NL9302268A - Roof structure - Google Patents
Roof structure Download PDFInfo
- Publication number
- NL9302268A NL9302268A NL9302268A NL9302268A NL9302268A NL 9302268 A NL9302268 A NL 9302268A NL 9302268 A NL9302268 A NL 9302268A NL 9302268 A NL9302268 A NL 9302268A NL 9302268 A NL9302268 A NL 9302268A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- roof
- row
- frames
- elements
- construction
- Prior art date
Links
Classifications
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E04—BUILDING
- E04B—GENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
- E04B7/00—Roofs; Roof construction with regard to insulation
- E04B7/14—Suspended roofs
Abstract
Description
DakkonstruktieRoof construction
De uitvinding heeft betrekking op een dakkonstruktie, omvattende tenminste een steunpilaar alsmede tenminste een dakelement waar de steunpilaar doorheen steekt, welk dakelement door middel van tuidraden is opgehangen aan het boven het dakelement uitstekende deel van de steunpilaar.The invention relates to a roof structure, comprising at least one support pillar and at least one roof element through which the support pillar protrudes, which roof element is suspended by means of guy wires from the part of the support pillar projecting above the roof element.
Een dergelijke dakkonstruktie is bijvoorbeeld bekend uit US-A-3^77183. Deze bekende dakkonstruktie bestaat uit een puntvormig dak uit tWee tegenover elkaar liggende en met elkaar verbonden dakhelften, die elk zijn ondersteund door een reeks steunpilaren door middel van tuidraden. Met een dergelijke konstruktie is het niet mogelijk om enige variatie aan te brengen; slechts door aanpassing van het aantal steunpilaren kan men de dakkonstruktie meer of minder lang maken.Such a roof construction is known, for example, from US-A-3 ^ 77183. This known roof construction consists of a pointed roof of two opposing and connected roof halves, each of which is supported by a series of supporting pillars by means of guy wires. With such a construction it is not possible to make any variation; only by adjusting the number of supporting pillars can the roof construction be made longer or shorter.
Doel van de uitvinding is daarom een dakkonstruktie van het hiervoor genoemde soort te verschaffen die meer flexibiliteit in ontwerp biedt. Dit doel wordt bereikt doordat een reeks afzonderlijke dakelemen-ten is voorzien die elk zijn opgehangen aan een eigen steunpilaar.The object of the invention is therefore to provide a roof construction of the aforementioned type which offers more flexibility in design. This object is achieved in that a series of separate roof elements are provided, each of which is suspended from its own supporting post.
De uitvoering met afzonderlijke dakelementen maakt het mogelijk om niet alleen de onderlinge plaatsing, maar ook de vorm van de dakelementen te variëren. Daardoor kan een meer speelse opzet worden gekozen, terwijl ook vanuit architektonisch oogpunt een dergelijke variatiemogelijkheid aantrekkelijk is.The version with separate roof elements makes it possible to vary not only the mutual arrangement, but also the shape of the roof elements. As a result, a more playful design can be chosen, while such an opportunity for variation is also attractive from an architectural point of view.
Bij voorkeur bezit elk dakelement een driehoekig freem, en is aan elke hoek van dat freem een tuidraad bevestigd. Een dergelijke uitvoering is in het bijzonder geschikt voor dakelementen met een in wezen driehoekige vorm.Preferably, each roof element has a triangular frame, and a guy wire is attached to each corner of that frame. Such an embodiment is particularly suitable for roof elements with an essentially triangular shape.
De dakkonstruktie volgens de uitvinding kan zeer goed toegepast worden voor een perronoverkapping. In dat geval worden twee evenwijdige rijen met zich op regelmatige afstanden van elkaar bevindende steunpilaren voorzien, van welke rijen de steunpilaren onderling zijn versprongen en de punt van elk dakelement van de ene rij wijst in de richting van de andere rij.The roof construction according to the invention can very well be used for a platform roof. In that case, two parallel rows of regularly spaced supporting pillars are provided, the rows of which the supporting pillars are staggered and the tip of each roof element of one row points in the direction of the other row.
Tevens kan daarbij elke zijde van een freem door middel van steunen, zijn verbonden met de bijbehorende steunpilaar. In dat geval zijn, van aangrenzende dakelementen, de freems aan elkaar bevestigd op de plaats van hun aangrenzende zijden waar tevens de steunen zijn bevestigd. Aldus wordt een stevige, samenhangende overkapping verkregen, die niettemin uit afzonderlijke dakelementen is opgebouwd en daarom op eenvoudige wijze kan worden aangepast.Each side of a frame can also be connected to the associated supporting pillar by means of supports. In that case, of adjacent roof elements, the frames are attached to each other at the location of their adjacent sides where the supports are also attached. A sturdy, cohesive covering is thus obtained, which is nevertheless built up from separate roof elements and can therefore be adapted in a simple manner.
Volgens een verder mogelijkheid is de dakkonstruktie zo uitgevoerd dat de freems van telkens een rij een vlak bepalen en de freems van de andere rij eveneens een vlak bepalen dat het eerstgenoemde vlak ter plaatse van de bevestigingspunten tussen aangrenzende freems snijdt.According to a further possibility, the roof construction is designed in such a way that the frames of one row define a plane and the frames of the other row also define a plane that intersects the former plane at the points of attachment between adjacent frames.
Een bijzonder speelse uitvoering kan worden verkregen indien de naar de andere rij wijzende hoekpunten van de driehoekige dakelementen uit de ene rij, zich op enige afstand boven de elkaar rakende hoekpunten van de driehoekige dakelementen uit die andere rij bevinden.A particularly playful embodiment can be obtained if the vertices pointing to the other row of the triangular roof elements from one row are at some distance above the touching angles of the triangular roof elements from that other row.
Vervolgens zal de uitvinding worden toegelicht aan de hand van een ui tvoeringsvoorbeeld.The invention will now be elucidated on the basis of an exemplary embodiment.
Figuur 1 toont een aanzicht in doorsnede door een constructie voor een treinstation volgens de uitvinding.Figure 1 shows a sectional view through a construction for a train station according to the invention.
Figuur 2 toont een bovenaanzicht van die constructie.Figure 2 shows a top view of that construction.
Figuur 3 toont een aanzicht in perspectief van de onderste laag van de constructie volgens de figuren 1 en 2.Figure 3 shows a perspective view of the bottom layer of the construction according to Figures 1 and 2.
Figuur k toont een aanzicht in perspectief van de tweede laag van de constructie volgens figuur 1 en 2.Figure k shows a perspective view of the second layer of the construction according to Figures 1 and 2.
Figuur 5 toont een dwarsdoorsnede door de derde laag van de constructie volgens figuur 1 en 2.Figure 5 shows a cross section through the third layer of the construction according to Figures 1 and 2.
Figuur 6 toont de constructieve opzet van de overkapping volgens figuur 5·Figure 6 shows the structural design of the canopy according to Figure 5
Figuur 7 toont een aanzicht in perspectief van de overkapping volgens figuur 5·Figure 7 shows a perspective view of the canopy according to figure 5
In het in figuur 1 getoonde aanzicht in doorsnede is een stations-constructie weergegeven, waarvan de begane grond, ofwel het maaiveld- of voetgangersniveau, is aangegeven met 2. Onder dit niveau bevindt zich het treinniveau 1, waar zich sporen en perrons bevinden.The cross-sectional view shown in Figure 1 shows a station construction, the ground floor of which is either ground level or pedestrian level, indicated by 2. Below this level is train level 1, where tracks and platforms are located.
Boven het voetgangersniveau 2 is een viaduct 3 aangebracht, eveneens voor een trein zoals bijvoorbeeld een hoge snelheidstrein.A viaduct 3 has been installed above pedestrian level 2, also for a train such as, for example, a high-speed train.
De verschillende niveaus 1, 2 en 3 worden ook aangeduid als eerste, tweede en derde laag van de constructie.The different levels 1, 2 and 3 are also referred to as the first, second and third layers of the structure.
In figuur 2 is een en ander in bovenaanzicht weergegeven. De eerste laag 1 omvat een aantal sporen 4, waartussen zich perrons 5 bevinden. De derde laag bevat eveneens een aantal sporen 6, waartussen zich perrons 7 bevinden. De tweede laag 2 tenslotte wordt gevormd door de bovenzijde van een aantal kolommen 8 met een uitkragende kop 9. welke koppen 9 onderling zijn verbonden door platte constructiedelen 10 en 11. Tussen de koppen 9. en de constructiedelen 10 en 11 blijven telkens uitsparingen 12 over. De eerste laag 1 is aan de langszijden begrensd door zijwanden, waarvan de bovenste begrenzing met 28 is aangegeven.This is shown in top view in figure 2. The first layer 1 comprises a number of tracks 4, between which platforms 5 are located. The third layer also contains a number of tracks 6, between which platforms 7 are located. Finally, the second layer 2 is formed by the top side of a number of columns 8 with a protruding head 9. which heads 9 are mutually connected by flat construction parts 10 and 11. Between the heads 9. and the construction parts 10 and 11 recesses 12 remain . The first layer 1 is bounded on the longitudinal sides by side walls, the upper boundary of which is indicated by 28.
In het aanzicht van figuur 3 zijn deze verschillende onderdelen, en ook de opening 12, eveneens te zien. Zoals uit dit aanzicht blijkt, zijn de koppen 9 zodanig geplaatst dat de langste as van hun ovaalvorm dwars op de sporen 4 verloopt. Daardoor vormen de ten opzichte van elkaar versprongen koppen 9 telkens een overwelving over de sporen 4. De overwel-ving wordt gecompleteerd door de platte constructiedelen 10 en 11.In the view of Figure 3, these different parts, as well as the opening 12, can also be seen. As can be seen from this view, the heads 9 are positioned such that the longest axis of their oval shape extends transversely to the tracks 4. As a result, the staggered heads 9 relative to each other each form an arch over the tracks 4. The arch is completed by the flat construction parts 10 and 11.
Zoals tevens te zien is in figuur 3» zijn op de perrons 5 kolommen 13 geplaatst, die de viaducten 3 ondersteunen. In figuur 2 zijn de plaatsen van deze kolommen 13 schematisch weergegeven. Elke kolom 13 verloopt daarbij door een opening 12.As can also be seen in figure 3 »columns 13 are placed on the platforms 5, supporting the viaducts 3. Figure 2 shows the locations of these columns 13 schematically. Each column 13 thereby passes through an opening 12.
Deze openingen worden ook gebruikt voor de plaatsing van roltrappen 14, via deze roltrappen wordt een verbinding verkregen tussen de perrons 5 en de tweede laag 2.These openings are also used for the placement of escalators 14, via these escalators a connection is obtained between platforms 5 and the second layer 2.
In figuur 4 is een aanzicht in perspectief te zien op de tweede laag 2. Tevens zijn de openingen 12 te zien, waarbij in sommige van die openingen 12 een kolom 13 is geplaatst. In andere van de openingen 12 zijn roltrappen 14 geplaatst. Deze roltrappen geven aansluiting op de eerste laag 1, zie bijvoorbeeld figuur 1 en 3·Figure 4 shows a perspective view of the second layer 2. The openings 12 can also be seen, in which a column 13 is placed in some of those openings 12. Escalators 14 are placed in other of the openings 12. These escalators provide connection to the first layer 1, see for example figures 1 and 3
De kolommen 13 dragen de derde laag 3. die bestaat uit twee spoor-wegviaducten 15. Elk spoorwegviaduct is opgebouwd uit een betonnen ligger 16, waarop zich een betonnen perronplaat 17 bevindt.Columns 13 support the third layer 3, which consists of two railroad viaducts 15. Each railway viaduct is built up from a concrete girder 16, on which a concrete platform plate 17 is located.
Zoals ook te zien is in figuur 5 omvat elke ligger 16 schuin naar boven lopende bovenwanden 18, en schuin naar boven lopende onderwanden aan weerszijden van de in zijn geheel met 20 aangeduide kern. Deze bovenen onderwanden 18 respectievelijk 19 dragen elk een bed 21 waarop een spoorbaan 22 is aangebracht.As can also be seen in Figure 5, each girder 16 comprises upwardly sloping top walls 18, and downwardly sloping bottom walls on either side of the core designated 20 in its entirety. These upper bottom walls 18 and 19, respectively, each bear a bed 21 on which a railway 22 is arranged.
Dankzij de schuin omhoog lopende bovenwanden 18, alsmede de daarop geplaatste perronplaat 17 wordt direct de gewenste instaphoogte verkregen ten opzichte van de spoorwegvoertuigen op de rails 22 op het bed 21. Tevens verschaft deze vorm van boven- en onderwanden 18 respectievelijk 19 de gewenste buigstijfheid en buigsterkte met betrekking tot de op het bed 21 rijdende spoorwegvoertuigen.Thanks to the obliquely upwardly extending top walls 18, as well as the platform plate 17 placed thereon, the desired step-in height is immediately obtained with respect to the railway vehicles on the rails 22 on the bed 21. Also, this form of top and bottom walls 18 and 19 respectively provides the desired bending stiffness and flexural strength with respect to the railway vehicles driving on the bed 21.
De kern 20 bezit aan weerszijden langsbalken 29. 30, die de ligger 16 de benodigde buigstijfheid en -sterkte tussen twee kolommen 13 in verschaffen. Tevens bezit de kern 20 dwarsbalken, welke de langsbalken 29, 30 verbinden aan weerszijden van de openingen in de kern voor de roltrappen 23.The core 20 has longitudinal beams 29, 30 on either side, which provide the beam 16 with the required bending stiffness and strength between two columns 13. The core 20 also has crossbars connecting the longitudinal beams 29, 30 on either side of the openings in the core for the escalators 23.
Zoals weergegeven in figuur 5 kan via de holle kern 20 een roltrap 23 worden aangebracht, welke aansluiting geeft op de tweede laag 2. Dankzij de relatief grote afstand waarover de derde laag 3 de tweede laag 2 overlapt, kunnen per viaduct 15 verschillende roltrappen 23 worden aangebracht die verbinding geven met de tweede laag 2. Daardoor is het mogelijk om vlot over te stappen tussen de verschillende lagen.As shown in figure 5, an escalator 23 can be arranged via the hollow core 20, which gives connection to the second layer 2. Due to the relatively great distance over which the third layer 3 overlaps the second layer 2, different escalators 23 can be used per viaduct 15 applied which connect to the second layer 2. This makes it possible to easily switch between the different layers.
Op de perronplaat 17 is een overkapping aangebracht, die bestaat uit twee rijen steunpilaren 24 respectievelijk 25, die elk dakelementen 26 respectievelijk 27 dragen. Elk dakelement 26, 27 bezit een driehoekig freem 31, 32, dat door middel van een aan de respectievelijk steunpilaar 24, 25 bevestigde driepuntige sterconstructie 33, 34 en tuidraden 35, 36 is opgehangen. Aan de buitenrand is elk freem 31* 32 door middel van trekkabels 37, 38 bevestigd aan de perronplaat 17.A canopy is provided on the platform plate 17, which consists of two rows of supporting pillars 24 and 25, each of which carries roof elements 26 and 27, respectively. Each roof element 26, 27 has a triangular frame 31, 32, which is suspended by means of a three-pointed star construction 33, 34 and guy wires 35, 36 attached to the respective supporting pillar 24, 25. Each frame 31 * 32 is attached to the platform plate 17 on the outer edge by means of pull cables 37, 38.
Claims (8)
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL9302268A NL9302268A (en) | 1993-12-27 | 1993-12-27 | Roof structure |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL9302268A NL9302268A (en) | 1993-12-27 | 1993-12-27 | Roof structure |
NL9302268 | 1993-12-27 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL9302268A true NL9302268A (en) | 1995-07-17 |
Family
ID=19863320
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL9302268A NL9302268A (en) | 1993-12-27 | 1993-12-27 | Roof structure |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL9302268A (en) |
Citations (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US2047644A (en) * | 1933-10-04 | 1936-07-14 | Mopin Eugene Germain Paul | Shed and analogous construction |
CH535344A (en) * | 1971-03-05 | 1973-03-31 | Hanselmann Roland | Suspended roof unit |
GB2074211A (en) * | 1980-04-18 | 1981-10-28 | Dinardo & Partners | Suspended roof |
DE3029465A1 (en) * | 1980-08-02 | 1982-03-25 | Bäckmann, Reinhard, Ing.(grad.), 8751 Heimbuchenthal | Demountable variable flexible outdoor weather proof roofing - has cables and membranes fastened to uprights, top and lower sockets and cross-arms |
-
1993
- 1993-12-27 NL NL9302268A patent/NL9302268A/en not_active Application Discontinuation
Patent Citations (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US2047644A (en) * | 1933-10-04 | 1936-07-14 | Mopin Eugene Germain Paul | Shed and analogous construction |
CH535344A (en) * | 1971-03-05 | 1973-03-31 | Hanselmann Roland | Suspended roof unit |
GB2074211A (en) * | 1980-04-18 | 1981-10-28 | Dinardo & Partners | Suspended roof |
DE3029465A1 (en) * | 1980-08-02 | 1982-03-25 | Bäckmann, Reinhard, Ing.(grad.), 8751 Heimbuchenthal | Demountable variable flexible outdoor weather proof roofing - has cables and membranes fastened to uprights, top and lower sockets and cross-arms |
Non-Patent Citations (1)
Title |
---|
"aluminium overkapping", ARCHITECTUUR/BOUWEN, vol. 8, no. 11, 1992, RIJSWIJK, NL, pages 59, XP000320885 * |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
JP2774143B2 (en) | Vehicle parking equipment | |
US10011961B2 (en) | Mobile crossing structure | |
JP2016537155A (en) | Track system for amusement vehicles, especially roller coasters or suspended railways | |
TW546435B (en) | A viaduct for a railway line or the like | |
ES2187843T5 (en) | MECHANICAL LADDER OR MOBILE HALL WITH LOWER RIGIDIZING ELEMENT. | |
NL9302268A (en) | Roof structure | |
NL9302269A (en) | Box girder and railway viaduct constructed therewith | |
NL9302270A (en) | Construction for a train station | |
US20050252150A1 (en) | Module based building system | |
JPH07285770A (en) | Frame for escalator | |
KR20170023619A (en) | Assembly Type Bridge | |
JP4169216B2 (en) | Continuous inclined floor type self-propelled multistory parking lot | |
JP6941447B2 (en) | Building structure | |
US6685001B2 (en) | Escalator or moving walkway with overhead support | |
CH676260A5 (en) | Noise insulating wall for side of road or railway | |
JP7000655B2 (en) | Brace arrangement structure inside the building | |
JP2006037680A (en) | Multi-story parking apparatus | |
AT6816U9 (en) | SUPPORTING STRUCTURE WITH SUPPORTING BEAM | |
KR100575493B1 (en) | A viaduct for a railway line or the like | |
JP6951079B2 (en) | Building structure | |
CN214219396U (en) | Multichannel dish knot formula safety cat ladder | |
DE29922297U1 (en) | Steel-concrete ceiling | |
KR20240048759A (en) | Safety Foothold For Subway Platform Having Prefabricated Module Structure | |
EP1707674A2 (en) | Railway platform with roof | |
EP0585425B1 (en) | Building |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A1B | A search report has been drawn up | ||
BC | A request for examination has been filed | ||
BV | The patent application has lapsed |