NL9301401A - Hefinrichting, in het bijzonder voor motoren. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Hef inrichting, in het bijzonder voor motoren.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een hef inrichting, in het bijzonder voor motoren, tenminste omvattende een basisdeel en een hef deel met een hef vlak, welke laatste door middel van een stangengestel en een daarmede gekoppelde aandrijving in hoogte kan worden versteld.

Een dergelijke hefinrichting is in de stand van de techniek algemeen bekend, en dient doorgaans voor het bijvoorbeeld voor een monteur op een geschikte hoogte brengen van motoren, bromfietsen en dergelijke, zodat deze zonder een ongemakkelijke houding te moeten aannemen, de reparatie kan uitvoeren. De inrichting kan ook van een zodanig hefdeel zijn voorzien, dat voertuigen met meer dan twee wielen, zoals bijvoorbeeld auto's kunnen worden opgeheven. In het vervolg van de beschrijving zal uitsluitend over motoren worden gesproken, doch het zal duidelijk zijn dat de uitvinding daar niet toe is beperkt.

Bij de in de stand van de techniek bekende hefinrich-tingen zijn de stangengestellen dikwijls uitgevoerd als scharen, of dergelijke, die met behulp van een hydraulische cilinder, die op het basisdeel is bevestigd en kan samenwerken met één van de stangenparen, kunnen worden bewogen.

Dergelijke hefinrichtingen bezitten een aantal nadelen. In de eerste plaats is de konstruktie betrekkelijk ingewikkeld en op de tweede plaats is immer een externe energievoorziening voor de aandrijving, welke dikwijls in de vorm van een hydraulische pomp is uitgevoerd, noodzakelijk.

De onderhavige uitvinding beoogt voor bovengenoemde nadelen een oplossing te verschaffen en bezit daartoe als kenmerk, dat het stangengestel bestaat uit tenminste twee in hoofdzaak evenwijdige stangenparen, die elk twee stangen ter weerszijden van de inrichting omvatten, welke aan hun uiteinden scharnierend met het basisdeel, respectievelijk het hef deel zijn gekoppeld, en dat de aandrijving een schroefspil omvat, die enerzijds kan samenwerken met tenminste één van de stangenparen en anderzijds met een stationair draaipunt.

Door de uitvinding wordt een hefinrichting verschaft, die een eenvoudige konstruktie bezit, en waarbij de aandrijving plaatsvindt door middel van een schroefspil, welke naar keuze met behulp van een motor of handmatig kan worden aangedreven.

i De schroefspil, die enerzijds kan samenwerken met tenminste één van de stangenparen is anderzijds bevestigd aan een stationair draaipunt, welke op velerlei wijze kan zijn uitgevoerd. Zo zou het stationaire draaipunt een aan de wand van bijvoorbeeld een garage of dergelijke aanwezig bevestigingsonderdeel kunnen zijn, doch bij voorkeur bevindt het stationaire draaipunt zich op een met het basisdeel gekoppelde opstaande arm. Deze laatste is met voordeel scharnierend met het basisdeel gekoppeld, zodat de gehele hefinrichting inklapbaar en gemakkelijk te hanteren is. Een i en ander zal onder verwijzing naar de bijgaande tekening verderop nog nader worden toegelicht.

In het bijzonder is het basisdeel voorzien van zijdelings uitklapbare steunen, teneinde de hefinrichting in de opgeheven toestand, met daarop bijvoorbeeld een motor, i aanvullend te stabiliseren teneinde kantelen van de inrichting te voorkomen. Deze steunen zijn bij voorkeur uitklapbaar, doch kunnen ook op andere wijze, en in het bijzonder losneembaar, met het basisdeel zijn gekoppeld.

Teneinde de hefinrichting volgens de uitvinding gemak-l kelijk verplaatsbaar te maken, is het basisdeel met voordeel voorzien van tenminste één stel inklapbare wielen.

Tenslotte heeft het de voorkeur, dat het hefdeel zodanig scharnierend met de stangen is gekoppeld dat de scharnierpunten zich op een geringe afstand boven het > hefvlak van het hefdeel bevinden, welke afstand voldoende is om te waarborgen dat het hefvlak in de ingeklapte toestand van de inrichting in hoofdzaak gelijkligt met het basisdeel, dan wel de ondergrond.

Hiermee wordt als zeer belangrijk voordeel verkregen, dat de oprijhoogte voor een op het hefdeel te rijden motor of ander voertuig verwaarloosbaar klein is.

Het zal duidelijk zijn dat het met het basisdeel, dan wel de ondergrond laten gelijkliggen van het hefvlak in de ingeklapte toestand eveneens op andere wijze kan worden uitgevoerd. In dit verband kan bijvoorbeeld worden gedacht aan het laten variëren van de afstand tussen de stangen van opeenvolgende stangenparen, een en ander zodanig dat de stangenparen in de ingeklapte toestand van de inrichting tussen elkaar komen te liggen.

De uitvinding zal in het navolgende nader worden toegelicht aan de hand van de bijgaande tekening, daarin toont de enkele figuur een schematische principeschets van de hefinrichting volgens de uitvinding.

De in de figuur getoonde uitvoeringsvorm van de hef inrichting volgens de uitvinding omvat een basisdeel in de vorm van een grondplaat 1 en een hefdeel in de vorm van een hef plaat 2 met daarop een motor. De grondplaat 1 is met voordeel aan de onderzijde van een zodanig profiel of een bekleding voorzien, dat de inrichting niet ongewenst kan verschuiven. De hefplaat 2 bezit bij voorkeur een geleiding, bijvoorbeeld in de vorm van twee opstaande randen, teneinde de wielen van een daarop te plaatsen motor of ander voertuig te geleiden.

Vanzelfsprekend is de uitvoering van het bodemdeel 1 en het hefdeel 2 niet kritisch, mits deze onderdelen op bevredigende wijze hun functie kunnen vervullen. Zo zou het bodemdeel ook kunnen bestaan uit een gestel of andersoortige ondersteuning. De gemiddelde vakman is in staat om de uitvoering aan de betreffende toepassing van de hefinrichting aan te passen.

Het stangengestel bestaat in de figuur uit twee stangenparen 3 en 4 en bij voorkeur zijn de stangen van elk paar onderling plaatselijk verbonden teneinde aanvullende stabiliteit aan de inrichting te verschaffen. In plaats van stangenparen kunnen ook platen of dergelijke worden gebruikt, die scharnierend met het bodem-, respectievelijk het hefdeel zijn gekoppeld.

Het stangenpaar 3 is scharnierend met de bodemplaat 1 gekoppeld bij een scharnierpunt 5 en met het hefplaat 2 bij een scharnierpunt 6. Bij overeenkomstige scharnierpunten 7 en 8 is het stangenpaar 4 met de grondplaat 1 en de hefplaat 2 gekoppeld.

Zoals duidelijk zichtbaar is in de figuur bevinden de scharnierpunten 6 en 8 van de stangenparen 3, 4 zich niet ter hoogte van het hef vlak van de hefplaat, doch op een geringe afstand daarboven, welke afstand zodanig is, dat bij het inklappen van de inrichting het hefvlak in hoofdzaak gelijk met de ondergrond, dan wel de grondplaat 1 komt te liggen. Hierdoor wordt de drempel voor het oprijden van de motor zeer klein gehouden. Bovendien is hiertoe nog een oprijplaat 9 aan de hefplaat 2 bevestigd.

Het hefmechanisme van de hefinrichting volgens de uitvinding omvat een schroef spil 10, die met behulp van een zwengel 11 kan worden gedraaid. De schroefspil 10 is enerzijds draaibaar in een scharnierblok 12 zonder inwendig schroefdraad opgenomen en anderzijds in een scharnierkogel 12 met een geschikt inwendig schroefdraad. Het zal duidelijk zijn dat wanneer aan de zwengel 11 wordt gedraaid, de hefplaat 2 op elke geschikte hoogte kan worden gebracht. Het scharnierblok 12 vormt het stationaire draaipunt en is bevestigd aan een opstaande arm 13, die bij 14 scharnierend met de grondplaat 1 is verbonden teneinde deze inklapbaar te maken. Met 15 is een aanvullende steunarm getoond, die losneembaar met zowel de grondplaat als de arm is verbonden.

Zoals reeds besproken zijn met voordeel uitklapbare steunen aan de bodemplaat 1 bevestigd, die de inrichting bij gebruik, wanneer deze een motor of dergelijke opheft, aanvullende stabiliteit verschaffen.

Voorts omvat de inrichting bij voorkeur tenminste een en met meer voorkeur twee, stellen inklapbare wielen. Aldus kan de inrichting gemakkelijk worden verplaatst.

De steunen en wielen zijn niet in de figuur getoond, en de uitvoering daarvan kan naar keuze worden gevarieerd.

Claims (6)

1. Hef inrichting, in het bijzonder voor motoren, tenminste omvattende een basisdeel en een hefdeel met een hef-vlak, welke laatste door middel van een stangengestel en een daarmede gekoppelde aandrijving in hoogte kan worden versteld, net het kenmerk, dat het stangengestel bestaat uit tenminste twee in hoofdzaak evenwijdige stangenparen (3, 4), die elk twee stangen ter weerszijde van de inrichting omvatten, welke aan hun uiteinden scharnierend met het basisdeel (1) respectievelijk het hefdeel (2) zijn gekoppeld, en dat de aandrijving een schroef spil (10) omvat die enerzijds kan samenwerken met tenminste één van de stangenparen (3, 4), en anderzijds met een stationair draaipunt (12).

2. Hefinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het stationaire draaipunt (12) zich op een met het basisdeel (1) gekoppelde opstaande arm (13) bevindt.

3. Hefinrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de opstaande arm (13) scharnierend met het basisdeel (1) is gekoppeld.

4. Hefinrichting volgens één of meer van de conclusies 1-3, met het kenmerk, dat het basisdeel (1) is voorzien van zijdelings uitklapbare steunen.

5. Hef inrichting volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het basisdeel (1) is voorzien van tenminste een stel inklapbare wielen.

6. Hef inrichting volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het hefdeel (2) zodanig scharnierend met de stangenparen (3, 4) is gekoppeld, dat de scharnierpunten (6, 8) zich op een geringe afstand boven het hefvlak van het hefdeel (2) bevinden, welke afstand voldoende is om te waarborgen, dat het hefvlak in de ingeklapte toestand van de inrichting in hoofdzaak gelijkligt met het basisdeel (1), danwel de ondergrond.