NL9400902A - Vibratieheiblok voor het heien en/of trekken van heimateriaal. - Google Patents

Vibratieheiblok voor het heien en/of trekken van heimateriaal. Download PDF

Info

Publication number
NL9400902A
NL9400902A NL9400902A NL9400902A NL9400902A NL 9400902 A NL9400902 A NL 9400902A NL 9400902 A NL9400902 A NL 9400902A NL 9400902 A NL9400902 A NL 9400902A NL 9400902 A NL9400902 A NL 9400902A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
unbalance
masses
adjustable
adjustment
vibratory
Prior art date
Application number
NL9400902A
Other languages
English (en)
Other versions
NL194008B (nl
NL194008C (nl
Original Assignee
Tuenkers Maschinenbau Gmbh
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Tuenkers Maschinenbau Gmbh filed Critical Tuenkers Maschinenbau Gmbh
Publication of NL9400902A publication Critical patent/NL9400902A/nl
Publication of NL194008B publication Critical patent/NL194008B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL194008C publication Critical patent/NL194008C/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E21EARTH OR ROCK DRILLING; MINING
    • E21BEARTH OR ROCK DRILLING; OBTAINING OIL, GAS, WATER, SOLUBLE OR MELTABLE MATERIALS OR A SLURRY OF MINERALS FROM WELLS
    • E21B7/00Special methods or apparatus for drilling
    • E21B7/24Drilling using vibrating or oscillating means, e.g. out-of-balance masses
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E02HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
    • E02DFOUNDATIONS; EXCAVATIONS; EMBANKMENTS; UNDERGROUND OR UNDERWATER STRUCTURES
    • E02D11/00Methods or apparatus specially adapted for both placing and removing sheet pile bulkheads, piles, or mould-pipes
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E02HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
    • E02DFOUNDATIONS; EXCAVATIONS; EMBANKMENTS; UNDERGROUND OR UNDERWATER STRUCTURES
    • E02D7/00Methods or apparatus for placing sheet pile bulkheads, piles, mouldpipes, or other moulds
    • E02D7/18Placing by vibrating

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Mining & Mineral Resources (AREA)
  • General Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Paleontology (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Geology (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Fluid Mechanics (AREA)
  • Geochemistry & Mineralogy (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Environmental & Geological Engineering (AREA)
  • Placing Or Removing Of Piles Or Sheet Piles, Or Accessories Thereof (AREA)
  • Apparatuses For Generation Of Mechanical Vibrations (AREA)
  • Containers And Packaging Bodies Having A Special Means To Remove Contents (AREA)
  • Percussion Or Vibration Massage (AREA)
  • Vending Machines For Individual Products (AREA)

Description

Vibratieheiblok voor het heien en/of trekken van heimateriaal
De uitvinding heeft betrekking op een vibratieheiblok voor het heien en/of trekken van heimateriaal met minstens vier door een motor aangedreven onbalansbekrachtigers waarbij telkens minstens één onbalansmassa hoort, met een veranderlijk statisch moment, waarbij de onbalansmassa's telkens aan de onbalansas met betrekking tot de werkzame onbalansstraal verstelbaar aangebracht zijn en de verstelling van de onbalans-massa's synchroon en in dezelfde richting uitgevoerd kan worden.
Door DE-A-29 32 287 is een vibratieheiblok voor het heien en/of trekken van heilichamen, zoals palen, planken voor damwanden enzovoort, reeds bekend, met minstens twee door ten minste één motor en een transmissie synchroon in tegengestelde richting aandrijfbare onbalansrotoren, waarvan ieder minstens twee om dezelfde as aandrijfbare en wat hoek betreft ten opzichte van elkaar verstelbare onbalansmassa's heeft, waarbij de onbalansmassa's van iedere onbalansrotor op afzonderlijke, ten opzichte van elkaar concentrische assen zitten, waarbij voor minstens een van de assen een faseverstelinrichting voor het veranderen van de fasestand van de ene as ten opzichte van de andere as is aangebracht. De faseverstelinrichting moet gedeeltelijk in de transmissie geïntegreerd zijn. Een van de assen van de onbalansrotoren is als een op de andere gelagerde holle as gevormd. De faseverstelinrichting is bestanddeel van een planetaire overbrenging, waarvan het met een het zonnewiel vormende tandkrans van de te verdraaien as in ingrijping staande planeetwiel het aandrijfwiel van deze as vormt, waarbij ter verandering van de fasestand van deze as met betrekking tot de andere as, langs een ten opzichte van de laatste concentrische cirkel verstelbaar is. Het planeetwiel kan door middel van een omlooptransmissie door een overbrengingswiel van de aandrijving aangedreven worden, dat tegelijk voor de aandrijving van de andere as van de onbalansrotoren dient. Daarbij moet het vibratieheiblok zó gevormd zijn, dat de met het planeetwiel in ingrijping staande tandwielen minstens gedeeltelijk aan een lagerstoel gelagerd zijn, die tussen twee zwenkhefbomen aangebracht en draaibaar daaraan bevestigd is, waarbij de ene zwenkhefboom om de as van de beide ten opzichte van elkaar verstelbare assen van de ene onbalansrotor en de andere zwenkhefboom om de aan de ashartlijn parallelle hartlijn van het overbrengingswiel van de aandrijving verzwenkbaar is, waarbij een van de zwenkhefbomen door middel van een verstel inrichting traploos tussen twee eindposities verzwenkbaar is. Het planeetwiel en een tussenwiel van de omlooptransmissie zijn telkens aan een van de twee zwenkhefbomen gelagerd, waarbij aan de lagerstoel tussen deze beide wielen twee hiermede in ingrijping staande tussenwielen zijn gelagerd en de legerplaatsen van al deze wielen de hoekpunten van een trapezium definiëren. Als verstelinrichting dient een cilinder-zuiger-aggregaat, waarvan de zuigerstang draaibaar aan een zwenkhefboom is bevestigd. De maximale zwenkhoek van de zwenkhefboom komt met een relatieve verdraaiing van de rotorassen van 180° ten opzichte van elkaar overeen. Het vibratieheiblok moet daarbij met een indicatie-inrichting voor het aangeven van het effectieve statische moment uitgerust zijn. Een belangrijk voordeel wordt geacht, dat daardoor het statische moment van het vibratieheiblok tijdens het heien of uittrekken op afstand bestuurd, van nul tot een maximale waarde traploos veranderd zou kunnen worden.
De reeds bekende inrichting is buitengewoon gecompliceerd gebouwd. Dat kan de reden zijn waarom deze constructie tot dusver niet in de praktijk is toegepast. Op de markt is zij volledig onbekend gebleven.
Bij de in de praktijk gebruikte vibratieheiblokken bestaat bij het verminderen van het bedrijfstoerental resonan-tiegevaar, waardoor oncontroleerbare schokken in de omliggende gebouwen en in de bouwgrond, ook in een grotere omtrek van bijvoorbeeld 50 tot 200 m kunnen ontstaan. Om resonantievrij met trillingen te kunnen werken, moet in principe een grote capaciteitsreserve geïnstalleerd worden, zodat ook bij zeer zwaar heimateriaal en onder moeilijke bodemgesteldheid een grote middelpuntvliedende kracht en een constant bedrijfstoerental ter beschikking staat. Dit is zeer belangrijk bij werkzaamheden in woongebieden, in de nabijheid van baanlichamen en andere voor schokken gevoelige bouwwerken.
Een andere oorzaak voor resonantieschokken bij hy- draulische vibratieheiblokken is de "lange” aanloop- en afrem-tijd van de onbalansmassa's. Dit enorme nadeel is fysiek en constructief bepaald en kan slechts ten nadele van een snelle slijtage van de hydraulische aandrijfmotoren gedeeltelijk opgeheven worden. Bij het starten van de vibratieheimachine moet de aperiodieke trilling onmiddellijk met volle capaciteit worden opgewekt. Dit betekent een hoge bedrijfsdruk en een lange starttijd tot het nominale toerental van de onbalansmassa's bereikt is. Daarbij wordt in de regel een resonantiegebied relatief langzaam "lineair" doorlopen, met het gevolg dat in deze tijd resonantietrillingen relatief lang in de grond kunnen worden opgebouwd en daar kunnen werken. Hetzelfde verschijnsel treedt bij het afremmen van de onbalansmassa's op als het resonantiegebied de door de constructie veroorzaakte periode doorloopt. Een verkorting van de start- en afremtijd heeft tot gevolg dat, veroorzaakt door de traagheid van de roterende massa's (onbalansen, assen, koppelingen), de hydro-motoren caviteren en na korte tijd uit kunnen vallen.
Door DE-C-35 15 690 is reeds een vibratieheiblok met verstelling van de onbalans voor het heien en/of trekken van heilichamen met minstens twee door minstens een motor en transmissie synchroon in tegengestelde richting aangedreven parallel ten opzichte van elkaar gelagerde onbalansmotoren bekend, waarvan elk uit twee ten opzichte van elkaar concentrische assen geplaatste, in dezelfde richting aangedreven en door middel van een verstelinrichting wat hoek betreft ten opzichte van elkaar verstelbare onbalansmassa's bestaat, waarbij telkens de eerste onbalansmassa's van de beide onbalansmotoren door middel van een eerste stel tandwielen in tegengestelde richting ten opzichte van elkaar en telkens de tweede onbalansmassa's via een tweede stel tandwielen in tegengestelde richting ten opzichte van elkaar aangedreven kunnen worden. Ten minste de onbalansmotor moet op de wijze van een draaizui-ger-instelaandrijving gevormd zijn, waarbij beide onbalansmassa's in een cilindrische, gesloten huis zijn opgenomen en de eerste onbalansmassa een met het huis vast verbonden radiale verbindingsrib vormt terwijl de tweede onbalansmassa de in het huis begrensd draaibare, ten opzichte van het huis en de rib afgedichte, radiale vleugel vormt. Elk van de beide tussen vleugel en rib gevormde kamers kan via een eigen stuurleiding afwisselend met hydraulische vloeistof voedbaar zijn. Iedere onbalansmassa is in dwarsdoorsnede hoofdzakelijk sectorvormig gevormd. Daarbij moet iedere onbalansmassa zich over een kwartcirkel uitstrekken. De de vleugel vormende onbalansmassa is met een binnenas verbonden waarin axiale boringen voor de hydraulische vloeistof zijn aangebracht en waarbij de stuur-leidingen aan de kopse kant in de as uitmonden en door afdichtingen ten opzichte hiervan zijn afgedicht. De tweede onba-lansrotor is ongeveer als de eerste onbalansmotor gevormd, waarbij bij de tweede onbalansrotor, hiervan afwijkend, de beide kamers door een verbindingsboring of dergelijke met elkaar zijn verbonden waarbij de beide stuurleidingen zijn weggelaten. De als hydromotoren uitgevoerde motoren grijpen op de assen van de tweede onbalansrotor aan. Er is een hoekverstel-ling van de onbalansmassa1s van de onbalansrotoren ten opzichte van elkaar, zowel tijdens bedrijf alsook bij stilstand mogelijk. Hiervoor wordt bijvoorbeeld via een afsluiter en stuurleidingen drukvloeistof in kamers gestuurd, terwijl tegelijkertijd uit een andere kamer via een stuurleiding hydraulische vloeistof naar buiten komt. Hoe dichter de beide onba-lansmassa's bij elkaar komen, hoe groter wordt het statische moment dat bij volledige benadering van de beide onbalansmas-sa's zijn maximum bereikt. Omgekeerd kunnen door passende toevoer van hydraulische vloeistof de beide sectorvormige onba-lansmassa's in tegengestelde richting ten opzichte van elkaar versteld worden. Als ze diametraal tegenover elkaar liggen, heffen de middelpuntvliedende krachten van de onbalansmassa's elkaar op en er wordt een minimaal statisch moment bereikt. Tussen deze extreme standen is iedere tussenstand via een afsluiter, zowel tijdens het bedrijf alsook tijdens de stilstand van het vibratieheiblok, mogelijk.
Hierdoor wordt het mogelijk dit vibratieheiblok zonder actieve onbalansmassa hoger dan het gebied van het kritieke toerental te brengen en pas boven het kritieke gebied van het toerental (resonantiegebied) de onbalansmassa of de onbalansmassa 's erbij te schakelen resp. te activeren en bij het dalen van het toerental boven het kritische resonantiegebied de onbalansmassa's ook weer uit te schakelen resp. te neutraliseren.
Nadelig bij deze reeds bekende bouwwijze is de rela tief gecompliceerde constructie en de noodzaak van de gedwongen synchronisatie van de onbalansbekrachtigers door een tand-wieltussendrij fwerk.
Door DE-OS 41 39 798 is reeds een vibratieheiblok bekend, waarbij iedere onbalansas telkens een als hol lichaam gevormde draaizuiger heeft die de telkens verstelbare onba-lansmassa heeft. De lengteas van ieder hol lichaam is orthogo-naal ten opzichte van de draailengteas van de betreffende onbalansas geplaatst. Elk van de holle lichamen is als cilinder gevormd, waarin de betreffende zuigervormige onbalansmassa axiaal verschuifbaar is opgenomen. Aan de cilinders zijn leidingen zó aangesloten, dat ze het drukmiddel verder leiden, waardoor de in hun basiseigenschappen (transportdruk, trans-porthoeveelheid en transportsnelheid) even grote deeltrans-portstromen naar in dezelfde richting werkende cilinderruimten gevoerd kunnen worden. Door dit vibratieheiblok moet het doel bereikt worden een relatief eenvoudige constructie te verkrijgen waarmede toch het telkens gewenste statische moment ingesteld kan worden, om schadelijke resonantietrillingen te vermijden. Bovendien wil men zich de telkens aanwezige bedrijfsomstandigheden aan kunnen passen.
Bij begin van het heien, bijvoorbeeld bij lichte heiwerkzaamheden of aan het einde van het trekken, wordt het statische moment verminderd, dat wil zeggen een geringere middelpuntvliedende kracht bij constant toerental, waarbij het absoluut mogelijk is de middelpuntvliedende kracht op nul in te stellen. Daardoor treden aanzienlijk geringere schokken op.
Een aanpassing aan de voortgang van het heien is door het verstellen van de onbalansen onproblematisch.
Bij zwaar heiwerk - als het opgenomen vermogen zó groot wordt, dat het toerental daalt - kan door het verlagen van het statisch moment het toerental gehandhaafd worden, zodat storende trillingen van de grond in de omgeving worden vermeden. Dit is bijvoorbeeld zeer belangrijk bij werkzaamheden in woongebieden, in de nabijheid van baanlichamen en andere voor schokken gevoelige bouwwerken. Onder omstandigheden kunnen door het verminderen van het toerental bij trillichamen zonder het statische moment resp. de middelpuntvliedende kracht te verstellen tijdens het lopen de grondtrillingen zó groot worden omdat er anders voor schade zoals scheuren en dergelijke aan gebouwen, moet worden gevreesd.
Bij het starten en omhoogbrengen van het vibratiehei-blok worden de onbalansmassa's praktisch uitgeschakeld, dat wil zeggen ze zijn niet als onbalansmassa1s werkzaam. Dit betekent, dat de uitleggers door aanzienlijk geringere resonan-tietrilkrachten worden belast. Optredende resonantiekrachten kunnen de uitleggers anders te vroeg vernielen.
Hierdoor wordt economisch werken mogelijk waarmee een besparing aan energie is verbonden. Arbeidstechnisch ongunstige combinaties van toerental en statische momenten kunnen dus vermeden worden.
Omdat de onbalansmassa's aan de bekrachtigerassen zijn bevestigd, hoeven er geen speciale lagers, machinedelen, transmissies of gecompliceerde planeetwielen meer gebruikt te worden. Daardoor ontstaat een aanzienlijk eenvoudigere bouwwijze en een compacte, relatief lichte constructie. Dit heeft tot gevolg dat de gehele vibratieheimachine ook de in de grond te drijven materialen slechts relatief weinig belast, zodat dit niet tot uitknikken neigt en het zwaartepunt overeenkomstig gunstig kan worden gehouden.
Tegelijkertijd kunnen de onbalansmassa1s traploos versteld worden om ieder gewenst statisch moment in te kunnen stellen.
De bekrachtigerassen zijn holle lichamen waarbij zich in iedere holle as minstens één in axiale richting van de holle as verstelbare zuiger bevindt. De overeenkomstige cilinder-ruimtes van de holle assen zijn op telkens dezelfde drukmid-delleiding aangesloten, zodat de zuigers door drukmiddeldruk door de in hun basiseigenschappen (transportdruk, transport-hoeveelheid en transportsnelheid) even grote deeltransport-stromen synchroon en in dezelfde richting versteld kunnen worden. De onbalansmassa's vormende zuigers kunnen bijvoorbeeld door drukmiddeldruk, in het bijzonder hydraulisch, in hun neutrale positie (nulstand) belast zijn. Door overeenkomstig opheffen van de drukmiddeldruk kunnen de zuigers dan traploos door de middelpuntvliedende kracht van de roterende holle assen in de telkens gewenste stand worden gesteld, waardoor de onbalansmassa's van een neutrale positie tot hun maximale positie traploos ingesteld kunnen worden. Daardoor kan aan ieder willekeurig toerental eventueel een willekeurige positie van de onbalansmassa's worden toegevoegd, waardoor een overeenkomstige instelling van de statische momenten mogelijk is.
In de nulstand (neutrale positie) kunnen de zuigers zich in de draaias van de bekrachtiger of bijna in de draaias bevinden, zodat geen onbalanskracht of slechts een minimale onbalanskracht en dus geen middelpuntvliedende krachten kunnen ontstaan. Zodra de zuigers hun neutrale stand verlaten, ontstaat naar gelang van de stand van de zuiger een bepaald statisch moment en in overeenstemming met het toerental een bepaalde middelpuntvliedende kracht. In de eindstand van de zuiger is dus het maximale statische moment en de maximale middelpuntvliedende kracht bereikt.
Op zichzelf kan de verstelling hydraulisch, pneumatisch of elektromechanisch geschieden, ofschoon men in de praktijk aan de hydraulische verstelling waarschijnlijk de voorkeur zal geven.
De uitvinding heeft ten deel een vibratieheiblok van de in de aanhef genoemde soort zodanig uit te voeren, dat met constructief eenvoudige en betrouwbare middelen de onbalansmassa 's traploos met betrekking tot de telkens bijbehorende draaihoek van de aandrijfas kunnen worden versteld.
Het doel wordt door de in conclusie 1 weergegeven kenmerken bereikt.
Enige voordelen van de uitvinding zijn als volgt. Bij zogenaamde vierassige vibratieheiblokken werken de onbalansen van telkens twee paren hydraulisch of elektrisch aangedreven vibratieheiblokken in tegengestelde richting. Volgens de uitvinding kunnen de onbalansmassa1s van de onbalansbekrachtigers door telkens een trekelement bijvoorbeeld door een tandriem aan elkaar gekoppeld worden. Op die manier is het door een passende omkeer mogelijk, de onbalansmassa's in beide richtingen traploos zeer fijngevoelig ook tijdens bedrijf te verstellen. Resonantiegevaar bestaat er daardoor niet meer, omdat de activering van de onbalansmassa1s pas na het bereiken van bijvoorbeeld het maximum toerental of het passeren van een kritiek toerental plaatsvindt. Ook kan men de capaciteit van de middelpuntvliedende kracht aan de bodemgesteldheid traploos aanpassen door overeenkomstige verstelling van de draaihoek in de onbalansmassa's. Door het gebruik van bijvoorbeeld tandrie-men ontstaat er een eenvoudige, robuuste constructie omdat er geen tandwielen, servomotoren en dergelijke nodig zijn. Onba-lansen bij vibratieheiblokken met vier assen kunnen niet geneutraliseerd worden.
In conclusie 2 is een voordelige uitvoeringsvorm van de vernieuwing bij zogenaamde vierassige vibratoren beschreven.
Volgens conclusie 3 behoort bij ieder trekelement telkens een in de dwarsrichting verstelbare spanrol. Door heen en weer schuiven van deze spanrol wordt ook het trekelement bewogen wat een overeenkomstige synchrone draaiverstelling in dezelfde richting van de door het trekelement aan elkaar gekoppelde onbalansmassa1s tot gevolg heeft.
Conclusie 4 beschrijft een gunstige uitvoeringsvorm van de uitvinding.
In de conclusies 5 en 6 is een verdere voordelige uitvoeringsvorm van de uitvinding beschreven.
In de tekening is de uitvinding - gedeeltelijk schematisch - als voorbeeld afgebeeld.
Fig. 1 toont een als inrichting met vier assen uitgevoerd vibratieheiblok in neutrale stand van de trilmassa's; fig. 2 toont het in fig. 1 zichtbare vibratieheiblok met geactiveerde trilmassa's; fig. 3 laat een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding zien en wel eveneens een vibratieheiblok met vier assen met zich in neutrale stand bevindende trilmassa's; fig. 4 toont het uit fig. 3 blijkende vibratieheiblok met geactiveerde trilmassa's; fig. 5 toont een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding, en wel een vibratieheiblok met acht assen met zich in neutrale stand bevindende trilmassa's en.
fig. 6 toont het in fig. 5 zichtbare vibratieheiblok met geactiveerde trilmassa's.
In de tekening wordt door het verwijzingscijfer 1 een stijve vibratorcel aangeduid waarin vier assen 2, 3 resp. 4, 5 in niet afgebeelde lagers draaibaar zijn opgenomen.
Iedere as 2 tot 5 heeft een afzonderlijke elektrische of hydrostatische aandrijving. De aandrijvingen zijn even groot, even sterk en lopen met dezelfde toerentallen. Bijvoorbeeld kunnen ingeval van de hydraulische aandrijving hydrostatische motoren telkens op de assen 2, 3 resp. 4, 5 geplaatst zijn. Zoals men zien, zijn de assen op afstand en met hun draailengteassen parallel ten opzichte van elkaar verlopend in de starre vibratorcel 1 gelagerd. Telkens één door de draai-middelpunten van de paren assen 2, 3 resp. 4, 5 lopende rechte lijn, loopt orthogonaal door telkens een de draaimiddelpunten van twee naburige assen 2, 4 resp. 3, 5 verbindende rechte lijn 8 resp. 9. Ook de verbindingslijnen 8 resp. 9 verlopen met betrekking tot elkaar parallel. Als de starre vibratorcel 1 op een stijve horizontale basis wordt gezet, verlopen de verbindingslijnen 6 en 7 verticaal terwijl de verbindingslijnen 8 en 9 horizontaal gericht zijn.
De draairichtingen van de assen 2, 3 resp. 4, 5 zijn paarsgewijs tegengesteld gericht. De assen 2, 3 worden in richting A en de assen 4, 5 in richting B aangedreven.
Bij iedere as 2, 3 resp. 4, 5 hoort telkens een onba-lansmassa 10, 11 resp. 12, 13. De onbalansmassa's 10, 11 resp. 12, 13 zijn op de assen 2, 3 resp. 4, 5 in beide richtingen, zowel in richting A alsook in richting B, minstens met een draaihoek van telkens 90° traploos verstelbaar aangebracht.
Met de verwijzingscijfers 14 resp. 16 zijn verstel-rollen en met 15 resp. 17 omkeerrollen aangeduid, waarvan de draaiassen parallel met de assen 2, 3 resp. 4, 5 lopen. De verstelrollen 14, 16 zijn in het middelste gebied tussen de onbalansmassa's 10, 11 resp. 12, 13 en wel orthogonaal ten opzichte van de verbindingslijn 6 resp. 7 in beperkte mate in richting C resp. D in rechte lijn verschuifbaar geplaatst. Dit wordt door de pijlen in de fig. 1 en 2 duidelijk gemaakt.
De onbalansmassa's 10, 11 resp. 12, 13 zijn aan hun omtrek van een niet nader aangeduide vertanding voorzien. Dit geldt eveneens voor de verstelrollen 14 en 16 en voor de omkeerrollen 15, 17. Met de vertandingen van de onbalansmassa's 10, 11 resp. 12, 13 en de erbij horende verstelrollen 14, 16 resp. de omkeerrollen 15, 17 is telkens een tandriem 18 resp. 19 die het eindloze trekelement vormt in ingrijping. Zoals te zien is, omvat de tandriem 18 de beide onbalansmassa's 10, 11 en de omkeerrol 15, terwijl de tandriem 19 de'beide onbalans-massa's 12 en 13 en de omkeerrol 17 omvat.
De onbalansmassa's 10, 11 resp. 12, 13 zijn dus onderling gedwongen gesynchroniseerd.
Vanzelfsprekend kan ook een groter aantal dan vier assen met onbalansmassa's, bijvoorbeeld zes of acht van zulke assen telkens als groep samengevat aangebracht worden om een gerichte slag- en trekwerking te verkrijgen.
De werking van de uit fig. 1 en 2 zichtbare uitvoeringsvorm is de volgende:
Bij het starten bevinden de onbalansmassa1s zich in de in fig. 1 zichtbare neutrale stand, dat wil zeggen zij veroorzaken geen slagwerking. Daarom kan het vibratieheiblok met vier assen tot het telkens gewenste toerental worden versneld, zonder dat er schadelijke trillingen of resonanties ontstaan.
Daarna wordt de aandrijving van de verstelrollen 14, 16 geactiveerd en deze in de in fig. 2 zichtbare stand of in iedere gewenste tussenstand versteld en in de telkens gewenste tussenstand of eindstand vastgezet. De verstelweg van de om-keerrollen 14, 16 is telkens even groot. Bovendien wordt de verstelling van deze omkeerrollen in dezelfde richting en synchroon uitgevoerd.
Het gevolg daarvan is, dat via de tandriemen 18 resp. 19 de betreffende gedwongen gesynchroniseerde onbalansmassa's 10, 11 resp. 12, 13 in omtreksrichting versteld (gedraaid) worden. In fig. 2 is de maximum mate van de verdraaiing afge-beeld, waarin het vibratieheiblok met de vier assen zijn maximum slagwerking uitoefent. In deze stand zijn de onbalans-massa's 10, 11 resp. 12, 13 ten opzichte van fig. 1 90° in dezelfde richting en synchroon gedraaid. Dit kan tijdens het bedrijf van het heiblok met vier assen gebeuren zodat de middelpuntvliedende kracht in de telkens gewenste mate ook tijdens het bedrijf - naar gelang van de heersende bedrijfsomstandigheden, bijvoorbeeld bodemgesteldheid - verhoogd of verlaagd kan worden.
Bij de uitvoeringsvorm volgens de fig. 3 en 4 zijn voor onderdelen met dezelfde functie dezelfde verwijzingscij-fers als bij de uitvoeringsvorm volgens de fig. 1 en 2 gebruikt. De onbalansen 10, 11 resp. 12, 13 zijn in fig. 3 in hun neutrale stand en in fig. 4, door ze 90° te draaien, in hun geactiveerde stand afgebeeld.
Door de verwijzingscijfers 20 tot 27 zijn vaststaande omkeerrollen aangeduid.
De rollen 28, 29 resp. 30, 31 zijn telkens paarsgewijs aan een rechtlijnige geleiding 32 resp. 33 in richting C
resp. D tegelijkertijd en synchroon verstelbaar aangebracht.
De synchrone verstelling van de twee rollenparen 28, 29 en 30, 31 gebeurt mechanisch of hydraulisch door aandrijvingen of cilinders.
Het verwijzingscijfer 34 duidt een met de stijve vi-bratorcel 1 als één stuk en stijf verbonden ophanglager aan, dat centrisch een boring 35 voor het aanbrengen van een kabel of ketting heeft waardoor het vibratieheiblok aan een kraan of dergelijke opgehangen is. Daartussen is in de regel een geschikte schokdemper geschakeld om schadelijke trillingen van de giek van de kraan of dergelijke op afstand te houden.
Bij de in de fig. 5 en 6 weergegeven uitvoeringsvorm zijn eveneens voor onderdelen met dezelfde functie dezelfde verwijzingscijfers als bij de hiervoor beschreven uitvoeringsvorm toegepast.
Aan beide zijden van een door het middelpunt van de boring 35 verlopende rechtlijnige symmetrielijn 44 zijn telkens vier onbalansbekrachtigers paarsgewijs en in dezelfde horizontale en verticale vlakken aangebracht, die even groot en even sterk zijn en met dezelfde toerentallen worden aangedreven. De draairichtingen worden door de pijlen A resp. B aangeduid. Ook bij deze uitvoeringsvorm kunnen bijvoorbeeld in het geval van de hydraulische aandrijving hydrostatische motoren telkens op de assen 36, 37, 38 en 39 resp. 40, 41, 42 en 43 zijn aangebracht. Zoals te herkennen is, zijn aan elke zijde van de symmetrielijn 44 vier van dergelijke assen paarsgewijs boven en naast elkaar aangebracht en bevinden zij zich in telkens dezelfde verticale en horizontale vlakken en zijn zij eveneens in de stijve vibratiecel 1 gelagerd. De afstanden van de paarsgewijs aangebrachte assen 36, 37 alsmede 38, 39 resp. 40, 41 alsmede 42 en 43 vanaf de symmetrielijn 44 zijn telkens even groot.
Bij de assen 36 tot 43 behoren telkens even grote onbalansmassa's 45, 46 resp. 47, 48 alsmede 49, 50 resp. 51, 52. De door de middelpunten van de assen 36, 37 alsmede 40, 41 enerzijds en 38, 39 resp. 42, 43 anderzijds verlopende rechtlijnige verbindingslijn verloopt telkens orthogonaal ten opzichte van de symmetrielijn 44.
De omkeerrollen 28 en 29 alsmede 30 en 31 zijn wederom aan geleidingen 32 en 33 in de richting C resp. D rechtlij- nig in een beperkte mate verschuifbaar aangebracht. Hiertoe zijn de omkeerrollen 28, 29 resp. 30, 31 elk met een verstel-stang 53 resp. 54 verzwenkbaar resp. scharnierbaar gekoppeld. De verstelstangen 53 resp. 54 zijn aan hun andere uiteinde met een verstelinrichting 55 eveneens scharnierbaar resp. verzwenkbaar verbonden, waaraan een verstelas 56 is toegevoegd, die door een niet weergegeven motorische aandrijving in de richting E resp. F over telkens ongeveer 90° verstelbaar is. Fig. 5 toont de onbalansmassa's 45 tot 52 in neutrale stand, terwijl in fig. 6 de verstelinrichting 55 via de verstelas 56 over 90° in de richting E is gezwenkt, hetgeen via de buigzame trekelementen 18 resp. 19 (riem, tandriem, ketting of dergelijke) een in dezelfde richting plaatsvindende gelijkmatige (synchrone) verstelling van de onbalansmassa's 45 tot 52 aan elke zijde van de symmetrielijn 44 tot gevolg heeft. Hiertoe zijn de onbalansmassa's 45 tot 52 wederom aan hun omtrek van een geschikte vertanding voorzien, in het geval dat tandriemen voor de buigzame trekelementen 18 en 19 worden toegepast. Een verstelling in de richting F over ongeveer 90° leidt wederom tot instelling in de neutrale positie van de onbalansmassa's 45 tot 52 (fig. 5). Uiteraard zijn ook alle tussenstanden tijdens het bedrijf instelbaar, zodat na het passeren van kritische toerentallen het slag- of trekvermogen van het onbalans-heiblok tot aan een maximale waarde verhoogd of tot aan een minimale waarde traploos verlaagd kan worden. In de telkens gewenste stand zijn uiteraard de verstelstangen 53 en 54 via de verstelinrichting 55 vastzetbaar. Aan het onbalansheiblok kan hiertoe een verstelschaal worden aangebracht. De verstelling kan ook met een afstandsbediening plaatsvinden.
In plaats van twee paar onbalansbekrachtigers aan elke zijde van de symmetrielijn 44 kunnen aan elke zijde van deze symmetrielijn 44 ook zes, acht of zelfs een groter aantal onbalansbekrachtigerparen zijn aangebracht, die dan telkens gelijktijdig, in dezelfde richting, dus synchroon, traploos ook tijdens het bedrijf van het vibratieheiblok verstelbaar en instelbaar kunnen zijn uitgevoerd. Dit richt zich naar de telkens aanwezige bedrijfsomstandigheden en naar de gewenste slag- resp. trekvermogens van het vibratieheiblok.
De in de conclusies en in de beschrijving beschreven, evenals uit de tekening zichtbare kenmerken, kunnen zowel af- zonderlijk alsook in willekeurige combinaties voor de verwerkelijking van de uitvinding belangrijk zijn.

Claims (6)

1. Vibratieheiblok voor het heien en/of uittrekken van heimateriaal, met minstens vier door een motor aangedreven onbalansbekrachtigers, waarbij telkens minstens één onbalans-massa hoort, met een veranderlijk statisch moment, waarbij de onbalansmassa's telkens met betrekking tot de werkzame onba-lansstraal verstelbaar aan de onbalansas aangebracht zijn en de verstelling van de onbalansmassa's synchroon en in dezelfde richting uitgevoerd kan worden, met het kenmerk, dat de onba-lansmassa's (10, 11 resp. 12, 13) telkens paarsgewijs door een buigzaam trekelement, bijvoorbeeld een tandriem (18 resp. 19), gedwongen gekoppeld en in beide richtingen in het bijzonder traploos verstelbaar zijn.
2. Vibratieheiblok volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de verstelling van ieder trekelement (18 resp. 19) via telkens minstens één verstelrol (14 resp. 16) uitgevoerd kan worden.
3. Vibratieheiblok volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de verstelrol (14 resp. 16) orthogonaal (C resp. D) ten opzichte van een de middelpunten van de assen (2, 3 resp. 4, 5) van de onbalansmassa's (10, ll resp. 12, 13) verbindende rechte lijn (6 resp. 7) verstelbaar is.
4. Vibratieheiblok volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de buigzame trekelementen in de vorm van tandriemen (18 resp. 19) de getande onbalansmassa1s (10, 11 resp. 12, 13) en telkens een tussen de assen (2, 3 resp. 4, 5) excentrisch aangebrachte getande omkeerrol (15 resp. 17) omvat.
5. Vibratieheiblok volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat aan elke zijde van de rechtlijnig door het middelpunt van een boring (35) van een ophanglager (34) verlopende symmetrielijn (44) paarsgewijs telkens vier onbalansbekrachtigers zijn aangebracht, waarvan de omkeerrol-len (28, 29 resp. 30, 31) door scharnierbaar toegevoegde ver-stelstangen (53, 54) door een qua hoek verstelbare verstelin-richting (55) traploos van de neutrale tot in de geactiveerde stand en omgekeerd instelbaar en in de telkens gewenste stand ook vastzetbaar zijn.
6. Vibratieheiblok volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat bij elke as (2, 3 resp. 4, 5 en 36, 37 resp. 38, 39 en 40, 41 resp. 42, 43) telkens een afzonderlijke aandrijfmotor, bijvoorbeeld een hydrostatische aandrijf-motor hoort, en dat alle aandrijfmotoren op dezelfde energiebron, bijvoorbeeld op dezelfde hydraulische persleiding zonder tussenschakeling van stromingsverdelers en zonder tussenschakeling van hoeveelheidsregelaars zijn aangesloten.
NL9400902A 1993-08-27 1994-06-03 Vibratieheiblok voor het heien en/of trekken van heimateriaal. NL194008C (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE9312846U DE9312846U1 (de) 1993-08-27 1993-08-27 Vibrationsbär zum Rammen und/oder Ziehen von Rammgütern
DE9312846 1993-08-27

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL9400902A true NL9400902A (nl) 1995-03-16
NL194008B NL194008B (nl) 2000-12-01
NL194008C NL194008C (nl) 2001-04-03

Family

ID=6897300

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9400902A NL194008C (nl) 1993-08-27 1994-06-03 Vibratieheiblok voor het heien en/of trekken van heimateriaal.

Country Status (3)

Country Link
US (1) US5458204A (nl)
DE (1) DE9312846U1 (nl)
NL (1) NL194008C (nl)

Families Citing this family (12)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US6609576B1 (en) * 2000-11-28 2003-08-26 Melvin Hubbard Method and apparatus for vibratory kinetic energy generation and applications thereof
CA2468642A1 (en) * 2000-11-28 2002-07-18 Melvin L. Hubbard Method and apparatus for vibratory kinetic energy generation and application thereof
US7192293B2 (en) * 2004-10-15 2007-03-20 Delphi Technologies, Inc. Non-reversing short tape coil device
DE102006029241A1 (de) * 2006-06-26 2007-12-27 Gebr. Bellmer Gmbh Maschinenfabrik Vorrichtung zum Erzeugen von Schwingungen
WO2009012424A2 (en) * 2007-07-19 2009-01-22 Terralliance Technologies, Inc. Seismic wave generating apparatus and method
DE202007018580U1 (de) 2007-09-22 2008-11-27 Tünkers Maschinenbau Gmbh Selbstsynchronisierende Vibrationsramme
US8813589B2 (en) * 2010-11-22 2014-08-26 Zhongsheng Tang Eccentric moment stepless adjustable vibrating mechanism
DE102011103401B4 (de) 2011-06-04 2018-11-29 Tünkers Maschinenbau Gmbh Synchronisierende Vibrationsramme
WO2013136138A1 (en) * 2012-03-15 2013-09-19 Ozkan Aydin A variable moment resonance-free vibro hammer
EP3325181B1 (en) 2015-07-17 2023-08-09 Movax Oy Vibrator device
WO2017184036A1 (en) * 2016-04-19 2017-10-26 Volvo Construction Equipment Ab Compactor device and method for altering dynamic load characteristic of a compactor device
CN108194029B (zh) * 2017-12-28 2024-07-26 常州骏铎机械制造有限公司 一种凿岩机钻臂

Family Cites Families (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3433311A (en) * 1967-05-31 1969-03-18 Lebelle Jean L Pile driver and extractor with rotating eccentric masses of variable weights
FR1566358A (nl) * 1968-02-09 1969-05-09
US4061196A (en) * 1976-08-30 1977-12-06 L. B. Foster Company Resilient yoke mountings for vibratory pile drivers and extractors
DE2932287A1 (de) * 1979-08-09 1981-02-12 Delmag Maschinenfabrik Vibrationsbaer zum rammen und/oder ziehen von rammkoerpern
US5263544A (en) * 1990-01-12 1993-11-23 American Piledriving Equipment, Inc. Shock absorbing apparatus and method for a vibratory pile driving machine

Also Published As

Publication number Publication date
US5458204A (en) 1995-10-17
NL194008B (nl) 2000-12-01
NL194008C (nl) 2001-04-03
DE9312846U1 (de) 1993-10-28

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CA2782094C (en) Compaction device and method for compacting ground
US9334613B2 (en) Vibration exciter for a vibration compactor and construction machine having such a vibration exciter
JP4131433B2 (ja) 突固め機
US4018290A (en) Hydraulically driven vibrator
NL9400902A (nl) Vibratieheiblok voor het heien en/of trekken van heimateriaal.
WO2012061471A2 (en) Vibratory compactor
RU2691781C2 (ru) Вибратор и применение вибратора
RU2734533C1 (ru) Вибрационный валец дорожного катка
CA2325501C (en) Variable eccentric vibratory hammer
CN110325685B (zh) 用于地面压实的压路机和产生地面压实的压路机的振型的方法
US20060067796A1 (en) Vibration exciter for soil compacting devices
US6655871B1 (en) Vibration exciter for ground compacting devices
RU2301861C1 (ru) Способ уплотнения грунтов и материалов катками (варианты) и устройство для его осуществления (варианты)
CN114072244B (zh) 振动发生器及具有这种振动发生器的建筑机械
CZ20021680A3 (cs) Běhoun vibračního válce obsahující vibrační mechanismus s usměrněnou vibrací
RU2013489C1 (ru) Виброкаток
US20110110725A1 (en) Vibratory pile driving apparatus
RU2166020C1 (ru) Виброволновой валец дорожного катка
SU1049607A1 (ru) Виброкаток
RU2805708C1 (ru) Вибрационный механизм вальца дорожного катка с регулировкой вынуждающей силы
DE9416260U1 (de) Vibrationsbär zum Rammen und/oder Ziehen von Rammgütern
KR0133837Y1 (ko) 힘 조절형 기계식 가진기
CS256442B1 (cs) Dvoustupňový budič vibrace s nulováním výstředníkováho momentu
SU1577875A1 (ru) Вибровозбудитель
SU1578244A1 (ru) Самоходный виброкаток

Legal Events

Date Code Title Description
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20100101