NL9400624A - Pluggrendelsamenstel. - Google Patents

Description

Pluggrendelsamenstel

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op gren¬delmechanismen; in het bijzonder heeft de uitvinding betrek¬king op een pluggrendelsamenstel voor het afsluiten van eenopening in een vliegtuigpaneel of dergelijke.

Uit de stand van de techniek zijn diverse soortengrendelmechanismen voor toepassing in vliegtuigpanelen ofdergelijke bekend. Bekende grendelmechanismen zijn beschre¬ven en getoond in de Amerikaanse octrooischriften 3.917.331en 3.948.549. In deze octrooischriften worden pal-grendel-middelen toegepast om een constructief deel van een vlieg¬tuig te vergrendelen in een opening in een vliegtuigpaneelof dergelijke.

Bij heden ten dage gebruikte vliegtuigpanelen is hetvaak noodzakelijk om metalen componenten uit het paneelop-pervlak te weren. Aangezien mechanische bevestigingen echternog steeds vereist zijn voor het waarborgen van voldoendesterkte ontwerpen de fabrikanten van dergelijke vliegtuigenspeciale niet-metalen panelen, in welke de metalen bevesti¬gingen zijn verzonken in een in het paneel gevormde holte.

De holte wordt vervolgens afgesloten of bedekt met een ge¬schikt materiaal of samenstel.

De behoefte bestaat aan een niet-metalen plug voorhet opvullen of afsluiten van dergelijke niet-metalen hol¬tes. Een dergelijke plug moet opgesloten blijven in de holteen er moet geen vervuiling optreden tussen het uitwendigevan de holte en de plug. De plug moet tevens perfect op éénlijn liggen met het de holte omringende oppervlak van hetpaneel en moet automatisch ontgrendeld kunnen worden metbehulp van een installatiegereedschap.

De onderhavige uitvinding beoogt een plugsamenstelvoor het afsluiten van een holte in een paneel te verschaf¬fen.

De onderhavige uitvinding beoogt tevens een niet-me¬talen plug te verschaffen voor het afsluiten van een holtein een niet-metalen paneel, waarbij een metalen beves-tigingssamenstel het paneel aan een paneelsubsamenstel vast- maakt.

De onderhavige uitvinding beoogt daarnaast deze doel¬stellingen te realiseren met behulp van een plug die isvastgemaakt aan het bevestigingssamenstel.

Ten slotte beoogt de onderhavige uitvinding de eerdergenoemde doelstellingen te realiseren met een plugsamensteldat losneembaar is vergrendeld aan het bevestigingssamen¬stel.

Deze en andere doelstellingen worden gerealiseerddoor het verschaffen van een plugsamenstel, dat is gekoppeldmet een compact deel dat in een uitsparing in een paneel isgemonteerd. Een veerbelast pal-grendelmechanisme is heen enweer beweegbaar gemonteerd aan het plugsamenstel, beweegbaarvanuit een eerste positie waarin de pallen van het pal-gren¬delmechanisme zijn opgesloten in het plugsamenstel, naar eentweede positie waarin de pallen het plugsamenstel vergrende¬len in een kamer in het contactdeel. Het bovenoppervlak vanhet plugsamenstel ligt op één lijn met het bovenoppervlakvan het paneel en kan automatisch daarvan worden ontkoppeld.

De uitvinding wordt hierna nader toegelicht aan dehand van de tekening, waarin een uitvoeringsvorm van het sa¬menstel volgens de uitvinding is weergegeven.

Fig. 1 toont in zijaanzicht een doorsnede door hetsamenstel volgens de uitvinding, na volledig te zijn ge•nstalleerd;

Fig. 2 toont in zijaanzicht een doorsnede door hetplugsamenstel volgens de uitvinding voorafgaande aan te wor¬den geïnstalleerd in de in fig. 1 weergegeven grendelposi-tie; en i Fig. 3 tot 7 tonen in zijaanzicht doorsneden van het plugsamenstel volgens fig. 1 in diverse posities tijdens hetinstalleren.

Thans verwijzend naar fig. 1 wordt een installatie 10getoond, die een luik, deur of ander dragend deel van eeni vliegtuig of dergelijke kan zijn. Door de installatie 10 iseen holte 11 gevormd. Nabij de onderzijde 17 van de instal¬latie 10 is een paar corresponderende panelen 12, 13 metopeningen 14 respectievelijk 15, die op één lijn liggen metde opening 16 aan het onderste uiteinde van de holte 11,i gemonteerd.

In de holte 11 is een rechthoekig contactdeel 18 ge¬plaatst met een verzonken opening 19 (zie tevens fig. 3) terplaatse van zijn bodem voor het daarin opnemen van de tapsekop 20 van een bout 21. De bout 21 bezit een van schroef¬draad voorzien gedeelte 22 dat zich door de openingen 14, 15uitstrekt en waarop een moer 67 (fig. 1) kan worden ge¬schroefd. De bout 21 bezit tevens een zeshoekig uitgevoerdeuitsparing 23 in de kop 20 (zie fig. 3).

Het contactdeel 18 bezit een inwendige holte 24 metaan zijn bovenste uiteinde een opening 25 die breder is dande ver¬zonken opening 19, en door welke zich het benedenste uitein¬de 27 van een kogelpal-penvergrendelingsorgaan 26 uitstrekt,dat is gemonteerd in een plugdeel 28.

Het plugdeel 28 bezit een primair lichaamsgedeelte 29(fig. 2) met een taps uiteinde 30 en een bovenste zich bui¬tenwaarts uitstrekkende omtreksflens 31. In de holte 11 iseen veerkrachtige o-ring 32 gemonteerd (fig. 1) tussen hetgekromde bovenste oppervlak 33 van de holte en een ondersne-den omtreksgebied 34 (fig. 2) op het benedenoppervlak van deflens 31. Zoals zichtbaar is in fig. 1 ligt het bovenopper¬vlak 35 van het plugdeel 28 op één lijn met het bovenopper¬vlak 36 van de installatie 10.

Het penvergrendelingsorgaan 26 (fig. 2) omvat eenplunjer 37 met aan zijn bovenste uiteinde een kop 38 die inhet algemeen op één lijn ligt met het oppervlak 35 van hetplugdeel 28 wanneer dit op de juiste wijze is geïnstalleerd,zoals later zal worden toegelicht, en met een uitwendigevormgeving, bijvoorbeeld cirkelvormig, die past bij de door¬snede van een centraal geplaatste doorgang 39, die zich uit¬strekt door het primaire lichaamsgedeelte 29 van het plug¬deel 28 naar een bredere holte 40 ter plaatse van het bene¬denste uiteinde van het plugdeel 28.

Zoals zichtbaar is in fig. 2 kan de kop 38 zijn voor¬zien van een van schroefdraad voorziene schacht 41 die ineen van schroefdraad voorziene opening 42 in een langwerpigeschacht 43 is geschroefd, die aan de onderzijde eindigt inhet eerder genoemde benedenste uiteinde 27 van het penver¬grendelingsorgaan 26. Het benedenste uiteinde 27 is verbon¬den met een van kleinere diameter voorzien gedeelte 42' dat is verbonden met de schacht 43.

De schacht 43 beweegt heen en weer in een kogelpal-huisdeel 44, waarbij een bovenste gedeelte 60 van het hoofd-lichaamsgedeelte 45 heen en weer beweegbaar is opgenomen inde doorgang 39. Het hoofdlichaamsgedeelte 45 bezit tevenseen benedenste uiteinde 46 met een grotere uitwendige diame¬ter dan het hoofdlichaamsgedeelte 45, en met kogelpalop-neemopeningen 47, 48 aan weerszijden daarvan. Kogelpallen,zoals kogels 49 respectievelijk 50 zijn aangebracht in elkeopening 47, 48 en geplaatst ter plaatse van het van kleinerediameter voorziene gedeelte 42. De uitwendige diameter vande kogels 49, 50 correspondeert in hoofdzaak met de diametervan de openingen 47, 48 en ze kunnen zich hier doorheen,zoals zichtbaar is in fig. 1, uitstrekken. De openingen 47,48 zijn echter ter plaatse van stuikgebieden 51 respectieve¬lijk 52 gestuikt teneinde het losraken van de kogels 49, 50uit en door de openingen 47 respectievelijk 48 te verhinde¬ren.

Een hulssamenstel 53 omringt het benedenste uiteinde46 van het hoofdlichaamsgedeelte 45, en bezit een in hoofd¬zaak cilindrisch lichaamsgedeelte 54, een zich binnenwaartsuitstrekkende omtreksflens 55 aan de bovenzijde en een zichbuitenwaarts uitstrekkende omtreksflens 56 aan de beneden-zijde. Zoals zichtbaar is in fig. 2 sluit het lichaamsge¬deelte 54 aan op de uitwendige vormgeving van het ondersteuiteinde 46 van het hoofdlichaamsgedeelte 45, waarbij deflens 55 aan de bovenzijde aanligt tegen de schouder 57, diewordt gevormd ter plaatse van de verbinding tussen hethoofdlichaamsgedeelte 45 en het onderste uiteinde 46.

Een drukveer 58 omringt het lichaamsgedeelte 54 vanhet hulssamenstel 53 en ligt aan de bovenzijde aan tegen debovenwand 59 van de holte 40 (gezien in de positie volgensfig. 2) en aan de benedenzijde tegen het bovenoppervlak vande onderste flens 56.

Een flexibel koord 61 bezit een uiteinde 62 (fig. 3)dat zich uitstrekt door een opening 63 in het contactdeel 18en daaraan is bevestigd alsmede een ander uiteinde 64 (fig.2) dat zich uitstrekt door een opening 65 in het primairelichaamsgedeelte 29 van het plugdeel 28 en daaraan eveneensis bevestigd.

Tijdens bedrijf, waarbij m het bijzonder wordt ver¬wezen naar de fig. 1 tot 7, wordt het contactdeel 18 (ziefig. 3) in de holte 11 van de installatie 10 geplaatst metzijn opening 19 op één lijn met de opening 16 van de instal¬latie 10. De bout 21 wordt door de opening 25 van het con¬tactdeel 18 omlaaggedrukt waarbij het van schroefdraad voor¬ziene gedeelte 22 zich uitstrekt door de op één lijn gelegenopeningen 19, 16 en aangrijpt op de panelen 12, 13.

Het plugdeel 28, dat via het koord 61 is verbondenmet het contactdeel 18, bevindt zich, zoals getoond, buitende holte 11. De inwendige componenten van het plugdeel 28bevinden zich in de in fig. 2 getoonde positie, waarbij deveer 58 in een normaal geval het hulssamenstel 53 omlaag-drukt, zodat de kogels 49, 50 zijn opgesloten in de ope¬ningen 47, 48 en aanliggen tegen het van een kleinere diame¬ter voorziene gedeelte 42'. De 0-ring 32 is aangebracht inhet ondersneden gebied 34 van het plugdeel 28.

Zoals zichtbaar is in fig. 4 wordt een geschikt ge¬reedschap, zoals een zeshoekige sleutel 66, via de opening25 in het contactdeel 18 gestoken en grijpt dit aan op deovereenkomstig gevormde uitsparing 23 in de kop 20 van debout 21. De bout 21 wordt aldus gespannen met behulp van eenmoer 67, waarbij zowel het contactdeel 18 op zijn plaatswordt vastgemaakt alsmede de panelen 12, 13 aan de onderzij¬de 17 van de installatie 10 worden vastgehouden. De sleutel66 wordt gekozen met het oog op het passeren door de opening25 en de bout 21 wordt vastgeschroefd totdat de tapse kop 20binnendringt en is opgenomen in de verzonken opening 19.

Het plugdeel 28 (zie fig. 5) wordt thans in de rich¬ting van pijl 68 omlaaggedrukt in de holte 11 (waarbij deinwendige componenten van het plugdeel 28 zich in de positievolgens fig. 2 bevinden) totdat het benedenste uiteinde 46door de opening 25 passeert waarbij de flens 56 van hethulssamenstel 53 aan komt te liggen tegen het bovenoppervlak69 en de veer 58 omhoog wordt gedrukt naar de in fig. 1 ge¬toonde grendelpositie. De kogels 49, 50 worden automatischvrijgegeven wanneer het hulssamenstel 53 wegbeweegt van deopeningen 47, 48, waardoor ze zich buiten de ope¬ningen 47, 48 uitstrekken ter verhindering van het uit deholte 11 wegtrekken van het plugdeel 28. De O-ring 32 dicht het plugdeel 28 af ten opzichte van de installatie 10. Hetbovenoppervlak 35 van het plugdeel 28 ligt op één lijn methet bovenoppervlak 36 van de installatie 10. Het bovenopper¬vlak van de kop 38 van de plunjer 37 ligt eveneens op éénlijn met de bovenoppervlakken 35 en 36. Dit verschaft eenvisuele indicatie aan de installateur dat het plugdeel 28 opde juiste wijze is vergrendeld.

Teneinde het plugdeel 28 los te maken, zoals zicht¬baar is in fig. 6, wordt de sleutel 66 in de doorgang 39 ge¬stoken tot in aanraking met de kop 38 van de plunjer 37. Desleutel 66 wordt omlaaggedrukt waarbij de plunjer 37 omlaagwordt bewogen waardoor wordt toegestaan dat de kogels 49, 50naar de in fig. 6 getoonde positie bewegen, hetgeen erin re¬sulteert dat het plugdeel 28 automatisch door en voorbij deopening 25 in het contactdeel 18 naar de in fig. 7 weergege¬ven positie springt. De veer 58 drukt het plugdeel 28 om¬hoog, waarbij het hulssamenstel 53 de openingen 47, 48 op¬nieuw omringt, waardoor het verwijderen van het plugdeel 28mogelijk wordt. Het plugdeel 28 kan eenvoudig worden wegge¬nomen doordat de installateur het handmatig vastgrijpt.

Hetzelfde gereedschap of dezelfde sleutel 66, dat ofdie wordt gebruikt voor het installeren van de schroef 21 infig. 4 kan worden gebruikt voor het losmaken van het plug¬deel 29 overeenkomstig fig. 6, waardoor een uitwisselbaar¬heid van gereedschappen wordt verkregen. De bout 21 kan uitmetaal zijn vervaardigd of, in tegenstelling tot hetgeen isaangegeven, kunnen andere geschikte materialen worden ge¬bruikt. Het primaire lichaamsgedeelte 29 van het plugdeel 28bestaat bij voorkeur uit een ander materiaal dan metaal. Debout 21 is bij voorkeur uit metaal vervaardigd.

Alle geschikte afmetingen kunnen worden toegepast. Deuitsparing 23 in de kop 20 van de bout 21 kan bijvoorbeeldeen diameter van 3 mm bezitten, waarbij de sleutel 66 bij¬passende afmetingen bezit.

De uitvinding is niet beperkt tot de in het voorgaan¬de beschreven uitvoeringsvorm, die binnen het kader der uit¬vinding op velerlei wijze kan worden gevarieerd.

Claims (14)

1. Samenstel voor het afsluiten van een in een paneelaanwezige holte met een toegangsopening en ter plaatse vanzijn bodem een opening door het paneel, gekenmerkt door eenplugsamenstel met een primair lichaamsgedeelte met een uit¬wendige vorm, die in hoofdzaak past bij de vorm van ten min¬ste de toegangsopening tot de holte, een contactdeel met eenbovenzijde, een bodem en een daarin gevormde inwendige hollekamer met aan de bovenzijde een opening die naar de kamerleidt, welk contactdeel tevens ter plaatse van de bodem eenopening bezit die op één lijn is gelegen met de opening aande bovenzijde van het contactdeel en de opening ter plaatsevan de bodem van de holte in het paneel, waarbij zich doorde opening in de bodem van het contactdeel en de opening terplaatse van de bodem van de holte een bevestigingsdeel uit¬strekt, dat het contactdeel vasthoudt aan het paneel, enwaarbij een losneembaar grendelorgaan is gemonteerd in hetplugsamenstel, dat losneembaar is vergrendeld met het con¬tactdeel.

2. Samenstel volgens conclusie l, met het kenmerk,dat het plugsamenstel is gekoppeld met het contactdeel.

3. Samenstel volgens conclusie 2, met het kenmerk,dat het plugsamenstel is gekoppeld met het contactdeel doormiddel van een flexibele bevestiging.

4. Samenstel volgens een der conclusies 1 tot 3, methet kenmerk, dat het losneembare grendelorgaan bestaat uiteen veerbelast palsamenstel met een aantal pallen, die be¬weegbaar zijn vanuit een eerste positie binnen het losneem¬bare grendelorgaan naar een tweede positie, waarin ze zichbuiten het losneembare grendelorgaan uitstrekken, waarbij,wanneer het losneembare grendelorgaan zich uitstrekt door deopening aan de bovenzijde van het contactdeel tot in de in¬wendige kamer daarvan deze pallen naar de tweede positiebewegen waarin ze zich tot buiten het losneembare grendelor¬gaan uitstrekken en in het inwendige van de kamer, waardoorhet grendelorgaan wordt vergrendeld aan het contactdeel.

5. Samenstel volgens een der conclusies 1 tot 4, met het kenmerk, dat het primaire lichaamsgedeelte een bovenop¬pervlak bezit dat op één lijn is gelegen met het de holteomringende gebied van het paneel.

6. Samenstel volgens conclusie 5, waarbij het primai¬re lichaamsgedeelte een omtreksflens bezit die het bovenop¬pervlak daarvan omringt, waarbij een daarmee samenwerkendeveerkrachtige O-ring het bovenoppervlak van het primairelichaamsgedeelte afdicht van de opening die leidt tot deholte.

7. Samenstel volgens een der conclusies 1 tot 6, methet kenmerk, dat het losneembare grendelorgaan heen en weerbeweegbaar is in een zich door het primaire lichaamsgedeelteuitstrekkende doorgang in het bovenste uiteinde waarvan zicheen plunjer uitstrekt, welke plunjer in het algemeen op éénlijn is gelegen met het de doorgang omringende gebied vanhet primaire lichaamsgedeelte wanneer het plugsamenstel inde holte is gemonteerd.

8. Samenstel volgens conclusie 7, met het kenmerk,dat het grendelorgaan een plunjerlichaam omvat met een eer¬ste bovenste gedeelte met een diameter, die past bij de dia¬meter van de doorgang en een tweede benedenste gedeelte meteen diameter, die groter is dan die van het eerste bovenstegedeelte, en dat in een kamer in het hoofdlichaamsgedeelteonder de doorgang is geplaatst met een grotere diameter dan i die van de doorgang.

9. Samenstel volgens conclusie 8, met het kenmerk,dat het grendelorgaan een derde gedeelte omvat dat integraalis uitgevoerd met het tweede onderste gedeelte, en waarbijhet grendelorgaan een aantal pallen bezit die zijn opgenomen i in een in het derde gedeelte gevormde holte.

10. Samenstel volgens conclusie 9, met het kenmerk,dat het grendelorgaan een integraal met de plunjer uitge¬voerd pal-spangedeelte bezit dat is aangebracht in de holtein het derde gedeelte. i ll. Samenstel volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat het derde gedeelte een aantal op afstand van elkaar ge¬legen zich daar doorheen strekkende openingen bezit, en dathet palspangedeelte aanligt tegen de pallen en deze in degenoemde openingen drukt.

12. Samenstel volgens conclusie ll, met het kenmerk, dat de openingen ter plaatse van de buitenvlakken zijn ge¬stuikt waardoor een versmalde opening wordt gevormd met eendiameter, die kleiner is dan de grootste diameter van depallen.

13. Samenstel volgens een der conclusies 8 tot 12,met het kenmerk, dat een een veer opnemende huls is toege¬past die het plunjerlichaam omhult en waarbij een de hulsomringende veer is toegepast.

14. Samenstel volgens conclusie 13, waarbij de hulseen eerste bovenste flens bezit die zich binnenwaarts in derichting van de langsas van het plunjerlichaam uitstrektalsmede een tweede benedenste flens, die zich buitenwaartsvan het plunjerlichaam af uitstrekt.

15. Samenstel volgens conclusie 13 of 14, met hetkenmerk, dat de kamer in het primaire lichaamsgedeelte eenbovenwand bezit en dat de veer aanligt tegen de ondersteflens alsmede de bovenwand van de kamer in het primaire li¬chaamsgedeelte .