NL9400249A - Uitschuifbare steunorganen voor een schap. - Google Patents

Description

Korte Titel: Uitschuifbare steunorganen voor een schap.

De uitvinding heeft betrekking op steunmiddelen meer speciaal bestemd voor een schap, welke steunmiddelen bestaan uit twee steunorganen die met behulp van bevestigingsmiddelen aan een draagconstructie, zoals een muur of een staander, kunnen worden bevestigd, en elk van de beide steunorganen dient om een zijde van het schap te kunnen ondersteunen.

Algemeen bekend zijn schappen of planken die aan muren of wanden worden aangebracht om allerlei goederen op te kunnen plaatsen. In vele winkels zijn vrijwel alle wanden bedekt met een groot aantal schappen, waarbij al de te verkopen waren op deze schappen worden uitgestald opdat deze goed zichtbaar zijn voor het winkelend publiek. De schappen dienen regelmatig te worden bijgevuld en bij voorkeur reeds voordat alle goederen van een bepaalde schap zijn verkocht. Gebleken is dat het de omzet bevorderd, indien de schappen goed gevuld zijn. Indien de schappen gevuld worden dienen de verse waren achteraan geplaatst te worden, opdat het winkelend publiek niet steeds de meest verse waren zullen pakken, waardoor de achterste oudere waren op de schappen zouden achterblijven en deze zodanig verouderen, dat deze voorbij de toegestane verkoopdatum op de schappen blijven staan.

Een probleem bij het bijvullen is, dat het aan de achterzijde, tegen de muur bijvullen van de schappen moeilijk is, omdat de schappen om economische redenen steeds vlak boven elkaar worden geplaatst.

Het doel van de uitvinding zijn steunmiddelen voor schappen, waarmede het mogelijk zou zijn om een schap naar voren te verplaatsen, zodat deze vrij komt van de erboven ge plaatste schap, waardoor gemakkelijk de waren kunnen worden aangevuld aan de achterzijde van de schap. Op zich zijn wel constructies bekend om schappen naar voren te kunnen verplaatsen, een bezwaar van de bekende constructies is, dat de uiteinden van een schap klem komen te zitten, zodra een schap ten opzichte van zijn steunen iets scheef wordt getrokken.

Dit doel volgens de uitvinding wordt bereikt met steunmid-delen voor schappen, doordat elk steunorgaan bestaat uit een langsprofiel of console en een uitschuiforgaan en het uitschuiforgaan langs de console kan worden verplaatst met behulp van verplaatsingsmiddelen, waarbij de langsprofielen van de beide steunorganen onderling zodanig zijn verbonden, dat bij het verplaatsen van een van de beide uitschuifor-ganen langs de bijbehorende console het andere uitschuiforgaan over dezelfde afstand langs de bijbehorende console wordt verplaatst. Met deze maatregelen wordt bereikt, dat indien een schap naar buiten wordt getrokken altijd de schap aan beide zijden gelijkmatig over dezelfde afstand wordt verplaatst onafhankelijk waar men kracht uitoefend op het schap of de plank.

De uitvinding zal nader worden verklaard aan de hand van de afbeeldingen. Hierin tonen:

Figuur 1 Steunmiddelen volgens de uitvinding, gedeel telijk weggebroken en gedeeltelijk uitgeschoven;

Figuur 2 Dwarsdoorsnede van een steunorgaan volgens de uitvinding overeenkomstig figuur 1;

Figuur 3 Uitslag van een vast gedeelte volgens de uitvinding.

In figuur worden steunmiddelen 1 getoond, bestaande uit een steunorgaan 2 en een in spiegelbeeld daarmee uitgevoerd steunorgaan 3 en een koppelas 4, die een zeshoekige dwarsdoorsnede heeft. Beide steunorganen 2, 3 bestaan uit een vast langsprofiel of console 5. Deze console 5 heeft een rechthoekige dwarsdoorsnede en is voorzien van een ruime geleidingssleuf 6. De geleidingssleuf 6 wordt begrenst door een bovenrand 7, die is voorzien van een vertanding 8, en een vlakke onderrand 9. De console 5 omvat aan het uiteinde 10 een haakvorm 11, waarmee het console 5 op de bekende wijze kan worden aangebracht aan een met uitsparingen uitgevoerde, hier niet getekende draagkolom. Beide steunor-ganen 2, 3 omvatten voorts een uitschuiforgaan 13. Tussen beide uitschuiforganen 13 is een hier slechts gedeeltelijk getekende oplegplank 14 geplaatst, die is voorzien van een klein naar buiten stekend bovenste zijrandje 15. De uitschuiforganen 13 bestaan elk uit een rustplaat 16, waarop de oplegplaat komt te rusten, een zijplaat 17, waartegen de zijkant van de oplegplank 14 wordt geplaatst en een verbin-dingsplaat 18. De zijplaat 17 omvat aan de bovenzijde een voorste uitsteeksel 19 met een schuin naar binnen toe lopende achterzijde 20, en een achterste uitsteeksel 21. De naar buiten stekende rand 15 van de oplegplank 14 ligt tussen de twee uitsteeksels 19 en 21 en kan, doordat de achterzijde 20 van het voorste uitsteeksel 19 naar binnen toe loopt niet omhoog. Om de oplegplank 14 tussen de uitsteeksels 19, 21 vandaan te nemen moeten de achterzijde van de oplegplank 14 worden opgetild, waarna de oplegplank 14 iets naar achter moet worden geschoven om vrij te komen van de schuine achterzijde 20 van het voorste uitsteeksel 19.

De kopelas 4 is aan het uiteinde gestoken in een lagerbus 22, die draaibaar is aangebracht in een opening in een in de figuur weggebroken gedeelte van de verbindingsplaat 18. De lagerbus 22 heeft een zeshoekige inwendige holle kern, waarin het uiteinde van de koppelas 4 nauw passend is geschoven. De lagerbus 22 is vast verbonden met een tandwiel 23, die in samenwerking is gebracht met de vertanding 8 van de als heugel functionerende bovenrand 7 van het langsprofiel 5. Binnen in elk van beide consoles 5 bevinden zich aan weerszijden van het tandwiel 23 twee loopwielen 24, 25 waarvan de diameter groter is dan de breedte van de geleidingssleuf 6. Beide loopwielen 24, 25 zijn draaibaar verbonden met de verbindingsplaat 18. Beide consoles 5 zijn aan de binnenzijde voorzien van een stopmiddelen of een aanslag 26. In de tekening is deze aanslag 26 aangegeven als verlengde van de achterzijde van de console 5. Nadat de loopwielen 24, 25 in de console zijn aangebracht wordt deze aanslag 26 omgebogen, zodat de loopwielen niet meer uit de console 5 kunnen lopen. Inwendig zijn de consoles 5 voorzien van een oneffenheid 27, zoals een verhoging of een uitsparing, die werkt als een lichte drempel voor één van beide loopwielen 24, 25. Indien de oplegplank 14 naar voren wordt getrokken, bijvoorbeeld als de schappen opnieuw moeten worden gevuld met nieuwe produkten, dan wordt de oplegplank 14 bij beide steunorganen 2, 3 via de overbrenging van het tandwiel 23 en de vertanding 8 even snel verplaatst en zal de geleiding niet schranken.

In figuur 2 is een dwarsdoorsnede weergegeven van een steunorgaan 2 overeenkomstig figuur 1. Het uiteinde van de koppelas 4 is aangebracht in de lagerbus 22. De koppelas 4 heeft een zeshoekige dwarsdoorsnede. De koppelas is daardoor eenvoudig te verstellen ten opzichte van het tandwiel, zodat de beide tandwielen aan beide uiteinden van de koppelas precies gelijk gezet kunnen worden. De koppelas kan vervolgens worden vastgezet aan het tandwiel door middel van een borgvoorziening 28. De lagerbus 22 is gelagerd in een lagerhuis 29, dat vast is verbonden met de zijplaat 17.

Figuur 3 toont een tweede dwarsdoorsnede van een steunorgaan 2 overeenkomstig de uitvinding. Het loopwiel 25 bevindt zich in het inwendige van de console 5.

Figuur 4 toont een uitslag 30 van een console 5 overeenkomstig de figuren 1 en 2. Deze uitslag is voorzien van een uitsparing 27, die in geassembleerd toestand functioneert als een lichte drempel, die ervoor zorgt dat de loopwielen niet vanzelf uit de ingeschoven stand lopen.

Claims (7)

1. Steunmiddelen meer speciaal bestemd voor een schap, welke steunmiddelen bestaan uit twee steunorganen die met behulp van bevestigingsmiddelen aan een draagconstructie, zoals een muur of een staander, kunnen worden bevestigd, en elk van de beide steunorganen dient om een zijde van het schap te kunnen ondersteunen met het kenmerk, dat elk steunorgaan bestaat uit een langsprofiel of console en een uitschuiforgaan en het uitschuiforgaan langs de console kan worden verplaatst met behulp van verplaatsingsmiddelen, waarbij de langsprofielen van de beide steunorganen onderling zodanig zijn verbonden, dat bij het verplaatsen van een van de beide uitschuiforganen langs de bijbehorende console het andere uitschuiforgaan over dezelfde afstand langs de bijbehorende console wordt verplaatst.

2. Steunmiddelen volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat de console is voorzien van een loopvlak voor een loopwiel en een tandheugel en waarbij het uitschuif-ogaan bestaat uit een langsprofiel, die met behulp van verplaatsingsmiddelen verschuifbaar langs de console kan worden verplaatst en de verplaatsingsmiddelen bestaan uit een loopwiel en een tandwiel, die draaibaar aan het uitschuiforgaan zijn bevestigd, welk tandwiel langs een tandheugel kan worden verplaatst en de elk van de twee tandwielen van de beide steunorganen onderling zijn verbonden door een as.

3. Steunmiddelen volgens conclusie 1 of 2 met het kenmerk, dat de console als een C-vormig profieldeel is uitgevoerd en een van de langsranden van het profieldeel is voorzien van tanden en dienst doet als tandheugel.

4. Steunmiddelen volgens één van de voorgaande conclusies met het kenmerk, dat dat de as niet rond is en het gat van het tandwiel waar doorheen de as steekt de complementaire vorm heeft van de as-vorm.

5. Steunmiddelen volgens conclusie één van de voorgaande conclusies met het kenmerk, dat het uitschuiforgaan is voorzien van twee loopwielen.

6. Steunmiddelen volgens conclusie 5 met het kenmerk, dat de twee loopwielen aan weerszijden van het tandwiel zijn geplaatst.

7. Steunmiddelen volgens éévan de voorgaande conclusies met het kenmerk, dat de console is voorzien van stop- middelen, om de maximale verplaatsing van een uitschuiforgaan langs de console te kunnen beperken.