NL9400660A - Afgeefinrichting voor een spuitbus. - Google Patents

Description

Afgeefinrichting voor een spuitbus

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een afgeefinrichting voor een spuitbus, omvattende een op de kop van de spuitbus te plaatsen hulpstuk, dat voorzien is van een door een spoel bediende klep en afgeefmiddelen, waarbij de spoel met stuurmiddelen met een tijdsturende schakeling alsmede een voeding verbonden is.

Een dergelijke afgeefinrichting is in de stand der techniek algemeen bekend. Voor openbare toiletten wordt een dergelijke inrichting bijvoorbeeld gebruikt voor het periodiek afgeven van een luchtververser. Eveneens worden dergelijke spuitbussen in kassen en andere ruimten gebruikt waar periodiek een dosering afgegeven moet worden van bijvoorbeeld een herbicide.

In de stand der techniek worden in het algemeen motor-aangedreven systemen gebruikt die de gebruikelijke spuitkop van de spuitbus naar beneden drukken. Deze motor-aangedreven systemen zijn samen met de verdere schakeling alsmede de spuitbus ondergebracht in een behuizing. Daarin bevinden zich eveneens de batterijen voor voeding van de sturing en aandrijving van de motor. Bij bepaalde uitvoeringen is er naar gestreefd de levensduur van de batterijen gelijk aan de levensduur van de spuitbus te maken of deze bijvoorbeeld tweemaal zolang te laten meegaan.

In het Amerikaanse octrooischrift 3.666.144 wordt een hulpstuk beschreven te plaatsen tussen de spuitmond van een spuitbus en de eigenlijke spuitbus. In dit hulpstuk is een spoelbediende klep aanwezig. Met deze uitvoering kan de levensduur van de batterijen aanzienlijk verlengd worden omdat het stroomverbruik aanzienlijk beperkt is.

In de praktijk blijkt een dergelijk gelijktijdig gebruiken van de spuitbus en de batterijen bijzonder moeilijk te verwezenlijken zijn. Dit betekent dat hetzij de spuitbus niet volledig geleegd is, hetzij de batterij nog vulling bevat bij het wisselen van de spuitbus. Bovendien is het voor het onderhoudende personeel noodzakelijk om zowel de spuitbus als de batterijen te vervangen.

Bij bepaalde uitvoeringen zijn indicatiemiddelen aanwezig om het aantal versproeiïngen van de spuitbus hetzij de vultoestand van de batterij aan te geven. Indien de spuitbus meer of minder vullingen bevat, werkt deze telling niet. Een probleem met de batterij-indicatie is, dat zodra de batterij bijna leeg is geen indicatie meer gegeven kan worden over de inhoud van de spuitbus of de inhoud van de batterijen zelf. Dat wil zeggen dat voor het onderhoudspersoneel geen duidelijke indicatie aanwezig is. Het op positieve wijze benaderen van dit probleem, d.w.z.

door het voortdurend laten branden van een indicatie indien de batterij nog niet leeg is, blijkt een bijzonder groot deel van de lading van de batterij op te nemen, zodat ook dit niet gewenst is.

Een verder probleem is dat met name in openbare toiletten een afzonderlijke schakeling noodzakelijk is om te voorkomen dat 's nachts bij niet-gebruik toch een dosering afgegeven wordt. Daarbij is het noodzakelijk een instelling in de tijd te maken of een dag-/nachtsensor toe te passen, hetgeen gecompliceerd is waardoor in de praktijk dergelijke inrichtingen dag en nacht blijven werken hetgeen tot verspilling van zowel de inhoud van de spuitbussen als van de batterijen leidt.

Het is het doel van de onderhavige uitvinding in een afgeefinrichting te voorzien die bovenstaande nadelen niet heeft en uitsluitend functioneert indien de omgeving waarin deze geplaatst is gebruikt wordt en waarbij ook bij het bijna leeg zijn van de spuitbus het mogelijk is een direkte indicatie, omtrent het al dan niet werkzaam zijn, te geven onafhankelijk van andere omgevingsinvloeden.

Dit doel wordt bij een hierboven beschreven afgeefinrichting verwezenlijkt doordat de voeding voor de spoel uitsluitend omvat fotovoltaïsche middelen.

Hoewel de toepassing van een fotovoltaïsche of zonnecel eerder gesuggereerd is, werd een dergelijke fotovoltaïsche cel altijd in combinatie met een accu of andere oplaadbare batterij toegepast. Dit betekende dat deze zonnecel slechts diende voor het op peil houden van de ladingstoestand van de accumulator. Een dergelijke constructie wordt bijvoorbeeld in de Nederlandse octrooiaanvrage 8102234 van aanvraagster beschreven.

Het nadeel van deze constructie was dat een bijzonder groot oppervlak aan zonnecel noodzakelijk was om de daarbij toegepaste elektromotor voor de waaier te bedienen. Bovendien kan niet op eenvoudige wijze onderscheid gemaakt worden tussen wel en geen gebruik terwijl tot slot geen enkele aanwijzing aanwezig is over het aanwezig zijn van een voldoend lichtniveau voor de zonnecel. Immers bij installatie zal de toegepaste accumulator volledig gevuld zijn. Pas na enige tijd wordt duidelijk dat de gebruikte accumulator meer energie ontlaadt naar de motor dan dat door de zonnecel opgeladen wordt. Op dat tijdstip is het installerende personeel niet meer aanwezig.

Met de inrichting volgens de uitvinding kan door het gebruik van het hulpstuk met daarin aangebrachte klep met een verhoudingsgewijs kleine zonnecel volstaan worden. Door de directe voeding van de fotovoltaïsche cel aan de klep wordt verwezenlijkt dat bij niet-gebruik van bijvoorbeeld de toiletten, d.w.z. bij openbare toiletten indien het licht uit is, geen afgeven meer plaatsvindt. Bovendien kan door het installerende personeel direct bij het aanbrengen geconstateerd worden of al dan niet voldoende licht aanwezig is door na te gaan of op het gewenste tijdstip verstuiving optreedt.

Een en ander kan nog geoptimaliseerd worden doordat de stuurmiddelen voorzien zijn van een lichtsterkte aangevende indicatie. Dat wil zeggen.

bijvoorbeeld op de behuizing van de afgeefinrichting een licht emitterende diode of dergelijke aanwezig is die aangeeft wanneer voldoende licht aanwezig is. Direct bij installatie kan dan rekening gehouden worden met optimale positie van de behuizing en meer in het bijzonder de daarop aangebrachte zonnecel.

Bovendien kunnen druksensormiddelen aanwezig zijn die met de stuurmiddelen volgens de uitvinding verbonden zijn. Daardoor kan bijvoorbeeld een lichtsignaal afgegeven worden indien de druk onder een bepaald niveau daalt, dat bijvoorbeeld overeenkomt met de lege toestand van de spuitbus. Omdat de daling van de druk niet parallel loopt met de energie afgegeven door de zonnecellen, kan in tegenstelling tot constructies met leeglopende batterijen met redelijke zekerheid ervan uitgegaan worden dat bij het niet werken van de indicatie geen problemen aanwezig zijn terwijl bij het overgaan van een signaal problemen te verwachten zijn.

Om te verzekeren dat de koppeling tussen spuitbus en hulpstuk volledig is, zijn volgens een van voordeel zijnde uitvoering van de uitvinding nabij het in aanraking met de kop van de spuitbus komende deel positiesensormiddelen aangebracht.

Om te voorkomen dat verkeerde spuitbussen toegepast worden in combinatie met het hierboven beschreven hulpstuk, kunnen met elkaar samenwerkende koppelmiddelen op zowel het hulpstuk als de spuitbus aangebracht zijn.

Zoals hierboven aangegeven kan de spuitbus elk middel verstuiven dat periodiek afgegeven moet worden zoals luchtverbeteraar en herbiciden, i De uitvinding zal hieronder nader aan de hand van een in de tekening afgebeeld uitvoeringsvoorbeeld verduidelijkt worden. Daarbij toont:

Fig. 1 in perspectivisch vooraanzicht het uiterlijk van de inrichting volgens de uitvinding;

Fig. 2 opengemaakt in zijaanzicht de inrichting volgens de uitvinding;

Fig. 3 een detail van de spuitbus in combinatie met het hulpstuk volgens de uitvinding; en

Fig. 4 het blokschema van de elektrische koppeling en sturing van de verschillende delen.

De houder voor het opnemen van een spuitbus is in fig. 1 in het geheel met 1 aangegeven. Op de voorzijde daarvan is een zonnecelpaneel 2 aangebracht. Eveneens is een afgeefopening 3 voor het te doseren medium verwezenlijkt terwijl aan de onderzijde LED-indicaties 11, 12 aanwezig zijn.

In fig. 2 is de houder 1 opengewerkt in zijaanzicht getoond. Het blijkt dat deze een opname 13 voor een spuitbus omvat alsmede verschillende niet nader afgebeelde snapmiddelen voor bevestiging aan een basisplaat die in eerste instante aan de in fig. 1 getoonde muur bevestigd wordt. Dergelijke constructies zijn in de stand der techniek algemeen bekend.

Opname 13 is geschikt voor het ontvangen van een spuitbus waarvan uitsluitend het bovendeel in fig. 3 afgebeeld is. De kop 6 is ingericht om samen te werken met een daaraan te bevestigen hulpstuk 5. Dit hulpstuk 5 is in fig. 3 in samenstellingstekening getoond. Het bestaat van beneden naar boven uit een hulpstuk/spuitbus-koppeling 14, een klephuis 15 waarin een spoelhuis 16 opgenomen wordt. In spoelhuis 16 past een elektrisch bedienbare spoel 7 voorzien van leiding 17. Binnen spoel 7 zijn aangebracht een drijfgaskoppeling 18 alsmede een zuigerhouder 19. In deze zuigerhouder past een klep 8 bestaande uit een veer 20, zuiger 21, afsluitrubber 22 en zuigerhuis 23. Op zuigerhuis 23 sluit een metalen ring aan om het magnetische veld te versterken. Een 0-ring 24 en drukmembraan 27 completeren de klepinrichting. Een klepdeksel 28 werkt samen met het klephuis 15. Boven op dit klepdeksel 28 is een afgeefmondstuk 9 zoals algemeen bekend in de stand der techniek aanwezig. Een druksensor 10 kan aangebracht worden om de druk binnen de spuitbus op te nemen. Deze druksensor 10 is via leiding 29 verbonden met de niet nader afgebeelde sturing.

In fig. 4 is schematisch de elektrische koppeling van verschillende delen getoond. De spoel 7 van de klep is via leiding 17 met sturing 25 verbonden. Hetzelfde geldt voor druksensor 10 die via leiding 29 met sturing 25 verbonden is. Sturing 25 is eveneens elektrisch gekoppeld met een tijdsturende inrichting 26 alsmede met de fotocel 2. Bovendien zijn LED-indicaties 11 en 12 met de sturing 25 verbonden.

De hierboven beschreven inrichting werkt als volgt:

Bij het plaatsen van de houder met spuitbus en andere componenten daarin aangebracht in de betreffende verlichte ruimte zal de aanbrengende persoon afgaan op LED-indicatie 11. In verbinding met sturing 25 en fotocel 2 is deze zodanige uitgevoerd dat een signaal afgeeft indien voldoende energie door de fotovoltaïsche cel 2 opgewekt wordt. Tijdens het aanbrengen kan de installerende persoon dadelijk nagaan of voldoende licht aanwezig is om latere werking te garanderen. Het is vanzelfsprekend eveneens mogelijk deze indicatie achterwege te laten en met behulp van een luxmeter een en ander te verwezenlijken.

Na het aanbrengen is de inrichting volgens de uitvinding dadelijk klaar voor bedrijf. In werking treden wordt gestuurd door van de fotovoltaïsche cel 2 afkomstig licht. Daardoor wordt de tijdsturende schakeling 26 in werking gesteld. Afhankelijk van de vooraf ingestelde of later alsnog in te stellen tijd geeft deze tijdsturende schakeling 26 een puls waarvan de lengte eveneens in te stellen is van bijvoorbeeld enkele tientallen milliseconden aan sturing 25. Aan de hand daarvan wordt energie afkomstig van fotovoltaïsche cel 2 doorgeleid naar de spoel van klep 7. Daardoor wordt klep 8 bediend zodat een kleine hoeveelheid gas uit spuitbus 4 ontsnapt. De werking van klep 8 komt overeen met de constructie beschreven in het Amerikaanse octrooischrift 3.666.144.

Indien de betreffende ruimte niet in gebruik is, d.w.z. het licht uitgeschakeld wordt of 's nachts, zal van de fotovoltaïsche cel geen energie meer afkomstig zijn. Dit betekent dat de sturing 25 niet meer werkzaam is zodat ook al zou van de tijdsturende inrichting 26 nog een signaal afkomstig zijn, dit geen effect heeft op het bedienen van de spoel van klep 7.

De druksensor 10 detecteert druk binnen de spuitbus door het meten van de druk in het hulpstuk 5. Indien deze druk onder een vooraf bepaalde te lage waarde daalt, zoals de leegwaarde, wordt het lage druk-signaal door sturing 25 zodanig verwerkt dat LED-indicatie 12 een signaal afgeeft. Daardoor is voor het onderhoudende personeel een indicatie beschikbaar dat de spuitbus 4 verwisseld dient te worden.

Hoewel de uitvinding hierboven aan de hand van een voorkeursuitvoering beschreven is, moet begrepen worden dat daaraan talrijke wijzigingen aangebracht kunnen worden zonder buiten het bereik van de onderhavige aanvrage te geraken. Zo is het mogelijk de klep/spuitbuskoppeling zodanig uit te voeren dat bijvoorbeeld elektrische doorverbinding verwezenlijkt wordt bij het juist bevestigen van de koppeling en een circuit onderbroken wordt indien deze bevestiging onjuist is. Op deze wijze wordt gegarandeerd dat uitsluitend bij juiste bevestiging een dosering afgegeven wordt. Bovendien kan de kop van de spuitbus aangepast zijn om het mogelijk te maken uitsluitend bepaalde soorten spuitbussen met het hulpstuk 5 volgens de uitvinding te combineren. Bovendien kunnen de LED-indicaties door audio-indicatoren vervangen worden.

Claims (7)

1. Afgeefinrichting voor een spuitbus, omvattende een op de kop van de spuitbus te plaatsen hulpstuk (5), dat voorzien is van een door een spoel bediende klep (8) en afgeefmiddelen (9), waarbij de spoel met stuurmiddelen (25) met een tijdsturende schakeling (26) alsmede een voeding verbonden is, met het kenmerk, dat de voeding voor de spoel uitsluitend omvat fotovoltaïsche middelen.

2. Afgeefinrichting volgens conclusie 1, waarbij de stuurmiddelen voorzien zijn van een de lichtsterkte aangevende indicatie (11).

3. Afgeefinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het hulpstuk van druksensormiddelen (10) is voorzien, verbonden met de stuurmiddelen.

4. Afgeefinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het hulpstuk nabij het in aanraking met de kop van de spuitbus komende deel van positiesensormiddelen is voorzien.

5. Afgeefinrichting volgens conclusie 4, waarbij de positiesensormiddelen omvatten met elkaar samenwerkende zowel op het hulpstuk als de spuitbus aangebrachte koppelmiddelen.

6. Afgeefinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de spuitbus een luchtverbeteraar omvat.

7. Afgeefinrichting volgens een van de conclusies 1-5, waarbij de spuitbus een bestrijdingsmiddel omvat. ********