NL9400658A - Werkwijze voor het controleren van de conditie van menselijke of dierlijke huid. - Google Patents

Description

Werkwijze voor het controleren van de conditie van menselijke of dierlijke huid.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het controleren van het huidoppervlak van een mens of een dier zoals het controleren van een speen van een koe op mestverontreiniging, waarbij één of meer bronnen van elektromagnetische straling gericht worden op het te inspecteren huidoppervlak en elektromagnetische trilling uitzenden naar dat oppervlak, terwijl eveneens één of meer ontvangers voor elektromagnetische straling gericht worden op dat genoemde huidoppervlak, voor het ontvangen van, van dat genoemde huidoppervlak afkomstige elektromagnetische straling, en waarbij gemeten wordt in het elektromagnetische stralingsgebied waarin een duidelijk verschil wordt gevonden in de stralingsintensiteit gereflecteerd door een huidoppervlak met een afwijkende conditie veroorzaakt door verschillen in vochtgehalte.

Bekend is bijvoorbeeld uit WO92/19098 een werkwijze om verontreinigingen te detecteren op de huid van de speen van een koe, waarbij een reflectiepatroon van elektromagnetische straling wordt vastgesteld. Deze publikatie verschaft verder noch duidelijke verwijzingen naar toegepaste frequentieniveaus noch enig inzicht in het vaststellen van verschillen in reflectiepatronen op basis van een afwijkende vochtigheid van het geïnspecteerde oppervlak.

De uitvinding beoogt een praktische werkwijze te verschaffen voor het vaststellen van de conditie of de hygiëne van een huidoppervlak, bijvoorbeeld de speen van een koe, maar zou evenzogoed toepasbaar kunnen zijn voor bijvoorbeeld het controleren van de conditie, bijvoorbeeld de reinheid, van mensenhanden. Met de uitvinding wordt gebruik gemaakt van het nieuw verschafte inzicht, dat de vochtgesteldheid van een oppervlak, het reflectiepatroon van elektromagnetische straling aanzienlijk beïnvloedt, met welk inzicht de aanwezigheid van aangedroogd materiaal op een huidoppervlak is vast te stellen. Aldus wordt dus niet zoals gebruikelijk met het gemeten reflectiepatroon de aanwezigheid van een stof (zoals bijvoorbeeld "chlorofyl") of een kleur nagestreefd.

Dit inzicht volgens de uitvinding is bijvoorbeeld te gebruiken om de aanwezigheid van bijvoorbeeld mest op een speen van een koe vast te stellen. De mest heeft meestal een droger oppervlak dan een naastgelegen, schoon huidgebied. Alleen het oppervlak van zojuist op de huid terecht gekomen mest is te vochtig om onderscheid te maken.

Die "verse" mest kan eenvoudig worden verwijderd, bijvoorbeeld volautomatisch met behulp van de bij automatisch melken inmiddels gebruikelijke reinigende waterstralen. Voorts is uit waarnemingen gebleken dat mest zeer snel opdroogt op de speenhuid, waardoor het percentage dieren met natte mest aan de speen erg gering is. De waterstralen zijn echter onvoldoende in staat gebleken de zich al wat langer op de speen bevindende mest, of andere verontreiniging van een speen te verwijderen. Door nu voorafgaande aan de behandeling met waterstralen of een andere reinigende bewerking, het huidoppervlak te controleren op de aanwezigheid van zulke verontreinigingen, kan voor de verwijdering daarvan een adequate en doeltreffende aanvullende behandeling worden uitgevoerd.

Gebleken is dat bij metingen boven 1200 nm., het effect van de uitvinding het duidelijkst is. Momenteel wordt de voorkeur gegeven aan metingen in het golflengtegebied van 1200 tot 1600, bij voorkeur bij 1300 of 1550 nm. Echter vinden ook metingen bij hogere golflengteniveaus toepassing. Het hiervoor aangeduide golflengtegebied is praktisch aangezien daarvoor momenteel standaard componenten uit de handel te betrekken zijn. De toepassing van de uitvinding beperkt zich niet tot het inspecteren op verontreinigingen. Verwacht wordt dat ook andere conditieafwijkingen die een andere vochtigheid van het oppervlak van de huid teweeg brengen, zoals vereelting, met de uitvinding zijn vast te stellen.

In het hiernavolgende wordt de uitvinding nader toegelicht aan de hand van verschillende in de bijgevoegde tekening weergegeven reflectiepatronen van de levende huid van verschillende speentypen van koeien, met en zonder mestverontreinigingen. Hierbij toont in de figuren: fig. 1 het reflectiepatroon van een schone zwarte speen; fig. 2 het reflectiepatroon van een schone bonte speen, gemeten op het zwartgekleurde gedeelte van de speen; fig. 3 het reflectiepatroon van een schone witte speen; fig. 4 het reflectiepatroon van een schone bonte speen gemeten op het witgekleurde deel van de speen; fig. 5 het reflectiepatroon van droge mest, welke zich heeft gehecht op de huid van elk hierboven aangegeven speentypen; fig. 6 en 7 het reflectiepatroon van zich op elk type (zie fig. 1-4) speen bevindende mest, tijdens het droogproces van de mest; fig. 8 het reflectiepatroon van mest bij verschillende vochtgehalten gemeten bij een golflengte van 1300 nm; en fig. 9 het reflectiepatroon van mest bij verschillende vochtgehalten, gemeten bij een golflengte van 1550 nm. De reflectie is telkens uitgedrukt in de dimensieloze eenheid "g"

Vergelijking van de figuren 1 t/m 5 leert, dat het reflectiepatroon (van de verschillende speentypen: zwart, bont, wit) geen aanzienlijke onderlinge verschillen vertoont. Telkens valt in het gebied van 1200 tot 1600 nm, een duidelijke afname van de reflectie te constateren, waarna vanaf ongeveer 1300 nm het reflectieniveau op een vrijwel constant, relatief laag niveau gehandhaafd blijft.

Fig. 5, welke betrekking heeft op in hoofdzaak droge mest op de huid, toont tot 800 nm een geleidelijke stijging van de reflectie, waarna het reflectie niveau tot voorbij 1600 nm op een .relatief hoog, in hoofdzaak constant niveau, verblijft. Een vergelijking tussen de figuren 1-4 respectievelijk fig. 5 leert, dat vanaf ongeveer 900 nm het reflectieniveau van schone spenen telkens is gelegen beneden het reflectieniveau van droge mest. Vanaf ongeveer 1300 nm is het niveauverschil aanzienlijk. Aldus zal bij metingen, bij een golflengte boven ongeveer 1300 nm, een zeer duidelijk onderscheid bestaan tussen een schoon huidgebied en een verontreinigd huidgebied.

Raadpleging van de figuren 6 t/m 9 leert, dat zojuist opgebrachte mest, dus nog met en vrij vochtig oppervlak (vochtgehalte waarschijnlijk 70-90%) een nauwelijks van elkaar verschillend, relatief laag reflectie niveau oplevert. Al wat langer op de huid aanwezige mest, met een reeds aangedroogd oppervlak (vochtgehalte waarschijnlijk 0-40%) vertoont een aanzienlijk hoger reflectieniveau.

Gebleken is dat de bovenstaande resultaten niet alleen van toepassing zijn op mestverontreinigingen, maar ook op andere vuiltypen met hetzelfde vochtaandeel. Bijvoorbeeld kan met de werkwijze volgens de uitvinding ook de aanwezigheid van bloed worden geconstateerd. Vers bloed kan weer gemakkelijk worden verwijderd met de gebruikelijke waterstralen. Wordt geronnen bloed gedetecteerd, kan bijvoorbeeld onmiddellijk een alarmsignaal worden afgegeven zodat in verband met koeien of andere dieren, de verzorger automatisch op de hoogte wordt gesteld van een verwonding. De werkwijze volgens de uitvinding kan bijvoorbeeld worden uitgevoerd met een inrichting zoals is getoond in fig. 1, 2 en 3 van W092/19098 en de daarmee samenhangende beschrijving, een en ander aangepast om te werken in de onderhavige beschrijving aangegeven golflengtegebieden.

Claims (3)

1. Werkwijze voor het controleren van de conditie van het huidoppervlak van een mens of een dier, zoals het controleren van een speen van een koe op mestverontreiniging, waarbij één of meer bronnen van elektromagnetische straling gericht worden op het te inspecteren huidoppervlak en elektromagnetische trilling uitzenden naar dat oppervlak, terwijl eveneens één of meer ontvangers voor elektromagnetische straling gericht worden op dat genoemde huidoppervlak, voor het ontvangen van, van dat genoemde huidoppervlak afkomstige elektromagnetische straling, en waarbij gemeten wordt in het elektromagnetische stralingsgebied waarin een duidelijk verschil wordt gevonden in de stralingsintensiteit gereflecteerd door een huidoppervlak met een afwijkende conditie veroorzaakt door verschillen in vochtgehalte.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij gewerkt wordt in het golflengtegebied van de elektromagnetische straling vanaf 400 tot 3.000, in het bijzonder vanaf 400 tot 2.000, meer in het bijzonder vanaf 900 tot 2.000 nm, dat wil zeggen in hoofdzaak in het golf lengtegebied van zichtbaar licht en/of, infraroodlicht.

3. Werkwijze volgens conclusie 2, waarbij gemeten wordt tussen 1200 en 1600 nm, in het bijzonder bij 1300 en 1550 nm.