NL9302167A - Trekhaak-hulpstuk. - Google Patents

Description

Korte aanduiding : Trekhaak-hulpstuk.

De uitvinding heeft betrekking op een trekhaak-hulpstuk, dat losmaakbaar te bevestigen is op een aan het uiteinde van een hals van een trekhaak aangebrachte kogel van een aan een voertuig te bevestigen trekhaak en als basis voor een bagagedrager of dergelijke kan dienen, waarbij het hulpstuk is voorzien van een huisvormig opneemdeel waarin via een opening in het opneemdeel de kogel in te steken is en met behulp van een in het opneemdeel te schroeven bout vast te klemmen is in een stand, waarin de kogel aanligt tegen een in het opneemhuis aangebracht zittingdeel voor de kogel.

Een dergelijke trekhaak-hulpstuk is bekend uit het Nederlandse octrooi 181.345 (= EP-A-0.037.599). Bij dit bekende trekhaak-hulpstuk zijn voor het in de gewenste stand houden van het huisvormige opneemdeel ten opzichte van de trekhaak van een klemorgaan voorziene stabiliserings-middelen aangebracht, waarvan het klemorgaan is vastgeklemd om het buiten het opneemdeel uitstekende gedeelte van de trekhaak. Deze bekende constructie is dan ook volumineus en gecompliceerd in opbouw.

Met de uitvinding wordt beoogd een trekhaak-hulpstuk van bovengenoemde soort te verkrijgen, dat een eenvoudige opbouw heeft en gemakkelijk op de trekhaak aan te brengen resp. van de trekhaak te verwijderen is.

Volgens de uitvinding kan dit worden bereikt doordat het huisvormige opneemdeel een in het opneemdeel aangebrachte steun omvat met een uitsparing voor het ten minste gedeeltelijk omgeven van het in het huisvormige opneemdeel gelegen, op de kogel aansluitende deel van de hals van de trekhaak, terwijl aan de van de steun afgekeerde zijde van de hals van de trekhaak een zich loodrecht op de lengterichting van de hals uitstrekkende pen losmaakbaar in het huisvormige opneemorgaan is gelegen.

Door toepassing van de constructie volgens de uitvinding kan een eenvoudige doelmatige constructie worden verkregen, waarbij de kogel met behulp van de bout vast te klemmen is in een stand, waarin de kogel aanligt tegen het zittingdeel en het op de kogel aansluitende deel van de hals is opgenomen in de in de steun aangebrachte uitsparing, waarbij dit deel van de hals ligt opgesloten tussen de steun en de in het huisvormige opneemorgaan gelegen pen, zodat ongewenste verdraaiingen van het hulpstuk ten opzichte van de kogel zullen worden voorkomen.

Na verwijderen van de pen en losdraaien van de bout is het huis-vormige opneemdeel gemakkelijk van de kogel te verwijderen resp. weer op de kogel aan te brengen.

De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van enige in bijgaande figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeelden van de constructie volgens de uitvinding.

Figuur 1 toont een doorsnede over een trekhaak-hulpstuk volgens de uitvinding aangebracht op een trekhaak, waarvan in de figuur de kogel en het daarop aansluitende deel van de hals van de trekhaak is weergegeven.

Figuur 2 toont een doorsnede over figuur 1, gezien volgens de lijn II-II in figuur 1.

Figuur 3 toont een doorsnede over een deel van figuur 1, gezien volgens de lijn III-III in figuur 1.

Figuur 4 toont een detail van figuur 2, gezien in de richting volgens pijl IV in figuur 2.

Figuur 5 toont een doorsnede over een tweede uitvoerings-voorbeeld van een trekhaak-hulpstuk volgens de uitvinding, in hoofdzaak gezien volgens de lijn V-V in figuur 6.

Figuur 6 toont een doorsnede over figuur 5, in hoofdzaak gezien volgens de lijn VI-VI in figuur 5.

Figuur 7 toont een detail van figuur 6, gezien volgens de pijl VII in figuur 6.

Figuur 8 toont een doorsnede over een derde uitvoeringsvoorbeeld van een trekhaak-hulpstuk volgens de uitvinding, gezien volgens de lijn VIII-VIII in figuur 9.

Figuur 9 toont een doorsnede over figuur 8, gezien volgens de lijn IX-IX in figuur 8.

Figuur 10 toont een doorsnede over een deel van figuur 8,gezien volgens de lijn X-X in figuur 8.

Figuur 11 toont een aanzicht op figuur 9, gezien in de richting volgens pijl XI in figuur 9.

Het in figuur 1 weergegeven trekhaak-hulpstuk omvat een huis-vormig opneemdeel 1, dat is voorzien van een bovenwand 2 en een een in hoofdzaak rechthoekige doorsnede bezittend buisdeel 3, dat aan zijn boveneinde bevestigd is aan de onderzijde van het plaatvormige deel 2 en aan zijn onderzijde open is.

In een wand van het buisdeel 3 is een gat 4 aangebracht en ter hoogte van dit gat is aan de buitenzijde van het buisdeel 3 een moer 5 vastgelast. In deze moer is een klembout 6 geschroefd.

Aan de binnenzijde van de wand van het buisdeel 3, die is gelegen tegenover de wand van het buisdeel 3 waarin het gat 4 is aangebracht, zijn een tweetal op enige afstand boven elkaar gelegen horizontaal verlopende ruggen 7 en 8 vastgelast. Tussen de uiteinden van deze ruggen 7 en 8 zijn zich verticaal op de ruggen 7 en 8 uitstrekkende ruggen 9 en 10 aangebracht.

De naar de het gat 4 bezittende wand van het buisdeel 3 gekeerde begrenzingsranden 11-14 van de ruggen 7-10 zijn zodanig afgeschuind resp. bewerkt, dat zij gezamelijk nagenoeg op het begrenzingsvlak van een bol-vormig lichaam zijn gelegen.

Op enige afstand onder het onderste stripvormige deel 8 is een verder zich evenwijdig aan de horizontaal verlopende stripvormige delen 7 en 8 verlopend stripvormig deel 15 in het buisvormige deel 3 vastgelast. Dit stripvormige deel 15 is voorzien van een door een cirkelboogvormig begrenzingsvlak 16 begrensde uitsparing.

Via de open onderzijde van het buisvormige opneemdeel 3 kan een aan het uiteinde van een hals 17 van een aan een voertuig te bevestigen trekhaak aangebrachte kogel 18 worden ingestoken, nadat de klembout 6 vanuit de in figuren 1 en 2 weergegeven stand teruggeschroefd is in een stand, waarin het vrije uiteinde van de klembout 6 ter hoogte van het gat 4 is gelegen. Nadat zo de kogel 18 in het huisvormige opneemdeel 1 is ingestoken kan de kogel 18 met behulp van de klembout 6 op de in de figuren 1 en 2 weergegeven wijze worden aangedrukt tegen de een zitting voor de kogel vormende begrenzingsvlakken 11-14 van de stripvormige delen 7-10. Daarbij komt het of de kogel 18 aansluitende uiteinde van de hals 17 te liggen in de in het stripvormige deel 15 aangebrachte uitsparing, zoals in het bijzonder uit figuur 3 duidelijk zal zijn.

Nadat zo de kogel 18 in het huisvormige opneemdeel 1 is opgenomen kan aan de van het stripvormige deel 15 afgekeerde zijde van de hals 17 een pen 19 worden gestoken door daartoe in tegenover elkaar liggende wanden van het buisdeel 3 aangebrachte gaten. De pen 19 kruist daarbij het op de kogel 18 aansluitende deel van de hals 17 loodrecht.

Aan een uiteinde van de pen 19 is een uitstekend oor 20 bevestigd, waarin een gat kan zijn aangebracht. Aan het buisdeel 3 is op enige afstand boven dit oor 20 een overeenkomstig oor 21 voorzien van een gat 22 vastgelast. Nadat de pen 19 op de in de figuren 1 en 2 weergegeven wijze in het huisvormige opneemdeel 1 is ingestoken kan door de in de beide oren 20 en 21 aangebrachte gaten een slot of dergelijk borgorgaan worden aangebracht.

Het zal duidelijk zijn, dat het huisvormige opneemdeel 1 in in de figuren 1 en 2 weergegeven stand op effectieve wijze is vastgezet op de kogel 18 van de trekhaak, waarbij het van een uitsparing voorziene stripvormige deel 15 in het huisvormige opneemdeel 1 verhinderd, dat het huisvormige opneemdeel 1 ten opzichte van het hart van de kogel kan verdraaien om een gezien in figuur 1 horizontaal door het hart van de kogel verlopende as, terwijl het stripvormige deel 15 in samenwerking met de borgpen 19 een verdraaiing van het huisvormige opneemdeel 1 in het vlak van tekening om een zich gezien in figuur 1 loodrecht op het vlak van tekening en door het hart van de kogel 18 uitstrekkende as verhindert.

Het zal duidelijk zijn, dat het hierboven beschreven trekhaak-hulpstuk een bijzonder eenvoudige en compacte opbouw heeft, waarbij het hulpstuk na verwijderen van de pen 19 en losschroeven van de bout 6 weer eenvoudig van de trekhaak af te nemen is.

Bij de uitvoeringsvorm volgens figuren 5-7 omvat het huisvormige opneemdeel 23 een plaatvormige bovenwand 24 aan een tweetal evenwijdige langsranden waarvan zich evenwijdig aan elkaar uitstrekkende zijwanden 25 zijn bevestigd. Nabij een zijkant van het opneemdeel 23 is tussen de zijwanden 25 een verdere plaatvormige wand 26 bevestigd. In de plaatvormige wand is een gat 27 aangebracht en ter hoogte van dit gat is in het inwendige van het opneemdeel een moer 28 vastgelast. In de moer 28 is een klembout 29 gedraaid.

Het van de bovenwand 24 afgekeerde uiteinde van het plaatvormige deel 26 is naar binnen afgebogen en nabij zijn vrije onderrand voorzien van een uitsparing.

Tegenover het plaatvormige deel 26 is tussen de zijwanden 25 een verder plaatvormig deel 30 aangebracht, dat is voorzien van een centraal gelegen opening 31.

Aan de naar de binnenzijde van het opneemdeel 23 gelegen zijkant van de plaat 30 is de rand van de opening 31 bewerkt voor het vormen van een zitting 32, welke een deel van een boloppervlak vormt.

Op soortgelijke wijze als hierboven besproken, kan in het opneemdeel 23 een aan het uiteinde van de hals 33 van een trekhaak bevestigde kogel 34 worden ingestoken. Met behulp van de klembout 29 kan dan de kogel op de in figuren 5 en en 6 weergegeven wijze worden vastgeklemd tegen het zittingvlak 32. Het op de kogel aansluitende deel van de hals 33 van de trekhaak komt daarbij te liggen in de uitsparing aangebracht in het omgebogen uiteinde van de plaat 26.

Verder kan aan de van de plaat 26 en de klembout 27 afgekeerde zijde van de hals 33 door de tegenover elkaar gelegen zijwanden op soortgelijke wijze als hierboven besproken een pen 35 worden gestoken, die is voorzien van een uitstekend oor 36, dat kan worden vastgezet aan een aan het opneemdeel 23 vastgezet oor 37.

Het zal duidelijk zijn, dat ook hier een bijzonder compacte en doelmatige opbouw van het trekhaak-hulpstuk is verkregen.

Bij het in de figuren 8-11 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld is een opneemdeel 38, op soortgelijke wijze als beschreven aan de hand van het eerste uitvoeringsvoorbeeld, opgebouwd uit een het opneemdeel aan zijn bovenzijde afsluitende afdekplaat 39 en een daaraan bevestigd buisdeel 40 met in hoofdzaak rechthoekige doorsnede.

Tussen twee tegenover elkaar gelegen wanden van het buisdeel 40 is juist onder de plaat 39 een strip 41 aangebracht, zodanig, dat de strip op de in figuur 8 weergegeven wijze een hoek met de verticaal insluit.

Verder is aan een van de binnenwanden van het buisdeel 40 op enige afstand boven het open ondereinde van het buisdeel 40 een zich evenwijdig aan de plaatvormige bovenwand 39 uitstrekkende strip 42 bevestigd. In de van het buisdeel afgekeerde begrenzingsrand van de strip 42 is een uitsparing aangebracht.

In het tegenover de strip 42 liggend wanddeel van de buis 40 is een gat 43 aangebracht en ter hoogte van het gat is aan de buitenzijde van het buisdeel een moer 44 gelast. In de moer is een klembout 45 geschroefd.

Op soortgelijke wijze als hierboven beschreven voor de voorgaande uitvoeringsvoorbeelden kan in het opneemdeel 38 weer een aan het vrije uiteinde van de hals 46 van een trekhaak bevestigde kogel 47 worden opgenomen. De kogel komt daarbij aan te liggen tegen zittingdeel vormende strip 41, terwijl het op de kogel 47 aansluitende deel van de hals 46 van de trekhaak in de in de strip 42 aangebrachte uitsparing wordt gedrukt met behulp van de klembout 45. Verder wordt na het aanbrengen van de kogel in het opneemdeel nog een borgpen 48 door in tegenover elkaar gelegen wanden van de buis 40 aangebrachte gaten gestoken. Op soortgelijke wijze als bij de voorgaande uitvoeringsvoorbeelden is daarbij de borgpen 48 voorzien van een plaatvormige kop 49, die met behulp van geschikte bevestigingsorganen kan worden vastgezet aan een aan de buis 42 bevestigd uitsteeksel 50.

Ook deze uitvoering van het trekhaak-hulpstuk volgens de uitvinding kenmerkt zich door zijn eenvoudige opbouw en door de weinige onderdelen, die nodig zijn om het trekhaak-hulpstuk op solide wijze aan de kogel van een op een voertuig of dergelijke aangebrachte trekhaak te bevestigen.

Claims (5)

1. Trekhaak-hulpstuk, dat losmaakbaar te bevestigen is op een aan het uiteinde van een hals van een trekhaak aangebrachte kogel van een aan een voertuig te bevestigen trekhaak en als een basis voor een bagagedrager of dergelijke kan dienen, waarbij het hulpstuk is voorzien van een buisvormig opneemdeel waarin via een opening in het opneemdeel de kogel in te steken is en met behulp van een in het opneemdeel te schroeven bout vast te klemmen is in een stand, waarin de kogel aanligt tegen een in het opneem-huis aangebracht zittingdeel voor de kogel, met het kenmerk, dat het huisvormige opneemdeel een in het opneemdeel aangebrachte steun omvat met een uitsparing voor het ten minste gedeeltelijk omgeven van het in het huisvormige opneemdeel gelegen, op de kogel aansluitend deel van de hals van de trekhaak, terwijl aan de van de steun afgekeerde zijde van de hals van de trekhaak een zich loodrecht op de lengterichting van de hals uitstrekkende pen losmaakbaar in het huisvormige opneemorgaan is gelegen.

2. Trekhaak-hulpstuk volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het zittingdeel wordt gevormd door een viertal in een vierkant opgestelde, in het huisvormige opneemdeel aangebrachte stripvormige delen, waarvan de vrije begrenzingsvlakken zodanig zijn bewerkt, dat zij min of meer op een kogelvlak zijn gelegen, terwijl de klembout aan het tegenover liggende zijde van het opneemdeel is aangebracht.

3. Trekhaak-hulpstuk volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de de hals van de trekhaak opnemende uitsparing is aangebracht in een omgebogen wanddeel van het opneemdeel.

4. Trekhaak-hulpstuk volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het zittingdeel wordt gevormd door een deel van het opneemdeel vormende wand, waarin een boring is aangebracht, waarvan een begrenzings-rand in de vorm van een deel van een kogelmantel is afgewerkt.

5. Trekhaak-hulpstuk voglens conclusie 1, met het kenmerk, dat het zittingdeel een steunvlak voor de kogel omvat, dat op enige afstand boven de klembout is gelegen, en waarvan het verlengde een scherpe hoek insluit met de hartlijn van de klembout, terwijl de van een uitsparing voorziene steun ten minste nagenoeg tegenover de klembout is gelegen.