NL9201324A - Branch holder - Google Patents

Branch holder Download PDF

Info

Publication number
NL9201324A
NL9201324A NL9201324A NL9201324A NL9201324A NL 9201324 A NL9201324 A NL 9201324A NL 9201324 A NL9201324 A NL 9201324A NL 9201324 A NL9201324 A NL 9201324A NL 9201324 A NL9201324 A NL 9201324A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
arm
hook member
branch
branch holder
hook
Prior art date
Application number
NL9201324A
Other languages
Dutch (nl)
Other versions
NL194530B (en
NL194530C (en
Original Assignee
Marinus Giovanni Poortvliet
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Marinus Giovanni Poortvliet filed Critical Marinus Giovanni Poortvliet
Priority to NL9201324A priority Critical patent/NL194530C/en
Publication of NL9201324A publication Critical patent/NL9201324A/en
Publication of NL194530B publication Critical patent/NL194530B/en
Application granted granted Critical
Publication of NL194530C publication Critical patent/NL194530C/en

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01GHORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
    • A01G17/00Cultivation of hops, vines, fruit trees, or like trees
    • A01G17/04Supports for hops, vines, or trees
    • A01G17/10Holders for boughs or branches

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Botany (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Package Frames And Binding Bands (AREA)
  • Catching Or Destruction (AREA)

Abstract

The branch holder 1 has an arm 4 with three hook members 5-7, of which two hook members 5, 6 are located in the vicinity of one end 8 of the arm 4, and a third hook member 7 is located at a distance from the abovementioned end 8 of the arm 4, in the longitudinal direction of the arm 4. The first two hook members 5, 6 are intended to be supported around either side of a trunk, against the said trunk 3, and the branch 2 which is to be bent round or supported can be hooked into the third hook member 7. A blank for forming a branch holder according to the invention is also described. The branch holder 1 according to the invention can be used to support branches of trees in a simple and reliable manner, or to hold these branches bent downwards. The branch holder is very easy to attach and remove and can be produced at low cost. <IMAGE>

Description

Korte aanduiding: TakhouderShort designation: Branch holder

In de fruitteelt is het vaak gewenst de stand van een tak ten opzichte van de stam te beïnvloeden.In fruit cultivation it is often desirable to influence the position of a branch relative to the trunk.

Dit beïnvloeden kan bijvoorbeeld bestaan uit het steunen van een tak indien deze door het gewicht van het daaraan hangende fruit te ver doorhangt of zelfs dreigt te bezwijken.This influence can for instance consist of supporting a branch if it hangs too far or even threatens to collapse due to the weight of the fruit hanging on it.

Een andere vorm van het beïnvloeden van de stand van takken ten opzichte van de stam wordt op zeer grote schaal toegepast bij appelbomen. Bij een appelboom vormen de aansluitingen van opeenvolgende takken op de stam een schroeflijn. In het algemeen groeien de takken vanaf de stam schuin omhoog.Another form of influencing the position of branches relative to the trunk is very widely used in apple trees. In an apple tree, the connections of successive branches on the trunk form a helix. In general, the branches grow diagonally upwards from the trunk.

Het is echter onder appeltelers algemeen bekend, dat een betere knopvorming en derhalve meer bloesem en uiteindelijk een vergrote opbrengst aan appels wordt verkregen, indien de tak meer van de stam af gebogen wordt gehouden. De meeste bloesem-vorming wordt in het algemeen verkregen indien een tak in een ongeveer horizontale stand wordt gehouden.However, it is well known among apple growers that better bud formation and therefore more blossom and ultimately an increased yield of apples is obtained if the branch is kept more bent away from the trunk. Most blossom formation is generally obtained if a branch is held in an approximately horizontal position.

Teneinde de takken elk in deze stand te houden worden diverse methoden toegepast. Een bekende methode bestaat eruit, dat één uiteinde van een touw aan de tak wordt geknoopt en het andere uiteinde van dat touw op afstand onder de desbetreffende tak aan de stam wordt geknoopt, zodat de tak omlaag getrokken wordt. Een bezwaar van deze methode is, dat het aanbrengen van de touwen zeer arbeidsintensief is.In order to keep the branches each in this position, various methods are used. A known method consists in that one end of a rope is tied to the branch and the other end of that rope is tied to the trunk at a distance below the relevant branch, so that the branch is pulled down. A drawback of this method is that the application of the ropes is very labor-intensive.

Voorts is het bekend van een touw, waarvan één uiteinde aan een gewicht is bevestigd, het andere uiteinde zodanig aan een tak te bevestigen, dat bij een op de grond liggend gewicht de juiste mate van omlaag buigen van de tak wordt verkregen. Ook toepassing van deze methode is zeer arbeidsintensief. Tegenover het wegvallen van de noodzaak het touw aan de stam te bevestigen staat dat de gewichten over de boomgaard gedistribueerd dienen te worden. Verdere bezwaren van deze methode zijn, dat de lengte van elk aan een gewicht bevestigd touw aangepast dient te zijn aan de hoogste takken, zodat voor de andere takken telkens een te lang touw wordt gebruikt en dat de gewichten relatief duur zijn.Furthermore, it is known of a rope, one end of which is attached to a weight, to attach the other end to a branch in such a way that the correct degree of bending down of the branch is obtained with a weight lying on the ground. The application of this method is also very labor-intensive. In contrast to the removal of the need to attach the rope to the trunk, the weight must be distributed over the orchard. Further drawbacks of this method are that the length of each rope attached to a weight must be adapted to the highest branches, so that for the other branches a rope that is too long is used each time and that the weights are relatively expensive.

Teneinde het touw sneller aan de takken te kunnen bevestigen worden hiervoor ook wel wasknijpers toegepast. Dit levert enige arbeidsbesparing op. Een ander toepassing van wasknijpers voor het omlaag buigen van takken bestaat eruit, dat de stam in de voor het vasthouden van was bestemde bek van de wasknijper wordt geklemd en de tak in de v-vormige opening tussen de tegenovergelegen armen van de wasknijper wordt geplaatst, waarbij de wasknijper zodanig dicht bij de voet van de tak wordt aangebracht, dat de tak omlaag gebogen wordt gehouden.In order to fasten the rope to the branches, clothespins are also used for this. This provides some labor savings. Another use of clothespins for bending down branches is that the trunk is clamped in the clothespin mouth of the clothespin and the branch is placed in the v-shaped opening between the opposite arms of the clothespin, the clothespin being arranged so close to the base of the branch that the branch is kept bent down.

Een bezwaar van het gebruik van wasknijpers is echter, dat dit kostenverhogend werkt. Alleen houten wasknijpers zijn in de praktijk stabiel genoeg om met voordeel toegepast te kunnen worden. Deze kunnen slechts één keer worden gebruikt, omdat deze een drager vormen voor een schimmel die de zogenaamde boomkanker veroorzaakt. Alleen al in Nederland worden jaarlijks in de appelteelt naar schatting enige miljoenen wasknijpers verbruikt. Verder bezwaren van het gebruik van wasknijpers zijn, dat de wasknijpers bij zware belasting (bijvoorbeeld door harde wind) vaak losraken en dat vaak de boom door de wasknijper beschadigd wordt.A drawback of the use of clothespins, however, is that this increases the cost. Only wooden clothespins are stable enough in practice to be used advantageously. These can only be used once, as they are a carrier for a fungus that causes so-called tree cancer. In the Netherlands alone, an estimated several million clothespins are used in apple cultivation. Further drawbacks of the use of clothespins are that the clothespins often become loose under heavy loads (for example due to strong wind) and that the tree is often damaged by the clothespin.

De uitvinding heeft als doel deze bezwaren te ondervangen.The object of the invention is to overcome these drawbacks.

Dit doel wordt volgens de onderhavige uitvinding bereikt door toepassing van een takhouder volgens conclusie 1.This object is achieved according to the present invention by using a branch holder according to claim 1.

Voor het aanbrengen van de takhouder volgens de uitvinding kan het eerste en het tweede haakorgaan met de stam in aangrijping worden gebracht door eerst het eerste of het tweede haakorgaan om de stam te haken en vervolgens het andere van deze twee haakorganen om de stam te haken door verdraaien van de takhouder tegen de richting in waarin de tak omgebogen dient te worden. Vervolgens kan de tak worden omgebogen en in het derde haakorgaan worden gehaakt.For arranging the branch holder according to the invention, the first and the second hook member can be engaged with the trunk by first hooking the first or second hook member to the trunk and then the other of these two hook members to crochet the trunk by turning the branch holder against the direction in which the branch is to be bent. The branch can then be bent and hooked into the third hook member.

Door de kracht die de tak op het derde haakorgaan uitoefent wordt de takhouder verdraaid totdat het eerste en het tweede haakorgaan tegen de stam stuiten en verder terugbuigen van de tak verhinderd wordt. Door de kracht waarmee het eerste en het tweede haakorgaan tegen de stam worden gedrukt wordt tevens tegengegaan, dat de takhouder in langsrichting van de stam verschuift. Geringe verschuiving door oneffenheden in de stam is mogelijk, maar wanneer de takhouder eenmaal zijn stabiele positie heeft bereikt zal deze niet verder verschuiven. De mate van ombuiging van de tak kan eenvoudig gewijzigd worden door de takhouder verticaal langs de stam te verplaatsen. Door verplaatsing omlaag kan een verder ombuiging omlaag worden verkregen en door verplaatsing omhoog kan de ombuiging omlaag worden beperkt, het verplaatsen van de takhouder langs de stam kan worden vergemakkelijkt door de kracht die door het eerste en het tweede haakorgaan op de stam wordt uitgeoefend tijdelijk te verkleinen of te onderbreken. Hiertoe kan men bijvoorbeeld de tak verder ombuigen en eventueel uithaken of met de hand op de takhouder een moment tegengesteld aan het door de tak uitgeoefende moment uitoefenen.Due to the force that the branch exerts on the third hook member, the branch holder is rotated until the first and the second hook members bump against the trunk and further bending of the branch is prevented. The force with which the first and second hook members are pressed against the trunk also prevents the branch holder from sliding in the longitudinal direction of the trunk. Slight shifting due to irregularities in the trunk is possible, but once the branch holder has reached its stable position, it will not move further. The degree of bending of the branch can easily be changed by moving the branch holder vertically along the trunk. By moving downward, further downward bending can be obtained and by moving upward, the downward bending can be limited, moving the branch holder along the trunk can be facilitated by temporarily reducing the force exerted on the trunk by the first and second hook members. reduce or interrupt. For this purpose it is possible, for example, to bend the branch further and, if necessary, unhook it or exercise it on the branch holder by hand for a moment opposite to the moment exercised by the branch.

Door de samenwerkende haakorganen wordt de takhouder stabiel op zijn plaats gehouden ook bij bewegingen van de boom door storm.The branch holder is stably held in place by the hook hooks, even during storm movements of the tree.

Een verder voordeel van de takhouder volgens de uitvinding is, dat deze zowel geschikt is voor het omlaag buigen van takken als voor het omhoog buigen van takken. Voor het omlaag buigen van een tak dient de takhouder met het eerste haakorgaan aan zijn bovenzijde te worden aangebracht en voor het omlaag buigen van een tak dient de takhouder met zijn eerste haakorgaan aan zijn onderzijde te worden aangebracht.A further advantage of the branch holder according to the invention is that it is suitable both for bending down branches and for bending up branches. For bending down a branch, the branch holder with the first hook member must be arranged on its top and for bending down a branch, the branch holder with its first hook member must be arranged on its bottom.

De uitvinding kan tevens zijn belichaamd in een plano volgens conclusie 15 voor het vervaardigen van een uit plaatmateriaal vervaardigde uitvoeringsvorm van de takhouder volgens de uitvinding. Voor het vervaardigen van de takhouder volgens de uitvinding uit het plano dienen de panelen die de haakorganen vormen omgevouwen te worden ten opzichte van het armpaneel. De plano's kunnen tegen zeer lage kosten worden vervaardigd en nemen in ongevouwen toestand zeer weinig ruimte in beslag, hetgeen voordelig is bij opslag en transport.The invention can also be embodied in a blank according to claim 15 for the manufacture of an embodiment of the branch holder according to the invention manufactured from sheet material. In order to produce the branch holder according to the invention from the blank, the panels forming the hook members must be folded with respect to the arm panel. The blanks can be manufactured at a very low cost and take up very little space when unfolded, which is advantageous for storage and transport.

Navolgend wordt de uitvinding nader toegelicht aan de hand van enkele uitvoeringsvoorbeelden, waarbij wordt verwezen naar de tekening. Daarbij tonen: fign. 1-3 in perspectivisch aanzicht, opeenvolgende stadia van het aanbrengen van een takhouder volgens een eerste uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding, fig. 4 een frontaal aanzicht van een gedeelte van een plano voor het vormen van een takhouder volgens de fign. 1-3, fig. 5 een vergroot weergegeven aanzicht in doorsnede volgens de lijn V-V in fig. 4, fig. 6 een frontaal aanzicht van een plano voor het vormen van een takhouder volgens een tweede uitvoeringsvoor-beeld van de uitvinding, fig. 7 een aanzicht in doorsnede volgens de lijn VII-VII in fig. 6, fig. 8 een aanzicht overeenkomstig fig. 7 van een takhouder volgens een derde uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding, fig. 9 een aanzicht in doorsnede volgens de lijn IX-IX in fig. 6, waarbij het plano tot een takhouder is gevouwen en aan een stam is bevestigd, en fig. 10 een perspectivisch aanzicht van een takhouder volgens een vierde uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding.The invention is explained in more detail below with reference to a few exemplary embodiments, wherein reference is made to the drawing. Show: Figs. 1-3 in perspective view, successive stages of arranging a branch holder according to a first exemplary embodiment of the invention, fig. 4 shows a frontal view of a part of a blank for forming a branch holder according to figs. 1-3, FIG. 5 is an enlarged sectional view taken on the line VV in FIG. 4, FIG. 6, a front view of a blank for forming a branch holder according to a second exemplary embodiment of the invention, FIG. 7 a sectional view along the line VII-VII in fig. 6, fig. 8 a view in accordance with fig. 7 of a branch holder according to a third exemplary embodiment of the invention, fig. 9 a sectional view along the line IX-IX in fig. 6, wherein the blank is folded into a branch holder and attached to a trunk, and FIG. 10 is a perspective view of a branch holder according to a fourth embodiment of the invention.

De uitvinding wordt in eerste aanleg toegelicht aan de hand van het in de figuren 1-5 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld van de takhouder volgens de uitvinding. Daarna worden de takhouders volgens de andere weergegeven uitvoeringsvoorbeelden van de uitvinding besproken. In de figuren zijn overeenkomende delen met dezelfde verwijzingscijfers aangeduid.The invention will be elucidated in the first instance on the basis of the exemplary embodiment of the branch holder according to the invention shown in Figures 1-5. The branch holders according to the other exemplary embodiments of the invention shown are then discussed. Corresponding parts are designated by the same reference numerals in the figures.

In fig. 3 is een takhouder 1 volgens de uitvinding weergegeven in bevestigde toestand, waarin deze de stand van een tak 2 ten opzichte van een stam 3 beïnvloedt.Fig. 3 shows a branch holder 1 according to the invention in a fixed position, in which it influences the position of a branch 2 relative to a trunk 3.

De takhouder omvat een arm 4 voorzien van drie zich in hoofdzaak in dwarsrichting uitstrekkende haakorganen 5-7. van deze haakorganen zijn een eerste en een tweede haakorgaan 5 resp. 6 in het gebied van een eerste uiteinde 8 van de arm 4 gelegen met een tussenafstand in dwarsrichting ten opzichte van de arm 4. Een derde haakorgaan 7 is in langsrichting van de arm 4 op afstand van het voornoemde eerste uiteinde 8 van de arm 4 gelegen. Het eerste haakorgaan 5 is van het derde haakorgaan 7 af open en het tweede haakorgaan 6 is naar het derde haakorgaan 7 toe open. Het derde haakorgaan 7 is open in een richting dwars op de arm 4 naar een zijde van de takhouder 1 waaraan het tweede haakorgaan 6 is gelegen.The branch holder comprises an arm 4 provided with three substantially transversely extending hook members 5-7. of these hook members, a first and a second hook member 5 and 5 respectively. 6 located in the region of a first end 8 of the arm 4 with an intermediate distance transversely of the arm 4. A third hook member 7 is located in the longitudinal direction of the arm 4 at a distance from the aforementioned first end 8 of the arm 4 . The first hook member 5 is open away from the third hook member 7 and the second hook member 6 is open towards the third hook member 7. The third hook member 7 is open in a direction transverse to the arm 4 to a side of the branch holder 1 on which the second hook member 6 is located.

In de weergegeven toestand oefent de tak 2 die omlaag is gebogen, op het derde haakorgaan 7 een opwaarts gerichte kracht uit. Deze opwaarts gerichte kracht resulteert erin, dat het eerste en het tweede haakorgaan 5 resp. 6 tegen de stam 3 worden gedrukt, zodat rotatie van de takhouder 1, waardoor het derde haakorgaan 7 omhoog zou bewegen wordt verhinderd. Doordat het eerste en het tweede haakorgaan 5 resp. 6 met kracht tegen de stam 3 worden gedrukt, wordt tevens een zodanige normaalkracht op de stam uitgeoefend, dat verschuiven van de takhouder 1 in langsrichting van de stam eveneens wordt tegengegaan. Een geringe verschuiving kan optreden, doordat het eerste en/of het tweede in een uitsparing in de stam 3 glijden. Daarna zal echter geen verdere verschuiving in langsrichting van de stam optreden.In the shown condition, the branch 2, which is bent down, exerts an upwardly directed force on the third hook member 7. This upwardly directed force results in the first and second hook members 5 and 5 respectively. 6 are pressed against the stem 3, so that rotation of the branch holder 1, whereby the third hook member 7 would move upwards, is prevented. Since the first and the second hook member 5 and 5 respectively. 6 are pressed against the trunk 3 with force, a normal force is also exerted on the trunk such that shifting of the branch holder 1 in the longitudinal direction of the trunk is also prevented. A slight shift can occur because the first and / or the second slide into a recess in the trunk 3. However, no further longitudinal shifting of the trunk will occur thereafter.

De kracht waarmee het eerste en het tweede haakorgaan 5 resp. 6 tegen de stam 3 worden gedrukt is groter dan de door de tak 2 op het derde haakorgaan 7 uitgeoefende kracht, doordat de lengte van de arm van het derde haakorgaan 7 tot de stam 3 groter is dan de afstand tussen het eerste en het tweede haakorgaan 5 resp. 6. hierdoor is een relatief lage wrijvingscoëfficient tussen de stam 3 en de eerste en tweede haakorganen 5 resp. 6 voldoende om verschuiven van de takhouder langs de stam te verhinderen. Dit verschuiven zal voorts in de praktijk weinig voorkomen, omdat ten minste één van de eerste twee haakorganen 5, 6 in het algemeen een oneffenheid in de stam 3 of een tak zal blijven hangen.The force with which the first and the second hook member 5, resp. 6 pressed against the stem 3 is greater than the force exerted by the branch 2 on the third hook member 7, because the length of the arm of the third hook member 7 to the trunk 3 is greater than the distance between the first and the second hook member 5 resp. 6. As a result, a relatively low coefficient of friction between the trunk 3 and the first and second hook members 5 is respectively. 6 sufficient to prevent the branch holder from moving along the trunk. Furthermore, this shifting will hardly occur in practice, because at least one of the first two hook members 5, 6 will generally hang an unevenness in the trunk 3 or a branch.

De mate waarin de tak 2 door de takhouder 1 omgebogen wordt gehouden kan eenvoudig gewijzigd worden door de takhouder 1 langs de stam 3 te verschuiven. Teneinde verschuiven te vergemakkelijken kan eerste de tak 2 uit het derde haakor-gaan 7 worden gehaakt of iets verder omlaag worden gebogen, zodat de normaalkracht die door het eerste en het tweede haak-orgaan 5 resp. 6 op de stam 3 wordt uitgeoefend wegvalt. In veel gevallen zal het ook voldoende zijn op de takhouder 1 met de hand een moment uit te oefenen tegen het door de tak 2 uitgeoefende moment in, teneinde de door het eerste en het tweede haakorgaan 5 resp. 6 op de stam 3 uitgeoefende krachten voldoende te beperken om verschuiven van de takhouder 1 eenvoudig mogelijk te maken.The extent to which the branch 2 is kept bent by the branch holder 1 can easily be changed by sliding the branch holder 1 along the trunk 3. In order to facilitate sliding, the branch 2 may first be crocheted from the third hook member 7 or bent a little further down, so that the normal force generated by the first and second hook members 5, respectively. 6 on the trunk 3 is exerted. In many cases it will also be sufficient to manually exert a moment on the branch holder 1 against the moment exerted by the branch 2, in order that the hooks 5 and 5 hooked by the first and the second hook members, respectively. 6 to sufficiently limit the forces exerted on the trunk 3 to enable the branch holder 1 to be displaced in a simple manner.

De takhouder 1 volgens de uitvinding kan eenvoudig aan een boom worden aangebracht door eerst het eerste of het tweede haakorgaan 5 resp. 6 om de stam 3 te haken, waarbij de takhouder 1 in een zodanige stand wordt gehouden, dat de open zijde van de andere van de eerste twee haakorganen 5, 6 voor de stam 3 komt te liggen (fig. 1). Vervolgens kan door rotatie van de takhouder 1 in de met de pijl 10 aangeduide richting het andere van de eerste twee haakorganen 5, 6 om de stam 3 worden gehaakt, zodat de in fig. 2 weergegeven toestand wordt bereikt, tenslotte kan door de tak 2 om te buigen in de met een pijl 11 aangeduide richting en deze in het derde haakorgaan 7 te haken, de in fig. 3 weergeven toestand worden bereikt, waarin de takhouder aan de boom is bevestigd en de tak 2 in een omlaag gebogen stand houdt. Tenslotte kan de stand van de tak 2 nog gewijzigd worden, zoals hiervoor reeds is beschreven.The branch holder 1 according to the invention can easily be arranged on a tree by firstly the first or the second hook member 5 and 5 respectively. 6 to crochet the trunk 3, the branch holder 1 being held in such a position that the open side of the other of the first two hook members 5, 6 lies in front of the trunk 3 (fig. 1). Subsequently, by rotating the branch holder 1 in the direction indicated by the arrow 10, the other of the first two hook members 5, 6 can be hooked around the trunk 3, so that the situation shown in fig. 2 is reached, finally through the branch 2 to bend in the direction indicated by an arrow 11 and to hook it into the third hook member 7, the situation shown in fig. 3 is reached, in which the branch holder is attached to the tree and holds the branch 2 in a downwardly bent position. Finally, the position of branch 2 can still be changed, as has already been described above.

Indien het gewenst is een tak te steunen in plaats van deze omlaag te buigen, dient de takhouder ondersteboven ten opzichte van de in fig. 3 weergegeven stand te worden aangebracht .If it is desired to support a branch rather than bend it downward, the branch holder should be positioned upside down from the position shown in FIG.

De takhouder 1 volgens de fign. 1-5 is vervaardigd uit plaatmateriaal, waarbij de haakorganen 5-7 zijn uitgevoerd als omgevouwen panelen van het plaatmateriaal.The branch holder 1 according to Figs. 1-5 is made of sheet material, the hook members 5-7 being formed as folded panels of the sheet material.

Een dergelijke takhouder is eenvoudig en tegen lage kosten te vervaardigen en neemt in plano vorm weinig ruimte in beslag, hetgeen voordelig is voor opslag en transport.Such a branch holder is simple to manufacture and at a low cost and takes up little space in plano form, which is advantageous for storage and transport.

Alle haakorganen 5-7 zijn naar eenzelfde zijde van een armpaneel 12 omgevouwen. Hierdoor kan de tak 2 zich langs het armpaneel uitstrekken wanneer de takhouder 1 is aangebracht. Zou het derde haakorgaan naar de andere zijde van het armpaneel 12 zijn omgevouwen dan de beide andere haakorganen 5 en 6, dan dient, van bovenaf gezien, de tak 2 het armpaneel 12 te kruisen, dit zou een gecompliceerde vorm van het armpaneel 12 vergen.All hook members 5-7 are folded to the same side of an arm panel 12. This allows the branch 2 to extend along the arm panel when the branch holder 1 is fitted. If the third hook member were folded over to the other side of the arm panel 12 than the other two hook members 5 and 6, seen from above, the branch 2 should cross the arm panel 12, this would require a complicated shape of the arm panel 12.

Het eerste haakorgaan 5 gaat over in een ribbe 13 in langsrichting van de arm 4, waarbij het haakorgaan 5 en de ribbe 13 deel uitmaken van eenzelfde omgevouwen paneel. Hierdoor wordt op eenvoudige wijze een vergroting van de buig-stijfheid van de arm 4 en extra steun voor het haakvormige orgaan 5 verkregen. In plaats van of in aanvulling op het eerste haakorgaan zou ook het tweede haakorgaan over kunnen gaan in een ribbe die zich in langsrichting van de arm uitstrekt. Aan de zijde van het eerste haakorgaan 5 biedt de ribbe 13 echter het meeste voordeel, omdat die zijde van de arm 4 op druk wordt belast en daardoor tot uitknikken neigt. Dit wordt op doeltreffende wijze bestreden door de vergroting van de buig-stijfheid aan die zijde van de arm 4 die de ribbe 13 biedt.The first hook member 5 merges into a rib 13 in the longitudinal direction of the arm 4, the hook member 5 and the rib 13 being part of the same folded panel. This provides an easy increase in the bending stiffness of the arm 4 and additional support for the hook-shaped member 5. Instead of or in addition to the first hook member, the second hook member could also merge into a rib extending in the longitudinal direction of the arm. On the side of the first hook member 5, however, the rib 13 offers the most advantage, because that side of the arm 4 is subjected to pressure and therefore tends to buckle. This is effectively counteracted by increasing the bending stiffness on that side of the arm 4 providing the rib 13.

Doordat de ribbe zich in geplaatste toestand langs de bovenzijde van de arm uitstrekt vormt deze tevens een bescherming van één zijde van de arm tegen regen. Dit is voordelig indien tegen die zijde van de arm 4 kokers met insectenlarven - bijvoorbeeld larven van de sluipwesp - worden aangebracht ter bestrijding van rupsen. De takhouder 1 volgens de uitvinding kan aldus tevens met voordeel worden gebruikt als drager voor larven van nuttige insecten. Voor het verkrijgen van grotere afgeschermde ruimte voor het aanbrengen van insec tenlarven kan de takhouder ook zijn voorzien van een schuin omlaag of omhoog gerichte flap als bescherming en eventueel tevens als drager voor de insectenlarven. Deze flap kan zich langs een langsrand van de arm 4 uitstrekken, waardoor deze kan zijn uitgevoerd als een voortzetting van de hiervoor beschreven ribbe 13.Because the rib extends in placed condition along the top of the arm, it also forms a protection of one side of the arm against rain. This is advantageous if 4 sleeves with insect larvae - for instance larvae of the parasitoid wasp - are arranged against that side of the arm to control caterpillars. The branch holder 1 according to the invention can thus also advantageously be used as a carrier for larvae of beneficial insects. In order to obtain a larger shielded space for the application of insect larvae, the branch holder can also be provided with an obliquely downward or upward flap as protection and optionally also as a carrier for the insect larvae. This flap can extend along a longitudinal edge of the arm 4, so that it can be designed as a continuation of the rib 13 described above.

De takhouder volgens de uitvinding kan tevens zijn voorzien van bevestigingsmiddelen, waaraan een houder met een bestrijdingsmiddel kan worden bevestigd. Een dergelijke houder kan bijvoorbeeld zijn voorzien van overloopgaten, zodat bij regen bestrijdingsmiddel uittreedt en langs de stam van de boom vloeit. Hierdoor wordt automatisch en onmiddellijk als door regen besproeien van de boom nodig wordt een behandeling van de boom met bestrijdingsmiddel verkregen, waardoor minder vaak of althans minder intensief hoeft te worden gesproeid. In plaats van een houder met een bestrijdingsmiddel kunnen ook andere zaken aan de takhouder volgens de uitvinding worden bevestigd, zoals inrichtingen voor het afschrikken van vogels.The branch holder according to the invention can also be provided with mounting means, to which a container with a pesticide can be attached. Such a container can for instance be provided with overflow holes, so that pesticide emerges during rain and flows along the trunk of the tree. This automatically and immediately, if spraying the tree by rain is necessary, treatment of the tree with pesticide is obtained, so that spraying is less frequent or at least less intensive. Instead of a holder with a pesticide, other items can also be attached to the branch holder according to the invention, such as devices for deterring birds.

De takhouder volgens de fign. 1-5 is voorzien van een geleidearm 14 nabij het derde haakorgaan 7. Deze geleide-arm 14 gaat over in de opening van het derde haakorgaan 7. Bij het inhaken van de tak 2 kan deze langs de geleidearm 14 worden verplaatst, hetgeen het inhaken vereenvoudigt.The branch holder according to Figs. 1-5 is provided with a guide arm 14 near the third hook member 7. This guide arm 14 merges into the opening of the third hook member 7. When hooking up the branch 2, it can be moved along the guide arm 14, which means hooking simplifies.

Zoals is te zien in de fign. 1-3 zijn de randen van de openingen van de haakorganen 5-7 flexibel uitgevoerd, zodat deze zich voegen naar de vorm van de stam 3 en de tak 2. Hiertoe sluit op de rand van de opening van elk van de haakorganen 5-7 een dunwandig harmonicavormig uitgevoerde zone 15 aan. Deze zone is het duidelijkst weergegeven in de fign. 4 en 5, die een eerste haakorgaan 5 resp. een gedeelte daarvan tonen, een dergelijke dunwandige harmonicavormig uitgevoerde zone 15 kan eenvoudig in plaatmateriaal worden geperst, eventueel bij het uitsnijden van het plano en/of het aanbrengen van de vouwril-len. Ook bij een spuitgegoten takhouder kan een dergelijke zone 15 eenvoudig worden meegevormd.As can be seen in Figs. 1-3, the edges of the openings of the hook members 5-7 are made flexible, so that they conform to the shape of the trunk 3 and the branch 2. For this purpose, close to the edge of the opening of each of the hook members 5-7 a thin-walled accordion-shaped zone 15. This zone is shown most clearly in Figs. 4 and 5, which have a first hook member 5 and 5, respectively. to show a part thereof, such a thin-walled accordion-shaped zone 15 can simply be pressed into sheet material, optionally when cutting the blank and / or applying the folding grooves. Such a zone 15 can also be easily formed with an injection-molded branch holder.

Aan de zijde van de opening wordt de harmonicavormige zone 15 begrensd door een pees 16 met een ronde dwarsdoorsnede. hierdoor wordt enerzijds inscheuren van het harmonicavormige dunwandige gedeelte 15 tegengegaan en wordt anderzijds tegengegaan, dat het dunwandige materiaal in de bast van de boom snijdt.On the opening side, the accordion-shaped zone 15 is bounded by a tendon 16 with a round cross-section. this prevents, on the one hand, tearing of the harmonica-shaped thin-walled portion 15 and, on the other hand, prevents the thin-walled material from cutting into the bark of the tree.

In de fign. 6 en 7 is een plano voor het vormen van een takhouder (fig. 9) volgens een tweede uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding weergegeven. Dit uitvoeringsvoorbeeld geniet op dit moment de meeste voorkeur.In Figs. 6 and 7, a blank for forming a branch holder (Fig. 9) according to a second exemplary embodiment of the invention is shown. This embodiment is most preferred at present.

Het plano omvat een langwerpig armpaneel 12 waaraan langs vouwlijnen 17-19 de drie haakorganen 5-7 grenzen. Het eerste en het tweede haakorgaan 5 resp. 6 zijn nabij een eerste uiteinde 8 aan weerszijden van het armpaneel 12 gelegen. Het derde haakorgaan 7 is in langsrichting van het armpaneel 12 op afstand van het voornoemde eerste uiteinde 8 van het armpaneel gelegen. De bij het eerste en het tweede haakorgaan 5 resp. 6 behorende vouwlijnen 17 resp. 18 zijn in hoofdzaak in langsrichting van het armpaneel 12 gericht en de bij het derde haakorgaan 7 behorende vouwlijn 19 is ongeveer dwars op het armpaneel gericht, voorts zijn de haakorganen zodanig gevormd, dat ook wanneer het plano in vlakke toestand verkeert, het eerste haakorgaan 5 van het derde haakorgaan 7 af open is, het tweede haakorgaan 6 naar het derde haakorgaan 7 toe open is en het derde haakorgaan open 7 is in een richting dwars op het armpaneel 12 aan een langszijde van het armpaneel 12 waaraan het tweede haakorgaan 6 grenst. Door omvouwen van de haakorganen 5-7 kan een takhouder met de onderlinge configuratie van de haakorganen 5-7 als hiervoor beschreven worden verkregen.The blank comprises an elongated arm panel 12 to which the three hook members 5-7 adjoin along fold lines 17-19. The first and second hook members 5 and 5 respectively. 6 are located near a first end 8 on either side of the arm panel 12. The third hook member 7 is spaced longitudinally from the arm panel 12 from the aforementioned first end 8 of the arm panel. The first and second hook members 5 and 5 respectively. 6 associated folding lines 17 resp. 18 are directed substantially in the longitudinal direction of the arm panel 12 and the fold line 19 associated with the third hook member 7 is oriented approximately transverse to the arm panel, furthermore the hook members are formed such that, even when the blank is in a flat condition, the first hook member 5 away from the third hook member 7, the second hook member 6 is open toward the third hook member 7, and the third hook member is open 7 in a direction transverse to the arm panel 12 on a longitudinal side of the arm panel 12 adjacent to the second hook member 6. By folding over the hook members 5-7, a branch holder with the mutual configuration of the hook members 5-7 as described above can be obtained.

Evenals de takhouder 1 volgens het eerste uitvoeringsvoorbeeld (fign. 1-5) is de takhouder gevormd uit het in de fign. 6 en 7 weergegeven plano gevormd uit plaatmateriaal en voorzien van een geleidearm 14. De geleidearm 14 vormt hierbij tevens een begrenzing van de opening van het derde haakorgaan 7, waardoor wordt vermeden, dat de tak 2 in de richting van de am 4 van het derde haakorgaan 7 los kan raken.Like the branch holder 1 according to the first exemplary embodiment (Figs. 1-5), the branch holder is formed from the one shown in Figs. 6 and 7, a blank formed of sheet material and provided with a guide arm 14. The guide arm 14 hereby also forms a boundary of the opening of the third hook member 7, thereby avoiding that the branch 2 in the direction of the am 4 of the third hook member 7 can come loose.

Ter vergroting van de buigstijfheid van de am 4 is het plano de fign. 6 en 7 resp. de takhouder 1 volgens fig. 9 voorzien van een doorgedrukt gedeelte 20. Het doorgedrukte gedeelte 20 bevindt zich nabij het eerste uiteinde 8 van de arm 4, waar het op de am 4 uitgeoefende buigende moment, wanneer de takhouder 1 in een boom is aangebracht, het grootst is. het doorgedrukte gedeelte kan uiteraard ook verder in de richting van het derde haakorgaan 7 doorlopen indien het gewenst is de arm 4 verder in die richting te verstevigen.In order to increase the bending stiffness of the am 4, the plano is the fig. 6 and 7 resp. the branch holder 1 according to fig. 9 provided with a pressed-through part 20. The pressed-on part 20 is located near the first end 8 of the arm 4, where the bending moment exerted on the am 4 when the branch holder 1 is arranged in a tree, is the greatest. the pressed-through part can of course also continue in the direction of the third hook member 7 if it is desired to reinforce the arm 4 further in that direction.

In fig. 8 is een alternatieve versteviging van de am 4 weergegeven in de vorm van een opstaande ribbe 21. Deze versteviging van de am 4 kan met voordeel worden toegepast indien de takhouder is uitgevoerd als een spuitgietprodukt.Fig. 8 shows an alternative reinforcement of the am 4 in the form of an upright rib 21. This reinforcement of the am 4 can advantageously be used if the branch holder is designed as an injection molded product.

De haakorganen 5-7 van de takhouder 1 volgens fig. 9 gevomd uit het plano volgens de fign. 6 en 7 hebben elk een asymmetrisch gevormde opening, waarbij het diepste punt 22, 23 resp. 24 van die opening naar de zijde van de am 4 uit het midden is gelegen. Dit biedt het voordeel, dat de takhouder 1 bij het plaatsen uit zichzelf een positie inneemt, waarbij de tak en de stam dicht bij de am 4 zijn gelegen. Hierdoor worden de via de haakorganen op de am 4 uitgeoefende momenten beperkt. De positie die de takhouder 1 ten opzichte van de stam 3 inneemt blijkt het duidelijkst uit fig. 9. De am 4 is tegen of althans zeer dichtbij de stam 3 gelegen.The hook members 5-7 of the branch holder 1 according to Fig. 9 are formed from the blank according to Figs. 6 and 7 each have an asymmetrically shaped aperture, the deepest point 22, 23 respectively. 24 from that opening to the side of the am 4 is off-center. This offers the advantage that the branch holder 1 takes up a position of its own during placement, the branch and the trunk being located close to the am 4. This limits the moments exerted on the am 4 via the hook members. The position occupied by the branch holder 1 relative to the trunk 3 is most clearly shown in Fig. 9. The am 4 is located against or at least very close to the trunk 3.

Opgemerkt wordt nog, dat bij het plano volgens de fign. 6 en 7 en de takhouder volgens fig. 9 de openingen van de haakorganen niet zijn vernauwd, zoals het geval is bij de takhouder 1 volgens de fign. 1-5. Doordat de takhouder 1 in geplaatste toestand met voorspanning in een stabiele drie-puntsophanging is ingeklemd blijft deze ook zonder vernauwing betrouwbaar op zijn plaats, terwijl door het ontbreken van de vernauwingen het aanbrengen van de takhouder verder wordt vergemakkelijkt .It should also be noted that, according to Figs. 6 and 7 and the branch holder according to Fig. 9 the openings of the hook members are not narrowed, as is the case with the branch holder 1 according to Figs. 1-5. Because the branch holder 1 is clamped in a stable three-point suspension in pre-tensioned position, it remains reliably in place even without constriction, while the absence of the constrictions further facilitates the installation of the branch holder.

in fig. 10 tenslotte is een vierde uitvoeringsvoor-beeld van de takhouder volgens de uitvinding weergegeven. De takhouder 1 volgens dit uitvoeringsvoorbeeld is gebogen uit rond draad- of stafmateriaal, bijvoorbeeld staaldraad. Doordat het draadmateriaal een afgeronde vorm heeft wordt beschadiging van de boom voorkomen.finally, fig. 10 shows a fourth exemplary embodiment of the branch holder according to the invention. The branch holder 1 according to this exemplary embodiment is bent from round wire or rod material, for example steel wire. Because the wire material has a rounded shape, damage to the tree is prevented.

De takhouder volgens dit uitvoeringsvoorbeeld kan worden verbogen indien dit vanwege de vorm van de boom gewenst is. Het kan bijvoorbeeld zo zijn, dat daar waar men het tweede haakorgaan 6 om de stam zou moeten haken teneinde de juiste verbuiging van de tak te verkrijgen een andere tak aanwezig is. Door de arm 4 iets omlaag of omhoog te buigen kan dan bij een hogere resp. een lagere positie van de tweede haak 6 eenzelfde verbuiging van de om te buigen tak worden verkregen.The branch holder according to this exemplary embodiment can be bent if this is desired because of the shape of the tree. It may be the case, for example, that where the second hook member 6 should be hooked around the trunk in order to obtain the correct bending of the branch, another branch is present. By bending the arm 4 slightly downwards or upwards, it is possible at a higher resp. a lower position of the second hook 6 produces the same bending of the branch to be bent.

Claims (17)

1. Takhouder voor het beïnvloeden van de stand van een tak (2) ten opzichte van een stam (3), omvattende een arm (4) voorzien van drie zich in hoofdzaak in dwarsrichting uitstrekkende haakorganen (5-7), waarvan een eerste en een tweede haakorgaan {5 resp. 6) in het gebied van een eerste uiteinde (8) van de arm (4) zijn gelegen met een tussenafstand in dwarsrichting ten opzichte van de arm (4) en een derde haakorgaan (7) in langsrichting van de arm (4) op afstand van het voornoemde eerste uiteinde (8) van de arm (4) is gelegen, waarbij het eerste haakorgaan (5) van het derde haakorgaan (7) af open is, het tweede haakorgaan (6) naar het derde haakorgaan (7) toe open is en het derde haakorgaan (7) open is in een richting dwars op de arm (4) naar een zijde van de takhouder (1) waaraan het tweede haakorgaan (6) is gelegen.Branch holder for influencing the position of a branch (2) with respect to a trunk (3), comprising an arm (4) provided with three substantially transversely extending hook members (5-7), of which a first and a second hook member {5 resp. 6) located in the region of a first end (8) of the arm (4) spaced transversely from the arm (4) and a third hook member (7) longitudinally of the arm (4) spaced is located from said first end (8) of the arm (4), the first hook member (5) open from the third hook member (7), the second hook member (6) open towards the third hook member (7) and the third hook member (7) is open in a direction transverse to the arm (4) to one side of the branch holder (1) on which the second hook member (6) is located. 2. Takhouder volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat deze is gevormd uit plaatmateriaal, waarbij de haakorganen (5-7) zijn uitgevoerd als omgevouwen panelen van het plaatmateriaal .Branch holder according to claim 1, characterized in that it is formed from sheet material, the hook members (5-7) being formed as folded panels of the sheet material. 3. Takhouder volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat alle haakorganen (5-7) naar eenzelfde zijde van een armpa-neel (12) zijn omgevouwen.Branch holder according to claim 2, characterized in that all hook members (5-7) are folded over to the same side of an arm panel (12). 4. Takhouder volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat de arm (4) is voorzien van een versteviging in de vorm van een doorgedrukt gedeelte (20).Branch holder according to claim 2 or 3, characterized in that the arm (4) is provided with a reinforcement in the form of a pressed-through part (20). 5. Takhouder volgens één der conclusies 2-4, met het kenmerk, dat ten minste één van de eerste twee haakorganen (5) overgaat in een ribbe (13) in langsrichting van de arm (4), waarbij het genoemde haakorgaan (5) en de ribbe (13) deel uitmaken van eenzelfde omgevouwen paneel.Branch holder according to any one of claims 2-4, characterized in that at least one of the first two hook members (5) merges into a rib (13) in the longitudinal direction of the arm (4), said hook member (5) and the rib (13) forms part of the same folded panel. 6. Takhouder volgens één der voorgaande conclusies, gekenmerkt door een geleidearm (14) nabij het derde haakorgaan (7), welke overgaat in de opening van het derde haakorgaan (7).Branch holder according to any one of the preceding claims, characterized by a guide arm (14) near the third hook member (7) which merges into the opening of the third hook member (7). 7. Takhouder volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat ten minste één van de haakorganen (5-7) een asymmetrisch gevormde opening heeft, waarbij het diepste punt (22-24) van die opening naar de zijde van de arm (4) uit het midden is gelegen.Branch holder according to any one of the preceding claims, characterized in that at least one of the hook members (5-7) has an asymmetrically shaped opening, the deepest point (22-24) of said opening towards the side of the arm ( 4) is located off-center. 8. Takhouder volgens conclusie één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de arm (4) is voorzien van een versterking (13, 20, 21) welke de buigstijfheid van de arm (4) vergroot.Branch holder according to any one of the preceding claims, characterized in that the arm (4) is provided with a reinforcement (13, 20, 21) which increases the bending stiffness of the arm (4). 9. Takhouder volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de versterking is uitgevoerd als een opstaande ribbe (21).Branch holder according to claim 8, characterized in that the reinforcement is in the form of an upright rib (21). 10. Takhouder volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de rand van de opening van ten minste één van de haakorganen (5-7) over gaat in een dunwandig harmonicavormig uitgevoerde zone (15).Branch holder according to one of the preceding claims, characterized in that the edge of the opening of at least one of the hook members (5-7) merges into a thin-walled accordion-shaped zone (15). 11. Takhouder volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat aan de zijde van de opening de harmonicavormige zone (15) wordt begrensd door een pees (16) met een ronde dwarsdoorsnede.Branch holder according to claim 10, characterized in that on the opening side the harmonica-shaped zone (15) is bounded by a tendon (16) with a round cross-section. 12. Takhouder volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de arm (4) is voorzien van bevestigingsmiddelen voor het aan de arm (4) ophangen van een object.Branch holder according to one of the preceding claims, characterized in that the arm (4) is provided with mounting means for hanging an object from the arm (4). 13. Takhouder volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de arm (4) is uitgevoerd als een insectenkoker.Branch holder according to any one of the preceding claims, characterized in that the arm (4) is designed as an insect tube. 14. Takhouder volgens één der conclusies 1-12, met het kenmerk, dat de arm (4) is voorzien van een flap, welke vanaf een langsrand van de arm (4) uitsteekt.Branch holder according to any one of claims 1-12, characterized in that the arm (4) is provided with a flap protruding from a longitudinal edge of the arm (4). 15. Plano voor het vormen van een takhouder (1) volgens één der conclusies 2-5, omvattende een langwerpig armpa-neel (12) waaraan langs vouwlijnen (17-19) drie haakorganen (5, 5 resp. 7) grenzen, waarvan een eerste en een tweede haak-orgaan (5 resp. 6) nabij een eerste uiteinde (8) aan weerszijden van het armpaneel (12) zijn gelegen en een derde haakor-gaan (7) in langsrichting van het armpaneel (12) op afstand van het voornoemde eerste uiteinde (8) van het armpaneel (12) is gelegen, waarbij de bij het eerste en het tweede haakorgaan (5 resp. 6) behorende vouwlijnen (17 resp. 18) in hoofdzaak in langsrichting van het armpaneel (12) zijn gericht en de bij het derde haakorgaan (7) behorende vouwlijn (19) ongeveer dwars op het armpaneel (12) is gericht, het eerste haakorgaan (5) van het derde haakorgaan (7) af open is, het tweede haakorgaan (6) naar het derde haakorgaan (7) toe open is en het derde haakorgaan (7) open is in een richting dwars op het armpaneel (12) aan een langszijde van het armpaneel (12) waaraan het tweede haakorgaan (6) grenst.Blank for forming a branch holder (1) according to any one of claims 2-5, comprising an elongated arm panel (12) to which three hook members (5, 5 and 7, respectively) adjoin along folding lines (17-19), a first and a second hook member (5 and 6, respectively) are located near a first end (8) on either side of the arm panel (12) and a third hook member (7) in the longitudinal direction of the arm panel (12) is remote from said first end (8) of the arm panel (12), the fold lines (17 and 18, respectively) associated with the first and second hook members (5 and 6, respectively) substantially in the longitudinal direction of the arm panel (12) and the fold line (19) associated with the third hook member (7) is oriented approximately transverse to the arm panel (12), the first hook member (5) is open away from the third hook member (7), the second hook member (6) toward the third hook member (7) is open and the third hook member (7) is open in a direction transverse to the arm panel (12) on a longitudinal side of the arm panel (12) adjacent to the second hook member (6). 16. Plano volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat het armpaneel (12) in het gebied van zijn eerste uiteinde (8) is voorzien van een versteviging in de vorm van een doorgedrukt gedeelte (20).Blank according to claim 15, characterized in that the arm panel (12) is provided in the region of its first end (8) with a reinforcement in the form of a pressed-through part (20). 17. Plano volgens conclusie 15 of 16, met het kenmerk, dat ten minste één van de haakorganen (5) over gaat in een ribbe (13) in langsrichting van het armpaneel (12), waarbij het genoemde haakorgaan (5) en de ribbe (13) deel uitmaken van eenzelfde paneel.Blank according to claim 15 or 16, characterized in that at least one of the hook members (5) merges into a rib (13) in the longitudinal direction of the arm panel (12), said hook member (5) and the rib (13) be part of the same panel.
NL9201324A 1992-07-23 1992-07-23 Branch holder, as well as blank for forming this. NL194530C (en)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9201324A NL194530C (en) 1992-07-23 1992-07-23 Branch holder, as well as blank for forming this.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9201324 1992-07-23
NL9201324A NL194530C (en) 1992-07-23 1992-07-23 Branch holder, as well as blank for forming this.

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL9201324A true NL9201324A (en) 1994-02-16
NL194530B NL194530B (en) 2002-03-01
NL194530C NL194530C (en) 2002-07-02

Family

ID=19861096

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9201324A NL194530C (en) 1992-07-23 1992-07-23 Branch holder, as well as blank for forming this.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL194530C (en)

Cited By (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN105493921A (en) * 2016-01-12 2016-04-20 安徽科技学院 Tree body bending modeling device
CN105519370A (en) * 2016-01-12 2016-04-27 安徽科技学院 Tree body bending device
CN105638270A (en) * 2016-01-12 2016-06-08 安徽科技学院 W-type arc-shaped bow connection tree body bending shaping device
CN105706760A (en) * 2016-03-14 2016-06-29 安徽科技学院 Novel tree body bending modeler
CN105746204A (en) * 2016-03-14 2016-07-13 安徽科技学院 S-type arc-shaped bow connecting body bending modeling device for tree bodies

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB947432A (en) * 1961-12-18 1964-01-22 William Stoner Improvements in plant supports
EP0121047A1 (en) * 1983-03-01 1984-10-10 Josef Friedrich Locher Supporting device for tree branches
US4918860A (en) * 1989-05-09 1990-04-24 Dennis Breadner Tree branch spreader
DE9114006U1 (en) * 1991-11-12 1992-03-19 Reisinger, Manfred, 7121 Gemmrigheim, De

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB947432A (en) * 1961-12-18 1964-01-22 William Stoner Improvements in plant supports
EP0121047A1 (en) * 1983-03-01 1984-10-10 Josef Friedrich Locher Supporting device for tree branches
US4918860A (en) * 1989-05-09 1990-04-24 Dennis Breadner Tree branch spreader
DE9114006U1 (en) * 1991-11-12 1992-03-19 Reisinger, Manfred, 7121 Gemmrigheim, De

Cited By (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN105493921A (en) * 2016-01-12 2016-04-20 安徽科技学院 Tree body bending modeling device
CN105519370A (en) * 2016-01-12 2016-04-27 安徽科技学院 Tree body bending device
CN105638270A (en) * 2016-01-12 2016-06-08 安徽科技学院 W-type arc-shaped bow connection tree body bending shaping device
CN105638270B (en) * 2016-01-12 2019-03-26 安徽科技学院 One kind " W " type arc bow disjunctor tree body takes curved moulding device
CN105706760A (en) * 2016-03-14 2016-06-29 安徽科技学院 Novel tree body bending modeler
CN105746204A (en) * 2016-03-14 2016-07-13 安徽科技学院 S-type arc-shaped bow connecting body bending modeling device for tree bodies

Also Published As

Publication number Publication date
NL194530B (en) 2002-03-01
NL194530C (en) 2002-07-02

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1029401C2 (en) Plant carrier as well as method for growing a crop.
US20090183428A1 (en) Device for fastening and holding a creeping plant along a carrying wire
US5848522A (en) Vegetable and fruit saver
US6922942B2 (en) Vine wire support post
NL9201324A (en) Branch holder
FR2880772A1 (en) Staked wine cultivation protection installation, has protection surfaces forming opening in upper parts, and removable unit to laterally position surfaces` edges to place edges at two preset distances from row, in respective configurations
KR200469137Y1 (en) supporter for branch for trees or crops
KR200422095Y1 (en) Inducement hook for farming
KR200457853Y1 (en) Device for drooping a branch of fruit-tree
US4779375A (en) Apparatus and method for training a plant to grow upright using a plant training stake
KR200480484Y1 (en) Branch entice device for tree
NL2007616C2 (en) METHOD AND COMPOSITION FOR CULTIVATING A SINGLE PORTABLE HEDGE PART, PORTABLE HEDDING PART AND HEDGE.
NL1028170C2 (en) Cropwire hanging system for greenhouse, has hooks providing extra suspension points for wire in between adjacent roof beams
NL1002155C2 (en) Support for stacking plants one behind other
KR101643664B1 (en) Post cap for rope on and birds prevention net
NL1025867C2 (en) Clip for securing to wires for supporting cucumber plants, has pair of curved parts connected by hinge with lip and sub hinges
EP0578321A1 (en) A supporting device for supporting a branch of a plant
NL192365C (en) Mobile or otherwise movable device for receiving an elongated tubular net lying under a covering layer with crops contained therein.
NL1024811C2 (en) Stabilizer for cultivation block for growing plants inside greenhouses, comprises parts for covering block and securing stabilizer to floor
KR102584132B1 (en) Crop Guide String Fixture
NL1017406C2 (en) Hanging wire for growing plants in e.g. greenhouses, has support for plant fixed to its bottom end
KR200488853Y1 (en) Branch entice device for tree
BE1026890B1 (en) A CARRYING FRAME SUITABLE FOR SUPPORTING STEMS
CN211297892U (en) Tree protection frame for landscaping engineering
US3226877A (en) Pest bird destroying apparatus

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20060201