NL9300063A - Wheelchair. - Google Patents

Wheelchair. Download PDF

Info

Publication number
NL9300063A
NL9300063A NL9300063A NL9300063A NL9300063A NL 9300063 A NL9300063 A NL 9300063A NL 9300063 A NL9300063 A NL 9300063A NL 9300063 A NL9300063 A NL 9300063A NL 9300063 A NL9300063 A NL 9300063A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
wheel
wheelchair
frame
axis
arm
Prior art date
Application number
NL9300063A
Other languages
Dutch (nl)
Original Assignee
Ligtvoet Products Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Ligtvoet Products Bv filed Critical Ligtvoet Products Bv
Priority to NL9300063A priority Critical patent/NL9300063A/en
Priority to PCT/NL1994/000002 priority patent/WO1994015567A1/en
Priority to AU58668/94A priority patent/AU5866894A/en
Publication of NL9300063A publication Critical patent/NL9300063A/en

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61GTRANSPORT, PERSONAL CONVEYANCES, OR ACCOMMODATION SPECIALLY ADAPTED FOR PATIENTS OR DISABLED PERSONS; OPERATING TABLES OR CHAIRS; CHAIRS FOR DENTISTRY; FUNERAL DEVICES
    • A61G5/00Chairs or personal conveyances specially adapted for patients or disabled persons, e.g. wheelchairs
    • A61G5/04Chairs or personal conveyances specially adapted for patients or disabled persons, e.g. wheelchairs motor-driven
    • A61G5/041Chairs or personal conveyances specially adapted for patients or disabled persons, e.g. wheelchairs motor-driven having a specific drive-type
    • A61G5/042Front wheel drive
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61GTRANSPORT, PERSONAL CONVEYANCES, OR ACCOMMODATION SPECIALLY ADAPTED FOR PATIENTS OR DISABLED PERSONS; OPERATING TABLES OR CHAIRS; CHAIRS FOR DENTISTRY; FUNERAL DEVICES
    • A61G5/00Chairs or personal conveyances specially adapted for patients or disabled persons, e.g. wheelchairs
    • A61G5/10Parts, details or accessories
    • A61G5/1051Arrangements for steering
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61GTRANSPORT, PERSONAL CONVEYANCES, OR ACCOMMODATION SPECIALLY ADAPTED FOR PATIENTS OR DISABLED PERSONS; OPERATING TABLES OR CHAIRS; CHAIRS FOR DENTISTRY; FUNERAL DEVICES
    • A61G5/00Chairs or personal conveyances specially adapted for patients or disabled persons, e.g. wheelchairs
    • A61G5/10Parts, details or accessories
    • A61G5/1078Parts, details or accessories with shock absorbers or other suspension arrangements between wheels and frame

Landscapes

  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Animal Behavior & Ethology (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Public Health (AREA)
  • Veterinary Medicine (AREA)
  • Handcart (AREA)

Description

Korte aanduiding: RolstoelShort designation: Wheelchair

De uitvinding heeft betrekking op een rolstoel omvattende een gestel, een tenminste gedeeltelijk op het gestel gesteunde ziteenheid, en op een voorste en een achterste wielaslijn gelegen wielen, waarbij elk wiel zodanig via een ophangingsmechanisme met het gestel is verbonden dat het een veerbeweging ten opzichte van het gestel kan uitvoeren.The invention relates to a wheelchair comprising a frame, a seating unit supported at least partly on the frame, and wheels located on a front and a rear wheel axis, each wheel being connected to the frame via a suspension mechanism in such a way that it moves in a spring motion relative to can perform the frame.

Dergelijke rolstoelen zijn in velerlei uitvoeringen bekend. De veerbeweging, die elk wiel in een in hoofdzaak vertikaal vlak ten opzichte van het gestel kan uitvoeren, heeft voornamelijk tot doel een comfortabel rijden voor de in de rolstoel gezeten persoon mogelijk te maken. Tevens is het bij rolstoelen met door één of meer elektromotoren aangedreven wielen van belang dat deze aangedreven wielen voortdurend stevig contact houden met de ondergrond. Op deze wijze wordt bijvoorbeeld bij het oprijden van een stoeprand verleden dat aan één zijde de aandrijving wegvalt. Het aantal wielen, de opstelling van de wielen, alsmede de uitvoering van de wielen van de rolstoel kan verschillend zijn.Such wheelchairs are known in many embodiments. The spring movement, which each wheel can perform in a substantially vertical plane relative to the frame, is mainly intended to enable a comfortable ride for the person seated in the wheelchair. It is also important for wheelchairs with wheels driven by one or more electric motors that these driven wheels maintain constant firm contact with the ground. In this way, for example, when driving onto a curb, the drive is lost on one side. The number of wheels, the arrangement of the wheels, as well as the design of the wheels of the wheelchair can be different.

Een bekende rolstoel omvat bijvoorbeeld twee op de achterste wielaslijn gelegen wielen, die elk via een eigen ophangingsmechanisme met het gestel zijn verbonden. Daarbij kan op de voorste wielaslijn één enkel zwenkwiel zijn aangebracht, dat in het middenlangsvlak van de rolstoel is geplaatst, maar ook kunnen twee vast in een drager geplaatste zwenkwielen zijn aangebracht, waarbij de drager een veerbeweging ten opzichte van het gestel kan uitvoeren.A known wheelchair comprises, for example, two wheels located on the rear wheel axle line, each of which is connected to the frame via its own suspension mechanism. In this case, a single swivel wheel can be arranged on the front wheel axle line, which is placed in the median longitudinal plane of the wheelchair, or two swivel wheels which can be fixed in a carrier can be arranged, whereby the carrier can perform a spring movement relative to the frame.

Een andere bekende rolstoel omvat twee op de voorste wielaslijn gelegen zwenkwielen en twee op de achterste wielaslijn gelegen wielen, waarbij de achterste wielen elk met een afzonderlijke aandrijfmotor zijn gekoppeld. Bij deze rolstoel is elk wiel via een eigen ophangingsmechanisme met het gestel verbonden, zodat een rolstoel met volledig onafhankelijk ten opzichte van het gestel veerbare wielen is verkregen.Another known wheelchair comprises two castor wheels located on the front wheel axle line and two wheels located on the rear wheel axle line, the rear wheels each being coupled to a separate drive motor. In this wheelchair, each wheel is connected to the frame via its own suspension mechanism, so that a wheelchair with wheels which are fully independent of the frame is obtained.

De bekende rolstoelen hebben het nadeel dat bij het met een redelijk hoge snelheid rijden over een oneffen oppervlak de in de rolstoel gezeten persoon een stotend en onaangenaam weggedrag ondervindt. Dit is voornamelijk het geval bij rolstoelen die buitenshuis worden gebruikt.The known wheelchairs have the drawback that when driving at a fairly high speed over an uneven surface, the person seated in the wheelchair experiences a bumpy and unpleasant road behavior. This is especially the case with wheelchairs that are used outdoors.

De uitvinding beoogt derhalve een rolstoel van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen, die een verbeterd weggedrag vertoont en de in de rolstoel gezeten persoon aanzienlijk meer comfort biedt.The object of the invention is therefore to provide a wheelchair of the type mentioned in the preamble, which exhibits improved handling and offers the person seated in the wheelchair considerably more comfort.

Dit oogmerk wordt bereikt door een rolstoel van de in de aanhef genoemde soort, die wordt gekenmerkt, doordat de rolstoel verder een koppelinrichting omvat, die het ophangingsme-chanisme van tenminste één op de voorste wielaslijn gelegen wiel koppelt met het ophangingsmechanisme van tenminste één op de achterste wielaslijn gelegen wiel, zodanig dat de koppelinrichting tenminste tijdens het vooruitrijden van de rolstoel bij een ten opzichte van een uitgangstoestand teweeggebrachte veerbeweging van een op de voorste resp. achterste wielaslijn gelegen wiel een in overeenkomstige richting ten opzichte van het gestel gerichte veerbeweging van een daarmee gekoppeld op de achterste resp. voorste wielaslijn gelegen wiel bewerkstelligt. Hierdoor wordt de ziteenheid bij het rijden over een oneffenheid aan geringe verplaatsingen en versnellingen onderworpen en wordt een comfortabele rolstoel verkregen.This object is achieved by a wheelchair of the type mentioned in the preamble, characterized in that the wheelchair further comprises a coupling device, which couples the suspension mechanism of at least one wheel located on the front wheel axle line with the suspension mechanism of at least one on the wheel located at the rear wheel axis, such that the coupling device, at least during the driving of the wheelchair, during a spring movement of the front resp. rear wheel axis line a wheel in a corresponding direction with respect to the frame of a spring movement of a coupled therewith to the rear respectively. front wheel axle line accomplishes wheel located. As a result, the seating unit is subjected to minor displacements and accelerations when driving over an uneven surface and a comfortable wheelchair is obtained.

In een voordelige uitvoeringsvorm omvat elk ophangingsmechanisme een zich in hoofdzaak in langsrichting van de rolstoel uitstrekkende draagarm, is de bij een op de voorste resp. achterste wielaslijn gelegen wiel behorende draagarm bij een op een afstand van de betreffende wielaslijn gelegen scharnierpunt daarvan zwenkbaar aan resp. een eerste en tweede schamieras van het gestel bevestigd, welke schamierasssen zich in hoofdzaak loodrecht op het vertikale middenlangsvlak van de rolstoel uitstrekken en tenminste tijdens het vooruitrijden van de rolstoel in het gebied tussen de voorste en de achterste wielaslijn liggen, en bewerkstelligt de koppelinrichting bij een rotatie van een bij een op de voorste resp. achterste wielaslijn gelegen wiel behorende draagarm ten opzichte van de scharnieras daarvan een in tegenovergestelde richting gerichte rotatie van een daarmee gekoppelde, bij een op de andere wielas- lijn gelegen wiel behorende draagarm.In an advantageous embodiment, each suspension mechanism comprises a support arm extending substantially in the longitudinal direction of the wheelchair, the bee is one on the front resp. rear wheel axle line, the wheel supporting arm at a pivot point thereof located at a distance from the relevant wheel axle line, can be pivoted to resp. a first and second pivot axis of the frame is mounted, which pivot axes extend substantially perpendicular to the vertical longitudinal median plane of the wheelchair and lie in the region between the front and rear wheel axle lines at least during the driving of the wheelchair, and effect the coupling device at a rotation of a bee on the front resp. rear wheel axle line, the supporting arm situated relative to the pivot axis thereof, is an opposite direction of rotation of a coupled bearing arm associated with a wheel located on the other wheel axis line.

Bijvoorkeur omvat de koppelinrichting tussen de daarmee gekoppelde ophangingsmechanismen werkzame veermiddelen. Op deze wijze wordt een verende koppeling tussen de ophangingsmechanismen verkregen, waardoor de veerbeweging van elk wiel ten opzichte van het gestel is aangepast aan de op het betreffende wiel rustende belasting. Dit is vooral van voordeel bij situaties waarbij relatief grote veerbewegingen optreden, zoals het oprijden van een stoeprand.Preferably, the coupling device comprises spring means operating between the suspension mechanisms coupled thereto. In this way a resilient coupling between the suspension mechanisms is obtained, whereby the spring movement of each wheel relative to the frame is adapted to the load resting on the respective wheel. This is especially advantageous in situations where relatively large spring movements occur, such as driving up a curb.

In een volgende voordelige uitvoeringsvorm is de koppelinrichting aangebracht tussen elke bij een op de voorste wielaslijn gelegen wiel behorende draagarm en elke bij een op de achterste wielaslijn gelegen wiel behorende draagarm, waarbij de koppelinrichting op de draagarmen aangrijpt in het gebied tussen de eerste en tweede scharnieras. Daarbij kan de koppelinrichting een stangenmechanisme omvatten of een tandwielmechanis-me. Een dergelijke mechanische koppelinrichting kan eenvoudig worden vervaardigd en robuust worden uitgevoerd. Verdere voordelige uitvoeringsvormen van de rolstoel volgens de uitvinding zijn beschreven in de onderconclusies en worden hierna nader toegelicht aan de hand van de tekening. Daarbij toont: fig. 1 schematisch een aanzicht met uiteengenomen delen van een eerste uitvoeringsvorm van de rolstoel volgens de uitvinding, fig. 2 een zijaanzicht van de rolstoel uit fig 1, fig. 3 gedeeltelijk in doorsnede een detail van figuur 2, fig. 4 een zijaanzicht van een tweede uitvoeringsvorm van de rolstoel volgens de uitvinding, en fig. 5 een weergave overeenkomstig figuur 1 van een derde uitvoeringsvorm van de rolstoel volgens de uitvinding.In a further advantageous embodiment, the coupling device is arranged between each suspension arm associated with a wheel located on the front wheel axis line and each suspension arm associated with a wheel located on the rear wheel axis line, the coupling device engaging the suspension arms in the area between the first and second pivot axis . The coupling device can herein comprise a rod mechanism or a gear mechanism. Such a mechanical coupling device can be manufactured in a simple and robust manner. Further advantageous embodiments of the wheelchair according to the invention are described in the subclaims and are further elucidated hereinafter with reference to the drawing. In the drawing: Fig. 1 schematically shows an exploded view of a first embodiment of the wheelchair according to the invention, Fig. 2 shows a side view of the wheelchair from Fig 1, Fig. 3 partially in section, a detail of Fig. 2, Fig. 4 a side view of a second embodiment of the wheelchair according to the invention, and fig. 5 a representation according to figure 1 of a third embodiment of the wheelchair according to the invention.

De in figuur 1 schematisch getoonde rolstoel omvat een gestel 1 en een ziteenheid 2. De rolstoel steunt met op de voorste wielaslijn 3 en de achterste wielaslijn 4 gelegen wielen op de grond. De op de voorste wielaslijn gelegen wielen 5,6 zijn respectievelijk via een draagarm 7, 8 zwenkbaar aan een eerste scharnieras 9 van het gestel bevestigd. Daartoe zijn de draag-armen 7,8 elk voorzien van een lagerblok 10 dat een scharnierpunt voor de draagarm ten opzichte van het gestel vormt. De op de achterste wielaslijn 4 gelegen wielen 12, 13 zijn zwenkwielen. De zwenkwielen zijn elk om een vertikale as draaibaar, maar voor het overige star opgenomen in een drager 14. In het midden steekt een steunas 15 door de drager 14, zodat de drager om de steunas zwenkbaar is. De steunas 15 is vast bevestigd aan een hefboomplaat 16, die op zijn beurt zwenkbaar is bevestigd aan een tweede scharnieras 17 van het gestel.The wheelchair shown schematically in figure 1 comprises a frame 1 and a seating unit 2. The wheelchair rests on the ground with wheels on the front wheel axle line 3 and the rear wheel axle line 4. The wheels 5,6 located on the front wheel axis line are pivotally attached to a first pivot axis 9 of the frame via a carrying arm 7, 8, respectively. For this purpose, the carrying arms 7, 8 are each provided with a bearing block 10 which forms a pivot point for the carrying arm with respect to the frame. The wheels 12, 13 located on the rear wheel axis 4 are castor wheels. The castors are each rotatable about a vertical axis, but otherwise are rigidly accommodated in a carrier 14. In the center, a support shaft 15 extends through the support 14, so that the support can be pivoted about the support shaft. The support shaft 15 is fixedly attached to a lever plate 16, which in turn is pivotally attached to a second pivot shaft 17 of the frame.

Voor het aandrijven van de rolstoel is op elke draagarm 7, 8 een elektromotor aangebracht, waarvan er in figuur 1 bij 18 één is aangeduid. Tussen elke elektromotor en het daarmee aan te drijven wiel is een overbrengingsmechanisme, bijvoorbeeld een kettingoverbrenging, geplaatst. De bediening van de elektromotoren geschiedt met behulp van een bedieningspaneel 19. Door het regelen van de toerentallen van de elektromotoren kan de rolstoel worden gestuurd. Het is evenwel ook mogelijk de zwenkwielen voor het sturen van de rolstoel te gebruiken door hun vertikale assen te draaien, bijvoorbeeld met behulp van een door een servomotor bediende stuurinrichting.An electric motor is provided on each support arm 7, 8 for driving the wheelchair, one of which is indicated at 18 in Figure 1. A transmission mechanism, for example a chain transmission, is placed between each electric motor and the wheel to be driven therewith. The electric motors are operated using a control panel 19. The wheelchair can be controlled by controlling the speeds of the electric motors. However, it is also possible to use the castors for steering the wheelchair by turning their vertical axes, for example with the aid of a servomotor-controlled steering device.

In figuur 2 zijn in een zijaanzicht van de rechterzijde van de rolstoel uit figuur 1 de koppelinrichting volgens de uitvinding tussen de op de voorste wielaslijn en op de achterste wielaslijn gelegen wielen, alsmede de wijze waarop het gestel verend is gesteund op de wielen te herkennen. Deze koppelinrichting wordt in samenhang met figuur 3 nader toegelicht. Verder is te zien dat de ziteenheid 2 nabij zijn voorzijde zwenkbaar aan een zich dwars op het vertikale middenlangsvlak van de rolstoel uitstrekkende derde scharnieras 31 van het gestel is bevestigd. Nabij zijn achterzijde is de ziteenheid 2 scharnierbaar verbonden met een steunelement 32 dat bij punt 33 scharnierbaar is verbonden met de hefboomplaat 16 (zie fig. 1) . Doordat het steunelement 32 bij punt 33 op de hefboomplaat 16 steunt, ondervindt de in de rolstoel gezeten persoon een comfortabel weggedrag. Voor het instellen van de stand van de ziteenheid kan de lengte van het steunelement worden aangepast. Daartoe kan het steunelement bijvoorbeeld worden gevormd door telescopisch uitschuifbare buizen of een elektrisch bedienbaar spindelmechanisme.In figure 2, a side view of the right-hand side of the wheelchair of figure 1 shows the coupling device according to the invention between the wheels located on the front wheel axle line and on the rear wheel axle line, as well as the manner in which the frame is resiliently supported on the wheels. This coupling device is further elucidated in connection with figure 3. It can further be seen that the seat unit 2 is pivotally mounted near its front to a third pivot axis 31 of the frame extending transversely of the vertical median longitudinal plane of the wheelchair. Near its rear, the seating unit 2 is hingedly connected to a support element 32 which is hingedly connected to the lever plate 16 at point 33 (see Fig. 1). Because the support element 32 rests on the lever plate 16 at point 33, the person seated in the wheelchair experiences comfortable handling. The length of the support element can be adjusted to adjust the position of the seating unit. To this end, the support element can be formed, for example, by telescopically extendable tubes or an electrically operated spindle mechanism.

Figuur 3 toont in detail de koppelinrichting van de rolstoel uit figuur 2 in een onbelaste toestand van de rolstoel. De draagarm 7 is op een tussen de eerste en de tweede scharnieras gelegen punt scharnierbaar verbonden met een stang 20. De stang 20 strekt zich naar boven toe uit door openingen in een vast aan de hefboomplaat 16 bevestigde steunflens 22 en een vast aan het gestel 1 bevestigde steunflens 23. De stang 20 is voorzien van een buitenschroefdraad. Bovenaan de stang bevinden zich een moer 24 en een schijf 25. Tussen de schijf 25 en de steunflens 23 is een schroefveer 26 geplaatst. De koppelinrichting tussen de draagarm 7 en de hefboomplaat 16 wordt gevormd door een schroefveer 27 die tussen de steunflens 22 en een door een moer 28 op de stang gesteunde schijf 29 is geplaatst. Voor het geleiden van de stang 20 ten opzichte van de flenzen 22 en 23 is een vrij verschuifbare geleidebus 30 aangebracht.Figure 3 shows in detail the coupling device of the wheelchair of figure 2 in an unloaded condition of the wheelchair. The carrying arm 7 is hingedly connected to a rod 20 at a point located between the first and the second pivot axis. The rod 20 extends upwards through openings in a support flange 22 fixedly attached to the lever plate 16 and a fixed part to the frame 1 attached support flange 23. The rod 20 is provided with an external thread. At the top of the rod are a nut 24 and a washer 25. A coil spring 26 is placed between the washer 25 and the support flange 23. The coupling device between the support arm 7 and the lever plate 16 is formed by a coil spring 27 which is placed between the support flange 22 and a disk 29 supported by a nut 28 on the rod. A freely sliding guide sleeve 30 is provided for guiding the rod 20 relative to the flanges 22 and 23.

Aan de andere zijde van de rolstoel is de draagarm 8 op dezelfde wijze als hierboven beschreven met de hefboomplaat 16 gekoppeld.On the other side of the wheelchair, the carrying arm 8 is coupled to the lever plate 16 in the same manner as described above.

De wijze waarop het gestel is gesteund op de wielen en de werking van de koppelinrichting wordt hierna toegelicht.The manner in which the frame is supported on the wheels and the operation of the coupling device is explained below.

In een stationaire uitgangstoestand, bijvoorbeeld bij een stilstaande of over een effen oppervlak rijdende rolstoel, wordt de belasting ten gevolge van het gewicht van de rolstoel en de daarin gezeten persoon als volgt verdeeld over de wielen. Het gestel oefent ter hoogte van de eerste en de tweede scharnieras een naar beneden gerichte kracht uit op resp. de draagarmen 7,8 en de hefboomplaat 16. De draagarm 7 zal hierdoor een tegen de klok in gerichte zwenkbeweging om de eerste scharnieras 9 uitvoeren, die wordt tegengewerkt door de reac-tiekracht van de door de stang 20 samengedrukte schroefveer 26. De draagarm 8 is op dezelfde wijze met het gestel gekoppeld. De hefboomplaat 16 wil een in de richting van de klok gerichte zwenkbeweging om de tweede scharnieras uitvoeren. Deze beweging wordt tegengewerkt door de reactiekracht van de tussen de hefboomplaat 16 en de draagarm 7 geplaatste schroefveer 27. Derhalve is de hefboomplaat 16 via de schroefveren 27 en 26 met het gestel gekoppeld. Door een geschikte keuze van de afmetingen en de stijfheden schroefveren kan de rolstoel aan de te verwachten belastingen en gebruiksomstandigheden worden aangepast.In a stationary starting position, for example with a wheelchair stationary or on a smooth surface, the load due to the weight of the wheelchair and the person seated therein is distributed over the wheels as follows. The frame exerts a downward force on the first and the second hinge axis, respectively. the support arms 7,8 and the lever plate 16. The support arm 7 will hereby perform a counterclockwise pivotal movement about the first pivot axis 9, which is counteracted by the reaction force of the coil spring 26 compressed by the rod 20. The support arm 8 is coupled to the frame in the same manner. The lever plate 16 wants to perform a clockwise pivoting movement about the second pivot axis. This movement is counteracted by the reaction force of the coil spring 27 placed between the lever plate 16 and the supporting arm 7. The lever plate 16 is therefore coupled to the frame via the coil springs 27 and 26. By choosing the dimensions and stiffness of coil springs, the wheelchair can be adapted to the expected loads and conditions of use.

Bij het over een verhoging rijden van een op de voorste wielaslijn gelegen wiel, bijvoorbeeld het rechter wiel 5, zal de bijbehorende draagarm 7 een tegen de klok in gerichte zwenkbeweging uitvoeren. Daardoor beweegt de stang 20 met de moer 28 en de daarop gesteunde schijf 29 naar beneden. Dit heeft tot gevolg dat de hefboomplaat 16 een geringere reactiekracht van de schroefveer 27 ondervindt. De hefboomplaat zal dan een nieuwe evenwichtspositie innemen door ten opzichte van de tweede schamieras een in de richting van de klok gerichte zwenkbeweging uit te voeren. Als gevolg daarvan zullen de in een drager 14 opgenomen zwenkwielen 12, 13 ten opzichte van het gestel een naar boven gerichte veerbeweging uitvoeren, derhalve in de richting overeenkomstig die van het op de voorste wielaslijn gelegen wiel. De beweging van de hefboomplaat 16 ten opzichte van het gestel ten gevolge van de veerbeweging van het rechter wiel 5 leidt bij de ander draagarm 8, en dus het linker wiel 6, ook tot een in dezelfde richting gerichte veerbeweging.When a wheel located on the front wheel axle line, for example the right wheel 5, is driven over an elevation, the associated carrying arm 7 will perform a counterclockwise pivoting movement. As a result, the rod 20 moves down with the nut 28 and the disk 29 supported thereon. As a result, the lever plate 16 experiences a lesser reaction force from the coil spring 27. The lever plate will then assume a new equilibrium position by performing a clockwise pivoting movement relative to the second pivot axis. As a result, the swivel wheels 12, 13 incorporated in a carrier 14 will perform an upward spring movement relative to the frame, therefore in the direction corresponding to that of the wheel located on the front wheel axle line. The movement of the lever plate 16 relative to the frame as a result of the spring movement of the right wheel 5 also results in a spring movement directed in the same direction with the other carrying arm 8, and thus the left wheel 6.

Figuur 4 toont in zijaanzicht een andere uitvoeringsvorm van de rolstoel voorzien van een koppelinrichting. Aan de weergegeven rechterzijde van de rolstoel wordt de koppelinrichting gevormd door een tussen de draagarm 7 en de hefboomplaat 16 geplaatste schroefveer 40. De schroefveer 40 is aan zijn bovenr en onderzijde vast bevestigd aan resp. de hefboomplaat 16 en de draagarm 7. Tussen de draagarm 7 en het gestel 1 is een volgende schroefveer 42 geplaatst. Aldus is op zeer eenvoudige wijze een rolstoel verschaft met een comfortabel weggedrag. In plaats van een schroefveer 40 zou tussen de hefboomplaat 16 en de draagarm 7 ook een scharnierbaar aan beide uiteinden bevestigde starre stang kunnen zijn aangebracht. Dit leidt enerzijds tot een stijve koppeling tussen de in de drager 14 opgenomen wielen en de aan de draagarmen 7,8 bevestigde wielen, hetgeen minder comfortabel is, en anderzijds tot een starre koppeling tussen de op de voorste wielaslijn gelegen wielen. Een dergelijke uitvoeringsvorm zal dan ook de voorkeur verdienen bij een rolstoel, waarbij de op de voorste en de achterste wielaslijn gelegen wielen telkens op een vaste as zijn gemonteerd, en indien geen gebruik wordt verwacht op een sterk oneffen ondergrond. Uiteraard kan de ziteenheid zelf nog zijn voorzien van additionele veermiddelen. In plaatst van schroef veren kunnen ook andere verende middelen worden gebruikt, bijvoorbeeld luchtbalgen. Desgewenst kan bij elk verend middel een additioneel dempingsmiddel worden aangebracht.Figure 4 shows in side view another embodiment of the wheelchair provided with a coupling device. On the shown right-hand side of the wheelchair, the coupling device is formed by a coil spring 40 placed between the carrying arm 7 and the lever plate 16. The coil spring 40 is fixed on its top and bottom, respectively. the lever plate 16 and the carrying arm 7. Between the carrying arm 7 and the frame 1, a further coil spring 42 is placed. A wheelchair with a comfortable handling is thus provided in a very simple manner. Instead of a coil spring 40, a rigid rod pivotally mounted at both ends could also be arranged between the lever plate 16 and the carrying arm 7. On the one hand this leads to a rigid coupling between the wheels received in the carrier 14 and the wheels fixed to the suspension arms 7,8, which is less comfortable, and on the other hand to a rigid coupling between the wheels located on the front wheel axle line. Such an embodiment will therefore be preferred with a wheelchair, in which the wheels located on the front and rear wheel axle lines are each mounted on a fixed axle, and if use is not expected on a strongly uneven surface. The seating unit itself can of course also be provided with additional spring means. Instead of coil springs, other resilient means can also be used, for example air bellows. If desired, an additional damping agent can be applied to any resilient.

De in figuur 5 getoonde rolstoel omvat een gestel 50 en een op het gestel gesteunde ziteenheid 51. De rolstoel steunt op de grond met twee op een voorste wielaslijn 52 gelegen zwenkwielen 53, 54 en twee op een achterste wielaslijn 55 gelegen aandrijfbare achterwielen 56, 57. De zwenkwielen 53, 54 zijn resp. door middel van een draagarm 58, 59 zwenkbaar aan een vast met het gestel 50 verbonden eerste scharnieras 60 bevestigd. De achterwielen 56, 57 zijn resp. door middel van een draagarm 61, 62 zwenkbaar aan een vast met het gestel 50 verbonden tweede scharnieras 63 bevestigd. Op de eerste scharnieras 60 zijn twee tandwielen 64, 65 roteerbaar gelagerd, die resp. via een veer 66, 67 met één van de draagarmen 58, 59 zijn gekoppeld. De tandwielen 64, 65 staan resp. in ingrijping met tandwielen 68, 69, die roteerbaar op de tweede scharnieras 63 zijn gelagerd. De tandwielen 68, 69 zijn via een holle as 70 vast met elkaar verbonden. De draagarm 61 is via een veer 71 met het tandwiel 68 gekoppeld, de draagarm 62 via een veer 72 met het tandwiel 69. Verder is tussen het gestel 50 en de draagarmen 61, 62 telkens bij 73, 74 een niet weergegeven schroef veer geplaatst. De aldus verschafte rolstoel vertoond een zeer comfortabel rijgedrag.The wheelchair shown in Figure 5 comprises a frame 50 and a seat unit 51 supported on the frame. The wheelchair rests on the ground with two swivel wheels 53, 54 located on a front wheel axle line 52 and two drivable rear wheels 56, 57 located on a rear wheel axle line 55. The castors 53, 54 are resp. mounted pivotally on a first pivot shaft 60 fixedly connected to the frame 50 by means of a carrying arm 58, 59. The rear wheels 56, 57 are resp. attached to a second pivot shaft 63 fixedly connected to the frame 50 by means of a carrying arm 61, 62. Two gear wheels 64, 65 are rotatably mounted on the first pivot shaft 60, respectively. are coupled to one of the carrying arms 58, 59 via a spring 66, 67. The gears 64, 65 are respectively. engaged with gears 68, 69, which are rotatably mounted on the second pivot shaft 63. The gear wheels 68, 69 are fixedly connected to each other via a hollow shaft 70. The support arm 61 is coupled to the gear wheel 68 via a spring 71, the support arm 62 to the gear wheel 69 via a spring 72. Furthermore, a screw spring (not shown) is placed between the frame 50 and the support arms 61,62 at 73,74. The wheelchair thus provided exhibits a very comfortable driving behavior.

Claims (14)

1. Rolstoel omvattende een gestel, een tenminste gedeeltelijk op het gestel gesteunde ziteenheid, en op een voorste en een achterste wielaslijn gelegen wielen, waarbij elk wiel zodanig via een ophangingsmechanisme met het gestel is verbonden dat het een veerbeweging ten opzichte van het gestel kan uitvoeren, met het kenmerk, dat de rolstoel verder een koppelinrichting (27) omvat, die het ophangingsmechanisme (7,8;58,59) van tenminste één op de voorste wielaslijn (3;52) gelegen wiel (5,6;53;54) koppelt met het ophangingsmechanisme (16;61,62) van tenminste één op de achterste wielaslijn (4;55) gelegen wiel (12,13;56;57), zodanig dat de koppelinrichting tenminste tijdens het vooruitrijden van de rolstoel bij een ten opzichte van een uitgangstoestand teweeggebrachte veerbeweging van een op de voorste resp. achterste wielaslijn gelegen wiel een in overeenkomstige richting ten opzichte van het gestel (1;50) gerichte veerbeweging van een daarmee gekoppeld op de achterste resp. voorste wielaslijn gelegen wiel bewerkstelligt.A wheelchair comprising a frame, a seating unit supported at least partly on the frame, and wheels located on a front and a rear wheel axis, each wheel being connected to the frame via a suspension mechanism in such a way that it can perform a spring movement relative to the frame characterized in that the wheelchair further comprises a coupling device (27), which comprises the suspension mechanism (7,8; 58,59) of at least one wheel (5,6; 53; 54) located on the front wheel axle line (3; 52) ) couples with the suspension mechanism (16; 61,62) of at least one wheel (12,13; 56; 57) located on the rear wheel axle line (4; 55), such that the coupling device at least during the driving of the wheelchair at a spring movement of an on the front resp. rear wheel axis line a wheel in a corresponding direction with respect to the frame (1; 50) of a spring movement of a coupled therewith on the rear resp. front wheel axle line accomplishes wheel located. 2. Rolstoel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat elk ophangingsmechanisme een zich in hoofdzaak in langsrichting van de rolstoel uitstrekkende draagarm (7,8,16,*58,59,61,62) omvat, de bij een op de voorste (3;52) resp. achterste (4;55) wielaslijn gelegen wiel behorende draagarm (7,8,16;58,59,61,62) bij een op een afstand van de betreffende wielaslijn gelegen scharnierpunt daarvan zwenkbaar aan resp. een eerste (9;60) en tweede (17;63) schamieras van het gestel (1;50) is bevestigd, welke scharnierasssen zich in hoofdzaak loodrecht op het verti-kale middenlangsvlak van de rolstoel uitstrekken en tenminste tijdens het vooruitrijden van de rolstoel in het gebied tussen de voorste en de achterste wielaslijn liggen, en de koppelinrichting bij een rotatie van een bij een op de voorste resp. achterste wielaslijn gelegen wiel behorende draagarm ten opzichte van de scharnieras daarvan een in tegenovergestelde richting gerichte rotatie van een daarmee gekoppelde, bij een op de andere wielaslijn gelegen wiel behorende draagarm bewerkstelligt.Wheelchair as claimed in claim 1, characterized in that each suspension mechanism comprises a carrying arm (7,8,16, * 58,59,61,62) extending substantially in the longitudinal direction of the wheelchair, the one at the front ( 3; 52) resp. rear (4; 55) wheel axis line wheel belonging support arm (7,8,16; 58,59,61,62) pivotable at resp. pivot point thereof located at a distance from the respective wheel axis line. a first (9; 60) and second (17; 63) pivot axis of the frame (1; 50) is mounted, which pivot axes extend substantially perpendicular to the vertical longitudinal median plane of the wheelchair and at least during the driving of the wheelchair lie in the region between the front and rear wheel axle lines, and the coupling device rotates one by one on the front resp. rear wheel axle line, the supporting arm situated relative to the pivot axis thereof, produces an opposite direction of rotation of a coupled bearing arm associated therewith with a wheel located on the other wheel axis line. 3. Rolstoel volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de koppel inrichting tussen de daarmee gekoppelde ophangingsme-chanismen werkzame veermiddelen (27) omvat.Wheelchair according to claim 1 or 2, characterized in that the coupling device comprises spring means (27) acting between the suspension mechanisms coupled thereto. 4. Rolstoel volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat de koppelinrichting is aangebracht tussen elke bij een op de voorste wielaslijn (3;52) gelegen wiel behorende draagarm (7,8;58,59) en elke bij een op de achterste wielaslijn (4;55) gelegen wiel behorende draagarm (16; 61,62), waarbij de koppelinrichting op de draagarmen aangrijpt in het gebied tussen de eerste en tweede scharnieras (9,17;60,63).Wheelchair according to claim 2 or 3, characterized in that the coupling device is arranged between each carrying arm (7,8; 58,59) associated with a wheel located on the front wheel axis (3; 52) and each with a rear wheel axle line (4; 55) located wheel associated support arm (16; 61,62), the coupling device engaging the support arms in the region between the first and second hinge axes (9,17; 60,63). 5. Rolstoel volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de koppelinrichting een stangenmechanisme omvat.Wheelchair according to one or more of the preceding claims, characterized in that the coupling device comprises a linkage mechanism. 6. Rolstoel volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de koppelinrichting een tandwielmechanisme omvat.Wheelchair according to one or more of the preceding claims, characterized in that the coupling device comprises a gear mechanism. 7. Rolstoel volgens een van de conclusies 2-6, met het kenmerk, dat de rolstoel een eerste en een tweede draagarm (7,8) omvat, die onafhankelijk zwenkbaar aan een gemeenschappelijke scharnieras (9) van het gestel (1) zijn bevestigd en elk één van twee op eenzelfde wielaslijn (3) aan weerszijden van de rolstoel gelegen wielen (5,6) dragen, en een wieldraageenheid, die ten minste één op de andere wielaslijn (4) gelegen zwenkwiel (12,13) draagt en in het vertikale middenlangsvlak van de rolstoel zwenkbaar aan de andere scharnieras (17) van het gestel is verbonden.Wheelchair according to any one of claims 2-6, characterized in that the wheelchair comprises a first and a second carrying arm (7,8), which are independently pivotally mounted on a common pivot axis (9) of the frame (1) and each carries one of two wheels (5,6) located on the same wheel axis (3) on either side of the wheelchair, and a wheel support unit, which carries at least one swivel wheel (12, 13) located on the other wheel axis line (4) and the vertical longitudinal center plane of the wheelchair is pivotally connected to the other pivot axis (17) of the frame. 8. Rolstoel volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de wieldraageenheid een zich dwars op het vertikale middenlangsvlak van de rolstoel uitstrekkende drager (14) omvat, waaraan twee op een afstand van elkaar geplaatste zwenkwielen (12,13) zijn bevestigd, en de drager zwenkbaar is bevestigd aan een in het vertikale middenlangsvlakvlak gelegen en zich in langsrichting van de rolstoel uitstrekkende as (15) van de derde draagarm (16), die op zijn beurt zwenkbaar aan een scharnieras (17) van het gestel (1) is bevestigd.Wheelchair according to claim 7, characterized in that the wheel support unit comprises a support (14) extending transversely of the vertical median longitudinal plane of the wheelchair, to which are mounted two spaced-apart castors (12, 13), and carrier is pivotally attached to a shaft (15) of the third support arm (16) located in the vertical longitudinal center plane and extending longitudinally of the wheelchair, which in turn is pivotally attached to a pivot axis (17) of the frame (1) . 9. Rolstoel volgens een van de conclusies 7-8, met het kenmerk, dat de door de eerste (7) en tweede (8) draagarmen gedragen wielen (5,6) op de voorste wielaslijn (3) liggen en elk door de wieldraageenheid gedragen wiel (12,13) op de achterste wielaslijn (4) ligt.Wheelchair according to any one of claims 7-8, characterized in that the wheels (5,6) carried by the first (7) and second (8) suspension arms lie on the front wheel axis (3) and each by the wheel support unit carried wheel (12,13) is on the rear wheel axle line (4). 10. Rolstoel volgens een van de conclusies 7-9, met het kenmerk, dat de ziteenheid (2) nabij de voorzijde zwenkbaar aan een zich dwars op het vertikale middenlangsvlak van de rolstoel uitstrekkende derde scharnieras (31) van het gestel (1) is bevestigd en nabij de achterzijde via een steunelement (32) op een tussen de eerste (9) en tweede scharnieras (17) gelegen punt (33) van de wieldraageenheid steunt.Wheelchair according to any one of claims 7-9, characterized in that the seating unit (2) is pivotable near the front on a third pivot axis (31) of the frame (1) extending transversely of the vertical longitudinal center plane of the wheelchair. mounted near the rear via a support element (32) on a point (33) of the wheel support unit located between the first (9) and second pivot axis (17). 11. Rolstoel volgens een van de conclusies 7-10, met het kenmerk, dat de eerste en tweede draagarm (7,8) elk zijn voorzien van een elektromotor (18) en een overbrengingsmechanisme het aandrijven van het door de betreffende draagarm gedragen wiel (5,6).Wheelchair according to any one of claims 7-10, characterized in that the first and second suspension arm (7,8) are each provided with an electric motor (18) and a transmission mechanism driving the wheel carried by the respective suspension arm ( 5.6). 12. Rolstoel volgens een van de conclusie 7-11, met het kenmerk, dat tenminste één zwenkwiel is gekoppeld met een stuurinrichting, voor het om een in hoofdzaak vertikale as zwenken van het zwenkwiel.A wheelchair according to any one of claims 7-11, characterized in that at least one swivel wheel is coupled to a steering device for pivoting the swivel wheel about a substantially vertical axis. 13. Rolstoel volgens een van de conclusies 2-6, met het kenmerk, dat de rolstoel een eerste (58) en een tweede (59) draagarm omvat, die elk een op de voorste wielaslijn (52) gelegen wiel (53,54) dragen en onafhankelijk zwenkbaar aan de eerste scharnieras (60) van het gestel (50) zijn bevestigd, en een derde (61) en vierde (62) draagarm, die elk een op de achterste wielaslijn (55) gelegen wiel (56,57) dragen en onafhankelijk zwenkbaar aan de tweede scharnieras (63) van het gestel (50) zijn bevestigd, de eerste en tweede draagarm resp. zijn gekoppeld met een roteerbaar op de eerste scharnieras gelagerd eerste (64) en tweede (65) tandwiel, die resp. in ingrijping staan met een roteerbaar op de tweede scharnieras gelagerd derde (68) en vierde (69) tandwiel, die op hun beurt resp. zijn gekoppeld met de derde (61) en vierde (62) draagarm, waarbij tussen een draagarm (58,59,61,62) en elke andere draagarm (58,59,61,62) tenminste één veermiddel (66,67,71,72) is geplaaatst.Wheelchair according to any one of claims 2 to 6, characterized in that the wheelchair comprises a first (58) and a second (59) suspension arm, each of which is a wheel (53, 54) located on the front wheel axle line (52) and are independently pivotally attached to the first pivot shaft (60) of the frame (50), and a third (61) and fourth (62) wishbones, each of which is a wheel (56.57) located on the rear wheel axle line (55) and independently pivotally attached to the second pivot axis (63) of the frame (50), the first and second wishbones, respectively. are coupled to a rotatably mounted on the first pivot shaft first (64) and second (65) gears, respectively. mesh with a third (68) and fourth (69) gears which are rotatably mounted on the second pivot shaft, which in turn resp. are coupled to the third (61) and fourth (62) wishbones, with at least one spring means (66,67,71) between one wishbone (58,59,61,62) and each other wishbone (58,59,61,62) , 72) is posted. 14. Rolstoel volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de eerste (58) en tweede (59) draagarm elk een zwenkwiel (53,54) dragen en de derde (61) en vierde (62) draagarm elk een door een afzonderlijke elektromotor aangedreven wiel (56,57) dragen.Wheelchair according to claim 13, characterized in that the first (58) and second (59) wishbones each carry a swivel wheel (53.54) and the third (61) and fourth (62) wishbones each one by a separate electric motor carry the driving wheel (56.57).
NL9300063A 1993-01-13 1993-01-13 Wheelchair. NL9300063A (en)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9300063A NL9300063A (en) 1993-01-13 1993-01-13 Wheelchair.
PCT/NL1994/000002 WO1994015567A1 (en) 1993-01-13 1994-01-04 Wheelchair
AU58668/94A AU5866894A (en) 1993-01-13 1994-01-04 Wheelchair

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9300063A NL9300063A (en) 1993-01-13 1993-01-13 Wheelchair.
NL9300063 1993-01-13

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL9300063A true NL9300063A (en) 1994-08-01

Family

ID=19861908

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9300063A NL9300063A (en) 1993-01-13 1993-01-13 Wheelchair.

Country Status (3)

Country Link
AU (1) AU5866894A (en)
NL (1) NL9300063A (en)
WO (1) WO1994015567A1 (en)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP1078622A2 (en) 1999-08-02 2001-02-28 Tripuck B.V. Undercarriage for a vehicle, and wheelchair provided with such undercarriage

Families Citing this family (18)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
AUPM932694A0 (en) * 1994-11-08 1994-12-01 Lendal Pty Ltd A mobile chassis
NL9402006A (en) * 1994-11-29 1996-07-01 Seenus Nl Bv R Van Wheelchair frame, as well as castor assembly.
NL1002601C2 (en) * 1995-03-13 1996-09-18 Mattheus Caspar Maria Meulendi Wheelchair for travelling over roads with bumps - has undercarriage having two parallel arms having rotatable wheels near their ends which are pivotally interconnected by cross-beam
US6554086B1 (en) 2000-10-27 2003-04-29 Invacare Corporation Obstacle traversing wheelchair
US7040429B2 (en) 2001-10-10 2006-05-09 Invacare Corporation Wheelchair suspension
NL1020705C2 (en) * 2002-05-29 2003-12-02 Vimili Holding B V Wheel suspension for a motorized vehicle for the disabled.
GB0214223D0 (en) 2002-06-20 2002-07-31 Mills Christopher J Wheeled conveyance
US7293801B2 (en) 2003-08-18 2007-11-13 Invacare Corporation Self-stabilizing suspension for wheeled vehicles
US11213441B2 (en) 2002-10-25 2022-01-04 Invacare Corporation Suspension for wheeled vehicles
TW583968U (en) * 2003-06-13 2004-04-11 Pihsiang Machinery Mfg Co Ltd Suspension structure of independent front guide wheel for wheelchair
TWM244070U (en) * 2003-08-13 2004-09-21 Pihsiang Machinery Mfg Co Ltd Suspending structure for a wheelchair
EP1943995A1 (en) 2007-01-12 2008-07-16 Invacare International Sàrl A wheeled conveyance with suspension arms for wheels
DE602008004311D1 (en) 2007-02-08 2011-02-17 Invacare Corp WHEELCHAIR SUSPENSION
US8910975B2 (en) 2007-02-14 2014-12-16 Invacare Corporation Wheelchair with suspension
EP3238682A3 (en) 2009-10-09 2018-01-10 Invacare Corporation Wheelchair suspension with opposite movement of anti-tip arms
US9308143B2 (en) 2012-02-15 2016-04-12 Invacare Corporation Wheelchair suspension
NL2018169B1 (en) * 2017-01-13 2018-07-25 Dietz Power B V Wheelchair
EP4110257A4 (en) 2020-02-25 2024-03-06 Invacare Corporation Wheelchair and suspension systems

Family Cites Families (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4455031A (en) * 1981-11-27 1984-06-19 Hosaka Wayne N Wheelchair
DE8805610U1 (en) * 1988-04-28 1988-07-07 Günter Meier GmbH, 4952 Porta Westfalica wheelchair
GB2227462B (en) * 1988-11-16 1993-02-10 Sunrise Medical Ltd Vehicle
DE9012188U1 (en) * 1990-08-24 1990-10-25 MEYRA Wilhelm Meyer GmbH & Co KG, 4925 Kalletal wheelchair
FR2685866B1 (en) * 1992-01-03 1997-08-29 Cophignon Jacques ASSEMBLY OF SHOCK ABSORBERS FOR WHEELCHAIRS FOR THE DISABLED.

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP1078622A2 (en) 1999-08-02 2001-02-28 Tripuck B.V. Undercarriage for a vehicle, and wheelchair provided with such undercarriage
EP1078622A3 (en) * 1999-08-02 2001-12-12 Tripuck B.V. Undercarriage for a vehicle, and wheelchair provided with such undercarriage

Also Published As

Publication number Publication date
AU5866894A (en) 1994-08-15
WO1994015567A1 (en) 1994-07-21

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL9300063A (en) Wheelchair.
AU771532B2 (en) Vehicle stabilizing system having pivotal support
EP0445171B1 (en) A wheelchair with a six-wheel chassis
JP4369418B2 (en) Wheel suspension
JP6380485B2 (en) Traveling device
JP6945735B2 (en) Wheel module for automobiles
NL9402006A (en) Wheelchair frame, as well as castor assembly.
US4610461A (en) Steering system for elimination of bump steering in independent wheel suspension systems
EP1513479A1 (en) Wheeled conveyance
US2696387A (en) Vehicle suspension
EP3501864B1 (en) "afw-4" vehicle suspension
US5839750A (en) Leaf spring wheel suspension system
US11235820B2 (en) Adaptive track assembly
US7083018B2 (en) Electric motor having suspension mechanism
JP5278899B2 (en) wheelchair
JP3957767B2 (en) Steering assembly
US20220142833A1 (en) Adaptive track assembly
NL1018489C2 (en) Underframe, particularly for wheelchair, has at least two pivot wheels opposite each other, pivotable around vertical axis and fixed via arms to a structure belonging to the under frame
SE509475C2 (en) Suspension arrangement
WO2021125302A1 (en) Vehicle
US20240009045A1 (en) Powered midwheel drive wheelchair with standing capability
JPH0361109A (en) Suspension control device of vehicle
GB2298693A (en) A linear-motion Watts linkage for a vehicle suspension
JPH1024068A (en) Suspension unit for motorized wheelchair
JP2568474Y2 (en) Electric moving device for vehicle seat

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed