NL9302072A - Triangel en samenstel van triangel en wagen(s). - Google Patents

Triangel en samenstel van triangel en wagen(s). Download PDF

Info

Publication number
NL9302072A
NL9302072A NL9302072A NL9302072A NL9302072A NL 9302072 A NL9302072 A NL 9302072A NL 9302072 A NL9302072 A NL 9302072A NL 9302072 A NL9302072 A NL 9302072A NL 9302072 A NL9302072 A NL 9302072A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
triangle
carriage
coupling member
carriages
base
Prior art date
Application number
NL9302072A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Alkas B V Wageningen
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Alkas B V Wageningen filed Critical Alkas B V Wageningen
Priority to NL9302072A priority Critical patent/NL9302072A/nl
Publication of NL9302072A publication Critical patent/NL9302072A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60DVEHICLE CONNECTIONS
    • B60D1/00Traction couplings; Hitches; Draw-gear; Towing devices
    • B60D1/48Traction couplings; Hitches; Draw-gear; Towing devices characterised by the mounting
    • B60D1/481Traction couplings; Hitches; Draw-gear; Towing devices characterised by the mounting adapted for being mounted to the front and back of trailers, carts, trolleys, or the like to form a train
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60DVEHICLE CONNECTIONS
    • B60D1/00Traction couplings; Hitches; Draw-gear; Towing devices
    • B60D1/14Draw-gear or towing devices characterised by their type
    • B60D1/167Draw-gear or towing devices characterised by their type consisting of articulated or rigidly assembled bars or tubes forming a V-, Y-, or U-shaped draw gear
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60DVEHICLE CONNECTIONS
    • B60D1/00Traction couplings; Hitches; Draw-gear; Towing devices
    • B60D2001/001Traction couplings; Hitches; Draw-gear; Towing devices specially adapted for use on vehicles other than cars
    • B60D2001/005Traction couplings; Hitches; Draw-gear; Towing devices specially adapted for use on vehicles other than cars for carts, scooters, or the like

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Transportation (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Handcart (AREA)

Description

Triangel en samenstel van triangel en wagen(s).
Beschrijving
De onderhavige uitvinding betreft een triangel met een basis en eentop, waarbij de triangel bij de basis door middel van een scharnier-verbinding aan ten minste een wagen bevestigbaar is, en bij de top isvoorzien van een eerste koppelorgaan.
Dergelijke triangels voor het voortslepen en/of tot een trein aanelkaar koppelen van wagens zijn algemeen bekend. De triangel kan hierbijscharnierbaar rond een horizontale as vast aan de voorzijde of achter¬zijde van de wagen zijn bevestigd. Bij de top van de triangel, dat wilzeggen bij het smalle eind daarvan, is een eerste koppelorgaan aange¬bracht, dat in aangrijping met een tweede koppelorgaan kan worden ge¬bracht. Dit tweede koppelorgaan kan op een tweede wagen zijn bevestigd,zodat twee wagens tot een treintje achter elkaar kunnen worden gescha¬keld, maar dit tweede koppelorgaan kan zich ook op een trekinrichtingbevinden, zodat de wagen of een trein wagens kan worden voortgetrokken.Het komt vaak voor, bijvoorbeeld in veilinghallen, dat er grote aantallenwagens moeten worden verplaatst. De wagens kunnen hierbij één voor éénworden verplaatst, of er kan een trein wagens worden verplaatst. Als detrein wagens te lang wordt, ontstaan er bij de verplaatsing hiervan pro¬blemen, in het bijzonder bij het manoeuvreren. De praktijk is derhalve,dat dergelijke treinen een bepaalde lengte niet overschrijden.
De onderhavige uitvinding heeft tot doel, een triangel te verschaf¬fen, waarmee: tegelijkertijd twee dwars op de rijrichting naast elkaar geplaatstewagens kunnen worden voortgetrokken, het mogelijk is, een dubbele trein van wagens, dat wil zeggen eentrein met twee zich in langsrichting uitstrekkende evenwijdige rijenwagens, te vormen, en het ook mogelijk is, een enkele wagen voort te trekken, of een enke¬le trein van wagens te vormen.
Dit doel wordt bereikt, doordat de triangel is voorzien van eentweede koppelorgaan, dat kan ineengrijpen met het eerste koppelorgaan vaneen andere triangel, doordat het tweede koppelorgaan bij de basis isaangebracht, en doordat de scharnierverbinding ontkoppelbaar is. Doordatde scharnierverbinding ontkoppelbaar is, kan de triangel van de wagen ofhet samenstel van twee naast elkaar geplaatste wagens worden weggenomen, of juist aan één of aan een samenstel van twee naast elkaar geplaatstewagens worden aangekoppeld. Hierdoor is het mogelijk, één triangel naarkeuze aan één wagen of aan twee wagens aan te koppelen. Een bijkomendvoordeel is dat, als er geen triangel nodig is, deze van de wagen ofwagens kan worden verwijderd. Het tweede koppelorgaan, dat kan samenwer¬ken met het eerste koppelorgaan aan de top van een andere triangel, maakthet mogelijk om met behulp van twee triangels een treintje met vier twee-aan-twee naast elkaar geplaatste wagens te vormen. Eén triangel zal danin een verticale, omhoog geklapte stand twee wagens zijdelings met elkaarverbinden, de andere triangel zal eveneens twee zijdelings naast elkaargeplaatste wagens met elkaar verbinden en in een bij voorkeur in hoofd¬zaak horizontale, naar beneden geklapte stand, via zijn eerste koppel¬orgaan ineengrijpen met het tweede koppelorgaan van de verticaal ge¬plaatste triangel. Het tweede koppelorgaan ligt hierbij als het ware ophet verlengde van de grenslijn tussen de twee naast elkaar geplaatstewagens, dus in het midden van het samenstel van twee wagens, waardoor hettreintje goede rij-eigenschappen zal hebben.
Het is volgens de uitvinding voordelig, als de triangel een zichlangs de basis uitstrekkend aanslagorgaan heeft. Indien de triangel aantwee naast elkaar geplaatste wagens is bevestigd, zal dit aanslagorgaanbij het neerklappen van de triangel tot aanligging tegen op elke wagengevormde aanslagvlakken komen, waardoor de wagens, zodra ze evenwijdigaan elkaar zijn uitgericht, zo worden gehouden. Voorts zorgt het aanslag¬orgaan ervoor dat de naast elkaar geplaatste wagens met hun voor- enachterkanten op gelijke hoogte blijven. Het aanslagorgaan voorkomt dustesamen met de aanslagvlakken, dat de naast elkaar geplaatste wagens tenopzichte van elkaar kunnen verrijden. Zouden de naast elkaar geplaatstewagens wel ten opzicht van elkaar kunnen verrijden, dan zou het triangeleen draaibeweging rond een verticale as verkrijgen, waardoor bij hetrijden slingeringen ontstaan, die in het bijzonder bij treinvorming onge¬wenst zijn.
Volgens een verdere voordelige uitvoeringsvorm omvat de scharnier-verbinding ten minste één bij de basis aangebrachte, in hoofdzaak U-vor-mige scharnierhaak voor het opnemen van een aan de wagen bevestigde hori¬zontale scharnieras, en is de U-vormige scharnierhaak met zijn open zijdenaar de top van de triangel gekeerd. Een dergelijke scharnierverbindingmaakt een gemakkelijk aanhaken van de triangel aan één of twee naastelkaar geplaatste wagens mogelijk. De triangel wordt hierbij in een inhoofdzaak verticale stand met de top naar boven voor de wagen(s) in een geschikte positie geplaatst, en vervolgens omhoog bewogen, waardoor dehorizontale scharnieras of scharnierassen in de U-vormige scharnierhaakof scharnierhaken komen te liggen, en aldus een scharnierende koppelingmet de wagen(s) tot stand wordt gebracht. Als de triangel nu in zijnhorizontale stand wordt geklapt, kan deze scharnierende koppeling nietlosraken, doordat telkens een been op de scharnieras steunt.
Om te voorkomen dat de scharnierende koppeling bij verticale standvan de triangel kan losraken, is het volgens de uitvinding voordelig alsde triangel ten minste een van het triangelvlak uitstekend steunorgaanomvat, waarmee de triangel op de wagen(s) kan af steunen. Bij voorkeuromvat een dergelijk steunorgaan een in hoofdzaak U-vormige ophanghaak,waarvan de open zijde in hoofdzaak naar de basis is gekeerd. Dat wilzeggen, de ophanghaken en scharnierhaken zijn met hun open zijden naarelkaar toegekeerd, waardoor het mogelijk wordt, de triangel betrouwbaarin een verticale stand aan de wagen(s) te bevestigen, zonder dat descharnierende koppeling losraakt of de triangel uit zichzelf naar eenhorizontale stand kan draaien.
Volgens een verdere voordelige uitvoeringsvorm van de uitvindingomvat het tweede koppelorgaan een cilindrisch lichaam, waarvan de cilin-derhartlijn zich in hoofdzaak in de lengterichting van de triangel uit¬strekt, en omvat het eerste koppelorgaan een klauw met een ten minstegedeeltelijk cilindrisch gat voor het opnemen van het cilindrisch lichaamvan het tweede koppelorgaan. Met een dergelijk eerste en tweede koppel¬orgaan is op eenvoudige wijze een betrouwbare verbinding te verschaffen,die het draaien van de wagen(s) ten opzichte van elkaar toelaat.
Het is hierbij volgens de uitvinding in het bijzonder voordelig alshet tweede koppelorgaan een holle bus is, waardoor zich een ten opzichtevan de triangel en de bus verschuifbare trekpen uitstrekt, en dat deklauw is voorzien van een doorgang van zodanig breedte, dat de klauw viadeze doorgang de trekpen kan opnemen in het cilindrische gat. Vervolgenskan de klauw op de bus worden geschoven. Hierdoor wordt het ook mogelijkom door middel van één triangel twee wagens zijdelings naast elkaar teplaatsen en tezamen via de trekpen, die dan bijvoorbeeld in een in ofover de vloer lopende kettingbaan grijpt, voort te trekken. Het zal dui¬delijk zijn dat het ook zeer wel denkbaar is, de trekpen op een anderewijze aan de triangel te bevestigen.
Het is volgens de uitvinding zeer voordelig, als de scharnierverbin-ding twee scharnierdelen omvat, die met een onderlinge tussenafstand opde triangel zijn aangebracht, waarbij deze onderlinge tussenafstand iets groter is dan de helft van de breedte van de wagen waaraan de triangelbevestigd kan worden. De wagen hoeft hierbij op slechts twee puntenscharnierassen te hebben, te weten op ongeveer éénvierde en drievierdevan de wagen. De triangel kan nu met een minimum aan bevestigingspuntenop de wagen(s) aan één of twee naast elkaar geplaatste wagens wordenaangekoppeld. De onderlinge tussenafstand tussen de scharnierdelen op detriangel is hierbij iets groter dan de helft van de breedte van de wagen,opdat tussen de naast elkaar geplaatste wagens een geringe speling wordtverschaft, waardoor deze wagens zich gemakkelijker naast elkaar latenplaatsen en aan elkaar laten koppelen. Deze speling tussen de wagens kanuiteenlopen van bijvoorbeeld 0 cm tot bijvoorbeeld 5 cm of meer, maar zalveelal 0,5 a 2,5 cm bedragen.
Een zeer kleine speling of geen speling zal in de praktijk gemakke¬lijk tot problemen leiden bij het aankoppelen van de triangel aan tweenaast elkaar geplaatste wagens. Veelal is de vloer waarop de wagens staanniet geheel vlak, waardoor bijvoorbeeld de wagens met hun aangrenzendelangs-zijkanten naar elkaar toe kunnen hellen. Bij hun bovenkanten zullende wagens dan tegen elkaar aankomen, terwijl ze aan de onderkant uitelkaar wijken. Als er geen speling is, zal het met een triangel aan el¬kaar koppelen van twee aangrenzende wagens niet mogelijk zijn. Indien despeling voldoende groot is, laten de wagens zich zijdelings aan elkaarkoppelen. Het zal duidelijk zijn dat de gewenste speling hierbij afhanke¬lijk is van de hoogte van de wagens en de oneffenheden in de vloer, Despeling zal ook van voordeel zijn als er zich obstakels tussen de wagensbevinden. De speling vergemakkelijkt verder het aankoppelen van de trian¬gel doordat de wagens niet precies in langsrichting evenwijdig aan elkaarhoeven te staan, ze kunnen bijvoorbeeld in een V-vorm ten opzichte vanelkaar staan. Tijdens het rijden over bijvoorbeeld niet-vlakke vloerenzullen de wagens dankzij de speling een beter rijgedrag vertonen, doordathet ten gevolge van het hiervoor beschreven effect tegen elkaar stoten(klapperen) van de bovenkanten van de wagens wordt tegengegaan.
Een te grote speling zal in de praktijk onpraktisch zijn, daar debreedte van het samenstel van wagens dan toeneemt. Een geringe speling,in het bijzonder in combinatie met een aanslagorgaan op de triangel,leidt verder tot een goed rijgedrag van twee naast elkaar geplaatstewagens. Het aanslagorgaan zorgt er hierbij voor dat de naast elkaar ge¬plaatste wagens niet ten opzichte van elkaar verrijden, terwijl de ge¬ringe speling ervoor zorgt, dat tijdens het rijden de twee naast elkaargeplaatste wagens niet tegen elkaar aan stoten (zogenaamd klapperen), wanneer bijvoorbeeld de vloer oneffen is, of wanneer de wagens tijdenshet rijden schokken of trillingen ondervinden.
De uitvinding heeft verder betrekking op een samenstel van een wagenen een triangel, waarbij de wagen ten minste een horizontale scharnierasvoor samenwerking met de scharnierverbinding van de triangel omvat, enwaarbij de wagen grendelmiddelen omvat om de triangel in een verticalestand te vergrendelen, waarbij bij voorkeur het steunorgaan met de gren¬delmiddelen van de wagen in aangrijping kan worden gebracht.
De uitvinding heeft verder betrekking op een samenstel van tweewagens en een triangel, waarbij de wagens aan hun voor- en/of achterzijdebij de hoeken van de wagens aanslagvlakken voor samenwerking met hetaanslagorgaan van de triangel omvatten.
De uitvinding heeft verder betrekking op een wagen of wagens, diegeschikt is/zijn voor gebruik met de triangel volgens de uitvinding.
In het nuvolgende zal de uitvinding bij wijze van voorbeeld naderworden toegelicht aan de hand van de tekening. Hierin toont:
Fig. 1 een aanzicht in perspectief van een triangel volgens de uit¬vinding;
Fig. 2 een schematisch, gedeeltelijk opengewerkt aanzicht op eendwarseind van een wagen met een opgeklapte triangel;
Fig. 3 een schematisch, gedeeltelijk opengewerkt aanzicht op dedwarseinden van twee naast elkaar geplaatste wagens met opgeklapte tri¬angel ;
Fig. 4 een schematische doorsnede van, en een zij-aanzicht op res¬pectievelijk een wagen en een opgeklapte triangel met neergelaten trek¬pen;
Fig. 5a een schematisch bovenaanzicht op een enkele wagen, welkewordt voortgetrokken door een kettingbaan;
Fig. 5b een schematisch bovenaanzicht op een enkel wagensamenstel,dat wordt voortgetrokken door een kettingbaan;
Fig. 6 een schematisch zij-aanzicht, gedeeltelijk doorgesneden, opeen treinschakeling van twee of meer wagens;
Fig. 7a een schematisch bovenaanzicht op een enkele treinschakeling,en
Fig. 7b een schematisch bovenaanzicht op een dubbele treinschake¬ling.
Fig. 1 toont een aanzicht in perspectief van een triangel 1 volgensde uitvinding. De onderzijde van de in hoofdzaak driehoekige triangel wordt aangeduid als de basis 2 en de bovenzijde wordt aangeduid als detop 3·
Bij de top 3 van de triangel is een eerste koppelorgaan 5 in de vormvan een klauw met een in hoofdzaak cilindrisch gat 13 en een doorgang 14aangebracht.
Bij de basis van de triangel bevindt zich aan weerszijden een schar-nierbaar bevestigingsdeel 4, waarbij elk bevestigingsdeel 4 een in hoofd¬zaak U-vormige haak 8 omvat, waarvan de open zijde 10 naar boven, naar detop van de triangel is gekeerd. Verder is bij de basis van de triangeleen aanslagorgaan 7 aangebracht, dat zich in hoofdzaak evenwijdig aan debasis uitstrekt.
De triangel is ergens tussen de top en de basis voorzien van tweevan het triangelvlak uitstekende steunorganen 11 in de vorm van in hoofd¬zaak U-vormige ophanghaken, die met hun open zijde 9 naar beneden, naarde basis zijn gekeerd.
Voorts is de triangel voorzien van een zogenaamde trekpen 12, diezich verschuifbaar ten opzichte van de triangel door twee geleidingen 15en 16 uitstrekt. De trekpen 12 is aan de bovenzijde voorzien van eendwarspen 18, die in een aan de triangel bevestigde vergrendeling 19 kanworden geplaatst om de trekpen 12 in een ingetrokken stand te vergrende¬len. Als de dwarspen 18 uit de vergrendeling wordt genomen, kan de trek¬pen bijvoorbeeld onder invloed van de zwaartekracht naar beneden uit¬schuiven. Door de vergrendeling 19 op geschikte wijze te vormen, kan dezetevens dienen als een aanslag, die voorkomt dat de trekpen uit de gelei¬dingen valt, en verloren kan worden.
Bij de basis, bij geleiding 16, is een busvormig tweede koppelorgaan6 aangebracht. Dit tweede koppelorgaan 6 kan vast aan de triangel zijnbevestigd, of zowel verschuifbaar ten opzichte van de triangel als tenopzichte van de trekpen 12 zijn. De afmetingen van de in buitenomtrekronde bus 6 zijn zodanig, dat deze in het cilindrische gat 13 van deklauw 5 past. De afmetingen van de doorgang 14 van de klauw 5 en dedwarsdoorsnede-afmetingen van de trekpen 12 zijn zodanig, dat de trekpen12 door de doorgang 14 kan passeren. Hierdoor wordt het mogelijk dat deklauw 5 van één triangel via doorgang 14 de trekpen 12 van een anderetriangel opneemt, waarna de klauw 5 van de ene triangel langs de trekpenvan de andere triangel kan worden bewogen, totdat de bus 6 van de anderetriangel in het cilindrische gat 13 van de klauw 5 van de ene triangelligt, zoals in Fig. 6 is te zien. Op deze wijze is gemakkelijk een koppe¬ling tussen twee triangels tot stand te brengen.
Fig. 2 toont schematisch de bevestiging van een triangel in opge¬klapte toestand aan een wagen 30. De wielen aan de onderzijde van dewagen en verdere details hiervan, die voor de uitvinding niet ter zakezijn, zijn weggelaten. Ook zijn voor de duidelijkheid van de figuur detrekpen en de geleidingen hiervan weggelaten.
Aan een dwarsbalk 22 aan de onderzijde van de wagen zijn twee parensteunlijven 20 met elk een scharnieras 21 bevestigd (zie ook Fig. 4). Ineen hoger gelegen dwarsbalk 24 zijn vier grendelmiddelen 23 in de vormvan in de dwarsbalk aangebrachte buitenste en binnenste gaten gevormd. Inde binnenste gaten 23 kunnen de U-vormige ophanghaken 11 worden gehaakt,waardoor de triangel als het ware aan de wagen wordt opgehangen.
Het zal duidelijk zijn, dat een losse triangel op de volgende wijzeaan een wagen bevestigd kan worden. De triangel wordt in een in hoofdzaakverticale stand gebracht met de top naar boven gericht. De U-vormigescharnierhaken 8 worden achter de scharnierassen 21 gehaakt en de tri¬angel wordt omhoog geschoven, waarna de triangel naar een horizontalestand kan worden neergeklapt of in een verticale stand op de wagen kanworden vergrendeld door de triangel zo ver op te tillen, dat de ophang¬haken 11 bij het weer laten zakken van de triangel, in de gaten 23 in dedwarsbalk 24 zakken. Ook zal het duidelijk zijn, dat de triangel vanuitde verticale stand in de horizontale stand is te brengen, door de tri¬angel iets op te tillen, zodat de ophanghaken 11 loskomen uit de gaten23, waarna de triangel kan worden neergeklapt. Het opklappen van de tri¬angel en vervolgens in de verticale stand aan de wagen bevestigen, gaatin omgekeerde volgorde.
Fig. 3 toont een schematisch aanzicht op de voor- of achterzijde vantwee met hun langszijden naast elkaar geplaatste wagens 30 en 31· Ookhier zijn voor de duidelijkheid de trekpen en zijn geleidingen wegge¬laten. Op overeenkomstige wijze als bij Fig. 2 is de triangel aan dezewagens 30 en 31 te bevestigen, hieraan op te hangen, neer te klappen enweer op te klappen. De enige extra hiervoor aan te brengen voorzieningenzijn de in de dwarsbalken 24 bij de zijkanten van de wagens aangebrachtebuitenste gaten 23. Zoals in Fig. 3 is weergegeven, blijft tussen dewagens 30 en 31 een geringe speling S over. Deze speling S kan in prin¬cipe elke afmeting van 0 cm tot oneindig hebben. Als de speling S 0 is,zal het aankoppelen van de triangel aan twee naast elkaar geplaatstewagens gemakkelijk tot problemen leiden, daar er in de praktijk vaakobstakels tussen de wagens kunnen zitten, en de wagens dan bovendieneerst precies tegen elkaar moeten worden geplaatst, en niet naar elkaar toe mogen hellen. Wanneer de speling S te groot wordt, zal de breedte vanhet geheel te groot worden, zodat de voor manoeuvreren van het samenstelbenodigde ruimte toeneemt. Als de speling S praktisch 0 is, zal doorschokken en trillen van de wagens tijdens het rijden een klappereffecttussen twee aangrenzende wagens kunnen optreden. In de praktijk zal despeling in het algemeen ergens tussen 0 en 5 cm liggen, waarbij een waar¬de van 0,5 a 1,5 of 2 cm voldoende is om het naast elkaar plaatsen enaankoppelen van de triangel gemakkelijk te kunnen uitvoeren, en klapper-effecten tegen te kunnen gaan.
Door de afstand tussen de scharnierhaken iets groter te maken dan dehelft van de breedte van de wagens, en de punten waar de scharnierassen21 liggen symmetrisch op ongeveer eenkwart en driekwart van de breedtevan de wagens aan te brengen, is het voldoende om per wageneind slechtstwee scharnierpunten te verschaffen. Immers met behulp van dezelfdescharnierassen kan dan de aankoppeling van de triangel volgens Fig. 2 ofvolgens Fig. 3 worden verkregen. Doordat de afstand tussen de scharnier¬haken iets groter is dan de halve breedte van de wagen, wordt de eerder¬genoemde speling S verschaft.
Fig. 4 toont een zij-aanzicht, gedeeltelijk in doorsnede, van eenopgeklapte en aan de wagen(s) opgehangen triangel. Hierbij is in tegen¬stelling tot de Fig. 2 en 3 de trekpen 12 wel weergegeven. De trekpen 12wordt hierbij in zijn neergelaten stand getoond, waarbij de dwarspen 18op de geleiding 15 rust. De trekpen 12 steekt hierbij in een niet-weer-gegeven sleepinrichting, zoals een in- of op de vloer aangebrachte ket-tingbaan.
Fig. 5a toont hierbij in bovenaanzicht hoe een enkele wagen door eenkettingbaan 40 kan worden voortgetrokken door middel van de aan de tri¬angel 1 bevestigde trekpen 12. Voor deze configuratie is per voortgetrok¬ken wagen één triangel nodig.
Fig. 5b toont hoe een samenstel van twee in langsrichting naastelkaar geplaatste wagens 30 en 31 door middel van één gemeenschappelijketriangel 1 en een trekpen 12 door de kettingbaan 40 kunnen worden voort¬getrokken. Bij deze configuratie is per voortgetrokken wagensamenstel ééntriangel nodig.
Fig. 6 toont de wijze van treinvorming van twee achter elkaar ge¬plaatste wagens of wagensamenstellen. De rijrichting kan hierbij zowelnaar links als naar rechts zijn. Met betrekking tot het manoeuvreren ishet in de praktijk voordelig gebleken de wagens aan de voorzijde (metbetrekking tot de rijrichting) te voorzien van zwenkwielen en aan de achterzijde te voorzien van gewone wielen. Met betrekking tot het manoeu¬vreren van treinen is het daarbij verder voordelig gebleken als de schar¬nierende koppeling van een triangel aan de achterzijde van een wagen isaangebracht, zodat goede spoorvolg-eigenschappen worden verkregen en in¬snoering bij bochten, d.w.z. het vanzelf steeds verder afsnijden van eenbocht, wordt tegengegaan. Voor Fig. 6 houdt dit in, dat de rijrichtingbij voorkeur van links naar rechts is, dat van wagen 30 de achterzijdemet de vast opgestelde wielen en van wagen 32 de voorzijde met de zwenk¬wielen worden getoond.
Met betrekking tot de in Fig. 6 getoonde treinkoppeling valt hetvolgende op te merken. Op wagen(s) 32 is een opgeklapte, in zijn vertica¬le stand vergrendelde triangel la aangebracht. Aan de voorste wagen(s) 30is een neergeklapte triangel lb bevestigd. De klauw 5 van de neergeklaptetriangel is hierbij in ineengrijping met de bus 6 van de opgeklapte tri¬angel. Het zal duidelijk zijn, dat hierdoor een bij de klauw 5 van detriangel lb en bus 6 van triangel la rond een verticale as scharnierbaretreinkoppeling ontstaat.
Voorts laat Fig. 6 een deel van de functie van het aanslagorgaan 7zien. Bij een wagensamenstel, zoals in Fig. 7b in bovenaanzicht weerge¬geven, rust het aanslagorgaan 7 tegen de hoekstijlen 4l van de aangren¬zende wagens. Hierdoor worden de wagens met hun voor- en achterkant opgelijke hoogte gehouden, zodat slingeringen tijdens het rijden van hetsamenstel worden tegengegaan, en een stabiel rijgedrag wordt verkregen.Anderzijds kan dit aanslagorgaan ervoor zorgen, dat de triangel niet doorde horizontale stand heen kan draaien en tegen de grond kan slaan. Echterdit laatste zal alleen het geval zijn als het aanslagorgaan 7 tot aanslagtegen een aanslagvlak, zoals een hoekstijl 4l, komt, hetgeen bij eenenkele wagen, zoals in Fig. 7a in bovenaanzicht is weergegeven, niet hetgeval hoeft te zijn.
Een verder bijzonder voordeel van het aanslagorgaan 7 is dat dewagens niet precies evenwijdig aan elkaar hoeven te worden opgesteld omde triangel te kunnen aankoppelen. De wagens kunnen onder een hoek tenopzichte van elkaar staan, dat wil zeggen de aankoppeleinden voor detriangel kunnen in een V-vorm staan, welke V-vorm van de aankoppeleindenvan de wagens tegenovergesteld gericht is aan de V-vorm van de triangel.De scharnierhaken 8 kunnen dan achter de scharnierassen 21 worden gesto¬ken, waarna de triangel naar beneden kan worden geklapt of middels zijnophanghaken kan worden opgehangen.
In Fig. 6 is verder te zien dat de klauw 5 van triangel lb steunt opeen aan bus 6 van triangel la gevormde kraag 17· Dit voorkomt dat deklauw-bus verbinding losraakt doordat de bus ten gevolge van bijvoorbeeldhet schokken van de wagen(s) omhoogschuift, en dat de rest van de tri¬angel la beschadigd, terwijl een eventueel beschadigd tweede koppelorgaan6, 17 door zijn losse aanbrenging op trekpen 12 gemakkelijk is te ver¬vangen.
Fig. 7a toont een treinschakeling van twee wagens uit een enkeletrein, en Fig. 7b toont een treinschakeling van twee wagenstellen uit eendubbele trein. Zoals uit Fig. 7a en 7b blijkt, is voor de treinschakelingvan een enkele trein één triangel per schakeling voldoende, indien aan dewagen 32 een tweede koppelorgaan 42 is bevestigd. Echter bij de trein¬schakeling van twee wagensamenstellen, dient één van de triangels te zijnvoorzien van een tweede koppelorgaan, daar dit koppelorgaan op het ver¬lengde van de grenslijn tussen twee wagens moet liggen voor goede rij-eigenschappen. De treinschakeling volgens Fig. 7a is ook overeenkomstigFig. 6 door middel van twee triangels te vormen.
Het zal duidelijk zijn dat er volgens de uitvinding vele in de teke¬ning niet weergegeven varianten denkbaar zijn. Zo kunnen bijvoorbeeld descharnierassen 21 worden vervangen door een zich over de breedte van dewagen uitstrekkende stang, en ook is het zeer wel denkbaar, de ophang-haken 11 zo uit te voeren, dat deze over de dwarsbalk 24 of eventueel eendwarsstang heen kunnen grijpen, zodat de gaten 23 kunnen vervallen. Ookkan de trekpen worden weggelaten. Zoals in de figuren weergegeven is deU-vormige scharnierhaak bijvoorkeur aan de bovenzijde van het triangelaangebracht, echter deze kan ook aan de onderzijde van het triangel wor¬den aangebracht, en zelfs is het denkbaar de scharnieras aan het triangelte bevestigen en de scharnierhaak aan de wagen.
Kort samengevat zijn de belangrijkste voordelen van de triangelvolgens de uitvinding de volgende: de triangel is niet vast met de wagen(s) verbonden, zodat deze, alshij niet nodig is, geheel kan worden weggenomen; de triangel is universeel toepasbaar voor naar keuze het vormen vaneen enkele trein of een dubbele trein en de triangel kan zijn voorzien van een trekpen, waardoor het ookmogelijk is, enkele wagens en wagensamenstellen door middel vanbijvoorbeeld een zogenaamde kettingbaan voort te trekken.
het aanslagorgaan zorgt er in samenwerking met de aanslagvlakken opde wagens voor dat bij een dubbele trein een goed rijgedrag van pikwagensamenstel wordt verkregen.
Het zal duidelijk zijn dat met de triangel en wagens volgens deuitvinding in principe onbeperkt lange enkele of dubbele treinen zijn tevormen.

Claims (15)

1. Triangel (1) met een basis (2) en een top (3), waarbij de trian¬gel bij de basis door middel van een scharnierverbinding (4) aan tenminste een wagen bevestigbaar is, en bij de top is voorzien van een eer¬ste koppelorgaan (5), met het kenmerk, dat de triangel (1) is voorzien van een tweede koppelorgaan (6), datkan ineengrijpen met het eerste koppelorgaan (5) van een anderetriangel, dat het tweede koppelorgaan (6) bij voorkeur bij de basis is aange¬bracht, en dat de scharnierverbinding ontkoppelbaar is.
2. Triangel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat deze is voor¬zien van een zich langs de basis uitstrekkend aanslagorgaan (7).
3· Triangel volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de scharnierverbinding ten minste een bij de basis aangebrachte in hoofdzaak U-vormige scharnierhaak (8) omvat voor het opnemen van een aan de wagen bevestigde horizontale scharnieras, en dat de U-vormige scharnierhaak (8) met zijn open zijde (10) naar de top (3) van de triangel is gekeerd.
4. Triangel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk,dat deze ten minste een van het triangelvlak uitstekend steunorgaan (11)omvat.
5· Triangel volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het steun¬orgaan een in hoofdzaak U-vormige ophanghaak (11) omvat, waarvan de openzijde in hoofdzaak naar de basis is gekeerd.
6. Triangel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk,dat het tweede koppelorgaan een cilindrische lichaam (6) omvat, waarvande cilinderhartlijn zich in hoofdzaak in de lengterichting van de trian¬gel uitstrekt, en dat het eerste koppelorgaan een klauw (5) met een tenminste gedeeltelijk cilindrisch gat (13) voor het opnemen van het cilin¬drische lichaam (6) van het tweede koppelorgaan omvat.
7· Triangel volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het tweedekoppelorgaan een holle bus (6) is, waardoor zich een ten opzichte van detriangel en de bus verschuifbare trekpen (12) uitstrekt, en dat de klauw(5) is voorzien van een doorgang (14) van zodanige breedte dat de trekpenvia deze doorgang in het cilindrische gat (13) is te brengen.
8. Triangel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk,dat deze is voorzien van een zich in langsrichting van de triangel uit¬strekkende en ten opzichte van de triangel verschuifbare trekpen (12),die in een naar de top geschoven stand ten opzichte van de triangel ver-grendelbaar is.
9· Triangel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk,dat de scharnierverbinding twee scharnierdelen omvat, die met een onder¬linge tussenafstand op de triangel zijn aangebracht, waarbij deze onder¬linge tussenafstand iets groter is dan de helft van de breedte van dewagen waaraan de triangel bevestigd kan worden.
10. Samenstel van wagen en triangel volgens een der voorgaande con¬clusies, waarbij de wagen ten minste een horizontale scharnieras omvatvoor samenwerking met de scharnierverbinding van de triangel, en waarbijde wagen grendelmiddelen omvat om de triangel in een verticale stand tevergrendelen.
11. Samenstel volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat het steun-orgaan (11) met de grendelmiddelen van de wagen in aangrijping kan wordengebracht.
12. Samenstel van twee wagens en een triangel volgens een der voor¬gaande conclusies, met het kenmerk, dat de wagens aan hun voor- en/ofachterzijde bij de hoeken aanslagvlakken voor het aanslagorgaan van detriangel omvatten.
13· Samenstel van twee wagens en een triangel volgens een der voor¬gaande conclusies, met het kenmerk, dat de wagens aan de voor en/of ach¬terzijde elk twee scharnieras-punten voor het scharnieren van de schar-nierverbindingen van de triangel omvatten, waarbij deze scharnieras-punten symmetrisch ten opzichte van de breedte van elke wagen zijn aan¬gebracht, zodanig dat er enige speling aanwezig is tussen twee naast elkaar geplaatste, via de scharnierverbindingen van een triangel metelkaar verbonden wagens.
14. Samenstel volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de onder¬linge afstand tussen twee scharnieras-punten van een wagen iets groter isdan de helft van de breedte van de wagen, zodanig dat de voornoemde spe¬ling wordt verschaft.
15. Wagen volgens een der conclusies 10-14.
NL9302072A 1993-11-30 1993-11-30 Triangel en samenstel van triangel en wagen(s). NL9302072A (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9302072A NL9302072A (nl) 1993-11-30 1993-11-30 Triangel en samenstel van triangel en wagen(s).

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9302072A NL9302072A (nl) 1993-11-30 1993-11-30 Triangel en samenstel van triangel en wagen(s).
NL9302072 1993-11-30

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL9302072A true NL9302072A (nl) 1995-06-16

Family

ID=19863203

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9302072A NL9302072A (nl) 1993-11-30 1993-11-30 Triangel en samenstel van triangel en wagen(s).

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL9302072A (nl)

Cited By (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1002573C2 (nl) * 1996-03-11 1997-09-12 Johannes Kortleve Koppelinrichting en koppelsamenstel.
FR2800676A1 (fr) * 1999-11-09 2001-05-11 Valeo Thermique Moteur Sa Dispositif d'attelage pour chariot de manutention
US7350799B2 (en) 2000-11-09 2008-04-01 Valeo Thermique Moteur Coupling device for a handling trolley
EP1927485A1 (fr) * 2006-12-01 2008-06-04 Fimopart Timon d'attelage pour chariot de manutention, un tel chariot et procédé de montage du timon sur ce chariot

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR972860A (fr) * 1941-05-21 1951-02-05 Pare-choc articulé
US4326730A (en) * 1978-05-17 1982-04-27 Dan Tomen Quick transfer tow bar
EP0226060A2 (en) * 1985-12-13 1987-06-24 De Rotterdamsche Droogdok Maatschappij B.V. Equipment for transport and handling of containers and other larger load carriers

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR972860A (fr) * 1941-05-21 1951-02-05 Pare-choc articulé
US4326730A (en) * 1978-05-17 1982-04-27 Dan Tomen Quick transfer tow bar
EP0226060A2 (en) * 1985-12-13 1987-06-24 De Rotterdamsche Droogdok Maatschappij B.V. Equipment for transport and handling of containers and other larger load carriers

Cited By (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1002573C2 (nl) * 1996-03-11 1997-09-12 Johannes Kortleve Koppelinrichting en koppelsamenstel.
WO1997033764A1 (nl) * 1996-03-11 1997-09-18 Johannes Kortleve Koppelinrichting en koppelsamenstel
FR2800676A1 (fr) * 1999-11-09 2001-05-11 Valeo Thermique Moteur Sa Dispositif d'attelage pour chariot de manutention
WO2001034415A1 (fr) * 1999-11-09 2001-05-17 Valeo Thermique Moteur Dispositif d'attelage pour chariot de manutention
US6874807B1 (en) 1999-11-09 2005-04-05 Valeo Thermique Moteur Coupling device for a handling trolley
US7350799B2 (en) 2000-11-09 2008-04-01 Valeo Thermique Moteur Coupling device for a handling trolley
EP1927485A1 (fr) * 2006-12-01 2008-06-04 Fimopart Timon d'attelage pour chariot de manutention, un tel chariot et procédé de montage du timon sur ce chariot
FR2909313A1 (fr) * 2006-12-01 2008-06-06 Fimopart Sa Timon d'attelage pour chariot de manutention,un tel chariot et procede de montage du timon sur ce chariot.

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1021790C1 (nl) Werkwijze en inrichting voor het op onderstellen afsteunen van zelfdragende lading.
AU2010295238B2 (en) Drop deck trailer
PL204848B1 (pl) Urządzenie sprzęgające dla wózka transportowego i wózek transportowy
US6050627A (en) Device for extending the bed of a transport vehicle
US7484783B2 (en) Trailer with dual position front gate
US20110260430A1 (en) Utility trailer with extendable cargo bed
EA036512B1 (ru) Способ погрузки (выгрузки) автомобильного полуприцепа на вагон-кенгуру и вагон-кенгуру, подходящий для этого способа
US5035565A (en) Hinge bar connector assembly to connect ramps to a flat bed trailer
RU2282547C2 (ru) Железнодорожная платформа с грузовой поворотной конструкцией для комбинированной железнодорожно-автомобильной перевозки либо одного полуприцепа, либо двух автотранспортных средств
NL9302072A (nl) Triangel en samenstel van triangel en wagen(s).
US6099061A (en) Truck body extension
US2774497A (en) Notched gooseneck trailer construction
US4106791A (en) Coupling dolly
NL8901499A (nl) Spoorwegsysteem en draaistel, eindwagen, voertuigfreem, draagorgaan en oplegger daarvoor.
US3785678A (en) Coupler device for a cart
EP2873558B1 (en) Semi-trailer for transporting goods
RU2136525C1 (ru) Бимодальная транспортная система
CZ299019B6 (cs) Vozidlo
NL8006121A (nl) Inrichting voor het naar keuze afzetten van te transporteren houders, machines of werktuigen op de laadbak van een vrachtwagen of op de grond.
US6398250B1 (en) Trailer hitch
US20040173554A1 (en) Industrial truck
PL180361B1 (pl) Wagon skrajny zestawu kolejowego, zwlaszcza do transportu naczep i kontenerów PL
IE20160222A1 (en) A sliding bogie trailer
EP3141422A1 (en) A sliding bogie trailer
RU197938U1 (ru) Тележка для транспортировки сельскохозяйственного оборудования

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BV The patent application has lapsed