstations 69, 70, 71, 72, 73 en/of 74. De vanaf netwerk 6 te ontvangen signalen worden door processormiddelen 40 respectievelijk 50 in geval van spraaksignalen eventueel geconverteerd (van analoog naar digitaal of van digitaal naar analoog) en bijvoorbeeld doorgegeven aan niet in de figuren weergegeven luidspreker/microfoonmiddelen en in geval van signaleringssignalen eventueel geconverteerd en verder bewerkt.
Terminalgeheugen 41 respectievelijk 51 komt in dit voorbeeld overeen met terminalgeheugen 11 respectievelijk 21. Zendmiddelen 42 respectievelijk 52 komt overeen met zendmiddelen 12 respectievelijk 22. Informatiezend/ontvangmiddelen 43 respectievelijk 53 worden bijvoorbeeld gevormd door een smart card reader, waarbij via een niet in de figuren weergegeven smart card informatie aan de terminal kan worden toegevoerd en waarbij informatie vanaf de terminal aan aan de smart card kan worden toegevoerd.
Netverkprocessormiddelen 60 besturen locatiegeheugenmiddelen 61 en relatiegeheugenmiddelen 67 en weer verdere zendmiddelen 62 en schakelmatrix 63. Locatiegeheugenmiddelen 61 omvatten in dit voorbeeld drie kolommen, een eerste kolom voor het opslaan van gebruikergegevens, een tweede kolom voor het opslaan van dienstgegevens en een derde kolom voor het opslaan van terminalgegevens, en wel op een zodanige wijze dat per rij kan worden opgeslagen dat één gebruiker voor één bepaalde dienst op een bepaalde terminal staat geregistreerd. Per rij zijn dan registratielocatiegegevens opgeslagen. Relatiegeheugenmiddelen 67 omvatten in dit voorbeeld twee kolommen, een eerste kolom voor het opslaan van terminalgegevens en een tweede kolom voor het opslaan van location-area-gegevens, waarbij per rij dus wordt vastgelegd in welke location area een terminal zich bevindt. Weer verdere zendmiddelen 62 verzenden signaleringssignalen via verbinding 65 en via processormiddelen 60 en via schakelmatrix 63 naar een bepaald basistation, waarbij processormiddelen 60 een eventuele conversie en verdere bewerking voor hun rekening zouden kunnen nemen.
De werking van het in figuur 2 weergegeven telecommunicatiesysteem volgens de uitvinding is overeenkomstig de werking van het in figuur 1 weergegeven telecommunicatiesysteem, met uitzondering van het volgende. Een gebruiker die zich bij terminal 4 voor de diensten x en y en z wil registreren haalt zijn smart card door de card reader (informatiezend/ontvangmiddelen 43) waardoor als registratieinformatie de idcode (de identificatiecode) en de dienst-x-code en de dienst-y-code en de dienst-z-code en verdere-gegevens-codes worden ingevoerd. In responsie op deze ingevoerde identificatieinformatie en dienstinformatie en verdere informatie ontvangen processormiddelen 40 signalen die deze ingevoerde informatie representeren, waarna zend/ontvanger 44 een radioverbinding opbouwt met bijvoorbeeld basisstation 69, en processormiddelen 40 vervolgens deze signalen eventueel converteren en opslaan in terminalgeheugen 41 en via zend/ontvanger 44 verzenden naar basisstation 69 van netwerk 6. Netwerkprocessormiddelen 60 slaan in locatiegeheugenmiddelen 61 in de eerste kolom op een eerste rij en op een tweede rij en op een derde rij dezelfde gebruikergegevens (idcode) op, slaan in de tweede kolom op de eerste rij de eerste dienstgegevens (code x) op, slaan in de tweede kolom op de tweede rij de tweede dienstgegevens (code y) op, slaan in de tweede kolom op de derde rij de derde dienstgegevens (code z) op en slaan in de derde kolom op de eerste rij en op de tweede rij en op de derde rij dezelfde terminalgegevens (terminal 4) op. Verder slaan netwerkprocessormiddelen 60 in relatiegeheugenmiddelen 67 in een eerste kolom op een eerste rij de terminalgegevens (terminal 4) op en slaan in een tweede kolom op de eerste rij location-area-gegevens (eerste location area, als gevolg van basisstation 69) op.
Aldus heeft de gebruiker zich voor de diensten x en y en z bij terminal 4 geregistreerd, waardoor een voor hem bij netwerk 6 binnenkomend bericht betreffende dienst x en/of dienst y en/of dienst z onder besturing door netwerkprocessormiddelen 60 na raadpleging van locatiegeheugenmiddelen 61 en relatiegeheugenmiddelen 67 via schakelmatrix 63 naar terminal 4 wordt geleid. Dit geschiedt door aan de hand van het binnenkomende bericht allereerst via de gebruikergegevens in de locatiegeheugenmiddelen 61 de terminalgegevens op te zoeken, en door vervolgens aan de hand van de terminalgegevens in de relatiegeheugenmiddelen 67 de location-area-gegevens op te zoeken, en door daarna via basisstations 69 en 70 (eerste location area) semafoonsignalen te verzenden naar de zend/ontvanger 44 van terminal 4, die vervolgens in responsie daarop met één der basistations 69 en 70 een radioverbinding opbouwt, etc.
Wanneer terminal 4 zich verplaatst naar bijvoorbeeld de tweede location area (basisstations 71 en 72), dan bouwt zend/ontvanger 44 onmiddellijk een radioverbinding op met één der basisstations 71 en 72, waarna netwerk 6 op de hoogte wordt gebracht van deze verplaatsing en de location-area-gegevens in de tweede kolom op de eerste rij van relatiegeheugenmiddelen 67 worden aangepast op voor de vakman bekende wijze. In geval van een binnenkomend bericht worden dan weer allereerst via de gebruikergegevens in de locatiegeheugenmiddelen 61 de terminalgegevens opgezocht, en worden vervolgens aan de hand van de terminalgegevens in de relatiegeheugenmiddelen 67 de location-area-gegevens opgezocht, en worden daarna via basisstations 71 en 72 (tweede location area) seraafoonsignalen verzonden naar de zend/ontvanger 44 van terminal 4, die vervolgens in responsie daarop met één der basistations 71 en 72 een radioverbinding opbouwt, etc.
Een gebruiker die zich heeft verplaatst vanaf terminal 4 naar terminal 5 en die zich bij terminal 5 voor de diensten x en y en z wil registreren haalt zijn smart card door de card reader (informatiezend/ontvangmiddelen 53) waardoor als registratieinformatie de idcode (de identificatiecode) en de dienst-x-code en de dienst-y-code en de dienst-z-code en verdere-gegevens-codes worden ingevoerd.
In responsie op deze ingevoerde identificatieinformatie en dienstinformatie en verdere informatie ontvangen processormiddelen 50 signalen die deze ingevoerde informatie representeren, waarna zend/ontvanger 54 een radioverbinding opbouwt met bijvoorbeeld basisstation 74, en processormiddelen 50 vervolgens deze signalen eventueel converteren en opslaan in terminalgeheugen 51 en via zend/ontvanger 54 en basisstation 74 verzenden naar netwerk 6.
Netwerkprocessormiddelen 60 omvatten aanpassingsmiddelen die de van terminal 5 afkomstige gegevens (die bijvoorbeeld tijdelijk in het niet in de figuren weergegeven netwerkgeheugen zijn opgeslagen) vergelijken met de in locatiegeheugenmiddelen 61 opgeslagen registratielocatiegegevens, en daarbij constateren dat de gebruiker zich eerder voor de diensten x en y en z bij terminal 4 had geregistreerd. In responsie daarop vervangen de aanpassingsmiddelen in locatiegeheugenmiddelen 61 de in de derde kolom op de eerste rij en op de tweede rij en op de derde rij opgeslagen terminalgegevens (terminal 4) door andere terminalgegevens (terminal 5). Als gevolg van het moeten aanpassen van de in de derde kolom op de eerste rij en op de tweede rij en op de derde rij opgeslagen terminalgegevens wordt door weer verdere zendmiddelen 62 onder besturing van netwerkprocessormiddelen 60 een vrijmaaksignaal gegenereerd, dat via verbinding 65, netwerkprocessormiddelen 60, verbinding 66, schakelmatrix 63 en basisstations 69 en/of 70 bijvoorbeeld als onderdeel van een semafoonsignaal naar terminal 4 wordt verzonden, indien na raadpleging van relatiegeheugenmiddelen 67 is gebleken dat terminal 4 zich nog in de eerste location area bevindt. In responsie op dit vrijmaaksignaal wordt door terminal 4 dan het betreffende gedeelte van het terminalgeheugen 41 vrijgemaakt. Hierdoor wordt dit betreffende gedeelte van terminalgeheugen 41 overschrijfbaar. Als alternatief is het mogelijk dat het vrijmaaksignaal niet als onderdeel van het semafoonsignaal wordt verzonden, maar dat na ontvangst van het semafoonsignaal door zend/ontvanger 44 een radioverbinding met basisstation 69 en/of 70 wordt opgebouwd, waarna via deze opgebouwde radioverbinding het vrijmaaksignaal wordt verzonden.
Aldus heeft de gebruiker zich op impliciete wijze voor de diensten x en y en z bij terminal 4 gederegistreerd, en heeft de gebruiker zich voor de diensten x en y en z bij terminal 5 geregistreerd, waardoor een voor hem bij netwerk 6 binnenkomend bericht betreffende dienst x en/of dienst y en/of dienst z onder besturing door netwerkprocessormiddelen 60 na raadpleging van locatiegeheugenmiddelen 61 en relatiegeheugenmiddelen 67 via schakelmatrix 63 en bijvoorbeeld basisstation 74 en een opgebouwde radioverbinding en zend/ontvanger 54 naar terminal 5 wordt geleid, waarbij de radioverbinding wederom tot stand zou kunnen zijn gekomen in responsie op het door de basisstations 73 en 74 verzenden van semafoonsignalen. Door toepassing van het vrijmaaksignaal wordt terminalgeheugen 41 niet langer onnodig van ongeldige informatie voorzien wanneer de gebruiker vergeet zich bij terminal 4 te deregistreren, welk vrijmaaksignaal dus in dit geval wordt gegenereerd in responsie op het aanpassen van de terminalgegevens.
Bij voorkeur zullen het in figuur 1 weergegeven telecommunicatiesysteem en het in figuur 2 weergegeven telecommunicatiesysteem onderling worden gekoppeld, bijvoorbeeld door de schakelmatrices 33 en 63 onderling te verbinden, waarna het mogelijk wordt om bijvoorbeeld een bij terminal 1 geregistreerde gebruiker vanaf terminal 5 te deregistreren en om bijvoorbeeld een bij terminal 4 geregistreerde gebruiker vanaf terminal 2 te deregistreren.
De in figuur 2 weergegeven informatiezend/ontvangmiddelen 43 en 53 die een card reader omvatten zullen bij voorkeur worden uitgebreid met druktoetsen en een display, zodat bijvoorbeeld via de smart card de identificatiecode wordt toegevoerd, terwijl via de druktoetsen de pincode wordt toegevoerd. Daarnaast bestaat dan de mogelijkheid om via de druktoetsen (een gedeelte van de) dienstinformatie toe te voeren, zodat per terminal kan worden bepaald voor welke diensten bij deze terminal de gebruiker zich wenst te registreren en/of voor welke diensten bij een andere terminal de gebruiker zich wenst te deregistreren.
Het gebruik van een smart card en een card reader ten opzichte van druktoetsen heeft als voordeel dat een gebruiker minder informatie zelf behoeft in te toetsen. Daarnaast kan echter niet alleen informatie vanaf een smart card worden gelezen, maar kan ook extra informatie aan de smart card worden toegevoegd. Hierdoor ontstaat de mogelijkheid van het in responsie op een bij een eerste terminal te verrichten registratie en/of deregistratie bepaalde terminalgegevens betreffende deze eerste terminal op de smart card op te slaan, zodat een vanaf een tweede terminal te verrichten deregistratie van bij de eerste terminal geregistreerde diensten het netwerk minder belast, doordat bepaalde terminalgegevens betreffende de eerste terminal reeds aanwezig zijn.
De zendmiddelen 12 respectievelijk de verdere zendmiddelen 22 respectievelijk de weer verdere zendmiddelen 32 zouden in een ander uitvoeringsvoorbeeld ook direct met een uitgaande verbinding kunnen worden gekoppeld, zodat een eventuele conversie en bewerking van signalen eerst door processormiddelen 10 respectievelijk verdere processormiddelen 20 respectievelijk netwerkprocessormiddelen 30 plaats zou kunnen vinden alvorens deze eventueel geconverteerde en bewerkte signalen onder besturing van processormiddelen 10 respectievelijk verdere processormiddelen 20 respectievelijk netwerkprocessormiddelen 30 kunnen worden verzonden. De zendmiddelen 42 respectievelijk de verdere zendmiddelen 52 respectievelijk de weer verdere zendmiddelen 62 zouden in een ander uitvoeringsvoorbeeld ook direct met de zend/ontvanger 44 respectievelijk zend/ontvanger 54 respectievelijk schakelmatris 63 kunnen worden gekoppeld, zodat een eventuele conversie en bewerking van signalen eerst door processormiddelen 40 respectievelijk verdere processormiddelen 50 respectievelijk netwerkprocessormiddelen 60 plaats zou kunnen vinden alvorens deze eventueel geconverteerde en bewerkte signalen onder besturing van processormiddelen 40 respectievelijk verdere processormiddelen 50 respectievelijk netwerkprocessormiddelen 60 kunnen worden verzonden.
De locatiegeheugenmiddelen 61 en relatiegeheugenmiddelen 67 zouden tot één geheugen met drie kolommen kunnen worden gecombineerd, in welk geval dus de terminalgegevens geheel achterwege kunnen worden gelaten.
Locatiegeheugenmiddelen 31 en 61 zouden ingericht kunnen zijn met per geabonneerde gebruiker één of meer voor hem gereserveerde rijen die worden gevuld met de betreffende gegevens. Ook zouden ze echter ingericht kunnen zijn zonder voor gebruikers gereserveerde rijen, in welk geval het netwerk bij het vervangen van terminal(locatie)gegevens op een gegeven rij in de derde kolom door ongeldige gegevens dient te weten dat de gehele rij dan overschrijfbaar wordt.
Terminalgeheugen 11, 21, 31 en 41 en locatiegeheugenmiddelen 61 zouden eveneens op andere wijze kunnen zijn georganiseerd waarbij bijvoorbeeld slechts éénmaal dezelfde gebruikergegevens worden opgeslagen en waarbij dan via een bepaalde adreskoppeling de bij de gebruikergegevens behorende dienstgegevens en verdere gegevens worden opgeslagen.
De in de figuren 1 en 2 weergegeven telecommunicatiesystemen zijn slechts voorbeelden. Zo zouden de koppelingen tussen de basisstations en de schakelmatrix op andere wijze tot stand kunnen worden gebracht (ringstructuur) en zou in netwerk 3 en 6 gebruik kunnen worden gemaakt van busstructuren. In het algemeen is de uitvinding dus van toepassing in alle bestaande en toekomstige telecommunicat ienetwerken.
De uitvinding betreft tevens een werkwijze voor het deregisteren van een bij een terminal (1,4) via registratiegegevens geregistreerde gebruiker, welke terminal is voorzien van een terminalgeheugen (11,41) waarin de registratiegegevens worden opgeslagen (op de eerste rij en op de tweede rij van terminalgeheugen 11,41) in responsie op toe te voeren identificatieinformatie (informatiezend/ontvangmiddelen 13,43), waarbij aan een netwerk (3,6) toe te voeren registratielocatiegegevens worden opgeslagen in een geheugenveld (de eerste rij en de tweede rij) van locatiegeheugenmiddelen (31,61) van het netwerk (3,6), welke werkwijze is gekenmerkt doordat de werkwijze de stappen omvat van - het door de gebruiker aan een verdere terminal (2,5) toevoeren van bepaalde gegevens (via informatiezend/ontvangmiddelen 23,53), - het door de verdere terminal (2,5), in responsie op de toe te voeren bepaalde gegevens, verzenden van een informatiesignaal (via verdere zendmiddelen 22,52) naar het netwerk (3,6), - het door het netwerk (3,6), in responsie op het informatiesignaal, aanpassen van de in het geheugenveld (de eerste rij en de tweede rij en de derde rij) van de locatiegeheugenraiddelen (31,61) opgeslagen registratielocatiegegevens, - het verzenden van een vrijmaaksignaal (via weer verdere zendmiddelen 32,62) naar de terminal (1,4), en - het door de terminal (1,4), in responsie op het vrijmaaksignaal, vrijmaken van ten minste een gedeelte van het terminalgeheugen (11,41).
Een eerste uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding bezit het kenmerk, dat de registratiegegevens identificatiegegevens en terminalgegevens omvatten, waarbij de identificatiegegevens in een eerste geheugenveld (alle rijen behalve de onderste rij) van het terminalgeheugen (11,41) worden opgeslagen en de terminalgegevens in een tweede geheugenveld (de onderste rij) van het terminalgeheugen (11,41) worden opgeslagen.
Een tweede uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding bezit het kenmerk, dat de registratiegegevens ten minste identificatiegegevens omvatten, waarbij de identificatiegegevens gebruikergegevens en dienstgegevens omvatten, waarbij de gebruikergegevens in een eerste gedeelte (de eerste kolom, met eventueel een gedeelte van de derde kolom) van het eerste geheugenveld worden opgeslagen en waarbij de dienstgegevens in een tweede gedeelte (de tweede kolom, met eventueel een ander gedeelte van de derde kolom) van het eerste geheugenveld worden opgeslagen.
Een derde uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding bezit het kenmerk, dat het vrijmaaksignaal een eerste subvrijmaaksignaal omvat voor het ten minste gedeeltelijk vrijmaken van het eerste gedeelte van het eerste geheugenveld en/of een tweede subvrijmaaksignaal omvat voor het ten minste gedeeltelijk vrijmaken van het tweede gedeelte van het eerste geheugenveld.
Een vierde uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding bezit het kenmerk, dat de werkwijzestap van het aanpassen van de registratielocatiegegevens plaatsvindt door ten minste een deel van de registratielocatiegegevens te vervangen door ten minste een deel van in responsie op het verdere informatiesignaal te genereren verdere registratielocatiegegevens (de derde kolom, eerste rij en tweede rij van locatiegeheugenmiddelen 31, de derde kolom, eerste rij en tweede rij en derde rij van locatiegeheugenmiddelen 61).
Een vijfde uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding bezit het kenmerk, dat de bepaalde gegevens registratieinformatie omvatten, en de werkwijzestap van het verzenden van het vrijmaaksignaal plaatsvindt in responsie op het aanpassen van de registratielocatiegegevens.
Een zesde uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding bezit het kenmerk, dat de bepaalde gegevens registratieinformatie en vrijmaakinformatie omvatten, en de werkwijzestap van het verzenden van het vrijmaaksignaal plaatsvindt in responsie op het toevoeren van de vrijmaakinformatie.
Een zevende uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding bezit het kenmerk, dat de werkwijzestap van het aanpassen van de registratielocatiegegevens plaatsvindt door ten minste een deel van de registratielocatiegegevens ongeldig te verklaren (ongeldige terininfl 1 locfltie in de derde kolom» eerste rij van locatiegeheugenmiddelen 31).
Een achtste uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding bezit het kenmerk, dat de bepaalde gegevens vrijmaakinformatie omvatten, en de werkwijzestap van het verzenden van het vrijmaaksignaal plaatsvindt in responsie op het aanpassen van de registratielocatiegegevens.
Een negende uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding bezit het kenmerk, dat de bepaalde gegevens vrijmaakinformatie omvatten, en de werkwijzestap van het verzenden van het vrijmaaksignaal plaatsvindt in responsie op het toevoeren van de vrijmaakinformatie.

Claims (20)

1. Werkwijze voor het deregisteren van een bij een terminal via registratiegegevens geregistreerde gebruiker, welke terminal is voorzien van een terminalgeheugen waarin de registratiegegevens worden opgeslagen in responsie op toe te voeren identificatieinformatie, waarbij aan een netwerk toe te voeren registratielocatiegegevens worden opgeslagen in een geheugenveld van locatiegeheugenmiddelen van het netwerk, met het kenmerk, dat de werkwijze de stappen omvat van - het door de gebruiker aan een verdere terminal toevoeren van bepaalde gegevens, - het door de verdere terminal, in responsie op de toe te voeren bepaalde gegevens, verzenden van een informatiesignaal naar het netwerk, - het door het netwerk, in responsie op het informatiesignaal, aanpassen van de in het geheugenveld van de locatiegeheugenmiddelen opgeslagen registratielocatiegegevens, - het verzenden van een vrijmaaksignaal naar de terminal, en - het door de terminal, in responsie op het vrijmaaksignaal, vrijmaken van ten minste een gedeelte van het terminalgeheugen.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de registratiegegevens identificatiegegevens en terminalgegevens omvatten, waarbij de identificatiegegevens in een eerste geheugenveld van het terminalgeheugen worden opgeslagen en de terminalgegevens in een tweede geheugenveld van het terminalgeheugen worden opgeslagen.
3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de registratiegegevens ten minste identificatiegegevens omvatten, waarbij de identificatiegegevens gebruikergegevens en dienstgegevens omvatten, waarbij de gebruikergegevens in een eerste gedeelte van het eerste geheugenveld worden opgeslagen en waarbij de dienstgegevens in een tweede gedeelte van het eerste geheugenveld worden opgeslagen.
4. Werkwijze volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het vrijmaaksignaal een eerste subvrijmaaksignaal omvat voor het ten minste gedeeltelijk vrijmaken van het eerste gedeelte van het eerste geheugenveld en/of een tweede subvrijmaaksignaal omvat voor het ten minste gedeeltelijk vrijmaken van het tweede gedeelte van het eerste geheugenveld.
5. Werkwijze volgens conclusie 1, 2, 3 of 4, met het kenmerk, dat de werkwijzestap van het aanpassen van de registratielocatiegegevens plaatsvindt door ten minste een deel van de registratielocatiegegevens te vervangen door ten minste een deel van in responsie op het verdere informatiesignaal te genereren verdere registratielocatiegegevens.
6. Werkwijze volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de bepaalde gegevens registratieinformatie omvatten, en de werkwijzestap van het verzenden van het vrijmaaksignaal plaatsvindt in responsie op het aanpassen van de registratielocatiegegevens.
7. Werkwijze volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de bepaalde gegevens registratieinformatie en vrijmaakinformatie omvatten, en de werkwijzestap van het verzenden van het vrijmaaksignaal plaatsvindt in responsie op het toevoeren van de vrijmaakinformatie.
8. Werkwijze volgens conclusie 1, 2, 3 of 4, met het kenmerk, dat de werkwijzestap van het aanpassen van de registratielocatiegegevens plaatsvindt door ten minste een deel van de registratielocatiegegevens ongeldig te verklaren.
9. Werkwijze volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de bepaalde gegevens vrijmaakinformatie omvatten, en de werkwijzestap van het verzenden van het vrijmaaksignaal plaatsvindt in responsie op het aanpassen van de registratielocatiegegevens.
10. Werkwijze volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de bepaalde gegevens vrijmaakinformatie omvatten, en de werkwijzestap van het verzenden van het vrijmaaksignaal plaatsvindt in responsie op het toevoeren van de vrijmaakinformatie.
11. Telecommunicatiesysteem omvattende een eerste terminal en een tweede terminal en een zich tussen de eerste terminal en de tweede terminal bevindend netwerk, welke eerste terminal is voorzien van een terminalgeheugen voor het opslaan van registratiegegevens voor het registreren van een gebruiker in responsie op toe te voeren identificatie informatie, welke eerste terminal verder is voorzien van zendmiddelen voor het in responsie op de toe te voeren identificatieinformatie verzenden van een informatiesignaal naar het netwerk dat is voorzien van locatiegeheugenmiddelen voor het in responsie op het informatiesignaal in een geheugenveld van de locatiegeheugenmiddelen opslaan van registratielocatiegegevens, met het kenmerk, dat de tweede terminal is voorzien van verdere zendmiddelen voor het in responsie op aan de tweede terminal toe te voeren bepaalde gegevens verzenden van een verder informatiesignaal, waarbij het netwerk is voorzien van aanpassingsmiddelen voor het in responsie op het verdere informatiesignaal aanpassen van reeds in het geheugenveld van de locatiegeheugenmiddelen opgeslagen registratielocatiegegevens, waarbij het telecommunicatiesysteem is voorzien van weer verdere zendmiddelen voor het als gevolg van het toevoeren van de bepaalde gegevens aan de tweede terminal verzenden van een vrijmaaksignaal naar de eerste terminal voor het vrijmaken van ten minste een gedeelte van het terminalgeheugen.
12. Telecommunicatiesysteem volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de registratiegegevens identificatiegegevens en terminalgegevens omvatten, waarbij de identificatiegegevens in een eerste geheugenveld van het terminalgeheugen worden opgeslagen en de terminalgegevens in een tweede geheugenveld van het terminalgeheugen worden opgeslagen.
13. Telecommunicatiesysteem volgens conclusie 11 of 12, met het kenmerk, dat de registratiegegevens ten minste identificatiegegevens omvatten, waarbij de identificatiegegevens gebruikergegevens en dienstgegevens omvatten, waarbij de gebruikergegevens in een eerste gedeelte van het eerste geheugenveld worden opgeslagen en waarbij de dienstgegevens in een tweede gedeelte van het eerste geheugenveld worden opgeslagen.
14. Telecommunicatiesysteem volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat het vrijmaaksignaal een eerste subvrijmaaksignaal omvat voor het ten minste gedeeltelijk vrijmaken van het eerste gedeelte van het eerste geheugenveld en/of een tweede subvrijmaaksignaal omvat voor het ten minste gedeeltelijk vrijmaken van het tweede gedeelte van het eerste geheugenveld.
15. Telecommunicatiesysteem volgens conclusie 11, 12, 13 of 14, met het kenmerk, dat de aanpassingsmiddelen zijn voorzien van vervangingsmiddelen voor het vervangen van ten minste een deel van de registratielocatiegegevens door ten minste een deel van in responsie op het verdere informatiesignaal te genereren verdere registratielocatiegegevens.
16. Telecommunicatiesysteem volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat de bepaalde gegevens registratieinformatie omvatten, waarbij de weer verdere zendmiddelen het vrijmaaksignaal naar de eerste terminal verzenden onder besturing van de aanpassingsmiddelen.
17. Telecommunicatiesysteem volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat de bepaalde gegevens registratieinformatie en vrijmaakinformatie omvatten, waarbij de weer verdere zendmiddelen het vrijmaaksignaal naar de eerste terminal verzenden in responsie op het van de verdere zendmiddelen van de tweede terminal afkomstige verdere informatiesignaal.
18. Telecommunicatiesysteem volgens conclusie 11, 12, 13 of 14, met het kenmerk, dat de aanpassingsmiddelen zijn voorzien van genereermiddelen voor het genereren van een ongeldigverklaringssignaal voor het ongeldig verklaren van ten minste een deel van de registratielocatiegegevens.
19. Telecommunicatiesysteem volgens conclusie 18, met het kenmerk, dat de bepaalde gegevens vrijmaakinformatie omvatten, waarbij de weer verdere zendmiddelen het vrijmaaksignaal naar de eerste terminal verzenden onder besturing van de aanpassingsmiddelen.
20. Telecommunicatiesysteem volgens conclusie 18, met het kenmerk, dat de bepaalde gegevens vrijmaakinformatie omvatten, waarbij de weer verdere zendmiddelen het vrijmaaksignaal naar de eerste terminal verzenden in responsie op het van de verdere zendmiddelen van de tweede terminal afkomstige verdere informatiesignaal.
NL9401344A 1994-08-19 1994-08-19 Werkwijze voor het deregistreren van een bij een terminal via registratiegegevens geregistreerde gebruiker, alsmede telecommunicatiesysteem. NL9401344A (nl)

Priority Applications (15)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9401344A NL9401344A (nl) 1994-08-19 1994-08-19 Werkwijze voor het deregistreren van een bij een terminal via registratiegegevens geregistreerde gebruiker, alsmede telecommunicatiesysteem.
AU33837/95A AU692919B2 (en) 1994-08-19 1995-08-14 Method for the deregistration of a user registered at a terminal via registration data, and also telecommunication system
EP95930457A EP0787337B1 (en) 1994-08-19 1995-08-14 Method for the deregistration of a user registered at a terminal via registration data, and also telecommunication system
ES95930457T ES2131853T3 (es) 1994-08-19 1995-08-14 Procedimiento para retirar del registro a un usuario registrado de un terminal, a traves de datos de registro y sistema de telecomunicaciones.
CZ1997477A CZ287645B6 (en) 1994-08-19 1995-08-14 Deregistering method of subscriber registered on a terminal through mediation of registering data and telecommunication apparatus for making the same
JP50776396A JP3801631B2 (ja) 1994-08-19 1995-08-14 ある端末で登録されたユーザを登録データを介して登録解除する方法、および電話通信システム
PL95318696A PL178127B1 (pl) 1994-08-19 1995-08-14 Sposób i system telekomunikacyjny do wyrejestrowywania użytkownika zarejestrowanego w terminalu za pośrednictwem danych rejestracyjnych
PCT/EP1995/003228 WO1996006413A1 (en) 1994-08-19 1995-08-14 Method for the deregistration of a user registered at a terminal via registration data, and also telecommunication system
DK95930457T DK0787337T3 (da) 1994-08-19 1995-08-14 Fremgangsmåde til deregistreringen af en bruger, der er registreret ved en terminal via registreringsdata, og tillige telek
DE69508102T DE69508102T2 (de) 1994-08-19 1995-08-14 Verfahren zum deregistrieren eines an einem terminal mittels registrierungsdaten registrierten benutzers und fernmeldesystem
HU9701732A HU215894B (hu) 1994-08-19 1995-08-14 Eljárás adott felhasználó regisztrálásának megszüntetésére egy adott végkészüléknél lévő regisztrálási adatokra vonatkozóan, valamint telekommunikációs rendszer
US08/793,064 US5969630A (en) 1994-08-19 1995-08-14 Method for the deregistration of a user registered at a terminal via registration data, and also telecommunications system
AT95930457T ATE177232T1 (de) 1994-08-19 1995-08-14 Verfahren zum deregistrieren eines an einem terminal mittels registrierungsdaten registrierten benutzers und fernmeldesystem
NO970717A NO970717L (no) 1994-08-19 1997-02-17 Fremgangsmåte ved registrering og deregistrering samt tilhörende telekommunikasjonssystem
FI970678A FI117952B (fi) 1994-08-19 1997-02-18 Menetelmä, jolla uloskirjataan käyttäjä, joka on kirjautunut päätteelle kirjautumisdatan avulla, ja myös telekommunikaatiojärjestelmä

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9401344 1994-08-19
NL9401344A NL9401344A (nl) 1994-08-19 1994-08-19 Werkwijze voor het deregistreren van een bij een terminal via registratiegegevens geregistreerde gebruiker, alsmede telecommunicatiesysteem.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL9401344A true NL9401344A (nl) 1996-04-01

Family

ID=19864542

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9401344A NL9401344A (nl) 1994-08-19 1994-08-19 Werkwijze voor het deregistreren van een bij een terminal via registratiegegevens geregistreerde gebruiker, alsmede telecommunicatiesysteem.

Country Status (15)

Country Link
US (1) US5969630A (nl)
EP (1) EP0787337B1 (nl)
JP (1) JP3801631B2 (nl)
AT (1) ATE177232T1 (nl)
AU (1) AU692919B2 (nl)
CZ (1) CZ287645B6 (nl)
DE (1) DE69508102T2 (nl)
DK (1) DK0787337T3 (nl)
ES (1) ES2131853T3 (nl)
FI (1) FI117952B (nl)
HU (1) HU215894B (nl)
NL (1) NL9401344A (nl)
NO (1) NO970717L (nl)
PL (1) PL178127B1 (nl)
WO (1) WO1996006413A1 (nl)

Families Citing this family (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JP4334617B2 (ja) * 1995-05-08 2009-09-30 クランベリー、プロパティーズ、リミテッド、ライアビリティー、カンパニー 無線装置を介した電子メッセージ通信システム
US5898770A (en) * 1996-09-26 1999-04-27 Ericsson Inc Subscriber controlled call list deregistration
US6130937A (en) 1997-05-08 2000-10-10 Telemark Technology, Inc. System and process for automatic storage, enforcement and override of consumer do-not-call requests
EP0888021A1 (en) * 1997-06-24 1998-12-30 Motorola, Inc. TDMA communication system with a plurality of base stations in communication with mobile units via a radio interface comprising a dimensionable feedback channel
KR100477670B1 (ko) * 2002-09-26 2005-03-18 삼성전자주식회사 스마트 카드를 이용한 모니터 보안 장치 및 그 방법
CN101127769B (zh) * 2007-08-20 2012-04-04 华为技术有限公司 基于会话发起协议的用户注册的方法、系统及终端、服务器
CN101217541B (zh) * 2008-01-15 2011-05-11 中兴通讯股份有限公司 一种会话初始协议终端向服务器联动注册的方法

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0123890A2 (de) * 1983-05-02 1984-11-07 Telefonbau und Normalzeit GmbH Verfahren zur Zuordnung von Anschlussdaten für Fernsprechteilnehmeranschlüsse
EP0264092A2 (en) * 1986-10-13 1988-04-20 Casio Computer Company Limited Telephone system
JPH02105765A (ja) * 1988-10-14 1990-04-18 Fujitsu Ltd 不在電話転送方法
GB2271912A (en) * 1992-10-22 1994-04-27 Mitel Corp Telephone user special service profiles that are portable
JPH06133054A (ja) * 1992-10-19 1994-05-13 Nippon Telegr & Teleph Corp <Ntt> 転送制御装置

Family Cites Families (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CA1222586A (en) * 1983-11-11 1987-06-02 Tadahiko Akiyama Personal-servicing communication system
US4899373A (en) * 1986-11-28 1990-02-06 American Telephone And Telegraph Company At&T Bell Laboratories Method and apparatus for providing personalized telephone subscriber features at remote locations

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0123890A2 (de) * 1983-05-02 1984-11-07 Telefonbau und Normalzeit GmbH Verfahren zur Zuordnung von Anschlussdaten für Fernsprechteilnehmeranschlüsse
EP0264092A2 (en) * 1986-10-13 1988-04-20 Casio Computer Company Limited Telephone system
JPH02105765A (ja) * 1988-10-14 1990-04-18 Fujitsu Ltd 不在電話転送方法
JPH06133054A (ja) * 1992-10-19 1994-05-13 Nippon Telegr & Teleph Corp <Ntt> 転送制御装置
GB2271912A (en) * 1992-10-22 1994-04-27 Mitel Corp Telephone user special service profiles that are portable

Non-Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Title
J.REGNIER ET AL: "PERSONAL COMMUNICATION SERVICES- THE NEW POTS", GLOBECOM 90- IEEE GLOBAL TELECOMMUNICATIONS CONFERENCE-SESSION 402B, vol. 1, 2 December 1990 (1990-12-02), SAN DIEGO(US), pages 420 - 426 *
PATENT ABSTRACTS OF JAPAN vol. 14, no. 320 (E - 950) 10 July 1990 (1990-07-10) *
PATENT ABSTRACTS OF JAPAN vol. 18, no. 428 (E - 1591) 10 August 1994 (1994-08-10) *

Also Published As

Publication number Publication date
EP0787337A1 (en) 1997-08-06
EP0787337B1 (en) 1999-03-03
DE69508102D1 (de) 1999-04-08
CZ47797A3 (en) 1997-08-13
WO1996006413A1 (en) 1996-02-29
DK0787337T3 (da) 1999-10-04
JP3801631B2 (ja) 2006-07-26
NO970717D0 (no) 1997-02-17
PL178127B1 (pl) 2000-03-31
AU3383795A (en) 1996-03-14
FI970678A (fi) 1997-02-18
CZ287645B6 (en) 2001-01-17
FI117952B (fi) 2007-04-30
AU692919B2 (en) 1998-06-18
JPH10504691A (ja) 1998-05-06
PL318696A1 (en) 1997-07-07
FI970678A0 (fi) 1997-02-18
DE69508102T2 (de) 1999-08-26
NO970717L (no) 1997-04-18
ES2131853T3 (es) 1999-08-01
US5969630A (en) 1999-10-19
HUT76990A (hu) 1998-01-28
HU215894B (hu) 1999-03-29
ATE177232T1 (de) 1999-03-15

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP0677232B1 (en) A system and method for routing messages in radio communication systems
US7319880B2 (en) Method of forwarding an SMS message in a mobile communication system
US5706339A (en) Technique for use in processing personal telephone calls
US6298232B1 (en) Voice mail service notification between mobile systems
US5392336A (en) Data message storage and pick up service
JP2001523423A (ja) 固定端末加入者および移動端末加入者を有する電気通信ネットワーク
JP4195393B2 (ja) 不完了呼に対する発信者情報提供方法及び装置
KR101472511B1 (ko) 다수의 수신기들에게 전자 단문 메시지를 송신하는 방법
EP0861567B1 (en) Transmitting subscriber identity in mobile communication system
NL9401344A (nl) Werkwijze voor het deregistreren van een bij een terminal via registratiegegevens geregistreerde gebruiker, alsmede telecommunicatiesysteem.
US7139558B1 (en) Routing of call forwarding according to basic services
JP4056971B2 (ja) 相互接続契約判定システム、相互接続契約判定装置、及び、相互接続契約判定方法
FI109856B (fi) Merkinantomenetelmä tietoliikennejärjestelmässä
EP1139683A1 (en) Transfer of subscriber information to visited networks
US5832383A (en) Mobile communication method and system
US6880001B1 (en) System for managing and exchanging telecommunication system subscriber data stored in a single logical subscriber database
CN1330197C (zh) 用于从tcp/ip网访问移动电话网用户信息的系统和方法
KR960015362B1 (ko) 위치 등록 레지스터의 이동 호 제어 방법
KR100649590B1 (ko) 통화 중 이벤트 메시지 제공 방법 및 시스템
KR100208288B1 (ko) 서치 도중 발신 중도 포기 호 처리 방법
KR101026048B1 (ko) 착신 불가 호에 대한 발신 정보 제공 시스템 및 방법
KR20020011189A (ko) 홈존 서비스를 위한 착신 전환 방법
CZ160297A3 (cs) Způsob uvítání a informování účastníků mobilní rádiové sítě
JPH1042346A (ja) マルチ広域無線呼出方式

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed