NL1017406C2

NL1017406C2 - Hanging wire for growing plants in e.g. greenhouses, has support for plant fixed to its bottom end

Info

Publication number: NL1017406C2
Application number: NL1017406A
Authority: NL
Inventors: Cornelis Pellikaan
Original assignee: Agrarisch Loonbedrijf C Pellik
Priority date: 2001-02-20
Filing date: 2001-02-20
Publication date: 2002-08-27

Abstract

The bottom end of the wire (3, 13) has a support (10) for the plant (12, 22) fixed to it. The top end of the wire is provided with a fastener. An Independent claim is also included for a plant cultivation method using this wire, in which the plant is detached from the bottom end of the wire before the wire is moved, and is then reattached to the bottom end of the wire once the latter is in its new position, in order for all the plants to be at the same height.

Description

Ophangorgaan voor een gewas alsmede een werkwijze voor het telen daarvan.Suspension member for a crop and a method for growing it.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een ophangorgaan voor een gewas omvattende een langwerpig deel voor het daarop aanbrengen van ophangmiddelen voor 5 dat gewas, welk langwerpig deel aan het in de gebruikstoestand vrije boveneinde van bevestigingsmiddelen daarvoor voorzien is.The present invention relates to a suspension member for a crop comprising an elongated part for mounting suspension means for said crop thereon, which elongated part is provided with fastening means therefor at the top end free in the position of use.

Dergelijke ophangorganen zijn in de stand der techniek algemeen bekend. Verwezen wordt naar de Europese aanvrage 989548342 ten name van Agrarisch Loonbedrijf Pellikaan.Such suspension members are generally known in the art. Reference is made to European application 989548342 in the name of Agrarisch Loonbedrijf Pellikaan.

10 Daarbij worden stijve of slappe draden aan een constructie bevestigd en aan dergelijke draden kunnen klemmen bevestigd zijn. Deze klemmen kunnen anderzijds aangrijpen op het gewas. Op dergelijke wijze kan op eenvoudige wijze bij het groeien van het gewas verplaatsing van het gewas ten opzichte van de draad plaatsvinden.Stiff or slack wires are thereby attached to a structure and clamps may be attached to such wires. These clamps, on the other hand, can engage the crop. In such a way, as the crop grows, movement of the crop relative to the wire can take place.

In de stand der techniek zijn eveneens andere methoden voorgesteld om gewas 15 aan een ophangconstructie te bevestigen. Zo is het bekend bij een stijve draad het gewas met behulp van een buigzame draad door wikkelen daaraan te bevestigen. Verplaatsing is in een dergelijk geval moeizamer.Other methods have also been proposed in the prior art for fixing plants to a suspension construction. For example, with a rigid wire it is known to attach the crop to it with the aid of a flexible wire by winding. Relocation is more difficult in such a case.

In de stand der techniek zijn eveneens bevestigingen voorgesteld met behulp van ringen. Deze ringen worden met behulp van een ringmachine zodanig aangebracht dat 20 de gewasstengel aan de draad hangt.Fastenings have also been proposed in the prior art with the aid of rings. These rings are arranged by means of a ring machine such that the crop stalk hangs on the wire.

Uit EP 0338801 is een tomaathaak bekend welke nabij het uiteinde voorzien is van een haak welke hetzij aan een draad opgehangen kan worden, hetzij gebruikt kan worden voor het ondersteunen van een plantdeel.From EP 0338801 a tomato hook is known which is provided near the end with a hook which can either be hung from a wire or can be used to support a plant part.

In kas en ook bij andere groeisystemen worden planten met verschillende 25 ouderdom door elkaar gekweekt. Indien deze bijvoorbeeld in goten gekweekt worden, of op de grond, ontstaat daaruit een verschillende hoogte van de toppen. Dit betekent dat het oogsten van gewas zoals paprika's en tomaten eveneens op verschillende hoogten uitgevoerd dient te worden. Dit heeft als nadeel dat het personeel in de kas voortdurend op verschillende hoogten moet werken. Bovendien betekent dit dat 30 automatisering niet eenvoudig te verwezenlijken is. Bovendien is het verplaatsen langs de draad van het gewas omslachtig.Plants of different ages are grown interchangeably in greenhouse and also with other growing systems. For example, if these are grown in gutters or on the ground, this results in a different height of the tops. This means that the harvesting of crops such as peppers and tomatoes must also be carried out at different heights. The disadvantage of this is that the staff in the greenhouse must constantly work at different heights. Moreover, this means that automation is not easy to implement. Moreover, moving along the wire of the crop is cumbersome.

Het is het doel van de onderhavige uitvinding in een ophangorgaan voor gewas te voorzien waarmee het eenvoudiger is behandelingen aan het gewas uit te voeren zodat 1017406* 2 het tevens mogelijk wordt bepaalde handelingen te automatiseren. Dit doel wordt bij een hierboven beschreven ophangorgaan voor een gewas verwezenlijkt doordat het in de gebruikstoestand vrije benedeneinde voorzien is van met dat vrije benedeneinde verbonden draagmiddelen voor dat gewas. Volgens de uitvinding bestaat een vast punt 5 op het langwerpige deel waar het gewas gefixeerd wordt. Bij voorkeur is het overeenkomstige vaste deel van het gewas het deel dat geoogst moet worden. Dit is echter niet absoluut noodzakelijk. Bij groei of na het oogsten van het gewas wordt de verbinding tussen ophangorgaan en gewas ter plaatse verbroken maar blijven de overige verbindingen tussen ophangorgaan en gewas gehandhaafd. Het gewas kan 10 vervolgens samen met de bevestigingen daarvan eenvoudig langs de draad naar beneden schuiven totdat het volgende punt van het gewas dat verbonden moet worden met de draagmiddelen bij die draagmiddelen ligt.It is the object of the present invention to provide a crop suspension member with which it is easier to carry out treatments on the crop so that it is also possible to automate certain operations. This object is achieved with a suspension member for a crop described above in that the lower end free in the position of use is provided with carrying means for that crop connected to said free lower end. According to the invention there is a fixed point 5 on the elongated part where the crop is fixed. Preferably, the corresponding fixed part of the crop is the part to be harvested. However, this is not absolutely necessary. When growing or after harvesting the crop, the connection between suspension member and crop is broken on site but the remaining connections between suspension member and crop are maintained. The crop can then, together with its attachments, simply slide downwards along the wire until the next point of the crop to be connected to the support means lies with those support means.

Daarmee is het bijvoorbeeld mogelijk de hoogste of laagste delen van een gewas alle op dezelfde hoogte te brengen. Daardoor wordt het geautomatiseerd oogsten van 15 dergelijke voortbrengselen op dezelfde hoogte op eenvoudige wijze mogelijk.This makes it possible, for example, to bring the highest or lowest parts of a crop to the same height. As a result, automated harvesting of such products at the same height becomes possible in a simple manner.

De draagmiddelen kunnen op velerlei wijze uitgevoerd zijn. Volgens een eerste variant is aan het benedeneinde van het langwerpige deel een zich in een horizontaal vlak uitstrekkend gekromd stijf deel aangebracht aldan niet voorzien van een invoerspleet. Het gewas kan op dit horizontale deel rusten en door het doorknippen van 20 het deel dat op dit horizontale deel rust, kan de verbinding op eenvoudige wijze weggenomen worden en kan het gewas verder naar beneden geschoven worden. Dit geldt in het bijzonder voor gewassen waarbij een aanzienlijk afmetingsverschil bestaat tussen bladeren en te oogsten voortbrengselen. Daarbij kunnen de bladeren door de in het horizontale vlak aangebrachte ringvormige opening geschoven worden en blijft het 25 opvolgende te oogsten deel van het gewas op de draagmiddelen liggen. Pas na het volgroeien wordt de verbinding met het gewas verbroken en kan het gewas weer naar beneden geschoven worden.The carrying means can be designed in many different ways. According to a first variant, a curved rigid part extending in a horizontal plane is arranged at the lower end of the elongated part, or not provided with an insertion gap. The crop can rest on this horizontal part and by cutting the part that rests on this horizontal part, the connection can be easily removed and the crop can be pushed further down. This applies in particular to crops where there is a considerable difference in size between leaves and products to be harvested. The leaves can herein be pushed through the annular opening arranged in the horizontal plane and the subsequent part of the crop to be harvested remains on the support means. Only after full growth is the connection with the crop broken and the crop can be pushed down again.

Het is echter ook mogelijk het langwerpige deel nabij het ondereinde van een aanslag te voorzien en daarop afzonderlijke klemmiddelen voor het gewas aan te 30 brengen. Dergelijke klemmiddelen worden beschreven in de bovengenoemde Europese octrooiaanvrage 989548342.However, it is also possible to provide the elongate part near the lower end with a stop and to arrange separate clamping means for the crop thereon. Such clamping means are described in the above-mentioned European patent application 989548342.

De uitvinding heeft eveneens betrekking op een werkwijze voor het telen van een gewas, omvattende het bevestigen daarvan aan een ophangorgaan en het verplaatsen f017406* 3 van dat gewas ten opzichte van het ophangorgaan, waarbij, dat die verplaatsing omvat het nabij het vrije einde van dat ophangorgaan wegnemen van de verbinding tussen dat ophangorgaan en dat gewas, het naar beneden verplaatsen van het gewas en het weer bevestigen van het gewas nabij dat vrije benedeneinde.The invention also relates to a method for growing a crop, comprising attaching it to a suspension member and displacing said crop relative to the suspension member, wherein said displacement comprises the near-free end of said crop. suspension member removing the connection between said suspension member and said crop, moving the crop downwards and fixing the crop again near that free lower end.

5 De uitvinding zal hieronder nader aan de hand van in de tekening afgebeelde uitvoeringsvoorbeelden verduidelijkt worden. Daarbij tonen: fig. 1 zeer schematisch gebruik van twee verschillende ophangorganen volgens de uitvinding in een kas; fig. 2 schematisch een eerste uitvoeringsvorm van het ophangorgaan volgens de 10 uitvinding; fig. 3 schematisch een tweede uitvoeringsvorm van het ophangorgaan volgens de uitvinding; en fig. 4 schematisch een verdere uitvoering van een ophangmiddel toont.The invention will be explained in more detail below with reference to exemplary embodiments shown in the drawing. Fig. 1 shows very schematically use of two different suspension members according to the invention in a greenhouse; Fig. 2 schematically shows a first embodiment of the suspension member according to the invention; Fig. 3 schematically shows a second embodiment of the suspension member according to the invention; and Fig. 4 schematically shows a further embodiment of a suspension means.

In fig. 1 is met 1 schematisch een deel van een kas aangegeven. Begrepen zal 15 worden dat de onderhavige uitvinding bij elk stelsel voor het optillen van gewas gebruikt kan worden, zowel buiten als binnen.In Fig. 1, 1 schematically indicates a part of a greenhouse. It will be understood that the present invention can be used with any crop lifting system, both outside and inside.

Een met 2 aangegeven ophangdraad is aanwezig als ophangconstructie. Ook daarvoor geldt dat elke andere constructie bekend in de stand der techniek toegepast kan worden. Aan de ophangdraad 2 hangen ophangorganen 3 en 13. Ophangorgaan 3 20 bestaat zoals uit fig. 2 blijkt uit een langwerpig deel 5, uit een verhoudingsgewijs stijve draad. Het boveneinde dat als bevestiging dient met de ophangdraad 2 is met 4 aangegeven. Het benedeneinde is voorzien van een verdikking die dient als aanslag en welke aangegeven is met 6. Verscheidene klemmen 10 zijn aanwezig. Deze klemmen 10 zijn voorzien van twee openingen 7 en 8. Opening 7 dient voor het aangrijpen van 25 een deel van het gewas zoals de steel, terwijl opening 8 uitgevoerd is voor aangrijping met het langwerpige deel 5. Handgrepen 9 zijn aanwezig en bij het naar elkaar toe bewegen daarvan worden beide openingen 7 en 8 enigszins geopend zodat klemmen plaats kan vinden. Voorbeelden van dergelijke klemmen worden beschreven in de Europese aanvrage 989548342.A suspension wire indicated by 2 is present as a suspension construction. It also applies here that any other construction known in the state of the art can be used. Suspension members 3 and 13 hang from the suspension wire 2. Suspension member 3 consists, as can be seen from Fig. 2, of an elongated part 5, of a relatively rigid wire. The upper end that serves as attachment with the suspension wire 2 is indicated by 4. The lower end is provided with a thickening which serves as a stop and which is indicated by 6. Various clamps 10 are present. These clamps 10 are provided with two openings 7 and 8. Opening 7 serves to engage a part of the crop such as the stem, while opening 8 is designed for engagement with the elongated part 5. Handles 9 are present and when moving therefrom, both openings 7 and 8 are opened slightly so that clamping can take place. Examples of such clips are described in European application 989548342.

30 In fig. 3 is een variant van de in fig. 2 weergegeven constructie getoond en daarbij is het ophangorgaan in het geheel met 14 aangegeven. Ook hier is sprake van een verhoudingsgewijs stijf draaddeel 15 dat nabij het vrije boveneinde voorzien is van een bevestigingshaak 14. Het vrije benedeneinde is ten opzichte van de in fig. 2 1017406" 4 getoond constructie principieel afwijkend uitgevoerd. In plaats van een aanslag is het einddeel 16 voorzien van een omgezet draaddeel 17. Dit is ringvormig uitgevoerd en begrenst daarbinnen een opening. De ring is niet volledig gesloten en een inbrengspleet 18 is aanwezig.Fig. 3 shows a variant of the construction shown in Fig. 2 and the suspension member is indicated in its entirety by 14. Here, too, there is talk of a relatively rigid wire part 15 which is provided with a fastening hook 14 near the free upper end. The free lower end is, in principle, deviated from the construction shown in Fig. 2 1017406 "4. Instead of a stop, it is end part 16 provided with a converted wire part 17. This has an annular shape and defines an opening within it.The ring is not completely closed and an insertion gap 18 is present.

5 Het met ophangorgaan 2 verbonden gewas is met 12 aangegeven in fig. 1 terwijl het met ophangorgaan 13 verbonden gewas met 22 aangegeven is.The crop connected to suspension member 2 is indicated by 12 in Fig. 1, while the crop connected to suspension member 13 is indicated by 22.

De hierboven beschreven constructie werkt als volgt. In beide gevallen wordt een te oogsten deel van het gewas in aangrijping gebracht met het benedeneinde van het ophangorgaan. In het geval van het ophangorgaan 3 is dat klem 10 die rust tegen 10 aanslag 6 en in het geval van ophangorgaan 13 wordt het gewas via spleet 18 in horizontale ring 17 gebracht. In beide gevallen dienen klem 10 respectievelijk ring 17 als draagmiddelen. Indien het te oogsten gewasdeel geoogst kan worden, wordt de verbinding met het overige deel van het gewas weggenomen. Daardoor zakt in het geval van ophangorgaan 13 het overige deel van het gewas bestaande uit steel en 15 bladeren vanzelf naar beneden indien de overige verbinding van het gewas met het ophangorgaan los genomen wordt. Daarna wordt het gewas weer binnen de opening gebracht. Het is vanzelfsprekend eveneens mogelijk het gewas via de opening naar beneden te verplaatsen en binnen de ring te houden. Verplaatsing naar beneden wordt uitgevoerd totdat het volgende te oogsten gewas zich op de hoogte van ring 17 bevindt. 20 Een overeenkomstige handeling wordt uitgevoerd bij de uitvoering volgens fig. 2, dat wil zeggen het ophangorgaan 3. Daarbij dient echter de klem 10 actief bediend te worden en wordt het gewas zo ver naar beneden geschoven totdat het volgende te oogsten of anderszins te behandelen deel zich op het niveau van aanslag 6 bevindt.The construction described above works as follows. In both cases, a part of the crop to be harvested is brought into engagement with the lower end of the suspension member. In the case of the suspension member 3, that is clamp 10 which rests against the stop 6 and in the case of the suspension member 13, the crop is brought into the horizontal ring 17 via the slit 18. In both cases, clamp 10 and ring 17 respectively serve as support means. If the crop part to be harvested can be harvested, the connection with the remaining part of the crop is removed. As a result, in the case of suspension member 13, the remaining part of the crop consisting of stem and leaves automatically sinks downwards if the remaining connection of the crop to the suspension member is detached. The crop is then brought back into the opening. It is of course also possible to move the crop downwards through the opening and to keep it within the ring. Downward movement is carried out until the next crop to be harvested is at the height of ring 17. A corresponding operation is carried out in the embodiment according to Fig. 2, that is to say the suspension member 3. However, in this case the clamp 10 must be actively operated and the crop is pushed down so far until the next part to be harvested or treated in a different manner is at the level of stop 6.

Met de hierboven beschreven werkwijze is het mogelijk om te behandelen gewas 25 op een gedefinieerde plaats in een groeisysteem te brengen waardoor geautomatiseerd oogsten mogelijk wordt en waardoor menselijke behandeling aanzienlijk vergemakkelijkt wordt.With the method described above, it is possible to introduce a crop to be treated at a defined location in a growth system, which makes automated harvesting possible and makes human treatment considerably easier.

In fig. 4 is een verdere met 30 aangegeven bevestiging voor een gewas getoond. Deze is op niet nader afgebeelde wijze bevestigd aan een ophangorgaan 3. Deel 30 30 bestaat uit een buisje dat aldan niet aan een zijde gedeeld is voor het door het inwendige daarvan doorleiden van het gewas 32. Aan een zijde is deel 30 voorzien van een sleuf 33 met aan de onderzijde een mes 34 aangebracht. Deze constructie is zodanig dat bij het zakken van het gewas 32 daarvan uitstekende delen zoals deel 36 81740»* 5 vanzelf door het mes 34 gesneden worden. Ook hier geldt dat alle gewassen op dezelfde hoogte geoogst kunnen worden.Fig. 4 shows a further attachment indicated for 30 for a crop. This is attached to a suspension member 3 in a manner not shown in more detail. Part 30 consists of a tube which may or may not be divided on one side for passing the crop 32 through its interior. Part 30 is provided on one side with a slot. 33 with a knife 34 mounted on the underside. This construction is such that when the crop 32 is lowered, projecting parts such as part 36 81740 are automatically cut by the knife 34. Here too, all crops can be harvested at the same height.

Hoewel de uitvinding hierboven aan de hand van een voorkeursuitvoering beschreven is, zal begrepen worden door degene bekwaam in de stand der techniek dat 5 daaraan talrijke wijzigingen aangebracht kunnen worden. Zo kan het rechte deel van het ophangorgaan als slappe draad uitgevoerd zijn. Eveneens is het mogelijk de bevestigingshaak op andere in de stand der techniek bekende wijze uit te voeren. Hetzelfde geldt voor het vrije benedeneinde waar aangrijping met het gewas plaats vindt. Deze en verdere wijzigingen liggen binnen het bereik van de bijgaande 10 conclusies.Although the invention has been described above with reference to a preferred embodiment, it will be understood by those skilled in the art that numerous modifications can be made thereto. The straight part of the suspension member can thus be designed as a slack wire. It is also possible to design the mounting hook in a different manner known in the state of the art. The same applies to the free lower end where engagement with the crop takes place. These and further changes are within the scope of the appended claims.

f017406·f017406 ·

Claims

1. Suspension member for a crop comprising an elongate part for mounting suspension means for said crop thereon, which elongate part is provided with fastening means therefor at the upper end free in the position of use, characterized in that the lower end free in the condition of use is provided of carrying means (6, 10; 17, 30) connected to the free lower end, for which crop means (17) are fixedly connected to said free end.

2. Suspension member according to claim 1, wherein said free end is provided with a stop (6) for resting said carrying means against it.

3. Suspension member according to one of the preceding claims, wherein said supporting means extend substantially horizontally in the position of use.

Suspension member according to one of the preceding claims, wherein said carrying means comprise an annular part (17).

Suspension member according to one of the preceding claims, wherein said support means comprise a tubular part (30).

Suspension member according to claim 6, wherein said tubular part is provided with cutting means (34) for that crop.

7. Suspension member according to one of the preceding claims, wherein said elongate part comprises a flexible wire.

A suspension member according to any one of the preceding claims, wherein said elongate member comprises a rigid wire.

9. Method for growing a crop, comprising attaching it to a suspension member and displacing said crop relative to the suspension member, characterized in that said displacement comprises removing the connection near the free end of said suspension member between said suspension member and said crop, moving the crop downwards and fixing the crop again near that free lower end.

10. Method as claimed in claim 9, wherein fixing said crop near said free lower end comprises resting a crop part against a stop.

A method according to claim 10, wherein said crop part comprises a part to be harvested. f017406 »

12. Method as claimed in any of the claims 9-11, wherein said removal of the connection between said suspension member and said crop comprises cutting or cutting.