NL9400512A - Kneedapparaat. - Google Patents

Description

Titel: Kneedapparaat

De uitvinding heeft betrekking op een kneedapparaat. In het bijzonder is dat kneedapparaat geschikt voor het bereiden van voeder uit ruw, korrelig of poedervormig materiaal, zoals meel, cacoapoeder, enz. evt. gemengd met additieven, zoals stoom, vitaminen, spijsolie, melasse, enz.

Uit US-A-4770621 is een kneedapparaat bekend volgens de aanhef van conclusie 1. Langs de binnenzijde van een trommel bewegen kneedrollen, welke met de trommelwand een wigvormige spleet bepalen. Het te kneden materiaal wordt door de beweging van die rollen in die wigvormige spleet gevangen, en daarin samengeperst. Het te kneden materiaal kan opzij en door openingen in de trommelwand uit die wigvormige spleet ontsnappen. Dientengevolge zal het in de spleet samengeperste materiaal afschuiven wanneer dit uit de spleet ontsnapt, waardoor het kneedeffect ontstaat. Gewoonlijk komt het te kneden materiaal voorgemengd in de trommel, dwz. dat het poeder of de korrels buiten de trommel wordt gemengd met de additieven .

De uitvinding beoogt, een kneedapparaat met grote kneeddoelmatig-heid te verschaffen. Daartoe wordt voorgesteld, dat het oppervlak van een of meer wanden welke in contact treden met de samengedrukte kneedmassa een profilering of ruwheid bezit voor het opwekken van een wervelbeweging in die massa wanneer die langs die wand beweegt.

Aan de uitvinding ligt het inzicht ten grondslag, dat door het opwekken van een werveling in de kneedmassa tijdens het afschuiven daarvan, het kneedeffect wordt bevorderd. In de langs een wand afschuivende kneedmassa zal gaan wervelen, wanneer die wand voldoende ruw is. Daarbij gaat het erom, dat die ruwheid anders is dan de ruwheid welke van nature aanwezig is aan een oppervlak ten gevolge van de bewerking van dat oppe-vlak, bijvoorbeeld frezen, afdraaien, schuren, of andere verspanende bewerkingen. In dit verband gaat het erom, een zodanige ruwheid of oneffenheid te bewerkstelligen, dat een duidelijke verbetering van het kneden is te constateren, hetgeen wordt veroorzaakt door het bovenbedoelde wer-veleffect. Tevens is ervoor zorg te dragen, dat de oneffenheden lossend zijn, opdat zij niet dichtslibben met kneedmassa, en zodoende het extra werveleffect verloren gaat. Daarnaast is rekening te houden met slijtage van de met de samengedrukte kneedmassa in kontakt tredende oppervlakken. Voor de vakman zal het geen probleem opleveren, uitgaande van de voor noemde randvoorwaarden een geschikte oppervlakteruwheid te kiezen, welke proefondervindelijk is vast te stellen.

In feite kan elk met de kneedmassa in kontakt tredend oppervlak opgeruwd worden teneinde de werveling op te wekken. Het verdient de voorkeur, in het bijzonder wanden op te ruwen, waarlangs geen mechanische delen bewegen, zoals de wanden van stationaire spleten, doorpersopenin-gen, enz.

Met de onderhavige uitvinding wordt een kwalitatief beter kneedpro-dukt verkregen. Het opstarten van het kneedproces wordt aanmerkelijk bekort, zodat de hoeveelheid kwalitatief slechtere kneedmassa, verkregen tijdens dat opstarten, aanmerkelijk verminderd is. Mede daardoor is het lonend, ook kleine hoeveelheden in één keer te kneden. Ook de vereiste kneedkrachten zijn te verminderen, hetgeen tevens resulteert in een geringere vermogensopname en slijtage van het apparaat ( bijv. van de met de kneedmassa in kontakt tredende oppervlakken). Het kneden van massa's uit grondstoffen met een geringe kwaliteit is met dit apparaat eveneens aanmerkelijk te verbeteren.

In verband met het in NL-A-9200874 beschreven kneedapparaat met doordrukspleet welke is bepaald tussen axiaal naar en van elkaar beweegbare, coaxiale ringen, is in de spleet het werveleffect volgens de uitvinding op te wekken door bijvoorbeeld in de naar elkaar toegekeerde wanden van de aan elkaar grenzende ringen, welke de doordrukspleet begrenzen, één of meer rondom lopende ringgroeven aan te brengen, zoals nader uiteengezet in de figuurbeschrijving.

Gebleken is dat in combinatie met in doorpersrichting taps toelopende doordrukspleteri, zoals bijvoorbeeld beschreven en getoond in NL-A-9200874, het effect volgens de uitvinding bijzonder gunstig uitwerkt. Vermoed wordt, dat in de taps toelopende spleet met relatief gladde wanden reeds een werveling van de kneedmassa wordt opgeroepen, welke met het inzicht van de onderhavige uitvinding aanmerkelijk is te versterken.

In het hiernavolgende wordt de uitvinding nader toegelicht aan de hand van een niet beperkend uitvoeringsvoorbeeld, onder verwijzing naar de bijgevoegde tekeningen. Hierbij toont:

Fig. 1 een zijaanzicht in doorsnede van een schematisch weergegeven kneedapparaat volgens de uitvinding; en

Fig. 2 het detail II uit fig. 1.

Figuur 1 toont een kneedapparaat 1, zoals uitvoerig beschreven en getoond in de voornoemde NL-A-920087^. Dezelfde verwijzingscijfers zijn hier toegepast. Voor nadere details wordt verwezen naar NL-A-920087^. In afwijking is hier slechts sprake van twee doordrukspleten 13. Ook een ander aantal, bijvoorbeeld één, of drie of vier, doordrukspleten 13 is toepasbaar. Momenteel wordt de voorkeur gegeven aan een uitvoeringsvari-ant welke is gebaseerd op het in NL-A-920087^ beschreven kneedapparaat, eet dan wel zonder instelbare spleetbreedte tussen de ringen 17, eventueel zonder de geperforeerde plaat 22, en met volgens de onderhavige uitvinding opgeruwde spleetwanden, zoals in het hiernavolgende nader wordt beschreven.

Vanzelfsprekend is voor de onderhavige uitvinding niet van belang, hoe de wrijf schoenen of rollen 14 zijn uitgevoerd. Ook is niet van belang, dat een schroef 6 wordt gebruikt voor het aan de trommelruimte 9 toevoeren van de kneedmassa. Daarvoor zijn ook schoepen, of elk ander transportmiddel te gebruiken. Daarnaast is niet van belang, dat de doordrukspleten 13 taps toelopen. Ook is niet van belang dat de spleetbreedte een instelbare groote bezit. Waar het om gaat is, dat met de kneedmassa in kontakt tredende oppervlakken, voornamelijk die, welke met de samengedrukte kneedmassa in kontakt treden, en waarlangs de kneedmassa af-schuift, opgeruwd zijn voor het opwekken van de werveling in de kneedmas- t’ sa. Bijvoorbeeld kunnen ook de kanalen 23 in de plaat 22 welke over de ringen 17 is gelegd, volgens de uitvinding opgeruwde wanden bezitten. Ook kan die plaat 22 worden weggelaten, zodat de kneedmassa eerder als ringvormige plak uit het kneedapparaat treedt. Ook is met de uitvinding bijvoorbeeld uit te voeren een kneedapparaat zonder doordrukkanalen in de trommelwand. Zo'n kneedapparaat kan een discontinu, batchgewijs werkend apparaat zijn. In de trommel, of mengkom daarvan wordt de kneedmassa gestort, waarna het kneden wordt gestart. Kneedelementen, bijvoorbeeld langs de binnenwand van de kom bewegende rollen of schoenen, bepalen persspleten en persen de kneedmassa samen in die spleten, waardoor de kneedmassa uit die spleten wordt geperst, en aldus afschuift langs de spleetwanden. Die spleetwanden zijn op te ruwen, voor het met de uitvinding beoogde effect. Na enige tijd zal de aanvankelijk korrelige, poedervormige kneedmassa ook dan een deegvormige substantie zijn geworden, waarna de kneedkom kan worden geleegd.

Nu onder verwijzing naar de in de figuren getoonde uitvoeringsvari-ant, is meer in het bijzonder in figuur 2 weergegeven, dat de naar elkaar gekeerde zijwanden 30 van de aan elkaar grenzende ringen 17 concentrische groeven 31 bezitten. De groefwanden 32 en 33 van elke groef sluiten onderling een hoek van meer dan 90* in, zodat de groeven in radiale richting van de rigen 17 lossend zijn, en niet kunnen dichtslibben met kneed-massa. De groefwand 32 is telkens vrijwel evenwijdig aan de trommelas uitgericht. De groefdiepte in deze uitvoeringsvorm is gelegen in het gebied van 4 tot 7 nm., en bedraagt in het bijzonder 5t5 tot 6,5 mm.

Vanzelfsprekend is ook een andere profilering voor de wanden 31 te kiezen. Bijvoorbeeld kunnen de groeven 31 worden vervangen door een patroon van putten van bijvoorbeeld overeenkomstige diepte, en met de gat-wanden overeenkomstig uitgericht. Ook oneffenheden van geringere diepte, of grotere diepte en van andere verschijningsvorm zijn te gebruiken.

Claims (7)

1. Kneedapparaat voorzien van een kneedkamer met kneedoppervlakken welke geschikt zijn om knedend aan te grijpen op een kneedmassa, om deze samen te drukken, met het kenmerk, dat het oppervlak van een of meer wanden die in kontakt komen met de samengedrukte kneedmassa een profilering of ruwheid bezit voor het opwekken van een wervelbeweging in die massa wanneer die langs die wand beweegt.

2. Kneedapparaat volgens conclusie 1, waarbij groeven, putten, oid. zijn uitgevoerd in de wand, welke een diepte bezitten van ten minste 0,5 mm., bij voorkeur ten minste 1,0 mm., in het bijzonder een diepte bezitten gelegen in het gebied van 2,0 tot 8,0 mm.

3. Kneedapparaat volgens conclusie 1 of 2, waarbij de profilering of ruwheid lossend is.

4. Kneedapparaat volgens één der voorgaande conclusies, waarbij een doordrukvlak met doordrukkanalen aanwezig is, waardoorheen de samengedrukte kneedmassa is te persen, en het doordrukkanaal in de doordruk-richting gezien taps toeloopt.

5. Kneedapparaat volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de omvang van het doorstroomoppervlak van het doordrukkanaal instelbaar is.

6. Kneedapparaat volgens conclusie 5, waarbij de doordrukkanalen zijn bepaald door de omtreksspleet tussen twee op relatief korte axiale afstand tot elkaar opgestelde, in hoofdzaak coaxiale lichamen welke een kneedruimte bepalen, waarbij de axiale afstand instelbaar is.

7. Kneedapparaat volgens één der voorgaande conclusies, omvattende een trommel, met in de omtrekswand doordrukkanalenen en binnenin die trommel opgestelde, rondom de trommelas roterende, op een instelbare afstand langs de binnenwand van de trommel verplaatsbare kneedelementen, en een of meer in een zijwand van de trommel uitmondende toevoerbuis voor de kneedmassa en additieven.