NL9400821A - Stelsel voor het visualiseren van systeemgrootheden in voertuigen. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Stelsel voor het visualiseren van systeem- grootheden in voertuigen.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een stelsel voor het weergeven van waarden en/of toestanden van systeem-grootheden in voertuigen volgens de aanhef van conclusie 1.

Het is op zich bekend, dat in voertuigen de toestand van bepaalde grootheden zoals oliedruk, koelvloeistoftemperatuur, tankinhoud, etc. tijdens bedrijf regelmatig, of zelfs continu door daarvoor geschikte opnemers worden gemeten en op het dashboard op een daartoe geschikte wijze worden weergegeven. Deze weergave kan analoog, dat wil zeggen door middel van een wijzerinstrument, digitaal, door middel van bijvoorbeeld één of meer 7-segments displays, of, bij het onder- of overschrijden van een zekere drempelwaarde van de te bewaken grootheid door middel van lichtsignalering geschieden, eventueel in combinatie met geluidssignalering om de aandacht van de bestuurder op te wekken.

Tegenwoordig worden met name vrachtauto's steeds vaker voorzien van allerlei mechanische inrichtingen, welke dienen ter ondersteuning van de bestuurder en/of eventuele bijrij-der(s) bij het uitvoeren van bepaalde - bijvoorbeeld lichamelijk zware - werkzaamheden. Het functioneren van dergelijke inrichtingen kan eveneens aan de hand van een of meer relevante systeemgrootheden worden bepaald, welke systeemgrootheden op bijvoorbeeld een of meer van de hiervoor beschreven manieren op het dashboard in de bestuurderscabine zichtbaar kunnen worden gemaakt. Met het voortschrijden van de techniek, maar ook met de toenemende uitbreiding van voertuigen met inrichtingen voor uiteenlopende toepassingen, neemt het aantal te bewaken - en eventueel weer te geven - systeemgrootheden toe. Indien al deze systeemgrootheden afzonderlijk op het dashboard in de bestuurderscabine visueel zouden worden weergegeven, zal, bij een steeds verdere toename hiervan het overzicht voor de bestuurder afnemen. Hierdoor kan het ingrijpen bij eventuele storingen en dergelijke worden vertraagd wat in bepaalde gevallen ernstige ongelukken en aanzienlijke schade tot gevolg kan hebben.

De uitvinding beoogt daarom een stelsel te verschaffen voor het weergeven van waarden en/of toestanden van systeem-grcotheden in voertuigen wat voornoemd nadeel niet bezit, en wordt daartoe gekenmerkt door de eigenschappen van het kenmerk van conclusie 1.

Enige voorkeursuitvoeringsvormen van het stelsel volgens de uitvinding zijn beschreven in de volgconclusies.

De uitvinding zal hierna nader worden toegelicht aan de hand van de bijgaande tekening.

Hierin toont:

Fig. 1 een stelsel voor het weergeven van waarden en/of toestanden van systeemgrootheden in voertuigen volgens de stand van de techniek;

Fig. 2 eveneens een stelsel voor het weergeven van waarden en/of toestanden van systeemgrootheden in voertuigen volgens de stand van de techniek, in combinatie met een in het voertuig aanwezig beeldvormend systeem;

Fig. 3 op schematische wijze een afvalverzamelvoertuig voorzien van een beeldvormend systeem volgens fig. 2;

Fig. 4 een eerste uitvoeringsvorm van een stelsel voor het weergeven van waarden en/of toestanden van systeemgrootheden in voertuigen volgens de uitvinding;

Fig. 5 op schematische wijze een stuurketen voor de aansturing van de monitor van het stelsel volgens de uitvinding; en

Fig. 6 een tweede uitvoeringsvorm van een stelsel voor het weergeven van waarden en/of toestanden van systeemgrootheden in voertuigen volgens de uitvinding.

In fig. 1 is op schematische wijze een stelsel voor het weergeven van waarden en/of toestanden van systeemgrootheden in voertuigen volgens de stand van de techniek weergegeven. Met behulp van opnemers 1 worden fysische grootheden gemeten of toestanden, zoals bijvoorbeeld de stand van een schakelaar of dergelijke waargenomen. Na al dan niet te zijn gedigitaliseerd, worden deze grootheden en/of toestanden via signaalver-bindingslijnen 2 voor verwerking en interpretatie aan een besturingsorgaan 3 toegevoerd.

Op basis van de via de signaalverbindingslijnen 2 ontvan- gen signalen kan de besturingseenheid 3 stuursignalen genereren, welke via de uitgaande signaalverbindingslijnen 4 naar de betreffende (niet weergegeven) systeemonderdelen worden gezonden.

Via de uitgaande signaallijnen 5a, 5b en 5c kunnen de signaleringsorganen 6a, 6b resp. 6c worden aangestuurd vanuit de besturingseenheid 3. Met name zullen één of meer van de signaallampen 6a oplichten wanneer een bepaalde toestand of combinatie van toestanden zich voordoet, of wanneer een continue grootheid een zekere drempelwaarde bereikt, of deze waarde over- danwel onderschijdt.

Treedt er een kritische toestand op, dan laat de besturingseenheid 3 door de luidspreker 5b een waarschuwingssignaal genereren, eventueel in combinatie met het oplichten van betreffende signaallampen 5a.

Continue signalen welke al dan niet afgeleiden zijn van door één of meer opnemers 1 gemeten signalen, kunnen bijvoorbeeld door middel van wijzerinstrumenten 5c worden weergegeven, maar ook, na te zijn gedigitaliseerd door cijferdisplays.

Op het hier schematisch weergegeven stelsel zijn vele variaties mogelijk. Zo kunnen bijvoorbeeld bepaalde signalen rechtstreeks, dat wil zeggen zonder tussenkomst van een besturingseenheid 3, vanuit een opnemer 1 aan een geschikt signale-ringselement worden toegevoerd.

In fig. 2, dat een met het stelsel uit fig. 1 overeenkomend signaleringsstelsel toont, zijn overeenkomstige elementen van de zelfde verwijzingscijfers voorzien. Naast het eerder genoemde signaleringsstelsel omvat dit stelsel eveneens een beeldvormend stelsel 7 waarmee bijvoorbeeld een in fig. 3 schematisch afgebeelde afvalverzamelvoertuig 8 kan zijn uitgerust. Dit beeldvormende stelsel omvat tenminste een camera 9 en een monitor 10 welke via een signaallijn 11 met elkaar zijn verbonden.

Een dergelijk beeldvormend stelsel 7 kan bijvoorbeeld dienen om, indien geplaatst aan de achterzijde van een vrachtwagen, de bestuurder ervan een beeld verschaffen van hetgeen zich achter de vrachtwagen bevindt. Dit is met name handig bij het achteruit rijden indien een bestuurder via zijn spiegels slechts een beperkt zicht heeft.

Het beeldvormende stelsel en het signaleringsstelsel voor de systeemgrootheden bestaan in de hier geschetste situatie feitelijk naast en los van elkaar.

Fig. 4 toont een eerste uitvoeringsvorm van het stelsel volgens de uitvinding. Hierin is het beeldvormende stelsel 7 gecombineerd met het oorspronkelijke signaleringsstelsel voor toestanden en waarden van systeemgrootheden. De monitor 10 is hiertoe met een ingang 12 via een signaallijn 13 met een uitgang 14 van de besturingseenheid 3 verbonden. Het aantal signaallampen is aanzienlijk minder dan in het in fig. 2 weergegeven stelsel volgens de stand van de techniek waarin evenveel signaleringsfuncties zijn geïmplementeerd. Eventueel kunnen alle signaleringslampen bij een signaleringsstelsel volgens dit principe achterwege blijven.

De werking van de eerste uitvoeringsvorm van het visuali-seringsstelsel volgens de uitvinding komt in grote lijnen overeen met de werking zoals deze is beschreven aan de hand van fig. 1 en 2. Naast signalering door middel van de signale-ringsorganen 6a, 6b, respectievelijk 6c, of in het uiterste geval in plaats van deze signaleringsorganen, vindt tenminste een deel van de signalering van de te bewaken systeemgrootheden plaats door middel van het op de monitor 10 weergeven van met de toestand van een systeemgrootheid overeenkomende berichten.

Bij signalering via de monitor 10 genereert de besturingseenheid 3 een bij deze signalering behorend signaal en zendt dat over de signaallijn 13 naar de monitor 10, in het bijzonder naar een in de monitor aanwezige stuurketen 15. De stuurketen 15 regelt de aansturing van het beeldscherm van de monitor 10 op basis van de via de signaallijnen 11 en 13 binnenkomende signalen.

Volgens een in fig. 5 zeer schematisch weergegeven uit-voeringsvoorbeeld van een stuurketen 15 van de monitor 10 omvat deze tenminste een rekenkundige - en logische eenheid 16 en een leesgeheugen 17, dat bij voorkeur van het zogenaamde EPROM-type is, dat wil zeggen programmeerbaar en wisbaar.

In het leesgeheugen 17 zijn in gecodeerde vorm de berichten opgeslagen behorend bij de toestanden van één of meer systeemgrootheden. Een door de besturingseenheid 3 gegenereerd, bij een bepaalde toestand van een systeemgrootheid behorend specifiek signaal wordt door de rekenkundige- en logische eenheid 16 ontvangen en verwerkt, en deze roept uit het lees-geheugen 17 een bij dit signaal behorend bericht op om dit bericht vervolgens weer te geven op het beeldscherm van de monitor 10.

Met name zullen de hiervoor genoemde berichten berichten zijn die de oorspronkelijke signaallampen vervangen, maar eveneens kan op het beeldscherm een - zich al dan niet wijzigende - telierstand worden weergegeven, welke bijvoorbeeld een indicatie geeft van een bepaalde in het systeem gemeten temperatuur. Het door de besturingseenheid 3 gegenereerde signaal zal dan naast informatie over het specifieke op het beeldscherm weer te geven bericht eveneens informatie dienen te bevatten welke een indicatie is voor de weer te geven teller-stand .

In het geval de besturingseenheid 3 digitale signalen afgeeft aan de signaallijn 13 voor overdracht naar de stuurke-ten 15 kan dit zowel bit-parallel als serieel geschieden.

De rekenkundige- en logische eenheid 16 kan het beeldscherm van de monitor 10 zodanig aansturen, dat een weer te geven bericht of tellerstand op het door de camera 9 gegenereerde beeld wordt gesuperponeerd. Anderszijds is het ook mogelijk dat het door camera 9 gegenereerde beeld wordt onderdrukt en een bericht op het beeldscherm wordt afgebeeld bij een egale achtergrond. Met een op de monitor 10, of op het dashboard van de cabine aangebrachte twee- of meer stande-schakelaar 18, welke via een signaallijn 19 is verbonden met de rekenkundige- en logische eenheid 16 kan de bestuurder de weergeefmodus van de berichten op de monitor 10 selecteren. De afhandeling van de van de besturingseenheid 3 afkomstige signalen in de rekenkundige- en logische eenheid 16 vindt overigens geheel programmatisch plaats.

Naast de hiervoor beschreven functies van de stuurketen 15 kan deze ook zijn ingericht of worden uitgebreid om de gemeten systeemgrootheden, of een deelverzameling ervan, te registreren. Hiertoe is de stuurketen 15 voorts voorzien van een schrijfgeheugen.

Fig. 6 toont een tweede uitvoeringsvorm van het stelsel voor het weergeven van waarden en/of toestanden van systeem-grootheden in voertuigen volgens de uitvinding. Hierin is de stuurketen 15 als een aparte eenheid los van de monitor 10 af geheeld, wat echter voor de werking van het stelsel geen verschil maakt. In deze figuur is met verwijzingscijfer 20 het schematisch afgeheelde schrijfgeheugen aangeduid.

De in fig. 6 af geheelde stuurketen 15 is in dit uitvoe-ringsvoorbeeld voorzien van een groter aantal signaalingangen dan in het uitvoeringsvoorheeld van fig. 4. Naast de ingang voor het signaal van de heeldopnemer 9 en voor het van de besturingseenheid 3 afkomstige, van gemeten systeemgrootheden afgeleide signaal is de stuurketen 15 voorzien van een aantal ingangen die al dan niet rechtstreeks met opnemers 1 voor het meten van systeemgrootheden zijn verbonden.

Voorts is in het in fig. 6 af geheelde uitvoer ingsvoor-beeld van het stelsel volgens de uitvinding voorzien in een invoereenheid 21 voor het handmatig aan het stelsel toevoeren van informatie, of om een bepaalde modus van het stelsel te selecteren. Met de invoereenheid 21 kan bijvoorbeeld aan het begin van een rit informatie worden ingebracht die betrekking heeft op de chauffeur, eventuele bijrijders, kilometerstand bij vertrek, etc..

Na afloop van een rit kan door middel van daartoe geschikte (niet weergegeven) leesapparatuur de inhoud van het schrijfgeheugen 20 worden uitgelezen ten behoeve van verdere logistieke verwerking van de informatie buiten het voertuig.

In het bijzonder kan het schrijfgeheugen 20 zijn uitgevoerd als een uitneembare vaste-stof-geheugenkaart, zoals de zogenaamde PCMCIA-kaarten. Dergelijke kaarten kunnen eenvoudig worden verwijderd en voor het lezen van de inhoud ervan in een daartoe geschikte inrichting worden gestoken. Bovendien kan in dergelijke kaarten een deel van de hardware van een stuurketen zijn geïmplementeerd.

Bestaande stelsels voor het weergeven van waarden en toestanden van systeemgrootheden in voertuigen, zoals bijvoorbeeld afgebeeld in fig. 1 en 2, kunnen eenvoudig worden uitgebreid tot een visualiseringsstelsel volgens de uitvinding. Hiertoe behoeft in feite slechts één uitgang van de besturingseenheid 3 te worden verbonden met een ingang van stuurke- ten 15. De (programmatische) werking van de stuurketen 15 dient dan te zijn afgestemd op de werking van de besturingseenheid 3. De exacte werking van een stuurketen 15 is behalve van de fabrikant van de besturingseenheid 3 eveneens afhankelijk van de wensen van de gebruiker van het stelsel volgens de uitvinding. Het programma met de specifieke werking kan bij het installeren in het leesgeheugen 17 worden weggeschreven.

In het in fig. 6 af geheelde uitvoerings voor beeld kan het programma eveneeens in een gedeelte van de uitneembare geheugenkaart zijn geschreven.

Hoewel de besturingseenheid 3 en stuurketen 15 in de afgebeelde uitvoeringsvormen als afzonderlijke elementen zijn afgeheeld, kunnen de functies ervan ook in één inrichting worden geïntegreerd, wat met name gunstig is bij het plaatsen van een visualiseringsstelsel volgens de uitvinding in nieuwe voertuigen.

In de hiervoor beschreven, en in de figuren afgebeelde uitvoeringsvormen van het stelsel volgens de uitvinding is sprake van slechts één beeldopnemer 9. Het spreekt voor zich, dat het stelsel volgens de uitvinding eveneens toepasbaar is indien er meer dan een beeldopnemer deel uitmaakt van het beeldvormende stelsel, zoals bijvoorbeeld het geval kan zijn bij een afvalverzamelvoertuig uit fig. 3 dat is voorzien van een inrichting voor het legen van een afvalhouder in een laadbak van het afvalverzamelvoertuig, zoals beschreven in aanvraagster's Nederlandse octrooiaanvrage nr. 9301719. Selectie van een van de door de aanwezige beeldopnemers beeldsigna-len voor weergave op het beeldscherm kan zowel programmatisch als handmatig geschieden.

Claims (11)

1. Stelsel voor het weergeven van waarden en/of toestanden van systeemgrootheden in voertuigen, tenminste omvattende . een opnemer (1) voor het meten van tenminste een systeem-grootheid en het omzetten ervan in een elektrisch meetsignaal, . een besturingseenheid (3) voor het verwerken van systeem-grootheden representerende, van een of meer opnemers (l) afkomstige meetsignalen, . indicatormiddelen (6a, 6b, 6c) voor het zichtbaar maken van de toestand van systeemgrootheden, waarbij de indicatormiddelen (6a, 6b, 6c) worden aangestuurd vanuit de besturingseenheid (3), mat het kenmerk, dat de indicatormiddelen beeldschermmiddelen (10) omvatten, voor het onder besturing van de besturingseenheid (3) visueel weergeven van met de waarde of toestand van een of meer systeemgrootheden overeenkomende berichten.

2. Stelsel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de indicatormiddelen voorts een met de besturingseenheid (3) verbonden rekenkundige- en logische eenheid (16) omvatten, waarbij de rekenkundige- en logische eenheid (16) van de besturingseenheid (3) van de waarde en/of toestand van een of meer systeemgrootheden afgeleide signalen ontvangt, en op basis van de ontvangen signalen met de betreffende toestanden overeenkomende berichten genereert.

3. Stelsel volgens conclusies 2, met het kenmerk, dat de rekenkundige- en logische eenheid (16) de met de waarde en/of toestand van een of meer systeemgrootheden overeenkomende berichten leest uit een geheugen (17).

4. Stelsel volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het geheugen (17) een niet-vluchtig leesgeheugen omvat.

5. Stelsel volgens conclusie 3 of 4, net het kennerJc, dat het geheugen (17) een programmeerbaar en wisbaar leesge-heugen omvat.

6. Stelsel volgens een van de voorgaande conclusies, et het kenmerk, dat het stelsel voorts beeldopneemmiddelen (9) omvat welke een visueel beeld omzetten in een of meer elektrische beeldsigna-len en deze beeldsignalen toevoeren aan de indicatormiddelen (10, 16) voor weergave door de beeldschermmiddelen (10) .

7. Stelsel volgens conclusie 6, •t het kenmerk, dat op het op de beeldschermmiddelen (10) weergegeven beeld met de waarde en/of de toestand van een of meer systeemgroot-heden overeenkomende berichten worden gesuperponeerd.

8. Stelsel volgens volgens conclusie , met het kenmerk, dat met het weergeven van met de waarde en/of toestand van een of meer systeemgrootheden overeenkomende berichten op de beeldschermmiddelen (10) het door de beeldopneemmiddelen (9) opgenomen beeld wordt onderdrukt.

9. Stelsel volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de visueel weergegeven berichten een verlopende teller-stand omvatten.

10. Stelsel volgens een van de voorgaande conclusies, et het kenmerk, dat het stelsel voorts geheugenmiddelen (20) omvat voor het opslaan van gemeten en waargenomen waarden, resp. toestanden van een of meer systeemgrootheden.

11. Stelsel volgens een van de conclusies 3-10, met het kenmerk, dat de rekenkundige- en logische eenheid (16), het geheugen (17) en de geheugenmiddelen (20) zijn geïncorporeerd in één vaste-stof halfgeleiderkaart.