NL9202139A - Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van langwerpige voorwerpen uit thermoplastisch kunststof materiaal, alsmede voorwerp vervaardigd met behulp van de werkwijze of inrichting. - Google Patents

Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van langwerpige voorwerpen uit thermoplastisch kunststof materiaal, alsmede voorwerp vervaardigd met behulp van de werkwijze of inrichting. Download PDF

Info

Publication number
NL9202139A
NL9202139A NL9202139A NL9202139A NL9202139A NL 9202139 A NL9202139 A NL 9202139A NL 9202139 A NL9202139 A NL 9202139A NL 9202139 A NL9202139 A NL 9202139A NL 9202139 A NL9202139 A NL 9202139A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
mold
plastic material
thermoplastic plastic
mixture
fluidized
Prior art date
Application number
NL9202139A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Lankhorst Recycling Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Lankhorst Recycling Bv filed Critical Lankhorst Recycling Bv
Priority to NL9202139A priority Critical patent/NL9202139A/nl
Priority to EP93203485A priority patent/EP0605914A1/en
Publication of NL9202139A publication Critical patent/NL9202139A/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04HBUILDINGS OR LIKE STRUCTURES FOR PARTICULAR PURPOSES; SWIMMING OR SPLASH BATHS OR POOLS; MASTS; FENCING; TENTS OR CANOPIES, IN GENERAL
    • E04H12/00Towers; Masts or poles; Chimney stacks; Water-towers; Methods of erecting such structures
    • E04H12/02Structures made of specified materials
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29CSHAPING OR JOINING OF PLASTICS; SHAPING OF MATERIAL IN A PLASTIC STATE, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; AFTER-TREATMENT OF THE SHAPED PRODUCTS, e.g. REPAIRING
    • B29C45/00Injection moulding, i.e. forcing the required volume of moulding material through a nozzle into a closed mould; Apparatus therefor
    • B29C45/16Making multilayered or multicoloured articles
    • B29C45/1642Making multilayered or multicoloured articles having a "sandwich" structure
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04HBUILDINGS OR LIKE STRUCTURES FOR PARTICULAR PURPOSES; SWIMMING OR SPLASH BATHS OR POOLS; MASTS; FENCING; TENTS OR CANOPIES, IN GENERAL
    • E04H12/00Towers; Masts or poles; Chimney stacks; Water-towers; Methods of erecting such structures
    • E04H12/22Sockets or holders for poles or posts
    • E04H12/2207Sockets or holders for poles or posts not used
    • E04H12/2215Sockets or holders for poles or posts not used driven into the ground
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29KINDEXING SCHEME ASSOCIATED WITH SUBCLASSES B29B, B29C OR B29D, RELATING TO MOULDING MATERIALS OR TO MATERIALS FOR MOULDS, REINFORCEMENTS, FILLERS OR PREFORMED PARTS, e.g. INSERTS
    • B29K2105/00Condition, form or state of moulded material or of the material to be shaped
    • B29K2105/26Scrap or recycled material

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Materials Engineering (AREA)
  • Wood Science & Technology (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Manufacturing & Machinery (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Moulds For Moulding Plastics Or The Like (AREA)
  • Extrusion Moulding Of Plastics Or The Like (AREA)
  • Injection Moulding Of Plastics Or The Like (AREA)

Description

Titel: Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van langwerpige voorwerpen uit thermoplastisch kunststof materiaal, alsmede voorwerp vervaardigd met behulp van de werkwijze of inrichting
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het uit thermoplastisch kunststof materiaal, in het bijzonder afvalmateriaal, in een matrijs vervaardigen van langwerpige voorwerpen, die op soortgelijke wijze als hout bewerkbaar zijn, waarbij het thermoplastische materiaal wordt gefluldi-seerd en gemengd en onder lage druk, via een instroomopening, wordt toegevoerd aan een matrijs, waarna de matrijs wordt gekoeld en vervolgens het gerede voorwerp uit de matrijs wordt verwijderd, en waarbij in het zich in de matrijs bevindende gefluidiseerde materiaal een vormgas werkzaam is, dat in de matrijs een expansiekracht uitoefent en dat bewerkstelligt, dat de matrijs geheel gevuld blijft tijdens het koelen van de matrijs.
Een dergelijke werkwijze is bekend uit het Nederlandse octrooi 184 773. Een voordeel van de bekende werkwijze is, dat met behulp daarvan thermoplastisch kunststof afvalmateriaal onder lage druk tot palen, balken, planken etc., die verwerkbaar zijn als hout, kan worden verwerkt met behulp van een zeer eenvoudige extrusie-inrichting, die geen speciaal aangepaste schroef, geen zeef orgaan en ook geen vormgevend mondstuk behoeft te hebben. In de matrijzen, die aan het van de extru-sie-inrichting afgekeerde einde een opening hébben, treedt geen hoge druk op zodat de matrijzen dunwandig en goedkoop kunnen zijn. De vorm van de vervaardige voorwerpen wordt bepaald door de vorm van de matrijs en door het in het zich in de matrijs bevindende gefluïdiseerde materiaal werkzame vormgas, dat een zodanige expansiekracht op het materiaal uitoefent, dat de door de matrijs bepaalde vorm ook inderdaad nauwkeurig in het eindprodukt is terug te vinden. Ingezakte delen van buitenoppervlakken van de aldus vervaardigde voorwerpen worden bij toepassing van de bekende werkwijze op effectieve wijze voorkomen.
Een ander voordeel van de bekende werkwijze is, dat deze zeer geschikt is voor de verwerking van ongesorteerd en ongereinigd kunststof afval, dat ook een zeker aandeel aan ander materiaal, zoals bijvoorbeeld hout, karton, papier etc. kan hébben. Het te verwerken materiaal hoeft niet droog te zijn en kan een mengsel van verschillende kunststoffen bevatten. Een dergelijk laagwaardig afval kan bijvoorbeeld afkomstig zijn van gescheiden opgehaald huisvuil. Het is met de bekende werkwijze echter evenzeer mogelijk om hoogwaardiger materiaal te verwerken zoals produktie-afval van kunststof-verwerkende industrieën.
De verwerking van laagwaardig afval is maatschappelijk van groot belang. Een probleem is echter, dat een dergelijke grondstof eindprodukten oplevert, die qua uiterlijk en eigenschappen voor sommige toepassingen niet of minder geschikt zijn.
De uitvinding beoogt een werkwijze en inrichting ter beschikking te stellen, met behulp waarvan het mogelijk is laagwaardig af val van de bovenbeschreven soort te verwerken tot produkten met relatief veel toepassingsmogelijkheden.
Meer in het algemeen beoogt de uitvinding een werkwijze en inrichting ter beschikking te stellen met .behulp waarvan uit thermoplastisch materiaal in een matrijs langwerpige voorwerpen kunnen worden vervaardigd waarvan de buitenschil andere eigenschappen heeft dan de kern.
Hiertoe wordt volgens de uitvinding een werkwijze van de beschreven soort daardoor gekenmerkt, dat eerst een eerste hoeveelheid van een eerste thermoplastisch kunststof materiaal (mengsel) aan de matrijs wordt toegevoerd, welke eerste hoeveelheid de matrijs niet vult, en dat vervolgens ten minste één volgende hoeveelheid van een tweede thermoplastisch kunststof materiaal(mengsel) aan de matrijs wordt toegevoerd, waarbij althans in de ten minste ene volgende hoeveelheid materiaal (mengsel) een vormgas werkzaam is.
Een inrichting voor het uit thermoplastisch kunststof materiaal in het bijzonder afvalmateriaal vervaardigen van langwerpige voorwerpen die op soortgelijke wijze als hout bewerkbaar zijn, waarbij het thermoplastische materiaal wordt gemengd en gefluidiseerd en onder lage druk via een instroam-opening wordt toegevoerd aan een matrijs, waarbij in het zich in de matrijs bevindende gefluidiseerde materiaal een vormgas werkzaam wordt, wordt volgens de uitvinding gekenmerkt door ten minste één buffercilinder, die via een omschakelbare klep met een extrusie-inrichting is verbonden, en die voorts via een bestuurbare afsluiter met een toevoerleiding voor een matrijs is verbonden.
In het volgende zal de uitvinding nader worden beschreven met verwijzing naar de bijgevoegde tekening.
Fig. 1 illustreert schematisch het principe van de uitvinding; fig. 2 toont schematisch een voorbeeld van een inrichting volgens de uitvinding; en fig. 3 toont schematisch in doorsnede een voorbeeld van een volgens de uitvinding vervaardigd produkt.
Het principe van de uitvinding is schematisch in fig. 1 geïllustreerd. Fig. 1 toont een langwerpige mal of matrijs 1, zoals ook bij toepassing van de werkwijze volgens Nederlands octrooi 184 773 wordt gebruikt. Evenmin als bij de uit het Nederlandse octrooi 184 773 bekende werkwijze treedt bij de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding een hoge druk op. De mal wordt met een lage stuwdruk vanuit een extrusie-inrichting, waarin het te verwerken materiaal is gefluidiseerd en gemengd, of vanuit een buffercilinder, waarin het materiaal in gefluidiseerde toestand is opgeslagen, toegevoerd aan de mal. De extrusie-inrichting kan van hetzelfde eenvou-dige type zijn als beschreven in het Nederlandse octrooi 184 773 en behoeft derhalve geen aangepaste schroef, geen zeef-orgaan en geen vormgevend mondstuk te hébben.
Fig. l toont een op een instroomopening 2 van de mal l aansluitend toevoermondstuk 3, dat direkt of indirekt met een extrusie-inrichting of een buffercilinder is verbonden. Via de instroomopening 2 wordt volgens de uitvinding eerst een eerste hoeveelheid gefluidiseerd materiaal Ml aan de mal 1 toegevoerd. De eerste hoeveelheid kan binnen ruime grenzen worden gekozen, doch dient de mal slechts deels te vullen, zoals in fig. la is te zien.
Vervolgens wordt een tweede hoeveelheid gefluidiseerd materiaal M2 aan de mal toegevoerd, zoals in fig. lb is getoond. Bij proefnemingen is gebleken, dat deze tweede hoeveelheid materiaal het zich reeds in de mal bevindende materiaal niet slechts in de van de instroomopening afgekeerde richting verdringt, maar alzijdig in de richting van de wand van de mal stuwt. Hierdoor ontstaat in de mal een kern van het tweede materiaal M2, die geheel is omgeven door een omhulling van het eerste materiaal Ml, zoals in fig. lc is getoond. Het verdringingsproces begint bij de toevoer van het materiaal M2, doch zet zich na het beëindigen daarvan nog voort door de werking van het vormgas.
Nadat de matrijs op de beschreven wijze is gevuld, wordt de matrijs gekoeld. In het algemeen wordt de matrijs daartoe van de extrusie-inrichting of de buffercilinder losgekoppeld. Het koelen kan aan de lucht of met behulp van water plaatsvinden. De matrijs kan bijvoorbeeld in een om een horizontale as roterende carrousel zijn opgenomen, die deels in een waterbak reikt, zoals beschreven in het Nederlandse octrooi 184 773.
De tijdens het koelen optredende krimp van het thermoplastische materiaal wordt in hoofdzaak gecompenseerd door de werking van het vormgas. Bij voorkeur wordt de hoeveelheid vormgas zodanig gekozen, dat alzijdig een zeer geringe krimp optreedt, die het lossen van het gerede produkt uit de matrijs vereenvoudigt.
Het materiaal Ml, dat uiteindelijk de buitenste laag van het gerede produkt vormt, kan uit thermoplastisch kunststof afvalmateriaal bestaan, maar kan ook uit maagdelijk materiaal bestaan. Het materiaal Ml kan een technische kunststof zijn. Het materiaal Ml kan naar wens gekleurd worden door toevoeging van geschikte kleurstoffen. Ook is het mogelijk om bijvoorbeeld ter versterking het materiaal Ml met glasvezel of andere vezels te mengen. Het materiaal Ml kan naar keuze al dan niet een stof bevatten, die eventueel afzonderlijk kan zijn toegevoegd, die een expansiegas verschaft dat in de matrijs werkzaam is.
Het tweede materiaal M2 vormt uiteindelijk de kern van het gerede produkt. Het materiaal M2 kan elk uit (mengsel van) thermoplastisch kunststof materiaal bestaan, doch kan met voordeel (laagwaardig) thermoplastisch afvalmateriaal, zoals verkregen wordt bij gescheiden opgehaald huisvuil, bevatten. Een dergelijk afvalmateriaal omvat naast voorwerpen van diverse thermoplastische kunststoffen veelal verontreinigingen in de vorm van zand, vocht, papier, karton, hout etc. Een dergelijk materiaal is in grote hoeveelheden beschikbaar en kan met de werkwijze volgens het Nederlandse octrooi 184 773 zónder problemen verwerkt worden. Afhankelijk van de samenstelling van het afvalmateriaal worden dan echter dikwijls eindprodukten verkregen waarvan de toepassingsmogelijkheden beperkt zijn als gevolg van een voor bepaalde toepassingen ongeschikt uiterlijk of ongeschikte mechanische kwaliteiten.
Dit bezwaar kan door de onderhavige uitvinding in veel gevallen opgeheven worden, doordat het thans mogelijk is de eigenschappen van de buitenste schil van het voorwerp aan te passen aan het beoogde gebruik daarvan. Zulks echter zonder de verwerkingsmogelijkheden van laagwaardig thermoplastisch kunststofafval te beperken.
Opgemerkt wordt, dat in het verleden al is voorgesteld om langwerpige voorwerpen zoals palen te vervaardigen door een huls van een geschikt materiaal, bijvoorbeeld een PVC-buis te vullen met een materiaal van mindere kwaliteit. Deze techniek leidt echter tot een aanzienlijke beperking van de mogelijkheden tot vormgeving. Zo kan bijvoorbeeld geen voorwerp worden verkregen dat ook aan de uiteinden is omkleed met het materiaal van de gewenste kwaliteit. Aan de uiteinden van een dergelijke paal is de kern niet afgedekt en blijft dus zichtbaar en gevoelig voor invloeden van buiten. Ook kan op die wijze slechts een gepunte paal of een paal met een afgeronde of afgeschuinde kruin worden verkregen door gebruik te maken van afzonderlijk door spuitgieten vervaardigde eindstukken of door nabewerking van de ruwe paal.
Bij toepassing van de werkwijze volgens de uitvinding wordt de kern echter direkt alzijdig omgeven door het materiaal, dat het eerst in de mal is gebracht.
Het tweede materiaal M2 dient in elk geval een in de matrijs als expansiemiddel werkzame stof te bevatten, die al dan niet geheel of deels afzonderlijk kan zijn toegevoegd. De eigenschappen van de kern kunnen binnen zekere grenzen bestuurd worden door bijvoorbeeld extra expansiemiddel, zoals een blaasmiddel, toe te voegen, of door juist relatief weinig blaasmiddel toe te voegen, teneinde bijvoorbeeld het soortelijk gewicht te beïnvloeden. De hoeveelheid toe te voegen expansiemiddel hangt af van het gewenste eindprodukt en van de samenstelling van het afvalmateriaal en kan voor een bepaalde partij afvalmateriaal relatief eenvoudig experimenteel worden bepaald. Het afvalmateriaal kan immers vocht bevatten, dat in de matrijs als expansiegas werkzaam wordt, en/of andere materialen, die ontleden en een component verschaffen, die in de matrijs als expansiegas werkt.
Zoals uit fig. 1 blijkt, wordt volgens de uitvinding een matrijs achtereenvolgens met een eerste hoeveelheid van een eerste gefluïdiseerd materiaal of materiaalmengsel gevuld en vervolgens met een tweede hoeveelheid van een tweede gefluïdiseerd materiaal of materiaalmengsel.
Ten minste in de tweede hoeveelheid materiaal of materiaalmengsel dient in de matrijs een vormgas werkzaam te zijn.
De matrijs kan aan het van de instroomopening 2 afge-keerde einde open zijn, op soortgelijke wijze als beschreven in het Nederlandse octrooi 184 773. De matrijs kan echter ook gesloten zijn.
De matrijs kan op diverse wijzen worden gevuld. Het is mogelijk de matrijs direkt met behulp van één of meer extru-sie-inrichtingen te vullen. Bijvoorbeeld kan een eerste extru-sie-inrichting, die het materiaal Ml aanvoert, gedurende een voorafbepaalde tijd met de matrijs worden verbonden, waarna een tweede extrusie-inrichting gedurende een eveneens vooraf-bepaalde tijd het materiaal M2 aan de matrijs toevoert. Hiertoe kunnen op zichzelf bekende tijdschakelinrichtingen worden gebruikt, die de extrusie-inrichtingen en/of bijbehorende afsluiters besturen. Als alternatief zouden voorafbepaalde hoeveelheden materiaal aan de extrusie-inrichtingen kunnen worden toegevoerd, zodat elke extrusie-inrichting de matrijs slechts in een voorafbepaalde mate kan vullen.
Indien de matrijs aan het van de instroomopening af gekeerde einde {deels) open is, kan de tweede extrusie-inrichting ook op andere wijze bestuurd worden. Bij de opening van de matrijs wordt dan een detectie-orgaan geplaatst, dat een signaal verschaft zodra kunststof materiaal uit de opening begint te stromen. Het signaal wordt dan gebruikt om de tweede extrusie-inrichting uit te schakelen.
Als alternatief kan gebruik worden gemaakt van een buf-fercilinder, die het eerste materiaal Ml aan de matrijs toevoert en een extruder die het tweede materiaal M2 aan de matrijs toevoert en die al of niet door een tijdschakelinrich-ting of door van een nabij het open einde van de matrijs geplaatste detector afkomstig signaal wordt uitgeschakeld.
Het is in beginsel ook mogelijk een enkele extrusie -inrichting te gebruiken, waaraan opeenvolgend voorafbepaalde hoeveelheden van de materialen Ml en M2 worden toegevoerd en die vervolgens, na fluidisering van de materialen, de matrijs vult.
Fig. 2 toont schematisch een uitvoeringsvoorbeeld waarbij twee buffercilinders 20,21 zijn toegepast, die via bedienbare afsluiters 22,23 opeenvolgend met een matrijs of mal 24 kunnen worden verbonden. De buffercilinders kunnen met voorafbepaalde hoeveelheden van de gef lui dis eer de materialen Ml en M2 worden gevuld door extrusie-inrichtingen 24,25. De extrusie- inrichtingen zijn voorzien van vulinrichtingen 26,27, via welke het ruwe materiaal, dat veelal eerst is verdicht of gegranuleerd, aan de extruders kan worden toegevoerd. In het getoonde voorbeeld zijn de extruders via omschakelbare kleppen 28,29 met een naar de buffercilinders voerende leiding 30,31 verbonden. De kleppen 28,29 vormen in de ene stand een verbinding tussen de extruders en de buffercilinders, terwijl in de andere stand de buffercilinders met een naar de afsluiters 22,23 voerende leiding 32,33 zijn verbonden. De extru-sie-inrichtingen kunnen echter ook elk via een afzonderlijke leiding met bijbehorende afsluiter met de buffercilinders zijn verbonden. Nadat de buffercilinders zijn gevuld, hetgeen bijvoorbeeld via de stand van de met de zuigers 34,35 in de buffercilinders verbonden zuigerstangen 36,37 kan worden gedetecteerd, worden de extrusie-inrichtingen afgeschakeld. De buffercilinders kunnen van verwarmingselementen zijn voorzien om het gefluïdiseerde materiaal in gefluidiseerde toestand te houden.
Als de extruder 24 is afgeschakeld wordt de klep 28 omgezet en kan, als een matrijs met de uitstroomleiding 38 is gekoppeld, de afsluiter 22 worden geopend. De buffercilinder wordt dan middels de zuiger 34 leeggeperst, waarbij het materiaal Ml op de in fig. 1 getoonde wijze in de matrijs stroomt. Als de buffercilinder 20 leeg is, wordt de afsluiter 22 weer gesloten en kan de inhoud van de tweede buffercilinder 21 op soortgelijke wijze via een klep 29 en een afsluiter 23 aan de matrijs worden toegevoerd, zoals getoond in fig. 1.
De beschreven cyclus kan bekort worden door bijvoorbeeld de ene buffercilinder te vullen, terwijl de andere buffercilinder leeggeperst wordt.
Nadat de matrijs gevuld is kan deze worden losgekoppeld en worden vervangen door een andere te vullen matrijs. Uit de eerste matrijs kan na voldoende afkoeling het gerede produkt verwijderd worden, waarna de matrijs gereed is voor hernieuwd gebruik.
Het gerede produkt bestaat uit een kern van het materiaal M2, die alzijdig omhuld is door het materiaal Ml. Slechts ter plaatse van de instroomopening van de matrijs kan het materiaal M2 aan de oppervlakte komen.
Bij de hierboven beschreven wijze van vullen van de matrijs worden opeenvolgend afgepaste hoeveelheden materiaal in de matrijs gestuwd. De matrijs kan dan een gesloten matrijs zijn, doch een aan het van de instroomopening afgekeerde einde (deels) open matrijs kan ook toegepast worden.
Pig. 3 toont schematisch een doorsnede van een voorbeeld van een volgens de uitvinding verkregen produkt 40. Het getoonde produkt is een van een punt 41 voorziene paal, met een kern 42 van het materiaal M2 en een uit het materiaal Ml bestaande buitenste laag of schil 43. De schil 43 omhult de kern volledig met uitzondering van de met de instroomopening van de matrijs corresponderende zone 44 aan de punt van de paal. Dit is echter meestal niet storend. Belangrijk is, dat de kop 41 van de paal geheel met het materiaal Ml is bekleed, hetgeen met de bestaande technieken niet mogelijk is.
Opgemerkt wordt, dat na het voorgaande diverse varianten voor de deskundige voor de hand liggen. Zo kunnen bijvoorbeeld in plaats van twee verschillende (mengsels van) materialen drie of meer verschillende (mengsels van) materialen aan een matrijs worden toegevoerd, waardoor een, in doorsnede gezien, uit drie of meer lagen opgebouwd produkt wordt verkregen.
Voorts is het mogelijk om gébruik te maken van een tot in de matrijs reikende spuitmond voor de toevoer van de materialen. In het bijzonder indien een dergelijke spuitmond wordt gebruikt voor de toevoer van het tweede materiaal M2 kan een gelijkmatige verdeling van het materiaal Ml over het gehele oppervlak van het gerede produkt bevorderd worden. De zone 44 kan hierdoor gereduceerd worden en in sommige gevallen naar verwachting zelfs in hoofdzaak verdwijnen.
Deze en soortgelijke modificaties worden geacht binnen het kader van de uitvinding te vallen.

Claims (17)

1. Werkwijze voor het uit thermoplastisch kunststof materiaal, in het bijzondr afvalmateriaal, in een matrijs vervaardigen van langwerpige voorwerpen, die op soortgelijke wijze als hout bewerkbaar zijn, waarbij het thermoplastische materiaal wordt gefluidiseerd en gemengd en onder lage druk via een instroomopening wordt toegevoerd aan een matrijs, waarna de matrijs wordt gekoeld en vervolgens het gerede voorwerp uit de matrijs wordt verwijderd en waarbij in het zich in de matrijs bevindende gefluidiseerde materiaal een vormgas ter beschikking gesteld, dat in de matrijs een expansiekracht uitoefent en dat bewerkstelligt, dat de matrijs geheel gevuld blijft tijdens het koelen van de matrijs, met het kenmerk, dat eerst een eerste hoeveelheid van een eerste thermoplastisch kunststof materiaal(mengsel) aan de matrijs wordt toegevoerd, welke eerste hoeveelheid de matrijs niet vult, en dat vervolgens ten minste één volgende hoeveelheid van een tweede thermoplastisch kunststof materiaal(mengsel) aan de matrijs wordt toegevoerd, waarbij althans in de ten minste ene volgende hoeveelheid materiaal (mengsel) een vormgas werkzaam is.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de ten minste ene volgende hoevelheid via een tot in de matrijs reikende spuitmond wordt toegevoerd.
3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerkf dat een aan het van de instroomopening afgekeerde einde althans deels open matrijs wordt gebruikt, dat de eerste hoeveelheid thermoplastisch kunststof materiaal(mengsel) een voorafbepaalde afgepaste hoeveelheid is en dat de toevoer van de laatste van de ten minste ene volgende hoeveelheid van aan de matrijs toegevoerd thermoplastisch kunststof materiaal (mengsel) wordt voortgezet tot materiaal uit het althans deels open einde uit de matrijs begint te stromen.
4. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat voor de toevoer van ten minste één der eerste of volgend© hoeveelheden thermoplastisch kunststof materiaal (mengsel) gebruik wordt gemaakt van ten minste één tevoren gevulde buffercilinder, die via een leidingstelsel met de matrijs wordt gekoppeld.
5. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat voor de toevoer van ten minste één der eerste of volgende hoeveelheden thermoplastisch kunststof materiaal (mengsel) gebruik wordt gemaakt van een door een tijd-schakelinrichting bestuurde extrusie-inrichting.
6. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat voor het vullen van een matrijs gebruik wordt gemaakt van een extrusie-inrichting, waaraan achtereenvolgens voorafbepaalde hoeveelheden van de opeenvolgend aan de matrij s toe te voeren materialen zijn toegevoerd.
7. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de eerste hoeveelheid kunststof materiaal (mengsel) een technische kunststof bevat.
8. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat aan ten minste de eerste hoeveelheid materiaal (mengsel) één of meer stoffen zijn toegevoegd voor het verkrijgen van een gewenste kleur of andere gewenste eigenschappen.
9. Inrichting voor het uit thermoplastisch kunststof materiaal, in het bijzonder afvalmateriaal, in een matrijs vervaardigen van langwerpige voorwerpen die op soortgelijke wijze als hout bewerkbaar zijn, waarbij het thermoplastische materiaal wordt gemengd en gefluidiseerd en onder lage druk via een instroomopening wordt toegevoerd aan een matrijs, waarbij in het zich in de matrijs bevindende gefluidiseerde materiaal een vormgas ter beschikking wordt gesteld gekenmerkt door een ten minste één matrijs en ten minste één extrusie-inrichting omvattend samenstel, dat is voorzien van bestu-ringsmiddelen om te bewerkstelligen dat in bedrijf opeenvolgend ten minste een eerste en een tweede hoeveelheid gefluidiseerd thermoplastisch kunststof materiaal aan een matrijs wordt toegevoerd, waarbij in ten minste de laatste hoeveelheid kunststof materiaal in de matrijs een expansiemiddel werkzaam is.
10. Inrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de besturingsmiddelen ten minste een tijdschakelaar omvatten.
11. Inrichting volgens conclusie 9, gekenmerkt door ten minste één buffercilinder, die via een omschakelbare klep met een extrusie-inrichting is verbonden, en die voorts via een bestuurbare afsluiter met een toevoerleiding voor een matrijs is verbonden.
12. Inrichting volgens conclusie 9, 10 of 11 ingericht voor toepassing van aan het van de instroomopening afgekeerde einde althans deels open matrijzen, gekenmerkt door een detector voor het detecteren van uit het althans deels open einde van een matrijs stromend materiaal en het verschaffen van een signaal dat de toevoer van materiaal aan de instroomopening doet beëindigen.
13. Inrichting volgens één der conclusies 9 t/m 12, gekenmerkt door een carrousel, die een aantal matrijzen kan opnemen en de matrijzen kan verplaatsen van een vulstand, waarin de instroomopening voor de materiaaltoevoerleiding ligt naar een koelpositie.
14. Inrichting volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de carrousel deels in een waterbak reikt.
15. Inrichting volgens één der conclusies 9 t/m 14 gekenmerkt door één of meer via bestuurbare afsluiters met een toevoerleiding voor een matrijs gekoppelde extrusie- inrichtingen.
16. Inrichting volgens één der conclusies 9 t/m 15, met het kenmerk, dat de toevoerleiding voor een matrijs is voorzien van een in bedrijf in de matrijs reikende spuitmond.
17. Uit thermoplastisch kunststof materiaal, in het bijzonder afvalmateriaal(mengsel) vervaardigd langwerpig voorwerp, vervaardigd met behulp van de werkwijze volgens één der conclusies 1 t/m 8 en/of de inrichting volgens één der conclusies 9 t/m 16, met het kenmerk f dat het voorwerp een kern heeft die een eerste thermoplastisch kunststof mate riaal (mengsel) omvat en een uit ten minste één laag bestaande schil, die een tweede thermoplastisch kunststof materiaal (mengsel) omvat.
NL9202139A 1992-12-10 1992-12-10 Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van langwerpige voorwerpen uit thermoplastisch kunststof materiaal, alsmede voorwerp vervaardigd met behulp van de werkwijze of inrichting. NL9202139A (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9202139A NL9202139A (nl) 1992-12-10 1992-12-10 Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van langwerpige voorwerpen uit thermoplastisch kunststof materiaal, alsmede voorwerp vervaardigd met behulp van de werkwijze of inrichting.
EP93203485A EP0605914A1 (en) 1992-12-10 1993-12-10 Elongate article having a core and a skin, manufactured from thermoplastic synthetic material, and a method and apparatus for manufacturing such articles

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9202139A NL9202139A (nl) 1992-12-10 1992-12-10 Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van langwerpige voorwerpen uit thermoplastisch kunststof materiaal, alsmede voorwerp vervaardigd met behulp van de werkwijze of inrichting.
NL9202139 1992-12-10

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL9202139A true NL9202139A (nl) 1994-07-01

Family

ID=19861617

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9202139A NL9202139A (nl) 1992-12-10 1992-12-10 Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van langwerpige voorwerpen uit thermoplastisch kunststof materiaal, alsmede voorwerp vervaardigd met behulp van de werkwijze of inrichting.

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP0605914A1 (nl)
NL (1) NL9202139A (nl)

Families Citing this family (11)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB9417678D0 (en) * 1994-09-02 1994-10-19 Univ Warwick A method of producing a scratch resistant coating on a plastics substrate
GB2305890B (en) * 1994-09-02 1998-10-14 Rover Group A method of producing a scratch resistant coating on a plastics substrate
IT1303387B1 (it) * 1998-12-22 2000-11-06 Elma Chemicals S R L Procedimento e dispositivo di fabbricazione di prodotti utilizzandomateriali di scarto di vario genere, e prodotto cosi' ottenuto.
US7954749B2 (en) 2007-12-05 2011-06-07 Randolph A. Dunn Extruded cylinder with a solid wood exterior
WO2011091006A2 (en) 2010-01-19 2011-07-28 Souhegan Wood Products Inc. Structural cylinder with conformable exterior
NL1037644C2 (nl) * 2010-01-22 2011-07-25 Tauw Group B V Lichtmast.
US10807829B2 (en) 2016-09-14 2020-10-20 Souhegan Wood Products Inc. Reinforced wood fiber core
AU2017416025B2 (en) * 2017-05-22 2023-12-07 Electrolux Appliances Aktiebolag Refrigerator appliance having at least one inner plastic liner and method for manufacturing the liner
USD876208S1 (en) 2017-09-08 2020-02-25 Souhegan Wood Products Inc. Winding core
US11772315B1 (en) 2019-08-14 2023-10-03 Souhegan Wood Products Inc. Reinforced wood fiber core and method of making thereof
EP3868540B1 (en) * 2020-02-19 2023-09-13 Electrolux Appliances Aktiebolag Method for producing a component for a water bearing appliance and component obtained with such method

Family Cites Families (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL184773C (nl) * 1977-04-19 1989-11-01 Lankhorst Touwfab Bv Werkwijze voor het verwerken van thermoplastisch kunststofmateriaal tot een voorwerp met de be- en verwerkbaarheidseigenschappen van hout.
US4626189A (en) * 1985-11-18 1986-12-02 Floyd V. Hammer Method and machine for forming articles from a plastic material
BE1001164A5 (fr) * 1987-09-23 1989-08-01 Advanced Recycling Tech Installation de traitement et de transformation directe de dechets thermoplastiques en pieces moulees.
US5011399A (en) * 1989-11-02 1991-04-30 Bm Corp. High capacity injection molding apparatus
DE4020417A1 (de) * 1990-06-27 1992-01-02 Zimmermann Wolfgang Verfahren zur wiederverwendung von recycling-kunststoff
NL9100689A (nl) * 1991-04-19 1992-11-16 Joris Spoor Materiaalmengsel voor het met behulp van een mal vervaardigen van in hoofdzaak massieve voorwerpen, omvattend gemalen kunststof materiaal en werkwijze voor het vormen van een voorwerp met behulp van het materiaalmengsel.

Also Published As

Publication number Publication date
EP0605914A1 (en) 1994-07-13

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL9202139A (nl) Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van langwerpige voorwerpen uit thermoplastisch kunststof materiaal, alsmede voorwerp vervaardigd met behulp van de werkwijze of inrichting.
US3288898A (en) Process of blow molding hollow articles
EP0442255B1 (en) Molding plastic articles
US5192555A (en) Apparatus for molding plastic articles
CA2080915A1 (en) Coinjection molding of preforms for multi-layer containers
US5776381A (en) Process and apparatus for the production of optical lenses
JPH11320631A (ja) 二段階射出成形機の動作方法、二段階射出成形機における材料の可塑化及び溶融体の移送方法及びシステム
WO2005007383A1 (ja) 成形方法、成形用金型、成形品及び成形機
AU612391B2 (en) Rotary molding machine
DK1560694T3 (da) Fremgangsmåde til fremstilling af et produkt af en termoplastisk masse
NL1001417C2 (nl) Inrichting voor het vervaardigen van holle kunststof voorwerpen.
GB1212189A (en) Apparatus and method for collecting molded articles
NL8601883A (nl) Werkwijze en inrichting voor het door spuitgieten vervaardigen van een uit een aantal lagen van verschillende materialen bestaand voorwerp.
CN201538022U (zh) 一种模腔温度控制保压过程的装置
US2894284A (en) Injection molding machines
US2860374A (en) Stripper mechanism for injection molding
CN102039653A (zh) 一种模腔温度控制保压过程的方法
US6464910B1 (en) Injection moulding of large plastic components
JPH06509033A (ja) 押出吹込成形機用アキュムレータヘッド
EP0670210B1 (en) Process for injection molding arcuately-shaped hollow articles
DE4091995D2 (en) Verfahren zum herstellen von hohlkoerpern aus thermoplastischem kunststoff
US2969563A (en) Plastic working process and apparatus
EP0715937B1 (en) Equipment for the injection molding of containers or preforms for containers of plastics material
US20090266276A1 (en) Method for producing transport pallets from plastic
AU615676B2 (en) Installation for the treatment and direct transformation of thermoplastic waste into castings