NL9302086A - Houder voor samen te persen materiaal. - Google Patents

Description

Korte aanduiding : Houder voor samen te persen materiaal.

De uitvinding heeft betrekking op een houder voor samen te persen materiaal voorzien van een opneemruimte voor het materiaal, van een invoer- opening voor het invoeren van het materiaal in de opneemruimte en van een met behulp van ten minste een verstelcylinder heen en weer beweegbaar persorgaan, met behulp waarvan het materiaal in de houder te verdichten is, waarbij de verstelcylinder met behulp van scharnierpennen, zowel scharnierend met de houder als met het ten opzichte van de houder verplaatsbare persorgaan verbonden is, en de scharnierpennen zijn gelegen in bij de verstelcylinder daartoe aanwezige gaten.

Een dergelijke houder is bijvoorbeeld bekend uit de Nederlandse octrooiaanvrage 7713833.

Bij de gebruikelijke houders van deze soort zijn de aan weerszijden buiten een gat uitstekende uiteinden van een pen gestoken in gaten, die zijn aangebracht in een tweetal boven elkaar gelegen, aan de houder resp. aan het persorgaan bevestigde platen waartussen een het gat omvattend deel van de verstelcylinder is gelegen. Een dergelijke pen wordt normaal met behulp van geschikte middelen geborgd om uitvallen van de pen en eventueel ook draaien van de pen te voorkomen. Deze pennen bevinden zich nu in een corroderende en sterk vervuilende omgeving. Na verloop van tijd demonteren van de verstelcylinder(s) biedt dan ook veel moeilijkheden, daar de moeilijk toegankelijke pennen in vele gevallen vast geroest zijn en het verwijderen van deze pennen dan ook een moeizaam en smerig werk zal zijn.

Met de uitvinding wordt beoogd een houder van bovengenoemde soort te verkrijgen, waarbij dit aan de bekende houder klevende nadeel kan worden voorkomen.

Volgens de uitvinding kan dit worden bereikt, doordat de aan weerszijden van een gat uitstekende uiteinden van een pen met klemorganen zijn vastgeklemd tegen zijranden van een aan het persorgaan of de houder bevestigde steun(en).

De klemorganen kunnen daarbij eenvoudig zodanig uitgevoerd zijn, dat deze ten alle tijden gemakkelijk los te maken zijn, waarna de verstelcylinder met de in de gaten opgenomen pennen in zijn geheel kan worden verwijderd voor onderhoud of dergelijke.

De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van een in bijgaande figuren schematisch weergegeven uitvoeringsvoorbeeld van de constructie volgens de uitvinding.

Figuur 1 toont schematisch de aankoppeling van de zuigerstang van een verstel cylinder in een hoekpunt van een houder, waarbij de verstel -cylinder in twee verschillende standen is weergegeven.

Figuur 2 toont een zijaanzicht over figuur 1, gedeeltelijk in doorsnede en gedeeltelijk in aanzicht.

Figuur 3 toont een met figuur 1 overeenkomend aanzicht, waarbij de verstelcylinder is weggelaten.

Figuur 4 toont op kleinere schaal een aanzicht op een plaatvormige steun, gezien in de richting volgens pijl IV in figuur 3.

Figuur 5 toont een bovenaanzicht op een pen.

Figuur 6 toont een aanzicht op figuur 5, gezien in de richting volgens pijl VI in figuur 5.

Figuur 7 toont een bovenaanzicht op een plaatvormige steun voor de bevestiging van de verstelcylinder aan het persorgaan.

De niet nader weergegeven houder is voorzien van een tweetal loodrecht op elkaar staande wanden 1 en 2, die in een hoekpunt van de houder samenkomen en waartussen de verbinding mede met behulp van een versterkings-profiel 3 tot stand is gebracht.

Voor het aankoppelen van een uiteinde van een zuigerstang 4 van een verder een huis 5 omvattende verstelcylinder 6 zijn in het hoekpunt van de houder op een gewenste plaats een tweetal boven elkaar gelegen plaatvormige steunen 7 en 8 aan de wanden 1 en 2 bevestigd, bijvoorbeeld door lassen.

De platen 7 en 8 zijn ieder ter hoogte van hun zich tussen de zijwanden 1 en 2 uitstrekkende begrenzingsranden voorzien van een inkeping waarvan in het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld de begrenzingsranden 10 en 11 een rechte hoek met elkaar insluiten.

Aan het uiteinde van de zuigerstang 4 is een aankoppeloor 12 bevestigd waarin een gat is aangebracht. In dit gat is een buitenbus 13 gelegen, waarin een binnenbus 14 is opgenomen. Het binnenvlak van de bus 13 en het daarmee samenwerkende buitenvlak van de bus 14 zijn kogelvormig uitgevoerd, zodat de bus 14 zich enigszins in de bus 13 kan instellen.

In de bus 14 is het middengedeelte 15 van een pen 16 gelegen (figuur 6). De buiten de bus 13 uitstekende uiteinden 17 van de pen 16 zijn ieder voorzien van een tweetal afgeplatte, een hoek van 90° met elkaar insluitende vlakken 18 en 19 (figuur 5). Verder is in ieder van de uiteinden 17 van de pen een boring 20 aangebracht, waarvan de hartlijn de hartlijn van de pen 16 loodrecht snijdt en tevens de hoek tussen de beide vlakken 18 en 19 doormidden deelt.

Aan de van de vlakken 18 en 19 afgekeerde zijde van de pen 16 zijn de uiteinden 17 van de pen 16 ter hoogte van de uiteinden van de boringen 20 voorzien van zich loodrecht op de hartlijnen van de boringen 20 uitstrekkende platte vlakken 21.

Het zal duidelijk zijn, dat voor het vastzetten van het uiteinde van de zuigerstang 4 aan de houder de buiten het uiteinde van het oor 12 uitstekende uiteinden 17 van de pen 16 kunnen worden geplaatst in de in de plaatvormige steunen 7 en 8 aangebrachte uitsparingen, zodanig, dat de vlakken 18 en 19 van de uiteinden 17 van de pen 15 aan komen te liggen tegen de begrenzingsvlakken 10 en 11 van de boven elkaar gelegen uitsparingen in de platen 7 en 8. Vervolgens kunnen bouten 22 worden gestoken door in het profiel 3 aangebrachte gaten, in lijn daarmee in de platen 7 en 8 gelegen gaten 23 (figuur 4) en door de in de pen 16 aangebrachte gaten 20, waarna op de vrije uiteinden van de bouten 22 moeren 24 kunnen worden gedraaid. Door het aanhalen van de moeren op de bouten kunnen zo de uiteinden 17 van de pen 16 stevig worden vastgeklemd tegen de buitenranden van de plaatvormige steunorganen 7 en 8.

Een met het uiteinde van het huis 5 van de verstelcylinder verbonden pen kan op soortgelijke wijze worden vastgeklemd tegen een tweetal boven elkaar gelegen aan het persorgaan 25 bevestigde plaatvormige steunen 26 (figuur 7). De steunen 26 zijn hierbij weer voorzien van door haaks op elkaar staande begrenzingsvlakken 27 en 28 begrensde uitsparingen voor het opnemen van de uiteinden van de desbetreffende pennen. Deze kunnen worden vastgeklemd met behulp van bouten, die door in de pen aangebrachte gaten en door in de steunen 26 aangebrachte gaten 29 kunnen worden gestoken.

Het zal duidelijk zijn, dat door toepassing van de constructie volgens de uitvinding de uiteinden van de verstelcylinder op eenvoudige en doelmatige wijze met behulp van de door de bouten gevormde klemorganen kunnen worden vastgezet, waarbij deze klemorganen tevens weer gemakkelijk te demonteren zijn, waarna de verstel cylinder met de pennen 16 nog in het ver-bindingsoor 12 resp. het uiteinde van het huis 5 uit de houder kan worden verwijderd.

Doordat daarbij een pen met zijn raakvlakken stevig tegen de daarmee samenwerkende raakvlakken van de plaatvormige steunen 7 en 8 resp. 26 zal worden gedrukt zal geen vuil tussen deze raakvlakken kunnen geraken.

Verder is in de praktijk gebleken, dat het gevaar van inslaan van de pen aanzienlijk wordt verminderd.

Door het toepassen van de beide vlakke kanten 18 en 19 aan de uiteinden van de pen wordt voorkomen, dat de pen tijdens bedrijf om de hartlijn kan gaan verdraaien. Het zal echter duidelijk zijn, dat hiertoe ook andere vormgevingen van de pen denkbaar zijn. In het geval, dat men het draaien van de pen niet hinderlijk acht, kan men de uiteinden van de pen rond houden en deze in overeenkomstig gevormde uitsparingen in de plaatvormige steunen 7 en 8 resp. 26 plaatsen.

Verder kan in plaats van de beide plaatvormige steunen bijvoorbeeld ook een enkele blokvormige steun zijn aangebracht, die is voorzien van een geschikte uitsparing voor het opnemen van het desbetreffende aan te koppelen uiteinde van een verstel cylinder.

Claims (6)

1. Houder voor samen te persen materiaal voorzien van een opneem- ruimte voor het materiaal, van een invoeropening voor het invoeren van het materiaal in de opneemruimte en van een met behulp van ten minste een verstel cylinder heen en weer beweegbaar persorgaan, met behulp waarvan het materiaal in de houder te verdichten is, waarbij de verstel cylinder met behulp van scharnierpennen zowel scharnierend met de houder als met het ten opzichte van de houder verplaatsbare persorgaan verbonden is, en de scharnierpennen zijn gelegen in bij de verstelcylinder daartoe aanwezige gaten, met het kenmerk, dat de aan weerszijden van een gat uitstekende uiteinden van een pen met klemorganen zijn vastgeklemd tegen zijranden van een aan het persorgaan of de houder bevestigde steun(en).

2. Houder volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat een pen is vastgeklemd met behulp van bouten, die door in de uiteinden van de pen aangebrachte gaten zijn gestoken.

3. Houder volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de bouten tevens door in de steun(en) aangebrachte gaten zijn gestoken.

4. Houder volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de uiteinden van de pennen onrond zijn uitgevoerd en de steun(en) zijn voorzien van overeenkomstige onronde uitsparingen.

5. Houder volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de steunen worden gevormd door op enige afstand van elkaar gelegen plaatvormige delen.

6. Houder volgens een der voorgaande conclusies 1-4, met het kenmerk, dat een steun uit een stuk bestaat en is voorzien van een uitsparing voor het opnemen van het van een gat voorziene deel van de verstel cyl .inder.