NL9201214A - Inrichting voor het verzegelen van een deksel op een vat. - Google Patents

Description

Inrichting voor het verzegelen van een deksel op een vat

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het verzegelen van een deksel op een vat, in het bijzonder metalen vat, voorzien van een open ring met kanaalvormige dwarsdoorsnede, welke ring een rand van het deksel en een rand van het vat gelijktijdig omsluit, en waarbij de twee einden van de ring door een spanorgaan naar elkaar toe te trekken zijn.

Dergelijke inrichtingen van het in de aanhef beschreven type worden gebruikt om de inhoud van het vat te beschermen tegen diefstal, fraude en dergelijke, waarbij het gebruikelijk is om de ring door middel van een zegel te verzegelen. Dit zegel bestaat gewoonlijk uit een metalen draad, die door passende openingen in de ring respectievelijk het vat is heen geleid en waarvan de einden door middel van een zogenaamd "loodje" worden verzegeld.

Een dergelijke wijze van verzegelen biedt nog steeds kans op fraude, omdat het zegel gemakkelijk is te verwijderen.

De uitvinding beoogt het verzegelen doeltreffender en fraudebestendig uit te voeren.

De inrichting volgens de uitvinding onderscheidt zich doordat elk einddeel van de ring is uitgevoerd met een oogvormig element, waarbij een grendel in de vorm van een pen door de tegenover en in eikaars verlengde liggende ogen is gevoerd, en waarbij althans één einddeel van de pen is voorzien van een aan te brengen koudvervorming ter verzegeling van de pen in de ogen.

Dankzij de toepassing van de koudvervorming van de pen door de ogen is deze pen moeilijk te verwijderen en slechts door een zaagbewerking los te maken. Dit voorkomt het snel openen van de verzegeling en biedt derhalve een fraudebestendige verzegelingsinrichting.

In een uitvoeringsvorm is het andere einddeel voorzien van een vast aangebrachte aanslag. Hierdoor is slechts een koudvervorming bij het ene einddeel noodzakelijk ter vergrendeling van de pen in de ogen.

Door de pen uit te voeren met een schroefgang en een daarmee samenwerkende spanmoer op de schroefgang te draaien wordt de pen tevens geschikt als spanorgaan.

Hierbij verdient het de voorkeur het andere einddeel te voorzien van een vasthoudmiddel, bijvoorbeeld in de vorm van een zeskantkop respectievelijk een omzetting, zodat de spanmoer kan worden vastgedraaid zonder dat de pen meedraait .

De door de uitvinding voorgestelde koudvervorming kan dan op het deel buiten de spanmoer worden aangebracht respectievelijk op de spanmoer zelf.

Het verdient de voorkeur om op de koudvervorming gelijktijdig een merkteken, bijvoorbeeld die van de fabrikant, aan te brengen.

Bovengenoemde en andere kenmerken zullen nader worden toegelicht in de hieronderstaande figuurbeschrijving van een tweetal uitvoeringsvoorbeelden. In de tekening toont: fig. 1 een perspectivisch aanzicht van een vat dat door middel van een verzegelingsinrichting volgens de uitvinding is verzegeld, fig. 2 een aanzicht volgens de pijl II in fig. 1 van de einddelen van de verzegelingsring met daarop aangebrachte ogen en vergrendelingspen, fig. 3 een aanzicht volgens de lijn III-III in fig. 2, fig. 4 een met fig. 2 overeenkomend aanzicht van een alternatieve uitvoeringsvorm.

Met het cijfer 1 is in fig. 1 het te verzegelen vat aangegeven, waarop een deksel 2 moet worden aangebracht.

Een mogelijke sluiting van het deksel 2 op de bovenrand van het vat 1 is in fig. 3 in dwarsdoorsnede getoond. De bovenrand van het vat is uitgevoerd met naar buiten gestulpte kraalrand 3, waarop de omgekraalde omtreks- rand 4 van het deksel 2 rust. De verzegelingsinrichting volgens de uitvinding bestaat uit een open ring 5, met een kanaalvormige dwarsdoorsnede, zie fig. 3, welke de gekraalde rand 4 en de gewelfde rand 3 van het deksel respectievelijk vat geheel omsluit. Door de einden 6 en 7 van de ring naar elkaar toe te trekken, worden de bovengenoemde randen op elkaar vergrendeld.

Volgens de uitvinding is elk einddeel van de ring 5 voorzien van een plaat 8, waarvan een oogvormig element 9 is gevormd. De platen 8 zijn zodanig in een tangentiaal vlak gelegen, zie fig. 2, dat de ogen 9 tegenover elkaar komen te liggen. De platen 8 kunnen op elke willekeurige wijze aan de ring 5 zijn bevestigd, bijvoorbeeld zoals in fig. 2 door middel van puntlassen 10. Het oog is tevens dichtgelast met las 10'.

Door de in eikaars verlengde liggende ogen 9 wordt volgens de uitvinding een pen 11 gestoken, die in de uitvoeringsvorm volgens fig. 2 is uitgevoerd als schroefbout. Daartoe is de pen aan het ene einde voorzien van een zes-kantkop 12, en de schacht van de pen met een schroefdraad 13. Op de schroefdraad 13 is een spanmoer 14 te schroeven, zodanig dat door het aandraaien van de moer 14 de platen 8 naar elkaar toe worden getrokken en zodoende de einden 6, 7 van de ring.

Ter verzegeling van de pen wordt naast de spanmoer 14 een koudvervorming 15 aangebracht, bijvoorbeeld door middel van een perstang (niet-getoond), die voldoende kracht kan opwekken om het metaal van de pen 11 aan weerszijden af te platten, zodat een verdikking ontstaat, zie de lijn 16, waardoor de moer 14 niet meer is terug te draaien.

Op het platte deel, aangegeven met het vlak 17, kan gelijktijdig een logo of merkteken van de fabrikant worden ingeperst.

Het zal duidelijk zijn dat voor het losmaken van de pen 11 uit de ogen 9, de pen moet worden doorgezaagd, hetzij tussen de platen 8, hetzij tussen de moer 14 en de koudvervorming 15.

Fig. 4 toont een alternatieve uitvoeringsvorm, waarbij de pen 11 aan het andere einddeel haakvormig is omgezet, zie cijfer 20. Ook hier kan een spanmoer 14 op de schroefgang 13 van de pen 11 zijn gedraaid om de platen 8 naar elkaar toe te trekken. De koudvervorming vindt hier plaats door een schachtdeel 22 van de moer 14 samen te knijpen, en wel zodanig dat de schroefgang tussen de moer 14 en die, 13, van de pen 11 worden vervormd dat een terugdraaien van de moer 14 niet meer mogelijk is. Ook hier kan op het platte vlak 17 van de schacht 22 een merkteken van een fabrikant worden aangebracht.

Het losmaken van de pen 11 uit de ogen 9 van de platen 8 kan slechts plaatsvinden door de schacht tussen de platen 8 door te zagen.

De uitvinding is niet beperkt tot de hierboven beschreven uitvoeringsvormen.

Claims (6)

1. Inrichting voor het verzegelen van een deksel op een vat, in het bijzonder metalen vat, voorzien van een open ring met kanaalvormige dwarsdoorsnede, welke ring een rand van het deksel en een rand van het vat gelijktijdig omsluit, en waarbij de twee einden van de ring door een spanorgaan naar elkaar toe te trekken zijn, met het kenmerk, dat elk einddeel van de ring is uitgevoerd met een oogvormig element, waarbij een grendel in de vorm van een pen door de tegenover en in eikaars verlengde liggende ogen is gevoerd, en waarbij althans één einddeel van de pen is voorzien van een aan te brengen koudvervorming ter verzegeling van de pen in de ogen.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het andere einddeel is voorzien van een vast aangebrachte aanslag.

3. Inrichting volgens conclusie 1 en 2, met het kenmerk, dat de pen een schroefgang heeft en een spanmoer op het ene einddeel is aangebracht ter vorming van het spanorgaan .

4. Inrichting volgens conclusie 1-3, met het kenmerk, dat het aanslag is gevormd door het ene einddeel van een zeskantkop.

5. Inrichting volgens conclusie 1-3, met het kenmerk, dat het andere einddeel van de pen is omgezet, bij voorkeur over een hoek van meer dan 90°.

6. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de koudvervorming is voorzien van een merkteken.