NL9300342A - Inrichting voor het voegen van metselwerk. - Google Patents
Inrichting voor het voegen van metselwerk. Download PDFInfo
- Publication number
- NL9300342A NL9300342A NL9300342A NL9300342A NL9300342A NL 9300342 A NL9300342 A NL 9300342A NL 9300342 A NL9300342 A NL 9300342A NL 9300342 A NL9300342 A NL 9300342A NL 9300342 A NL9300342 A NL 9300342A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- mortar
- hand tool
- joint
- pressing
- supply line
- Prior art date
Links
Classifications
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E04—BUILDING
- E04F—FINISHING WORK ON BUILDINGS, e.g. STAIRS, FLOORS
- E04F21/00—Implements for finishing work on buildings
- E04F21/165—Implements for finishing work on buildings for finishing joints, e.g. implements for raking or filling joints, jointers
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E04—BUILDING
- E04F—FINISHING WORK ON BUILDINGS, e.g. STAIRS, FLOORS
- E04F21/00—Implements for finishing work on buildings
- E04F21/165—Implements for finishing work on buildings for finishing joints, e.g. implements for raking or filling joints, jointers
- E04F21/1652—Implements for finishing work on buildings for finishing joints, e.g. implements for raking or filling joints, jointers for smoothing and shaping joint compound to a desired contour
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E04—BUILDING
- E04F—FINISHING WORK ON BUILDINGS, e.g. STAIRS, FLOORS
- E04F21/00—Implements for finishing work on buildings
- E04F21/165—Implements for finishing work on buildings for finishing joints, e.g. implements for raking or filling joints, jointers
- E04F21/1655—Implements for finishing work on buildings for finishing joints, e.g. implements for raking or filling joints, jointers for finishing corner joints
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Architecture (AREA)
- Civil Engineering (AREA)
- Structural Engineering (AREA)
- Conveying And Assembling Of Building Elements In Situ (AREA)
- On-Site Construction Work That Accompanies The Preparation And Application Of Concrete (AREA)
Description
INRICHTING VOOR HET VOEGEN VAN METSELWERK
Het voegen van metselwerk geschiedt over het algemeen door speciale vaklieden. Door groot vakmanschap en ervaring kunnen deze vaklieden zeer grote aantallen vierkante meters metselwerk per dag afwerken.
Het voegen is echter lichamelijk zwaar inspannend. Niet alleen moet de voegmortel worden aangemaakt, hetgeen vaak met handkracht geschiedt, maar tevens moet bij het voegen telkens op het voegbord een groot gewicht aan mortel worden ondersteund en het in de voeg drukken van de mortel en het gladstrijken daarvan vereist een aanzienlijke kracht.
De uitvinding beoogt een inrichting voor het voegen van metselwerk te verschaffen waardoor de lichamelijke belasting bij het voegen sterk kan worden verminderd.
Dit doel wordt bereikt met de inrichting zoals gekenmerkt in conclusie 1. Doordat de voegmortel door de toevoerleiding wordt toegevoerd, behoeft de vakman niet langer het gewicht van een voorraadmortel te torsen. Het mondstuk brengt de mortel direct in de voeg en, door de inrichting in langsrichting van de voeg te bewegen, volgt na het inbrengen van de mortel door het mondstuk, vanzelf het aandrukken van de mortel in de voeg, door het op één lijn daarmee liggende aandrukorgaan.
Bij voorkeur wordt de maatregel van conclusie 2 toegepast. De inrichting kan dan eenvoudig gestuurd worden, zodat de inrichting gemakkelijk met een aanzienlijke snelheid langs de voeg bewogen kan worden.
Conclusie 3 kenmerkt een verder ontwikkelde inrichting. Door het verwisselbare aandrukorgaan en/of geleidings-element kan de inrichting eenvoudig aangepast worden voor voegen van verschillende dikte en vorm, zoals bijvoorbeeld ook opgelegde voegen, zoals knipvoegen. Ook kan een speciaal kort aandrukorgaan worden gebruikt voor de stootvoegen. Voor het afwerken van hoeken in het metselwerk kan ook een speciaal aandrukorgaan worden toegepast.
Een gunstige verdere ontwikkeling wordt gekenmerkt in conclusie 4. De verschillende kanalen en de bijbehorende transportmiddelen daarvoor kunnen op deze wijze aangepast worden aan de specifieke geaardheid van het te transporteren voegmortelbestanddeel. De te verwerken voegmortel behoeft in de voorraadhouder niet reeds geheel aangemaakt te worden, zodat het werk op elk moment onderbroken kan worden en weer aangevangen kan worden zonder het gevaar dat mortel in de voorraadhouder hard wordt.
In het bijzonder is daarbij de uitvoering volgens conclusie 5 geschikt.
Een geschikte uitvoeringsvorm wordt gekenmerkt in conclusie 6. Door toepassing van een persinrichting in het handgereedschap, behoeft de voegmortel niet met hoge druk door de toevoerleiding getransporteerd te worden, zodat deze leidingen relatief licht en daardoor goed buigzaam uitgevoerd kunnen worden.
Een gunstige verdere ontwikkeling wordt gekenmerkt in conclusie 7. Door het aandrukorgaan te doen trillen behoeft slechts een zeer geringe kracht uitgeoefend te worden om de mortel zich goed in de voeg te laten zetten.
Het hanteren van het handgereedschap vergt hierdoor slechts weinig kracht.
Volgens een geschikte uitvoeringsvorm worden de mortelbestanddelen door middel van perslucht door de toevoerleiding getransporteerd. De in het handgereedschap vrijkomende perslicht kan daarbij op gunstige wijze worden gebruikt voor het aandrijven van een persluchtmotor, waarmee bijvoorbeeld de mengmiddelen, de persinrichting en/of de trilmiddelen worden aangedreven.
De uitvinding zal verder worden toegelicht in de volgende beschrijving aan de hand van de in de figuren getoonde uitvoeringsvoorbeelden.
Pig. 1 toont schematisch een inrichting volgens een eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding.
Pig. 2 toont het handgereedschap van een inrichting volgens een tweede uitvoeringsvorm.
Pig. 3 toont het handgereedschap van een inrichting volgens een derde uitvoeringsvorm.
Pig. 4 toont het handgereedschap van een inrichting volgens een vierde uitvoeringsvorm.
Pig. 5 toont een bij de inrichting van fig. 4 behorend onderdeel.
Pig. 6 toont weer een andere uitvoeringsvorm voor het afwerken van hoekmetselwerk.
Pig. 7 toont een met de inrichting van fig. 6 te gebruiken onderdeel.
Pig. 8 toont een inrichting voor het voegen van stootvoegen.
De in fig. 1 getoonde inrichting 1 voor het voegen van metselwerk 2 omvat een voorraadhouder 4 waarin voegmor-telbestanddelen worden opgenomen. Deze voegmortelbestandde-len zijn op gebruikelijke wijze in een geschikte mengverhou-ding toe te passen cement en vulstoffen zoals zand.
De voegmortelbestanddelen worden via kanalen in een schematisch met 5 aangeduide toevoerleiding toegevoerd aan een handgereedschap 9. De toevoer geschiedt door transportmiddelen die in fig. 1 niet nader zijn getoond maar op zichzelf bekende pompmiddelen kunnen zijn, die bijvoorbeeld elektrisch worden aangedreven en in de voorraadhouder 4 zijn geïncorporeerd. Een andere mogelijkheid is dat de transportmiddelen persluchttransportmiddelen zijn, waarbij de voegmortelbestanddelen met behulp van perslucht door de kanalen van de toevoerleiding 5 worden geperst.
In de toevoerleiding is in dit uitvoeringsvoorbeeld een mortelleiding 7 en een waterleiding 6 opgenomen. Aan het handgereedschap 9 wordt dus droge mortel in de juiste samenstelling toegevoerd en afzonderlijk water via de leiding 6. Verder is een elektrische leiding 8 aanwezig voor het van energie voorzien van een elektromotor 14 die een persinrichting 13 in de vorm van een transportschroef aandrijft. De via de leidingen 6 en 7 toegevoerde mortelbestanddelen worden door de persinrichting 13 grondig gemengd en uit een mondstuk 10 van het handgereedschap 9 naar buiten geperst.
Het mondstuk 10 wordt in of vlak voor de voeg 3 gehouden, zodat de naar buiten geperste voegmortel in de voeg 3 terecht komt. Daarbij wordt het handgereedschap 9 in de richting van de pijl 15 voortbewogen, zodat de gehele voeg 3 wordt gevuld.
Aansluitend aan het mondstuk 10 is een langwerpig aandrukorgaan 11 aangebracht, dat in hoofdzaak de functie van de bekende voegspijker vervult. Met dit aandrukorgaan 11 wordt de via het mondstuk 10 in de voeg 3 gebrachte mortel aangedrukt zodat deze goed samenhangend wordt en goed kan verharden.
Op één lijn met de langsrichting van het aandrukorgaan 11 is aan de andere zijde van het mondstuk 10 een geleidingselement 12 aangebracht, die uitgevoerd is als tastvinger, welke in de groef 3 wordt geleid, zodat het mondstuk 10 zonder speciale inspanning nauwkeurig ten opzichte van de voeg 3 wordt geleid, bij het verplaatsen van het handgereedschap 9 in de richting van de pijl 15.
De toevoerleiding 5 is buigzaam en kan verscheidene meters lang zijn, zodat de voorraadhouder 4 in nabijheid van het te voegen metselwerk vast opgesteld kan worden. De uitvoerende persoon beweegt het handgereedschap 9 op de beschreven wijze langs de voeg 3, waardoor in één beweging de voeg 3 wordt gevuld en de mortel wordt aangestreken.
De buigzame toevoerleiding 5 kan bijvoorbeeld op armslengte afstand van het handgereedschap 9 aan een gordel van de bedieningspersoon worden vastgemaakt, zodat deze bij het werk geen hinder ondervindt van door de leiding op het handgereedschap 9 uitgeoefende trekkracht.
Bij de in fig. 2 getoonde inrichting 20 omvat de toevoerleiding een afzonderlijke mortelleiding 21 en waterleiding 22. De mortelleiding 21 en waterleiding 22 monden uiteindelijk uit in een mengkamer 23 waarin gecombineerde menginrichting/pomp is ondergebracht, die aangedreven wordt door een motor 24. De goedgemengde mortel verlaat via een kanaal 26 de mengkamer 23 en is verbonden met een mondstuk 29 dat geïntegreerd is met een één geheel vormend aandrukor- gaan 27 en geleidingselement 28. Doordat het geleidingselement 28 en het aandrukorgaan 27 de omgeving van het mondstuk 29 afsluiten, kan de mortel met een hoge druk in de voeg 30 worden geperst waardoor nauwelijks nog kracht uitgeoefend behoeft te worden voor het aandrukken van de voeg. Door de persdruk komt de mortel reeds goed gecomprimeerd in de voeg 30 terecht.
De inrichting 35 van fig. 3 is een verdere ontwikkeling. De toevoer 36 loopt door een kanaal in het handvat van het handgereedschap naar een mengkamer 37 waarin een trans-portschroef is aangebracht, die de mortel uit het aan het vooreinde 41 aangebrachte mondstuk naar buiten perst. Aan de voorkant is een geleidingselement 42 aangebracht dat losneembaar door middel van een borgschroef 43 aan het handgereedschap is bevestigd. Het geleidingselement 42 kan verwisseld worden zodat een voor het betreffende werk geschikt geleidingselement aan het handgereedschap kan worden aangebracht.
Ook het aandrukorgaan 44 is verwisselbaar in een houder 45 opgenomen. Het aandrukorgaan 44 is bovendien tot een U-veer gebogen en is in contact met een trilpen 46 die met zijn andere einde aanligt tegen een kartelwiel 47 dat aangebracht is op de as 48 van de motor 39 die de transport-schroef 38 aandrijft. Bij in werking zijnde motor 39 wordt de trilpen 46 heen en weer bewogen door het kartelwiel 47 en wordt dus het aandrijforgaan 44 in trilling gebracht. De met het mondstuk 41 in de voeg ingebrachte voegmortel wordt hierdoor aangetrild, waardoor dit goed wordt verdicht zonder dat enige kracht behoeft te worden uitgeoefend. De elektromotor 39 is voorzien van een schakelaar 40. Wanneer de motor 39 met behulp van de schakelaar 40 wordt uitgeschakeld stopt de transportschroef en wordt dus geen mortel meer uit het mondstuk 41 naar buiten geperst. Hierdoor kan het toevoeren van mortel in de voeg nauwkeurig worden gedoseerd en kan op elk moment het werk worden onderbroken en weer hervat.
Bij de inrichting 50 zoals getoond in fig. 4, waarbij geen afzonderlijke persinrichting in het handgereedschap is ondergebracht, kan de toevoer van mortel uit het mondstuk worden geregeld met behulp van een afsluiter 51, die bestaat uit een met de duim te bedienen schuif, welke tegen een veer 52 in ingedrukt kan worden om een doorgaand kanaal te openen. Bij het loslaten van de afsluiter 51 drukt de veer 52 de schuif terug waardoor de leiding wordt afgesloten.
Het aandrukorgaan 53 is losneembaar aangebracht en met een einde opgenomen in een houder 54. Het aandrukorgaan 53 kan aldus eenvoudig worden verwisseld voor een ander aandrukorgaan, zoals bijvoorbeeld een aandrukorgaan 55 zoals getoond in fig. 5. Dit aandrukorgaan 55 kan met het einde 57 in de houder 54 worden gestoken. Door de afgeknot V-vormige doorsnede vanhet aandrukorgaan 55 zal van de in de voeg gebrachte mortel een opliggende of knipvoeg 56 worden gevormd.
Voor het voegen van specifieke delen van het metselwerk kunnen specifieke aandrukorganen worden toegepast. Zo is de inrichting 60 in fig. 6, die in hoofdzaak overeenkomt met de inrichting 50 van fig. 4, op het einde van het hand-gereedschap een hoekvoegstuk 61 geklemd met behulp van een borgschroef 62 waarmee de voeg ter plaatse van een hoek 63 in het metselwerk kan worden afgewerkt. Het hoekstuk wordt tegen of in de voeg gedrukt en door het toevoeren van mortel wordt de hoek opgevuld. Door achtereenvolgens het handge-reedschap in het verlengde van elk van de armen van de hoek 61 te bewegen, wordt de ingebrachte mortel aangedrukt en afgewerkt.
Het hoekvoegstuk omvat een bus 64 waarmee dit op het handgereedschap is geschoven. Fig. 7 toont een ander hulpstuk 65 dat eveneens van een dergelijke bus 66 met schroef 67 is voorzien en dus op de inrichting 60 geklemd kan worden. Het hulpstuk is hier voorzien van een geleidingselement met een kanaal, dat aan zijn einde het mondstuk 68 bepaalt. Met dit hulpstuk 65 wordt de voegmortel als een lint in de voeg gelegd en aansluitend met het aandrukelement 69 vastgedrukt. Het aandrukelement 69 is instelbaar door middel van een in een sleuf 71 verschuifbare stelschroef 70.
Ook voor het voegen van stootvoegen kan een afzonderlijk hulpstuk worden toegepast. De inrichting 75 van fig.
8 is voorzien van een dergelijk aandrukelement 67 dat uiteraard kort is uitgevoerd zodat dit in de stootvoeg 77 omhoog en omlaag bewogen kan worden voor het aandrukken en af strijken van de mortel.
Zoals uit het bovenstaande blijkt, kan de inrichting volgens de uitvinding op veel verschillende manieren worden uitgevoerd. Bij elke uitvoering wordt het voordeel bereikt dat de gebruiker niet meer een voorraad voegmortel zelf behoeft te dragen, maar dat deze op geschikte wijze wordt toegevoerd via een toevoerleiding uit een voorraadhouder.
Claims (10)
1. Inrichting voor het voegen van metselwerk, omvattende een voorraadhouder van voegmortelbestanddelen, een door een buigzame toevoerleiding met de voorraadhouder verbonden handgereedschap, transportmiddelen voor het door de toevoerleiding naar het handgereedschap transporteren van voegmortel, waarbij het handgereedschap een langwerpig aandrukorgaan en een op een lijn daarmee liggend, met de toevoerleiding verbonden mondstuk heeft.
2. Inrichting volgens conclusie 1, omvattende een aan de andere zijde van het mondstuk, op dezelfde lijn liggend geleidingselement.
3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij het aandrukorgaan en/of het geleidingselement verwisselbaar is.
4. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de toevoerleiding tenminste twee afzonderlijke kanalen voor verschillende voegmortelbestanddelen omvat en het handgereedschap een mengkamer omvat voor het mengen van de afzonderlijk toegevoerde bestanddelen.
5. Inrichting volgens conclusie 4, waarbij de toevoerleiding afzonderlijke kanalen omvat voor droge mortel en water.
6. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het handgereedschap een persinrichting omvat voor het onder verhoogde druk uit het mondstuk persen van voegmortel.
7. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, omvattende trilmiddelen voor het doen trillen van het aandrukorgaan.
8. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies 4-7, waarbij het handgereedschap een motor draagt voor het aandrijven van mengmiddelen in de mengkamer.
9. Inrichting volgens conclusie 8, waarbij de motor tevens de persinrichting en/of de trilmiddelen aandrijft.
10. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies 8 of 9, waarbij de transportmiddelen persluchttransportmiddelen zijn en de motor een persluchtmotor is, die gevoed wordt door perslucht voor het transport van de mor-telbestanddelen.
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL9300342A NL9300342A (nl) | 1993-02-24 | 1993-02-24 | Inrichting voor het voegen van metselwerk. |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL9300342 | 1993-02-24 | ||
NL9300342A NL9300342A (nl) | 1993-02-24 | 1993-02-24 | Inrichting voor het voegen van metselwerk. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL9300342A true NL9300342A (nl) | 1994-09-16 |
Family
ID=19862099
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL9300342A NL9300342A (nl) | 1993-02-24 | 1993-02-24 | Inrichting voor het voegen van metselwerk. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL9300342A (nl) |
Cited By (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
PL126545U1 (pl) * | 2017-08-24 | 2019-02-25 | Tomasz Drzewiecki | Fugownica |
US11225013B2 (en) * | 2016-07-27 | 2022-01-18 | Soletanche Freyssinet | Method for repairing a civil engineering structure |
Citations (7)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE349933C (de) * | 1920-10-17 | 1922-03-10 | Karl Metzger | Vorrichtung zum Ausfugen von Mauerwerk |
GB280309A (en) * | 1927-05-30 | 1927-11-17 | John Edward Sanders | Improvements relating to the pointing of brickwork, or the like |
US2188938A (en) * | 1938-09-09 | 1940-02-06 | Francis C Bagby | Apparatus for treating masonry and like surfaces |
DE1684452A1 (de) * | 1966-03-22 | 1969-10-30 | Paul Schaefer | Fugenmoertel und Geraet zu seiner Verwendung |
DE1955923A1 (de) * | 1969-11-06 | 1971-05-19 | Antonius Kufferath | Geraet zum Einfugen von Mauerwerk |
US3768939A (en) * | 1971-02-18 | 1973-10-30 | W Gramling | Nozzle apparatus for cementitious materials |
DE8337903U1 (de) * | 1983-05-04 | 1986-06-26 | Windhorst, Rolf, 2841 Wagenfeld | Mörtelfugendüse |
-
1993
- 1993-02-24 NL NL9300342A patent/NL9300342A/nl not_active Application Discontinuation
Patent Citations (7)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE349933C (de) * | 1920-10-17 | 1922-03-10 | Karl Metzger | Vorrichtung zum Ausfugen von Mauerwerk |
GB280309A (en) * | 1927-05-30 | 1927-11-17 | John Edward Sanders | Improvements relating to the pointing of brickwork, or the like |
US2188938A (en) * | 1938-09-09 | 1940-02-06 | Francis C Bagby | Apparatus for treating masonry and like surfaces |
DE1684452A1 (de) * | 1966-03-22 | 1969-10-30 | Paul Schaefer | Fugenmoertel und Geraet zu seiner Verwendung |
DE1955923A1 (de) * | 1969-11-06 | 1971-05-19 | Antonius Kufferath | Geraet zum Einfugen von Mauerwerk |
US3768939A (en) * | 1971-02-18 | 1973-10-30 | W Gramling | Nozzle apparatus for cementitious materials |
DE8337903U1 (de) * | 1983-05-04 | 1986-06-26 | Windhorst, Rolf, 2841 Wagenfeld | Mörtelfugendüse |
Cited By (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US11225013B2 (en) * | 2016-07-27 | 2022-01-18 | Soletanche Freyssinet | Method for repairing a civil engineering structure |
PL126545U1 (pl) * | 2017-08-24 | 2019-02-25 | Tomasz Drzewiecki | Fugownica |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US7540224B2 (en) | Straddle safety pusher system | |
US10577811B2 (en) | Prefill tool for finishing wallboard joints | |
NL9300342A (nl) | Inrichting voor het voegen van metselwerk. | |
CA2007095A1 (en) | Film bonding method and apparatus for performing same | |
US4547999A (en) | Device for fixing a drill to be ground | |
US2889965A (en) | Mastic applicator and corner-finishing tool | |
ATE316850T1 (de) | Tragbare motorkettensäge | |
DE3279443D1 (en) | Feeding device for single or multiple sheets | |
EP1065033A3 (de) | Verfahren und Vorrichtung zum Anmachen von abbindendem Material, insbesondere von einer trockenen oder rieselfähigen Baustoffmischung | |
US6276858B1 (en) | Resin applicator | |
ATE338718T1 (de) | Vorrichtung zum schneiden von bandmaterial mit schneidwinkelverstelllung | |
EP0768146A3 (en) | Table apparatus for machine tool | |
DE50200255D1 (de) | Anschlussvorrichtung für eine Spritzbeschichtungsvorrichtung | |
US2954807A (en) | Machine for the production of small parquet battens | |
SE502067C2 (sv) | Sätt och anordning för skarvning av stödhylsor av papp | |
CN214869504U (zh) | 电动坡口机对口定位平台 | |
CA2286547C (en) | Resin applicator | |
WO1987004107A1 (en) | Extending device for wood-veneer | |
CN220072204U (zh) | 一种线束打胶机 | |
CN116586248B (zh) | 一种线束打胶机 | |
CN217321085U (zh) | 贴码工装 | |
CN219190584U (zh) | 一种封边机进料机构 | |
DE20209199U1 (de) | Schleifgerät | |
GB2241196A (en) | Workpiece cutting guide | |
JPH0195002A (ja) | エッジバンディングマシン |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A1A | A request for search or an international-type search has been filed | ||
BB | A search report has been drawn up | ||
BV | The patent application has lapsed |