NL9400226A - Werkwijze en inrichting voor het reinigen van vervuilde grond. - Google Patents

Description

WERKWIJZE EN INRICHTING VOOR HET REINIGEN VAN VERVUILDE GROND

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het reinigen van vervuilde grond en dergelijke, in het bijzonder voor het verwijderen uit de grond van moeilijk verwijderbare stoffen, zoals hexachloorcyclohexaan en polycyclische aromatische koolwaterstoffen, hierna te noemen respectievelijk HCH en PAK's. Een probleem van dit soort verontreiniging is dat het een hoog kookpunt heeft en slecht oplost in water.

Het begrip grond dient binnen het kader van de uitvinding ruim te worden opgevat. Het omvat onder meer ook zandachtige reststoffen van bijvoorbeeld bouwafval, waarin vaak met name PAK's voorkomen.

De uitvinding beoogt een werkwijze voor het reinigen van vervuilde grond, waarbij op effectieve en relatief goedkope wijze een zeer vergaande reiniging kan worden bewerkstelligd. Volgens de uitvinding bestaat de werkwijze uit tenminste twee stappen, en wel een stap waarbij de grond bewerkt wordt met een organisch oplosmiddel, en een stap die later wordt uitgevoerd en waarbij dezelfde grond wordt bewerkt met een verwarmd medium. Door de grond op deze wijze te behandelen kan voor de bewerking van de grond een middel worden gekozen dat op effectieve wijze bepaalde verontreinigingen uit de grond kan verwijderen, doch dat zelf een verontreiniging in de grond vormt die slechts door verhitting uit de grond kan worden verwijderd.

Bij voorkeur wordt als organisch oplosmiddel een apolair organisch oplosmiddel gebruikt, zoals hexaan, pentaan, of mengsels van alkanen waarvan het bekend is dat het op zeer effectieve wijze bepaalde apolaire verontreinigingen zoals minerale olie, HCH en PAK's uit de grond kan verwijderen.

Het organische oplosmiddel kan in de vorm van vloeistof in de grond worden gebracht, doch het is ook mogelijk en onder omstandigheden verdient het de voorkeur om het oplosmiddel in dampvorm (verhit) in de grond te brengen.

Volgens de uitvinding kan het verwarmde medium water zijn in de vorm van warm water en/of stoom, en het is ook mogelijk als medium hete lucht te gebruiken.

Met name is de werkwijze volgens de uitvinding geschikt voor het verwijderen uit vervuilde grond van minerale olie, HCH en/of PAK's. Voorts kan de werkwijze volgens de uitvinding in-situ worden uitgevoerd, dat wil zeggen zonder dat de grond wordt afgegraven. In de grond kunnen dan een aantal pijpen worden ingebracht waarmee zowel het organische oplosmiddel als het verwarmde medium achtereenvolgens in de grond worden ingebracht. Dit inbrengen kan onder of vlak boven de grondwaterspiegel gebeuren, en is op zichzelf een bekende techniek, die bijvoorbeeld beschreven is in GB-A-2 098 644.

Het is ook mogelijk de vervuilde grond af te graven en in speciale containers te deponeren, welke containers zijn ingericht voor het volgens de uitvinding bewerken van de grond. De bewerking volgens de uitvinding kan ook plaats vinden in een speciaal daarvoor gebouwde verwerkings-inrichting, waarnaar de grond dan moet worden getransporteerd .

De uitvinding heeft voorts betrekking op de inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze voor het reinigen van vervuilde grond, welke inrichting kan zijn voorzien van een buizenstelsel dat in niet-afgegraven grond kan worden aangebracht of van middelen om een organisch oplosmiddel en vervolgens een verwarmd medium aan de afgegraven grond toe te voeren.

Ter verduidelijking van de uitvinding zal hierna nader worden ingegaan op het reinigen van met HCH verontreinigde grond.

Met name in de periode 1948 tot 1952 is HCH geproduceerd waarbij veel produktie afval is gestort, meestal in de omgeving van de plaats van produktie.

Met de stof HCH zijn een aantal problemen verbonden. In de eerste plaats is het een toxische stof, die schadelijk is voor de volksgezondheid. Voorts veroorzaakt deze stof stankoverlast. Verder is HCH moeilijk uit grond te verwijderen, hetgeen te maken heeft met de slechte oplosbaarheid in water en in veel andere oplosmiddelen en de relatief hoge kookpunten van de verschillende HCH's. De met HCH vervuilde grond zal op den duur niet alleen HCH, maar ook bijvoorbeeld chloorbenzeen en andere produkten bevatten, die ontstaan bij het langzaam afbreken van HCH in de grond. Met name gebeurt dit in kalkrijke grond.

Een goede manier om HCH en eventueel andere stoffen uit vervuilde grond te verwijderen is het bewerken van de grond met een apolair organisch oplosmiddel, zoals hexaan, dat een groot oplossend vermogen voor HCH heeft, niet erg giftig is, niet duur is, herwinbaar is en met conventionele stoomapparatuur verwerkbaar is, zodat het met hoge temperatuur in de vorm van stoom door de grond gevoerd kan worden. In de praktijk is gebleken dat de HCH-concentratie in vervuilde grond tot een minimum gereduceerd kan worden door deze grond te bewerken met hexaan.

Na de bewerking met hexaan is een hoeveelheid van de hexaan in de grond achtergebleven, hetgeen op zichzelf een nieuwe vervuiling voor de grond vormt. Doordat echter hexaan een laag kookpunt heeft, ver beneden 100° C, blijkt de hexaan volledig te kunnen worden verwijderd uit de grond door de grond te bewerken met water in de vorm van stoom. Door het verschil in kookpunt tussen water en hexaan is de stoom met daarin hexaan vrij eenvoudig te scheiden in water en hexaan, zodat de hexaan opnieuw kan worden gebruikt. Door de slechte mengbaarheid van hexaan en water en door de verschillende dichtheden zijn beide stoffen ook in de vloeistof fase gemakkelijk te scheiden.

In de praktijk is gebleken dat een bewerking gedurende acht uren met hexaan en een daaropvolgende behandeling gedurende acht uren met water in de vorm van stoom een uitstekend resultaat oplevert, waarbij de vervuiling van de grond tot een minimum is gereduceerd.

De intensiteit van het reinigen kan verhoogd worden door de behandelingen van de grond onder druk uit te voeren, bijvoorbeeld een druk van 1,5 tot 3 bar.

Bij de hiervoor beschreven methode wordt in feite bij vervuilde grond eerst de bestaande vervuiling vervangen door een andere vervuilende stof, waarna de andere vervuilende stof in een volgende bewerking uit de grond wordt verwijderd.

Claims (14)

1. Werkwijze voor het reinigen van vervuilde grond en dergelijke, waarbij tenminste de stappen worden uitgevoerd van (a) het bewerken van de grond met een organisch oplosmiddel, en (b) het daarna bewerken van dezelfde grond met een verwarmd medium.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het oplosmiddel een apolair organisch oplosmiddel is, bijvoorbeeld hexaan of pentaan of een mengsel van alkanen.

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het oplosmiddel als vloeistof in de grond wordt gebracht.

4. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het oplosmiddel in dampvorm (verhit) in de grond wordt gebracht.

5. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het verwarmde medium water in de vorm van heet water en/of stoom is.

6. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het verwarmde medium hete lucht is.

7. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat.de werkwijze wordt toegepast voor het uit vervuilde grond verwijderen van hexachloor-cyclohexaan (HCH) en/of polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK's) en/of minerale olie.

8. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het organische oplosmiddel en het verwarmde medium in-situ in de grond wordt ingébracht.

9. Werkwijze volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat het inbrengen onder de grondwaterspiegel plaats vindt.

10. Werkwijze volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat het inbrengen vlak boven de grondwaterspiegel plaats vindt.

11. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het reinigen in containers ter plaatse van de afgegraven grond plaatsvindt.

12. Inrichting voor het reinigen van vervuilde grond en dergelijke, voorzien van middel om een organisch oplosmiddel in de grond te brengen en middelen om daarna een verwarmd medium in dezelfde grond te brengen.

13. Inrichting volgens conclusie 12 voor het toepassen van de werkwijze volgens een der conclusies 1 - 11.

14. Inrichting volgens conclusie 12 of 13, gekenmerkt door een container waarin de grond of dergelijke ter bewerking kan worden gedeponeerd.