NL9201742A

NL9201742A - Inrichting voor het aanbrengen van een thermoplastische strook om een voorwerp.

Info

Publication number: NL9201742A
Application number: NL9201742A
Authority: NL
Original assignee: Endra Bv
Priority date: 1992-10-08
Filing date: 1992-10-08
Publication date: 1994-05-02
Also published as: EP0592049A1

Description

INRICHTING VOOR HET AANBRENGEN VAN EEN THERMOPLASTISCHE

STROOK OM EEN VOORWERP

De uitvinding betreft een inrichting voor het aanbrengen van een thermoplastische strook om een voorwerp, welke inrichting is voorzien van ten minste één stel van twee naar elkander toe en van elkander af beweegbare strook-omleggers voor het om het voorwerp heen naar elkander toe drukken van de zich tussen dat voorwerp en voorraadrollen uitstrekkende gedeelten van een reeds U-vormig om dat voorwerp heen geslagen, uit vooraf met hun einden aan elkander bevestigde, een laseenheid gevormd door de twee naar elkaar toegekeerde vooreinden van de strookomleggers voorzien van verwarmingsmiddelen voor het op twee plaatsen aan elkander lassen van de door de strookomleggers tegen elkander gedrukte banden en een tussen de twee lasvlakken werkzaam smelt-orgaan voor het scheiden van de twee lasplaatsen, alsmede van middelen voor het besturen van de strookomleggers

De uitvinding heeft ten doel een inrichting van bovenbedoelde soort te verschaffen die een grotere capaciteit heeft dan de bekende inrichtingen van deze soort. Daartoe onderscheidt de inrichting volgens de uitvinding zich doordat er ten minste twee stel strookomleggers aanwezig zijn.

De genoemde en andere kenmerken van de uitvinding zullen nader worden toegelicht in de hierna volgende beschrijving van een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding. In de tekening stellen schematisch voor:

Figuur 1 een perspectivisch aanzicht van de inrichting volgens de uitvinding;

Figuren 2-5 bovenaanzichten van de inrichting van figuur 1 tijdens het aanbrengen van een strook;

Figuren 6a t/m e op grotere schaal horizontale en schematische doorsneden van detail VI in figuur 4 in vijf verschillende werkingsstadia van de in de inrichting gebruikte laseenheid.

De inrichting 1 volgens de uitvinding omvat een gestel 50, een transportband 51, bijvoorbeeld een eindloze band 52 met aanslagstrippen 53, waarop voorwerpen 2 stapsgewijze worden voortbewogen in pijlrichting 64. De voorwerpen 2 kunnen enkelvoudige elementen zijn, doch bestaan veelal uit een serie elementen 54 die door middel van een thermoplastische strook 3 tot een pakket worden verenigd.

Elke strook 3 wordt gevormd door twee bandstukken 4 die op twee uit elkaar gelegen plaatsen aan elkaar worden gelast voor het vormen van een lus. Aan elke zijde heeft de inrichting 1 een bandvoorraadrol 55, een bandspanner 56 en twee strookomleggers 6, 7 respectievelijk 16, 17. Het stel samenwerkende strookomleggers 6 en 16 bevindt zich op een vaste positie terwijl het stel strookomleggers 7, 17 door middel van verstelmiddelen 57 in pijlrichting 58 verstelbaar zijn om de afstand a tussen de twee stellen strookomleggers aan te passen aan de breedtemaat b van de voorwerpen 2. Ook de strippen 53 worden op een afstand a aan de band 51 bevestigd. In de getoonde uitvoeringsvorm omvat elke bandspanner 56 een veelvoud van vaste leidrollen 68 en een veelvoud van beweegbare leidrollen 59 die gelegerd zijn in een rollendra-ger 60 die neerwaarts wordt getrokken door een luchtveer 69 met een door regelmiddelen 65 instelbare druk teneinde de band 8 meandervormig te geleiden. De bandspanner 56 heeft aan zijn invoerzijde een bandklem 61 die band 8 op ingestelde wijze, die op zich bekend is, vastklemt. Vanuit de bandspanner 56 wordt de band 8 via een leidrol 62 geleid langs de strookomleggers 6, 16 en 7, 17 naar een lasplaats 63, waar twee banden 8 onderling zijn verbonden. Wanneer het proces van het met de band 8 omwikkelen aanvangt, worden twee banden eerst met een las 63 onderling verbonden. Vervolgens wordt op de transportband 51 een reeks voorwerpen 2 aangevoerd die zich op onderlinge afstand a-b bevinden tegen strippen 53. Hierin is a de steekafstand en b de breedte van het pakket. De transportband 51 wordt stapsgewijs telkens over een afstand 2a verplaatst, zodanig dat de strookomleggers 7 en 17 zich tegenover de tussenruimte tussen twee té behandelen voorwerpen 2 bevinden. Vervolgens worden alle stellen van strookomleggers 6, 7 en 16, 17 naar elkaar toe bewogen, waarbij de strookomleggers 7 en 17 eerst tegen elkaar worden gedrukt en even later de strookomleggers 6 en 16. Daarbij worden de lengten van band 8 door de bandspan-ners 56 af gegeven, zodanig dat twee voorwerpen 2 met band worden omgeven, terwijl de banden 8 onder een flinke trek-spanning worden gehouden.

Figuur 6a t/m e toont een op zichzelf bekende laseenheid, die is gevormd door de twee naar elkaar toegekeerde vrije einden van elke strookomlegger 6 respectievelijk 7 en 16 respectievelijk 17.

De desbetreffende einden zijn kokervormig uitgevoerd, waarbij de ene strookomlegger 7 is voorzien van een verwarmingsplaat 34 voorzien van een smeltorgaan 35 in de vorm van een verticaal gerichte rug op de verwarmingsplaat 34. De verwarmingsplaat wordt elektrisch verhit via de klemmen 36.

Het andere einde van de tegenoverliggende strookomlegger 17 is voorzien van een daarin beweegbaar contra-element 37, elk bestaande uit een tweetal delen met telkens een contradrukvlak 38, welke delen door een veer 39 van elkaar beweegbaar zijn. Tussen de vrije einden van de strookomleggers 7, 17 is in de sluitstand volgens figuur 6 een drukvork 40 te plaatsen.

De werking van de op zichzelf bekende laseenheid is als volgt:

Figuur 6a toont de stand, waarin de strookomleggers 7, 17 naar elkaar toe zijn bewogen en waarbij telkens een band 8 om de vrije einden van de strookomleggers 7 en 17 loopt en wordt geklemd tussen de vork 40. Vervolgens wordt het verwarmingselement 34 naar voren bewogen in de richting van de pijl PI en smelt de band 8 door met het smeltorgaan 35. Bij verdergaande beweging wordt elke bandhelft tegen de binnenzijde van de vork 40 gevleid. Vervolgens, bij verdergaande beweging van de verwarmingsplaat 34 in de richting van de pijl PI, zie fig. 6c, smelt het smeltorgaan 35 de tegenoverliggende band 8 door rond het vrije einde van strookomlegger 17. Bij de teruggaande beweging van de ver-warmingsplaat 34 en het tegenoverliggende contra-element 37 in de richting van de pijl P2 worden de bandhelften van de rechterband 8 tegen de binnenzijde van de vork 40 gevleid, en op de reeds daar liggende bandhelften van de linkerhand 8.

Inmiddels zijn de bandhelften door de verwarmings-plaat 34 op voldoende temperatuur gebracht teneinde een las tussen de beide bandhelften van de band 8 te bewerkstelligen, zie figuur 6e. Het aandrukken wordt bevorderd door de twee elementen 38 van het contra-element 37, welke door de veer 39 naar buiten worden gedrukt, en wel tegen de binnenzijde van de vork 40.

Vervolgens wordt het contra-element 37 in de richting van de pijl P3 terugbewogen en kan de hierboven beschreven lascyclus worden herhaald.

Wanneer volgens figuur 5 tegelijkertijd twee voorwerpen 2 van een omsingelende band zijn voorzien, worden de vier strookomleggers teruggetrokken en wordt de transportband 51 over een afstand 2a verplaatst en worden de bewerkingsstappen herhaald.

Denkbaar is dat er per bewerkingscyclus in plaats van twee, drie of zelfs meer voorwerpen 2 tegelijkertijd van een thermoplastische strook worden voorzien.

Binnen het kader van de uitvinding is het ook mogelijk om het gestel 50 in figuur 1 met de daarop geplaatste strookomleggers en bandtoevoermiddelen beweegbaar langs de transportband 52 uit te voeren, waarbij de transportband 52 kan worden gezien als een in het produktieproces reeds aanwezige bestaande transportband.

Vanzelfsprekend zijn ook een aantal omsingelings-banden in verticale zin boven elkaar gelijktijdig te lassen, zodat de pakketten met meerdere stroken worden omsingeld.

Het is voorts mogelijk om de banden niet in een horizontaal vlak rond de pakketten te omsingelen, maar in een verticaal of zelfs schuin vlak.

De uitvinding is niet beperkt tot de hierboven beschreven uitvoeringsvormen.

Claims

1. Inrichting voor het aanbrengen van een thermoplastische strook om een voorwerp, welke inrichting is voorzien van ten minste één stel van twee naar elkander toe en van elkander af beweegbare strookomleggers voor het om het voorwerp heen naar elkander toe drukken van de zich tussen dat voorwerp en voorraadrollen uitstrekkende gedeelten van een reeds U-vormig om dat voorwerp heen geslagen, uit vooraf met hun einden aan elkander bevestigde, een laseenheid gevormd door de twee naar elkaar toegekeerde vooreinden van de strookomleggers voorzien van verwarmingsmiddelen voor het op twee plaatsen aan elkander lassen van de door de strookomleggers tegen elkander gedrukte banden en een tussen de twee lasvlakken werkzaam smeltorgaan voor het scheiden van de twee lasplaatsen, alsmede van middelen voor het besturen van de strookomleggers, met het kenmerk dat er ten minste twee stel strookomleggers aanwezig zijn.

2. Inrichting volgens conclusie l, met het kenmerk dat een eerste stel strookomleggers en een tweede stel strookomleggers in de transportbewegingsrichting van de voorwerpen achter elkaar zijn opgesteld.

3. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk dat het in de transportrichting van de voorwerpen voorste stel strookomleggers eerder sluit dan het achterste stel strookomleggers.