NL9301698A - Uittrekbaar draadschappenpresentatierek. - Google Patents

Description

üittrekbaar draadschappenpresentatierek

De uitvinding heeft betrekking op een draadschappensysteem ter bevestiging aan diverse typen staanders in een ruimte, voor het in de breedterichting van een schap, waarvan de bodem is gevormd door enkele in die richting lopende draden met daarop, op circa gelijke afstand van elkaar in de lengterichting lopende, evenwijdige draden, naast elkaar exposeren van groepen van in de lengterichting van het schap in kolommen achter elkaar gepositioneerde produkten, die van achter naar voren tegen elkaar aangedrukt zijn en dat ook na afname van het voorste pro-dukt blijven, bestaande uit boven elkaar gepositioneerde stellen van twee loodrecht of circa loodrecht op de staanders, aan die staanders bevestigde dragers voor schappen, waarbij een schap over de dragers naar voren kan worden bewogen en in een uitgetrokken toestand kan worden vergrendeld en een schap is voorzien van aandrukmechanismen, waarmee de produkten in een kolom van achter naar voren worden gedrukt.

Een dergelijk draadschappensysteem wordt gebruikt in bijvoorbeeld supermarkten voor het exposeren van produkten, waarvan de verpakking, met daarop aangebracht het merk, gegevens over de inhoud e.d., voor het publiek goed zichtbaar moet zijn. Tevens moet zijn voldaan aan de eis, dat wanneer een produkt van een schap wordt af genomen, een zich daarachter bevindend produkt automatisch de plaats van het afgenomen pro- . dukt inneemt.

Schappensystemen, gemaakt van draad zoals gegalvaniseerde draad, geplastificeerde draad e.d., voldoen aan de eis van een goede expositie. Door, wanneer de produkten zich in in de breedterichting van het schap naast elkaar gepositioneerde kolommen daarop bevinden, ervoor te zorgen dat de produkten in een kolom steeds een kracht ondervinden van achter naar voren, zodat bij het wegnemen van een produkt uit een kolom de overblijvende produkten automatisch en zonder van stand te veranderen naar voren aangedrukt worden, is tevens voldaan aan de tweede genoemde eis.

Aan een dergelijk schappensysteem wordt voorts als derde eis gesteld, dat de kolommen van produkten op een schap, in het bijzonder ook wanneer enige schappen onder elkaar zijn geplaatst met een relatief kleine onderlinge tussenruimte, gemakkelijk kunnen worden aangevuld met nieuwe produkten. Daartoe wordt een schap gemonteerd op twee, de schap ondersteunende, vanaf de wand naar voren stekende dragende geleiders, waarover het schap vanaf de wand naar voren kan worden bewogen.

De uitvinding beoogt nu een draadschappensysteem te verschaffen, dat aan de genoemde eisen voldoet, dat gemakkelijk te bedienen is en dat veilig is.

Het draadschappensysteem volgens de uitvinding vertoont daartoe het kenmerk dat - een vergrendelingsmechanisme wordt toegepast, dat bestaat uit twee onder de bodem van een schap, bij voorkeur onder de buitenkanten daarvan, in de lengterichting van een schap lopend en daaraan in die richting beweegbaar opgehangen stangen, waarvan het ene uiteinde zich bevindt onder de voorkant van het schap en het andere uiteinde scharnierend samenwerkt met een om een circa loodrecht op de bewegingsrichting van de het schap lopende as, draaibaar met het schap verbonden kantel lichaam, dat aan zijn onderkant is voorzien van een nok waarmee het in in de bijbehorende dragende geleider aanwezige uitsparingen kan grijpen, waarbij de ophanging van een stang aan een schap is gerealiseerd door een of meer onder aan het schap bevestigde ring-of bus vormige lichamen met een centrale opening waarin de stang in zijn lengterichting vrij beweegbaar is, terwijl om het deel van een stang dat wordt begrensd door de achterkant van het achterste lichaam en een verder naar achteren om de stang aangebrachte flens, zich een drukveer bevindt die bij het aantrekken van de stang en het daarmee ontgrendelen van het schap, wordt gespannen en die zich daarna weer ontspant, zowel tijdens het uittrekken van het schap, als in de toestand waarin het schap weer wordt vergrendeld doordat de nok in een volgende uitsparing in de dragende geleider valt; - een aandrukmechanisme wordt toegepast, dat bestaat uit een huis dat aan zijn bovenkant glijdend is opgehangen onder en tussen twee in een kolom naast elkaar lopende draden in de bodem van het schap, dat een opgerolde bladveer bevat, waarvan het buitenuiteinde via een zich tussen en onder de draden bevindende opening in het huis, waardoorheen de bladveer kan worden uitgerold, tussen de beide draden losmaakbaar is verbonden met een in de breedterichting van het schap aan de voorkant daarvan lopende strip of draad, terwijl de achterkant van het huis is voorzien van een circa verticaal boven de draden uitstekende aandrukplaat; - en zich tussen de voor-uiteinden van de dragende geleiders voor het schap een zich in de breedterichting uitstrekkende strip bevindt, waartegen, wanneer het schap naar voren wordt bewogen, de huizen van de aandrukmechanismen stuiten.

Dus: een vergrendelingsmechanisme, met behulp van twee handgrepen via een drukveer te bedienen, aandrukmechanismen via uitgerolde blad-veren, waarvan de huizen bij uittrekken van het schap worden tegengehouden, zodat in een kolom ruimte ontstaat voor het bijvullen van produkten.

Door gebruikmaking van twee handgrepen ter weerszijden onder een schap in plaats van één handgreep, wordt de veiligheid van het schappensysteem aanzienlijk vergroot.

De genoemde stangen kunnen onder een schap worden opgehangen via een of meer ophang-/geleidersbussen. Veelal zal één bus of ring voldoende zijn. De nok onderaan het kantellichaam kan met op verschillende afstanden van de wand in de dragende geleiders aangebrachte uitsparingen samenwerken, zodat een schap tot een gewenste lengte kan worden uitgetrokken en in die stand kan worden vergrendeld. In ieder geval zal het schap moeten kunnen worden vergrendeld in zijn meest in- en uitgeschoven standen. Voor de te gebruiken drukveren kunnen veren worden gekozen met een sterkte die optimaal is aangepast aan de in een bepaald geval te stellen eisen. Die eisen zijn vooral afhankelijk van het gewicht van een schap met daarop geplaatste produkten en van de hellings-hoek tussen schap en wand.

Door een schap via een trekveer te verbinden met de wand, kan op op zichzelf bekende wijze ervoor worden gezorgd, dat wanneer een uitgetrokken schap weer moet worden teruggeschoven, zulks slechts met zeer geringe inspanning kan worden gerealiseerd.

Een groot voordeel van de constructie van het aandrukmechanisme met gebruikmaking van de opgerolde bladveer is, dat in verband met de geringe afmetingen van het huis, onder het schap slechts weinig ruimte behoeft te worden gereserveerd - in de hoogterichting in het algemeen niet meer ruimte dan aan de voorkant van een schap toch al nodig is voor de voorlichting van het publiek met betrekking tot merk, prijs etc. van een betreffend produkt.

De voorziening waarmee bij uittrekken van een schap de huizen, waarin zich de opgerolde bladveren bevinden, worden tegengehouden, maakt het bijvullen van de kolommen op een schap aanzienlijk gemakkelijker. Vullen via het z.g. Fifo-systeem (first in, first out) is dan gemakkelijk te realiseren: nieuwe produkten worden bijgevuld achter de voorste produkten, waardoor de oudste produkten vooraan blijven staan.

Het draadschappensysteem volgens de uitvinding kan in nadere uitwerkingen ervan op diverse punten worden geperfectioneerd en worden aangepast aan zich voordoende behoeften.

Zo kunnen in een uitvoeringsvorm van het systeem, de huizen van de aandrukmechanismen zijn voorzien van een afneembaar of op te wippen bovendeksel, zodat de bladveer gemakkelijk kan worden verwisseld voor een, die een gewenste sterkte vertoont.

In een voorkeursuitvoering van het systeem volgens de uitvinding, is aan het buitenuiteinde van de bladveer van een aandrukmechanisme een onderdeel bevestigd, dat met behulp van een klikmechanisme is bevestigd aan de strip of de draad aan de voorkant van het schap. In een andere uitvoeringsvorm is aan dat buitenuiteinde een haakje bevestigd, waarmee het aan de strip of de draad wordt vastgemaakt. Aldus zijn de aandrukmechanismen gemakkelijk te verplaatsen in de breedterichting van een schap, of geheel te verwijderen.

Doordat op een schap in de verschillende kolommen vaak produkten van verschillende afmetingen worden geplaatst, is het gewenst vorm en oppervlak van het vlak waarmee de aandrukkracht op de produkten wordt overgebracht aan de (verpakking van de) produkten te kunnen aanpassen. Daartoe is de aandrukplaat die aan het huis van een aandrukmechanisme is bevestigd, bij voorkeur verwisselbaar.

Om de produkten in de verschillende kolommen goed gescheiden te kunnen houden, worden bij voorkeur tussen de kolommen separaties aangebracht. Omdat de breedte van de kolommen, afhankelijk van de produkten, gevarieerd moet kunnen worden, dienen die separaties in de breedterichting van een schap op verschillende plaatsen te kunnen worden gepositioneerd. Als separaties voldoen goed in hoofdzaak U-vormige draadlicha-men, die aan de voor- en achterkant van een schap daarin met de uiteinden van de poten van de 0 worden vastgeklemd.

Bijvoorbeeld kunnen voor- en achterkant van een schap zijn voorzien van zich in de breedterichting uitstrekkende strips met zich in het vlak van het schap uitstrekkende kanteelvormige profielen, waarin de uiteinden van de separaties klemmend kunnen worden vastgezet. Ook kunnen die strips zijn voorzien van - bijvoorbeeld ronde - gaten voor het vastzetten van de separaties.

De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin:

Fig.l in perspectief een draadschappenrek toont van het type waarop de uitvinding betrekking heeft;

Fig.2 in perspectief een onderaanzicht toont van een schap met een vergrendelingsmechanisme volgens de uitvinding;

Fig.3 een zijaanzicht toont van drie boven elkaar geplaatste schappen als getoond in Fig.2, het bovenste in ingeschoven stand, het middelste tijdens het uittrekken en het onderste in uitgetrokken stand;

Fig.4 in detail het vergrendelingsmechanisme toont;

Fig.5 een bovenaanzicht toont van een ingeschoven en een uitgeschoven schap als getekend in Fig.2 en Fig.3;

Fig.6 hetzelfde toont als Fig.5, maar nu met daarin de aandrukmechanis-men en de stuit daarvoor bij uittrekken van het schap;

Fig.7 in detail de constructie van het aandrukmechanisme toont;

Fig.8 een deel van de constructie volgens Fig.7 toont in doorsnede; Fig.9 in bovenaanzicht een schap toont, waarop de separatie-elementen verwisselbaar zijn.

In Fig.l zijn 1 en 2 de staanders, die aan een wand van een ruimte zijn bevestigd en waaraan de schappen zijn opgehangen via haken 3 van de dragende geleiders 4. De bovenste vijf schappen zijn zo opgehangen, dat ze vanaf de wand naar beneden hellen, het onderste schap staat circa loodrecht op de wand. Het vierde schap van boven is getekend in uitgetrokken stand, waarin produkten op het schap kunnen worden bij-geplaatst.

Op een schap bevinden zich aangeboden gelijksoortige produkten in kolommen achter elkaar (zie vierde schap van boven) en worden die van achter naar voren steeds aangedrukt gehouden tegen een aan de voorkant van een schap aanwezige stuit 5.

De kolommen zijn van elkaar gescheiden door separaties 6, in het getekende geval U-vormige van draad vervaardigde elementen, die verplaatsbaar zijn in de breedterichting van een schap.

Op de aan voorkant van een schap aanwezige strip 7 worden gegevens over het betreffende produkt vermeld.

In het onderaanzicht van een schap, als getekend in Fig.2, zijn de stangen 8 getekend waamee, door ze naar voren in de richting 9 te trekken, het schap over de dragende geleiders 4 naar voren kan worden getrokken. Door de beide stangen 8 gelijktijdig naar voren te trekken, wordt het kantellichaam 10 omhoog gekanteld, waardoor de nok 11, die in ingeschoven toestand valt in een uitsparing 12 in een dragende geleider 4, daaruit omhoog wordt getrokken, waarmee het schap is ontgrendeld. Het schap wordt dan zover naar voren getrokken, tot de nok 11 aankomt boven de uitsparing 13. Wanneer de nok 11 in die uitsparing 13 valt, is het schap in uitgetrokken toestand vergrendeld.

Fig.3 en 4 tonen het vergrendelingsmechanisme meer in detail: in Fig.3 is met A aangegeven een schap in ingeschoven toestand, met B een situatie ergens tussen ingeschoven en geheel uitgetrokken en met C in geheel uitgetrokken toestand.

In situatie A is het schap vergrendeld, doordat de nok 11 van het kantel lichaam 10 zich bevindt in de uitsparing 12 in de dragende geleider 4. Aan het kantel lichaam 10 is, scharnierend om de as 13, de stang 8 bevestigd. Door die stang 8 ten opzichte van het schap naar voren te trekken, zal het kantel lichaam 10 volgens de pijl 18, als getekend in B, kantelen om een as 14, waar het aan het schapframe is bevestigd. Om een deel van de stang 8 bevindt zich de drukveer 15, tussen een flens 16, die is aangebracht rond de stang 8, en een flens 17, die wordt gevormd door een ring die is verbonden aan het schap en waardoorheen de stang 8 loopt. De stang 8 is dus via deze ring aan (onder) het schap opgehangen. In plaats van de in Fig.3 getekende ring, die als tegenhoudt lens voor de veer 15 dient, kan de ophanging van de stang 8 ook worden gerealiseerd met een bus 23 (zie Fig.4), waarvan dan de achterkant, eventueel nog voorzien van een extra flens 24, als tegenhoud-flens fungeert. Wanneer de stang 8 ten opzichte van het schap naar voren wordt getrokken en het schap dus wordt ontgrendeld, zal de veer 15 worden ingedrukt. Wanneer de nok 11 dan uit de uitsparing 12 naar boven komt, zal de veer 15 zich enigszins ontspannen en hij zal zich geheel ontspannen, wanneer de nok 11 in een volgende zich aanbiedende uitsparing 13 valt (zie situatie C). Om de stangen 8 gemakkelijk te kunnen bedienen, zullen de uiteinden 19 daarvan bij voorkeur zijn uitgevoerd als handgrepen 20 (zie ook Fig.2 en 4), zodat wanneer een stang wordt bediend, door zich met de duim af te zetten tegen de voorkant van het frame van het schap, deze ten opzichte van het schap wordt bewogen.

Fig.5 toont een bovenaanzicht van een schap met dragende geleiders volgens de uitvinding; D in ingeschoven positie, E in uitgetrokken positie. Met 30 zijn aangegeven de draden, die de bodem van het schap vormen. Met 21 is aangegeven een trekveer 21, die met zijn ene einde is bevestigd aan de wand en met zijn andere einde aan de voorkant van het schap. Deze veer 21 wordt bij het uittrekken (zie pijl 23) van het schap naar situatie E gespannen en zal derhalve na ontgrendelen in de situatie E een kracht leveren in de richting 22 naar de wand toe, waardoor het weer terugschuiven van het schap naar situatie D wordt vergemakkelijkt.

Fig.6 toont bovenaanzichten met doorsneden daardoor van een schap volgens de uitvinding in ingeschoven (F) en uitgetrokken (G) toestand met bijbehorende doorsneden daardoorheen (F') en (G'). Ingetekend zijn nu ook de aandrukmechanismen met de huizen 25.

In F is aangegeven hoe de huizen 25, ieder voorzien van een aan-drukplaat 26, via een zich in ieder huis bevindende opgerolde bladveer 27, waarvan het (afgerolde) uiteinde 28 is vastgezet aan de voorzijde van het schap, zich in ingeschoven toestand van een schap in de verschillende kolommen bevinden: de plaats is afhankelijk van de hoeveelheid produkten die moet worden aangedrukt. In F is een kolom produkten 29 getekend. Zoals blijkt uit de getekende doorsneden F' en G', bevindt een huis 25 zich onder de draden 30, die de bodem van een schap vormen. Het is tussen twee naast elkaar lopende draden, daaraan glijdend opgehangen en kan dus 'hangend' aan die draden daarlangs worden voortbewogen. Bij een maximale belading van een kolom is de bladveer 27 dus maximaal gespannen.

Omdat het vlak, aangeboden door het achterste produkt in een kolom om aangedrukt te worden, per produkt zeer kan variëren, zijn de aan een huis bevestigde aandrukplaten 26 verwisselbaar en is dus de te gebruiken plaat aan te passen aan genoemd vlak.

Met G is de situatie weergegeven, waarin een schap geheel is uitgetrokken. Tussen de voorkanten van de dragende geleiders k is een strip 31 gemonteerd. Wanneer een schap wordt uitgetrokken en daarmee de in het schap werkende huizen 25 van de aandrukmechanismen, zullen die huizen stuiten tegen die strip 31. Daardoor zijn alle kolommen in een schap in de uitgetrokken toestand ervan, van bovenaf geheel toegankelijk en kunnen ze, indien nodig en gewenst, worden bijgevuld zonder dat eerst een aandrukker moet worden verwijderd. Wanneer daarna het schap weer wordt teruggeschoven, zullen de huizen 25 met hun aandrukplaten 26 successievelijk weer gaan aansluiten op de achterste produkten in een kolom.

Fig.7 toont nog eens in detail de constructie van een aandruk-mechanisme, waarvan het huis 25 hangt aan twee naast elkaar lopende bodemdraden 30; het huis heeft een opening 32, waardoorheen een zich in het huis bevindende opgerolde bladveer 27 met zijn uiteinde 28 het huis verlaat en wordt vastgemaakt aan een deel 33 van het frame dat zich aan de voorkant daarvan bevindt. In de tekening is de veer 27 los van het huis 25 getekend. In het getekende geval is aan het uiteinde 28 van de bladveer 27 een onderdeel 34 bevestigd, dat via een snapsluiting op het framedeel 33 kan worden geklikt. Aldus is ieder aandrukmechanisme gemakkelijk in de breedterichting van een schap te verplaatsen, wanneer daartoe gezien de vulling van een schap aanleiding is.

Aangegeven is ook, hoe het aandrukvlak 26 gemakkelijk afneembaar is uitgevoerd, zodat het verwisseld kan worden. Door een zijvlak 35 van het huis 25 afneembaar te maken, kan de bladveer gemakkelijk worden verwisseld, waardoor de aanwezige aandrukkracht kan worden aangepast aan wat in een bepaalde situatie vereist, respectievelijk toelaatbaar is.

Fig.8 toont een huis 25, opgehangen aan bodemdraden 30, in zijaanzicht. Duidelijk blijkt daaruit, dat de constructie van het aandrukmechanisme volgens de uitvinding niet leidt tot enig ruimtever lies in de lengterichting (de diepte) van een schap.

Fig.9 toont in bovenaanzicht hoe U-vormige separatie-elementen 6 uitneembaar kunnen worden vastgezet met behulp van strips 36, die in het vlak van een schap kanteelvormige profielen vertonen, waardoor de separaties gemakkelijk kunnen worden verplaatst in de breedterichting van een schap.

Claims (9)

1. Draadschappensysteem ter bevestiging aan diverse typen staanders in een ruimte, voor het in de breedterichting van een schap waarvan de bodem is gevormd door enkele in die richting lopende draden, met daarop op circa gelijke afstand van elkaar in de lengterichting lopende, evenwijdige draden, naast elkaar exposeren van groepen van in de lengterichting van het schap in kolommen achter elkaar gepositioneerde produkten, die van achter naar voren tegen elkaar aangedrukt zijn en dat ook na afname van het voorste produkt- blijven, bestaande uit boven elkaar gepositioneerde stellen van twee loodrecht of circa loodrecht op de staanders, aan die staanders bevestigde dragers voor schappen, waarbij een schap over de dragers naar voren kan worden bewogen en in een uitgetrokken toestand kan worden vergrendeld en een schap is voorzien van aandrukmechanismen waarmee de produkten in een kolom van achter naar voren worden gedrukt, met het kenmerk dat - het vergrendel ingsmechanisme bestaat uit twee onder de bodem van een schap, bij voorkeur onder de buitenkanten daarvan, in de lengterichting van een schap lopend en daaraan in die richting beweegbaar opgehangen stangen, waarvan het ene uiteinde zich bevindt onder de voorkant van het schap en het andere uiteinde scharnierend samenwerkt met een om een circa loodrecht op de bewegingsrichting van het schap lopende as draaibaar met het schap verbonden kantellichaam, dat aan zijn onderkant is voorzien van een nok waarmee het in in de bijbehorende dragende geleider aanwezige uitsparingen kan grijpen, waarbij de ophanging van een stang aan een schap is gerealiseerd door een of meer onderaan het schap bevestigde ring- of busvormige lichamen met een centrale opening, waarin de stang in zijn lengterichting vrij beweegbaar is, terwijl om het deel van een stang dat wordt begrensd door de achterkant van het achterste lichaam en een verder naar achteren om de stang aangebrachte flens, zich een drukveer bevindt die bij het aantrekken van de stang en het daarmee ontgrendelen van het schap, wordt gespannen en die zich daarna weer ontspant, zowel tijdens het uittrekken van het schap, als in de toestand waarin het schap weer wordt vergrendeld, doordat de nok in een volgende uitsparing in de dragende geleider valt; - een aandrukmechanisme bestaat uit een huis dat aan zijn bovenkant glijdend is opgehangen onder en tussen twee in een kolom naast elkaar lopende draden in de bodem van het schap, dat een opgerolde bladveer bevat, waarvan het buitenuiteinde via een zich tussen en onder de draden bevindende opening in het huis, waardoorheen de bladveer kan worden uitgerold, tussen de beide draden losmaakbaar is verbonden met een in de breedterichting van het schap aan de voorkant daarvan lopende strip of draad, terwijl de achterkant van het huis is voorzien van een circa verticaal boven de draden uitstekende aandrukplaat; - en zich tussen de voor-uiteinden van de dragende geleiders voor het schap een zich in de breedterichting uitstrekkende strip bevindt, waartegen, wanneer het schap naar voren wordt bewogen, de huizen van de aandrukmechanismen stuiten.

2. Draadschappensysteem volgens conclusie 1, met het kenmerk dat het huis van een aandrukmechanisme een deksel bevat zodat de bladveer gemakkelijk is te verwisselen.

3. Draadschappensysteem volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat aan het buitenuiteinde van de bladveer van een aandrukmechanisme een onderdeel is bevestigd, dat met behulp van een klik-mechanisme is bevestigd aan de strip of draad aan de voorkant van het schap.

4. Draadschappensysteem volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat aan het buitenuiteinde van de bladveer van een aandrukmechanisme, een haakje is bevestigd waarmee het aan een strip of draad aan de voorkant van het schap kan worden vastgemaakt.

5. Draadschappensysteem volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de aandrukplaat verwisselbaar is.

6. Draadschappensysteem volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het schap is voorzien van in de breedterichting verstelbare, zich boven de bodem van het schap bevindende, in de lengterichting ervan lopende separaties tussen de kolommen.

7. Draadschappensysteem volgens conclusie 6, met het kenmerk dat de separaties bestaan uit in hoofdzaak U-vormige draadlichamen, die aan de voor- en achterkant van een schap daarin met de uiteinden van de poten van de ü worden vastgeklemd.

8. Draadschappensysteem volgens conclusie 7, met het kenmerk dat voor- en achterkant van een schap zijn voorzien van zich in de breedterichting uitstrekkende strips met zich in het vlak van het schap uitstrekkende kanteelvormige profielen, waarin de uitein- den van de separaties klemmend kunnen worden vastgezet.

9. Draadschappensysteem volgens conclusie 8, met het kenmerk dat voor- en achterkant van een schap ieder zijn voorzien van een zich in de breedterichting uitstrekkende strip of balk, waarin zich gaatjes bevinden, waarin de uiteinden van de separaties klemmend kunnen worden vastgezet.