NL9300878A - Plafondroosterconstructie. - Google Patents

Plafondroosterconstructie. Download PDF

Info

Publication number
NL9300878A
NL9300878A NL9300878A NL9300878A NL9300878A NL 9300878 A NL9300878 A NL 9300878A NL 9300878 A NL9300878 A NL 9300878A NL 9300878 A NL9300878 A NL 9300878A NL 9300878 A NL9300878 A NL 9300878A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
ceiling
box
bandraster
stiffening ribs
elongated strip
Prior art date
Application number
NL9300878A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Barcol Air B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Barcol Air B V filed Critical Barcol Air B V
Priority to NL9300878A priority Critical patent/NL9300878A/nl
Publication of NL9300878A publication Critical patent/NL9300878A/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04BGENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
    • E04B9/00Ceilings; Construction of ceilings, e.g. false ceilings; Ceiling construction with regard to insulation
    • E04B9/06Ceilings; Construction of ceilings, e.g. false ceilings; Ceiling construction with regard to insulation characterised by constructional features of the supporting construction, e.g. cross section or material of framework members
    • E04B9/065Ceilings; Construction of ceilings, e.g. false ceilings; Ceiling construction with regard to insulation characterised by constructional features of the supporting construction, e.g. cross section or material of framework members comprising supporting beams having a folded cross-section
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04BGENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
    • E04B9/00Ceilings; Construction of ceilings, e.g. false ceilings; Ceiling construction with regard to insulation
    • E04B9/02Ceilings; Construction of ceilings, e.g. false ceilings; Ceiling construction with regard to insulation having means for ventilation or vapour discharge

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Electromagnetism (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Duct Arrangements (AREA)

Description

Plafondroosterconstructie
De uitvinding heeft betrekking op een stelsel voor het aan- of afvoeren van lucht via het plafond naar of van een ruimte, waartoe behoort een luchtrooster voorzien van een geperforeerde plaat die zich bevindt aan een zijde van een doosvormige constructie waarvan een andere zijde voorzien is van een opening waar op een luchttransportkanaal kan worden aangesloten, welke rooster bestemd is om te worden gebruikt in een plafondsysteem bestaande uit plafondelementen die worden gedragen door profielen waaronder bandrasters, de laatste bestaande uit een langgerekte strip en twee evenwijdige met onderlinge tussenafstand loodrecht daarop gepositioneerde verstijvingsribben.
Dergelijke stelsels zijn uit de stand der techniek bekend.
Bij de bekende plafondsystemen worden luchtroosters geplaatst tussen de plafondelementen, zodanig dat elk van de uiteinden van een luchtrooster wordt gesteund op een dragend profiel of zelf als drager van plafondelementen functioneert, met andere woorden, de luchtroosters bevinden zich tussen de plafondelementen.
Voor het aanbrengen van dergelijke plafondsystemen worden over het algemeen allereerst de dragende profielen op hun plaats gemonteerd met behulp van daartoe geschikte middelen. Vervolgens worden de plafondelementen naast elkaar opgelegd op de dragende profielen en waar nodig wordt een rooster in combinatie met een bijbehorende doosvormige constructie opgehangen of op deze dragende profielen geplaatst en wordt de aansluiting verzorgd tussen de betreffende opening in de doosvormige constructie en een luchttransportkanaal. Daarbij wordt ervan uitgegaan dat de lucht-transportkanalen al eerder op hun plaats zijn geïnstalleerd.
Het nadeel van een dergelijke werkwijze is dat ten behoeve van de luchtroosters extra dragende profielen en meer plafondelementen met kleinere afmetingen moeten worden toegepast, hetgeen een langere montagetijd vergt.
De uitvinding heeft nu ten doel aan te geven op welke wijze deze nadelen althans voor een groot deel kunnen worden voorkomen.
De uitvinding verschaft daartoe een stelsel van in de aanhef genoemde soort, met het kenmerk, dat de doosvormige constructie zich bevindt op een bandraster en dat het luchtrooster wordt gevormd door een geperforeerd deel van de langgerekte strip van het bandraster.
Doordat het luchtrooster wordt gevormd door een geperforeerd deel van de langgerekte strip van een bandraster is het mogelijk om met de montage van de bandrasters en T-profielen direct alle doosvormige constructies op hun plaatsen te brengen en aan te sluiten op de daartoe bestemde luchttransportkanalen. De stabiliteit van het bandraster is door de breedte ervan voldoende om het ophangen van de daarop gemonteerde doosvormige constructie overbodig te maken.
De uitvinding zal in het volgende nader worden toegelicht aan de hand van de bijgaande figuren.
Figuur 1 toont een bekende uitvoeringsvorm van een plafondconstruc-tie waarbij gebruik gemaakt wordt van bandrasters, T-profielen en pla-fondplaten.
Figuur 2 toont de wijze waarop in de plafondconstructie van figuur 1 een luchtrooster kan worden gemonteerd via welk rooster lucht kan worden aan- of afgezogen.
Figuur 3 toont de constructie volgens de uitvinding voor het aan of afvoeren van de lucht naar respectievelijk van de onder het plafond aanwezige ruimte.
Figuur 4 toont een doorsnede door figuur 3.
Figuur 5 toont de wijze waarop de doosvormige constructie in de uitvoeringsvorm van figuur 3 aan het bandraster is bevestigd.
Figuur 1 illustreert een plafondconstructie van een op zichzelf voor de vakman bekend type. In figuur 1 zijn zichtbaar een bandraster 10 en een aantal langgerekte plafondplaten 12a 12f die met hun lange zijden steunen op T-profielen 11a____11d en met hun korte zijden op dit bandraster 10 steunen. In zijn algemeenheid is dit bandraster 10 opgebouwd uit een langgerekte strip 10a die in de gebruikstoestand horizontaal loopt en twee loodrecht daarop gepositioneerde verstijvingsribben 10b en 10c die in de gebruikstoestand in hoofdzaak verticaal lopen. De verstijvingsribben 10b en 10c zijn in het geïllustreerde uitvoeringsvoor-beeld via de plaatdelen 10d en 10e met de langgerekte strip 10a verbonden zodanig dat het gehele bandraster door middel van enkele buigoperaties uit langgerekt bandmateriaal kan worden gevormd. De uitvinding is echter niet tot deze specifieke constructiewijze van een bandraster beperkt en kan ook bij andere typen bandrasters worden toegepast, zolang deze maar voorzien zijn van een horizontaal dragend gedeelte 10a en verticale verstij vingsribben 10b en 10c.
De wijze waarop het bandraster 10 in een ruimte is opgehangen is in de figuren niet nader aangegeven omdat dit voor de uitvinding niet van belang is. Bovendien wordt de bevestiging van bandrasters binnen een ruimte voor de deskundige bekend verondersteld. Zodra de benodigde band- rasters binnen een ruimte zijn gesteld en gemonteerd, kan het plafond worden gedicht door het op deze bandrasters plaatsen van de T-profielen 11a.....11d en de plafondplaten 12a.....12f, zoals in figuur 1 is ge ïllustreerd. Verdere details van dergelijke op zichzelf bekende plafonds zullen niet worden verstrekt aangezien deze voor de deskundige bekend worden verondersteld.
Wordt in een dergelijke plafondconstructie gebruik gemaakt van een stelsel voor het aan- of afvoeren van lucht via het plafond dan wordt bij de bekende plafondconstructies een rooster gepositioneerd tussen twee van de plafondplaten 12 die daartoe een voldoende tussenafstand moeten hebben. Dit rooster vormt in het algemeen de onderzijde van een doosvormige constructie waarvan een andere zijde voorzien is van een opening waarop een luchttransportkanaal kan worden aangesloten. Een schematische illustratie van de toepassing van een dergelijk stelsel is getoond in figuur 2. In deze figuur, die in hoofdlijnen overeenkomt met figuur 1, is de plafondplaat 12b verwijderd en in plaats daarvan is een doosvormige constructie opgelegd op de daardoor vrijgekomen delen van de bandrasters en/of T-profielen. In het algemeen worden alleen de T-profielen als steunelement gebruikt en blijft er een vrije ruimte over tussen de doosvormige constructie 14 en het bandraster 10. Zoals uit figuur 2 blijkt is de onderzijde van de doosvormige constructie 14 uitgevoerd als een geperforeerde plaat 16 via welke plaat lucht kan worden toegevoerd aan de ruimte onder het plafond danwel lucht kan worden afgezogen uit deze ruimte. Verder is de doosvormige constructie aan één zijde voorzien van een opening 18 met een ringvormige kraag 20 waarop een in de figuur niet geïllustreerd luchttransportkanaal kan worden aangesloten. Alhoewel de opening 18 en de kraag 20 in de figuur cirkelvormig zijn getekend zijn ook rechthoekige of andere vormen mogelijk afhankelijk van de vorm van de gebruikte luchttransportkanalen.
In veel gevallen zal de breedte van de geperforeerde plaat 16 niet gelijk zijn aan de breedte van de gebruikte plafondplaten 12. Uit esthetische overwegingen zal in dergelijke gevallen vaak worden gekozen voor een plafondconstructie waarbij ook aan de linkerzijde in figuur 2 de plafondplaat 12e wordt vervangen door een dummy rooster, ook al heeft dit voor een voldoende aan/afvoer van lucht naar respectievelijk van de genoemde ruimte geen enkele functie.
Als alternatief kan de breedte van de plafondplaten 12a en 12c ter weerszijden van het rooster 16 zodanig worden aangepast dat in de rest van het plafond het stramien niet wordt verstoord. Dit heeft echter als nadeel dat ofwel plafondplaten van een afwijkende breedte in voorraad moeten worden gehouden, ofwel tijdens het monteren van het plafond een aantal plafondplaten afzonderlijk moeten worden bewerkt.
Om deze problemen te elimineren wordt volgens de uitvinding de constructie voorgesteld die in zijn algemeenheid schematisch geïllustreerd is in figuur 3. Het bandraster 20 in figuur 3 bestaat uit een langgerekte strip 20a en twee evenwijdige loodrecht daarop gepositioneerde verstijvingsribben 20b en 20c die ook in deze uitvoeringsvorm van het bandraster via plaatdelen 20d en 20e met de langgerekte strip 20a zijn verbonden. Het verschil met het bandraster 10 is gelegen in het feit dat de strip 20a althans over een deel van zijn lengte en over een deel van zijn breedte geperforeerd is. In de uitvoeringsvorm van figuur 3 bestaat deze perforatie uit een reeks van gaten waarvan er in de figuur enkele met het referentiecijfer 22 zijn aangeduid. Afgezien van deze perforaties kan het bandraster 20 identiek zijn aan het bandraster 10 van figuur 1.
Zoals verder in figuur 3 is getoond wordt nu de geperforeerde strip 20a gebruikt als luchtrooster voor het aan- of afvoeren van lucht via het plafond. Om dat te bereiken wordt een doosvormige constructie, waarvan de breedte bij voorkeur althans bij benadering correspondeert met de tussenafstand tussen de verticale verstijvingsribben 20b en 20c, tussen deze verstijvingsribben geplaatst zodanig dat de open onderzijde van de doos aansluit op de bovenzijde van de strip 20a. De doosvormige constructie is voorzien van een opening 26 met een daarop aansluitende kraag 28 waarop een in de figuur niet getoond luchttransportkanaal kan worden aangesloten. De hoogte van de doos 24 is zodanig gekozen dat de kraag 28 in gemonteerde toestand is gepositioneerd boven de betreffende verstijvingsribben 20c. De lengte van de doosvormige constructie 24 kan in principe vrij worden gekozen.
Figuur 4 toont een verticale doorsnede door de doosvormige constructie ter plaatse van de opening 26 en de kraag 28. Uit deze figuur blijkt duidelijk dat de doosvormige constructie 24 in feite bestaat uit een langgerekte U-vorm waarvan de uiteinden zijn afgesloten. Het blijkt zeer eenvoudig te zijn om een dergelijke doosvormige constructie door middel van enkele buigbewerkingen te vervaardigen uit langgerekt plaatmateriaal.
Figuur 5 toont één van de vele mogelijkheden waarop de doosvormige constructie 24 aan het bandraster 20 kan worden bevestigd. In de geïllustreerde oplossing wordt ervan uitgegaan dat de verstijvingsribben 20b en 20c aan de bovenzijde nogmaals zijn omgebogen zodat er bij beide ribben een kraalrand ontstaat. Deze kraalranden zijn aangeduid met 20f en 20g.
Om de doosvormige constructie aan het bandraster 20 te bevestigen wordt nu gebruik gemaakt van bevestigingsplaatjes 28a en 28b. Elk van deze plaatjes heeft een breedte die correspondeert met de tussenafstand tussen de opstaande verstijvingsribben 20b en 20c en een hoogte die correspondeert met de hoogte van de verstijvingsribben verminderd met de verticale afstand die in beslag wordt genomen door de kraalranden 20f en 20g. Verder is het plaatje ter plaatse van de kraalranden voorzien van twee opstaande oren 30a, 30b die precies in de vrije ruimte binnen in elke kraalrand kunnen schuiven. Tijdens de montage wordt eerst de doosvormige constructie 24 op zijn plaats gebracht en vervolgens worden de montage-plaatjes in het bandraster geschoven en tegen de doosvormige constructie aangedrukt. Daarna wordt door de bevestigingsplaatjes en door de zijwanden van de doosvormige constructie een gaatje geboord en worden de plaatjes en de doosvormige constructie aan elkaar bevestigd door middel van zelftappende schroeven. Dankzij de samenwerking tussen de oren van de bevestigingsplaatjes en de kraalranden van het bandraster is daarmee de doosvormige constructie aan het bandraster bevestigd.
Om vrijheid te houden in de positionering van de doosvormige constructies 24 verdient het de voorkeur om de bandrasters over hun gehele lengte te voorzien van een perforatie. Het is daarbij niet nodig om deze perforatie ook over de gehele breedte van de dragende strip aan te brengen. In principe is de perforatie alleen nodig over dat deel van de breedte dat zich bevindt tussen de beide verstijvingsribben.
De vorm van de perforatie kan willekeurig worden gekozen waarbij esthetische overwegingen een rol kunnen spelen. Uit technische overwegingen verdient het de voorkeur om gebruik te maken van ronde gaten of afgeronde langwerpige sleuven aangezien dergelijke perforaties in een ponsmachine met eenvoudige gereedschappen relatief goedkoop kunnen worden gerealiseerd.
Binnen het kader van deze aanvrage wordt niet alleen bescherming gevraagd voor complete stelsels, maar wordt bovendien bescherming gevraagd voor de afzonderlijke, van perforatie-openingen voorziene bandrasters. Deze bandrasters vormen een essentiële component voor toepassing binnen het voorgestelde stelsel en zijn als zodanig nog niet uit de stand der techniek bekend.

Claims (6)

1. Stelsel voor het aan- of afvoeren van lucht via het plafond naar of van een ruimte, waartoe behoort een luchtrooster voorzien van een geperforeerde plaat die zich bevindt aan een zijde van een doosvormige constructie waarvan een andere zijde voorzien is van een opening waar op een luchttransportkanaal kan worden aangesloten, welke rooster bestemd is om te worden gebruikt in een plafondsysteem bestaande uit plafondelementen die worden gedragen door profielen waaronder bandrasters, de laatste bestaande uit een langgerekte strip en twee evenwijdige met onderlinge tussenafstand loodrecht daarop gepositioneerde verstijvingsribben, met het kenmerk, dat de doosvormige constructie zich bevindt op een bandraster en dat de geperforeerde plaat wordt gevormd door een geperforeerd deel van de langgerekte strip van het bandraster.
2. Stelsel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de langgerekte strip van het bandraster over zijn gehele lengte is geperforeerd.
3. Stelsel volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat althans de afmeting van de doosvormige constructie althans bij benadering overeenstemt met de afstand tussen de twee evenwijdige verstijvingsribben.
4. Stelsel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de doosvormige constructie is voorzien van bevestigingselementen waarmee de doosvormige constructie kan worden bevestigd aan het bandraster, in het bijzonder aan de twee verstijvingsribben.
5. Stelsel volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de van de langgerekte strip afgekeerde zijden van de verstijvingsribben zijn voorzien van kraalranden en dat de bevestigingsmiddelen worden gevormd door plaatjes die voorzien zijn van oren, welke oren in de vrije ruimte binnen de kraalranden kunnen worden getrokken.
6. Bandraster voor toepassing in plafondsystemen, welk bandraster bestaat uit een langgerekte strip en twee evenwijdige, met onderlinge tussenafstand loodrecht daarop gepositioneerde verstijvingsribben, met het kenmerk, dat de langgerekte strip althans over een deel van zijn lengte en althans over een deel van zijn breedte voorzien is van een perforatie.
NL9300878A 1993-05-21 1993-05-21 Plafondroosterconstructie. NL9300878A (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9300878A NL9300878A (nl) 1993-05-21 1993-05-21 Plafondroosterconstructie.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9300878A NL9300878A (nl) 1993-05-21 1993-05-21 Plafondroosterconstructie.
NL9300878 1993-05-21

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL9300878A true NL9300878A (nl) 1994-12-16

Family

ID=19862427

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9300878A NL9300878A (nl) 1993-05-21 1993-05-21 Plafondroosterconstructie.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL9300878A (nl)

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3088392A (en) * 1960-09-08 1963-05-07 Owens Corning Fiberglass Corp Duct construction
NL6601991A (nl) * 1965-03-17 1966-09-19
US3482505A (en) * 1968-04-10 1969-12-09 Robertson Co H H Air distributing acoustical ceiling units and insulating batts therefor
DE2125637A1 (de) * 1970-06-12 1971-12-23 National Ceiling Corp , Niles, 111 (V St A) Gitterförmige Rasterkonstruktion für abgehängte Decken
DE2652481A1 (de) * 1976-11-18 1978-05-24 Joachim Seiffert Abhaengeelement fuer ein traggerippe zur halterung von zwischendeckenelementen

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3088392A (en) * 1960-09-08 1963-05-07 Owens Corning Fiberglass Corp Duct construction
NL6601991A (nl) * 1965-03-17 1966-09-19
US3482505A (en) * 1968-04-10 1969-12-09 Robertson Co H H Air distributing acoustical ceiling units and insulating batts therefor
DE2125637A1 (de) * 1970-06-12 1971-12-23 National Ceiling Corp , Niles, 111 (V St A) Gitterförmige Rasterkonstruktion für abgehängte Decken
DE2652481A1 (de) * 1976-11-18 1978-05-24 Joachim Seiffert Abhaengeelement fuer ein traggerippe zur halterung von zwischendeckenelementen

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US8984781B2 (en) Configurable large-depth panel display
CN106852066B (zh) 数据中心空气遏制系统
US4365449A (en) Honeycomb framework system for drop ceilings
US3743826A (en) Ceiling modules
US9883267B2 (en) Loudspeaker mounting system
US5423507A (en) Bracket for holding ceiling suspended fixtures
US20090261211A1 (en) Cable Management System
JPH0575866B2 (nl)
US2817752A (en) Lighting system and ceiling panel
US6062399A (en) Merchandise display system configurable for installation on a variety of merchandise display frames
US2769553A (en) Display and like devices
NL9300878A (nl) Plafondroosterconstructie.
US4356674A (en) Free-standing space divider assembly with acoustic upper end border
US4446669A (en) End channel member for space dividing system panel
US2313687A (en) Ceiling structure
US3023866A (en) Panel assembly
US4261153A (en) Accessible-demountable support system for wall paneling and reversible clip means used therein
US2338521A (en) Housing for fluorescent lamps
RU189983U1 (ru) Каркас светодиодной стойки
JP2000336830A (ja) 天井パネルの落下防止ハンガー
US3400506A (en) Suspended ceiling of removable panels
RU57774U1 (ru) Потолочная конструкция
EP0442750A1 (en) A display or cladding panel
JP3213599B2 (ja) 天井パネルの固定金具
EP2028739A1 (en) Mounting cable baskets and the like

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed