NL9202137A

NL9202137A - Plank.

Info

Publication number: NL9202137A
Application number: NL9202137A
Authority: NL
Original assignee: Lundex Groep Bv
Priority date: 1992-12-10
Filing date: 1992-12-10
Publication date: 1994-07-01
Also published as: NL194695B; NL194695C

Description

Plank

De uitvinding heeft betrekking op een plank omvattende twee althans nagenoeg evenwijdig aan elkaar verlopende platen en een papieren honingraatkern tussen de platen, waarbij de honingraat aan de platen gelijmd is.

Een dergelijke plank wordt bijvoorbeeld in de meubelindustrie gebruikt, met name als legplank of tafelblad. Aan een dergelijke plank worden verschillende mechanische eisen gesteld, zoals bijvoorbeeld een maximale doorbuiging bij een bepaalde belasting. Om aan deze eisen te voldoen zijn de bekende planken in het algemeen relatief dik en dientengevolge zwaar.

Het is onder meer een doel van de onderhavige uitvinding een plank te verschaffen die relatief dun is en aan de mechanische eisen voldoet.

Hiertoe wordt volgens de uitvinding een plank van de in de aanhef genoemde soort verschaft, die gekenmerkt wordt doordat de platen van metaal zijn en een dikte tussen 0,2 mm en 0,6 mm hebben, dat de cellen van de papieren honingraat een afmeting in de lengterichting hebben die meer dan 2/3 V3 keer de afmeting in de breedte-richting is en dat de lijm een lijm is die na uitharding bestand is tegen grote trek- en af schuif krachten. Door deze combinatie van de dunne metalen platen, die een hoge treksterkte bezitten, de papieren honingraat met een grotere afmeting in lengterichting dan in breedte-richting, waardoor een groter lijm- en ondersteuningsoppervlak ontstaat, en de lijm met de genoemde eigenschappen kan een plank verkregen worden waarbij de dikte van de plank voor het verschaffen van bepaalde mechanische eigenschappen veel geringer is dan die van de bekende planken.

Bij voorkeur is de afmeting in lengterichting tenminste V3 keer de afmeting in breedterichting.

Een verdere uitvoeringsvorm van een plank volgens de uitvindig wordt gekenmerkt doordat de afmeting in de lengterichting van de cellen ongeveer (4/3) V3 keer de afmeting in breedterichting van de cellen is. in de praktijk blijkt deze afmetingverhouding voor een papieren honingraat optimale resultaten te kunnen geven.

Teneinde verdere be- of verwerking, van de plank op eenvoudige, industriële en grootschalige wijze mogelijk te doen maken, wordt een uitvoeringsvorm van een plank volgens de uitvinding gekenmerkt doordat de lijm een lijm is die tenminste gedurende enkele minuten bestand is tegen een temperatuur van ongeveer 200°C.

Een verdere voorkeursvorm van een plank volgens de onderhavige uitvinding, wordt gekenmerkt doordat de lijm een schuimende twee componenten polyurethaanlijm is. Door de schuimende eigenschap van deze lijm ontstaat een maximaal lijmoppervlak hetgeen de mechanische eigenschappen van de plank optimaliseert.

Bij voorkeur is de dikte van de papieren honingraat 7 mm. Hierdoor wordt een plank verkregen met een totale dikte van ongeveer 8 mm die uitermate geschikt is voor toepassing als legplank.

Enige uitvoeringsvormen van de uitvinding zullen bij wijze van voorbeeld beschreven worden aan de hand van de tekening, waarin: fig. 1 een schematisch bovenaanzicht toont van een gedeelte van een bekende papieren honingraat, fig. 2 een schematisch bovenaanzicht toont van een gedeelte van een geëxpandeerde papieren honingraat van een plank volgens de uitvinding, fig. 3 een schematisch uiteengewerkt aanzicht in perspectief toont van een uitvoeringsvorm van een plank volgens de uitvinding, fig. 4 een schematisch aanzicht in doorsnede van een deel van de plank van fig. 3 toont, fig. 5 een schematisch uiteengewerkt aanzicht in perspectief toont van een andere uitvoeringsvorm van een plank volgens de uitvinding, en fig. 6 een schematisch aanzicht in doorsnede van een deel van de plank van fig. 5 toont.

In fig. 1 is schematisch een bovenaanzicht van een gedeelte van een gebruikelijke papieren honingraat 1 weergegeven. Deze honingraat 1 bevat een aantal cellen 2 met een lengte a en een breedte b. De verhouding van de lengte a tot de breedte b is althans ongeveer 2 s V3.

In fig. 2 is schematisch een bovenaanzicht van een gedeelte van een papieren honingraat 1' voor een plank volgens de onderhavige uitvinding weergegeven. Deze honingraat 1' bevat een aantal cellen 2' met een lengte a' en een breedte b'. De verhouding van de lengte a' tot de breedte b’ is hier volgens de uitvinding tenminste V3 s 1. Een dergelijke honingraat 1' is bijvoorbeeld te verkrijgen door de bekende honingraat 1 zover in de lengterichting te strekken, dat de leng-te/breedte verhouding met een rekfactor van 1,5 gewijzigd wordt, onder aanname dat de lengte van de celribben gelijk zijn. Door dit strekken wordt het aantal cellen per oppervlakte-eenheid groter. Wanneer een dergelijke geëxpandeerde papieren honingraat 1' tussen twee althans nagenoeg evenwijdig aan elkaar verlopende platen geplaatst wordt en daaraan gelijmd wordt voor het vormen van een plank, dan wordt het contactoppervlak tussen platen en honingraat met een gelijke factor vergroot. Dit betekent dat het lijm- en ondersteuningsoppervlak van een dergelijke honingraat 1' groter is dan bij de bekende honingraat. Van belang is voorts dat met de gerekte honingraten de houtdraadrich-ting in een houten plaat benaderd wordt.

In fig. 3 wordt schematisch een uiteengewerkt aanzicht in perspectief weergegeven van een uitvoeringsvorm van een plank volgens de uitvinding. De plank wordt opgebouwd uit twee metalen platen 3,3' met en dikte tussen 0,2 mm en 0,6 mm. Het materiaal waarvan de platen 3,3' vervaardigd zijn is metaal, waarvan de (hoge) treksterkte en de dikte na lang onderzoek gebleken essentieel zijn gebleken voor het bereiken van het doel van de uitvinding. Dit doel is het verschaffen van een plank met een dikte van bij voorkeur niet meer dan 10 mm, die bij belasting slechts een geringe doorbuiging vertoont.

Wanneer een papieren honingraat 1' tussen de twee metalen platen 3,3' geplaatst wordt dan blijkt het doel bereikt te worden wanneer de honingraat 1' aan de metalen platen 3,3’ gelijmd wordt met behulp van een lijm die na uitharding bestand is tegen grote trek- en afschuifkrachten. In fig. 4 wordt schematisch een aanzicht in doorsnede getoond van een deel van de plank van fig. 3 waarbij de lijmlagen door 4 aangeduid worden.

Het aan elkaar lijmen van de honingraat en de platen kan geschieden door de betreffende oppervlakken van de platen met de lijm te voorzien of door de delen van de honingraat die in samengestelde toestand met de platen contact maken van de lijm te voorzien. De laatstgenoemde mogelijk levert een lijmhoeveelheidsbesparing, maar kan alleen gebruikt worden indien de impregnatiewaarde van het gebruikte papier en de vochtopnamewaarde van de lijm de lijmeigenschap van de lijm niet nadelig beïnvloeden.

In de in fig. 3 weergegeven uitvoeringsvorm van een plank volgens de uitvinding zijn de platen 3,3' voorzien van omgezette randen 5,5' voor de randafwerking van plank. In de in fig. 5 schematisch weergegeven uitvoeringsvorm is de honingraat 51' voor de randaf-werking in een randwerk 55 geplaatst. De platen 53, 53' zijn aan weerszijden van de honingrat 51' en het randwerk 55 geplaatst, waarbij de honingraat 51' door middel van lijm 54 aan de metalen platen 53, 53' bevestigd is. In fig. 6 is schematisch een aanzicht in doorsnede van een deel van de plank volgens fig. 5 weergegeven.

Door het expanderen van de honingraat wordt het totale lijm- en ondersteuningsoppervlak tussen platen en honingraat vergroot, hetgeen essentieel is voor de onderhavige uitvinding. Uit onderzoek is gebleken, dat de voornoemde rekfactor ten opzichte van de bekende honingraat bij voorkeur tenminste 1 1/2 in de lengterichting is voor het bereiken van het doel van de onderhavige uitvinding. Ten aanzien van efficiënt materiaalgebruik, papier voor de honingraat en lijmhoe-veelheid, in verhouding tot de gewenste mechanische eigenschappen van de plank, blijkt een expansie met een rekfactor 2 ten opzichte van de bekende honingraat, hetgeen een verhouding a' ; b’ (zie fig. 2) oplevert van 4/3 V3 : 1, het meest optimaal te zijn.

De lijmen die voor de verlijming van de honingraat aan de platen gebruikt worden, dienen na uitharding bestand te zijn tegen grote trek- en afschuifkrachten die gedurende het belasten van de plank ontstaan. De soorten lijm die aan deze eisen voldoen zijn bij de vakman bekend. Aangezien de plank na samenstelling van de honingraat en de platen in het algemeen verder bewerkt dient te worden, dienen bijvoorkeur lijmen gebruikt te worden die tenminste gedurende enkele minuten bestand zijn tegen een temperatuur van ongeveer 200°C, welke temperatuur in het algemeen de hoogste is die bij de verdere bewerking kan optreden. Door gebruik van deze laatstgenoemde soort lijm is geen extra afkoeling van de lijmplaatsen gedurende de warme verderbewerking nodig.

Het vergroten van het lijm- en ondersteuningsoppervlak van de honingraat kan geschieden door het enigszins pletten van de honingraat. Dit pletten vereist een extra stap hetgeen uit economisch oogpunt ongewenst is. Wanneer een schuimende twee componenten polyur-ethaan lijm toegepast wordt kruipt de lijm bij uitharding tegen de celwanden op zodat het lijmoppervlak gemaximaliseerd wordt (zie fig. 6).

De onderhavige uitvinding zal verder bij wijze van voorbeeld aan de hand van een niet-beperkende uitvoeringsvorm van een plank volgens de uitvinding beschreven worden. Deze plank omvat twee metalen platen van 0,4 on dikte, die om voor verdere bewerking ontvetten te voorkomen zogenaamd geprimerd zijn, die aan weerszijden van een papieren honingraat zijn aangebracht, welke honingraat een lengteafme-ting heeft van 10 mm en een dikte van 7 mm. De honingraat is in een randwerk van beuken multiplex aangebracht met een dikte van 7 mm en eeen breedte van 22 mm. De in deze uitvoeringsvorm gebruikte schuimende twee komponenten polyurethaanlijm is de lijm die in de handel verkrijgbaar is als Icema R 148P/25 en een verharder 7/2 in de gewichtsverhouding 100 : 30. De plank heeft verder een lengte van 700 mm, een breedte van 350 mm en een totale dikte van 8 mm. Deze plank werd aan een doorbuigingstest onderworpen door de plank aan de twee korte zijden te ondersteunen en gelijkmatig met 40 kg te belasten, waarbij het gewicht van de plank zelf ongeveer 1,7 kg bedroeg. De gemeten doorbuiging bleek slechts 1,8 mm te zijn. In vergelijking hiermede bedroeg bij dezelfde belastingtest de doorbuiging van een 20 mm dikke geplastificeerde spaanplaat met een gewicht aan 3,3 kg ook 1,8 mm; de doorbuiging van een 8 mm dikke vurehouten plank van 1,1 kg 4.2 mm en de doorbuiging van een 8 mm dikke beuken multiplexplank van 2.2 kg 4,3 mm.

Uit deze resultaten blijkt dat de plank volgens de onder- havige uitvinding uitermate dun is en een zeer geringe doorbuiging vertoont.

Claims

1. Plank omvattende twee althans nagenoeg evenwijdig aan elkaar verlopende platen en een papieren honingraat kern tussen de platen, waarbij de papieren honingraat aan de platen gelijmd is, met het kenmerk, dat de platen van metaal zijn en een dikte tussen 0,2 mm en 0,6 mm hebben, dat de cellen van de papieren honingraat een afmeting in de lengterichting hebben die meer dan 2/3 V3 keer de afmeting in de breedterichting is en dat de lijm een lijm is die na uitharding bestand is tegen grote trek- en afschuifkrachten.

2. Plank volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de afmeting in de lengterichting van de cellen tenminste V3 keer de afmeting in de breedterichting is.

3. Plank volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de afmeting in de lengterichting van de cellen ongeveer 4/3 V3 keer de afmeting in breedterichting van de cellen is.

4. Plank volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat de lijm een lijm is die tenminste gedurende enkele minuten bestand is tegen een temperatuur van ongeveer 200°C.

5. Plank volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de lijm een schuimende twee componenten polyurethaanlijm is.

6. Plank volgens êén der conclusies 1-5, met het kenmerk, dat de dikte van de papieren honingraat 7 mm is.

7. Plank omvattend twee althans nagenoeg evenwijdig aan elkaar verlopende platen en een honingraatvormige kern tussen de platen, waarbij de cellen van de honingraat een afmeting in lengterichting hebben die meer dan 2/3 V3 keer de afmeting in de breedterichting is, en waarbij de honingraat aan de platen gelijmd is met een lijm, die na uitharding bestand is tegen grote trek- en drukkrachten.

8. Plank volgens conclusie 7, waarbij de honingraat vervaardigd is van papier.

9. Plank volgens conclusie 7 of 8, waarbij tenminste êén van de platen vervaardigd is van metaal.

10. Plank volgens conclusie 9, waarbij de dikte van de van metaal vervaardigde plaat ongeveer 0,2-0,6 mm bedraagt.