NL9200767A - Werkwijze en houder voor het navullen van bij inktstraaldrukinrichtingen en dergelijke te gebruiken inktpatronen. - Google Patents

Description

Korte aanduiding : Werkwijze en houder voor het navullen van bij inkt-straaldrukinrichtingen en dergelijke te gebruiken inktpatronen.

De uitvinding betreft een werkwijze voor het navullen van een bij inktstraaldrukinrichtingen of dergelijke te gebruiken inktpatroon, die nabij een uiteinde is voorzien van een of meer afvoeropeningen voor het bij gebruik van de inktpatroon afgeven van inkt en nabij een tegenover liggend einde is voorzien van een opening voor het in de inktpatroon inbrengen van inkt.

Dergelijke patronen worden in grote aantallen gebruikt bij bijvoorbeeld drukinrichtingen van het zogenaamde inktstraaltype en bijvoorbeeld door Hewlett Packard in de handel gebracht onder de type-aanduidingen HP 51626A en HP 51608A. Daarbij is de inktpatroon nabij een uiteinde voorzien van een of meer afvoeropeningen, via welke tijdens het drukken een of meer inktstraaltjes worden afgegeven. Uit het oogpunt van kostenbesparing en vermindering van milieuvervuiling (men gooit immers minder lege inktpatronen weg) streven de gebruikers van dergelijke inktpatronen er naar om de patroon met inkt te kunnen navullen, zodat meerdere inktladingen met een en dezelfde inktpatroon kunnen worden verwerkt. Daarbij is het gewenst, dat men een dergelijke inktpatroon voor en na het navullen ook kortere of langere tijd kan opslaan en de inktpatroon eventueel in de als verpakking dienst doende houder kan versturen en men niet gedwongen is om de lege patroon direct te vullen en/of de patroon na het navullen weer onmiddelijk in gebruik te nemen. Dit is vooral van belang voor grote verbruikers, waar men er in het algemeen naar streeft om de patronen centraal leeg te ontvangen, de patroon na te vullen en de nagevulde patronen weer aan de gebruikers toe te sturen.

Om dit te kunnen verwezenlijken moet onder meer worden bewerkstelligd, dat de bovengenoemde afvoeropening(en) voor inkt kan worden afgesloten, onder meer om te voorkomen, dat de inkt in deze openingen opdroogt en zodoende de openingen blokkeert.

Met de uitvinding wordt beoogd een werkwijze te verkrijgen, waarbij een dergelijk navullen op effectieve wijze kan worden gerealiseerd.

Volgens de uitvinding kan dit worden bereikt doordat men de inktpatroon met zijn van afvoeropening(en) voorziene uiteinde plaatst op een van veerkrachtig materiaal voorziene bodem van een houder en in de houder zodanig vastzet, dat de afvoeropening(en) door het veerkrachtige materiaal wordt(en) afgedicht, waarna inkt via de vulopening in de houder kan worden ingebracht.

Bij toepassing van de werkwijze volgens de uitvinding kan op eenvoudige wijze een afsluiting van de in de inktpatroon aangebrachte afvoeropening(en) worden bewerkstelligd. Daardoor kan een lege inktpatroon in de houder worden bewaard, zonder dat het gevaar bestaat dat ongewenste verstopping van de afvoeropeningen optreedt. Verder kan na het navullen van de inktpatroon de inktpatroon zonder bezwaar gedurende langere tijd in de houder worden opgeslagen en eventueel verzonden voordat de inktpatroon weer in gebruik wordt genomen in een drukinrichting of dergel'ijke.

Bij gebruikmaking van de werkwijze volgens de uitvinding kan ook een eventueel in de nabijheid van de afvoeropening(en) gelegen luchtventilatieopening, zoals bijvoorbeeld toegepast bij de Hewlett Packard inktpatroon type HP 51626A, gemakkelijk voor het navullen worden afgedicht om uitstromen van inkt door deze ventilatieopening bij het navullen te vermijden.

Een bijzonder geschikte houder voor het uitvoeren van de werkwijze volgens de uitvinding wordt volgens een verder aspect verkregen indien de houder is voorzien van opstaande wanden en van een van veerkrachtig materiaal voorziene bodem, alsmede van middelen voor het in de houder vastzetten van een inktpatroon.

Op deze wijze is een goedkoop te vervaardigen houder te realiseren, die vele malen kan worden gebruikt voor het opnemen van na te vullen inktpatronen en die tevens dienst kan doen als geschikt opslagorgaan van nagevulde inktpatronen.

De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van bijgaande figuren. ‘

Figuur 1 toont schematisch een aanzicht op een op zich bekende inktpatroon.

Figuur 2 toont schematisch een aanzicht op een houder bestemd voor het opnemen van een inktpatroon.

Figuur 3 toont schematisch een combinatie van houder en daarin geplaatst inktpatroon.

De op zichzelf bekende in figuur 1 weergegeven inktpatroon 1 omvat een in doorsnede althans in hoofdzaak rechthoekig huis 2, dat nabij zijn ondereinde is voorzien van een uitstekend in doorsnede kleiner, maar ook althans in hoofdzaak rechthoekig deel 3. In de bodem van het deel 3 is een van een of meerdere afvoeropeningen voorziene mondstukplaat 4 aangebracht.

Verder is bij sommige uitvoeringsvormen van dergelijke inktpatronen in het hoger dan het mondstuk 4 gelegen bodemgedeelte nog een ontluchtingsopening 5 aangebracht.

Aan zijn bovenzijde is de inktpatroon 1 afgesloten door een deksel 6 in de bovenwand waarvan een opening 7 is aangebracht voor het navullen van de patroon alsmede in sommige gevallen een ontluchtingsopening 8.

Volgens de uitvinding wordt voor het navullen van een dergelijke patroon gebruik gemaakt van een in figuur 2 weergegeven houder 9, welke een althans in hoofdzaak rechthoekige doorsnede heeft van zodanige afmetingen, dat de inktpatroon 1 daarin te plaatsen is op de in figuur 3 weergegeven wijze.

De bodem 10 van de houder heeft een aan het trapvormige verloop van het ondereinde van de inktpatroon 2 aangepast verloopt en is bedekt met een laag 11 uit veerkrachtig materiaal, bijvoorbeeld kunststofschuim. Om de houder stabiel neer te kunnen zetten is een uiteinde van de bodem 10, gelegen tegenover het deel van de houder, dat bestemd is voor het opnemen van het uitstekende deel 3 van het ondereinde van de inktpatroon 2, voorzien van een uitstekend voetgedeelte 12, waarvan het ondereinde in hetzelfde vlak is gelegen als het bodemgedeelte 10, dat gelegen is ter hoogte van het het uitstekende deel 3 van de inktpatroon 2 opnemende gedeelte van de houder 9.

Zoals verder nog in het bijzonder uit figuur 2 duidelijk zal zijn zijn aan de ondereinden van de de houder 9 vormende zich vanaf de bodem 10 omhoog uitstrekkende zijwanden 13 geleidingsribben 14 aangebracht, die voor een goede centrering en vastzetting van het ondereinde van de inktpatroon 1 in de houder 9 zorg dragen.

Zoals verder in figuur 2 is weergegeven zijn in een tweetal tegenover elkaar liggende zijwanden van de houder 9 nabij het boveneinde van de houder 9 gaten 15 aangebracht.

Indien nu de inktpatroon 1 voor het navullen in de houder wordt geplaatst zal het ondereinde van de inktpatroon 1 met enige kracht tegen de laag 11 uit veerkrachtig materiaal kunnen worden geduwd tot in een stand, waarin door de gaten 15 een pen 16 kan worden gestoken, welke, zoals weergegeven in figuur 3, tegen een bovenvlak van de inktpatroon 1 komt te rusten, zodat de inktpatroon 1 in de houder 9 zal zijn vastgezet, terwijl het ondervlak van de patroon met enige kracht is aangedrukt tegen de laag 11 uit veerkrachtig materiaal. Zodoende is met behulp van dit veerkrachtige materiaal een afdichting bewerkstelligt van de deel van het mondstuk 4 uitmakende opening(en) en ook van de eventueel aangebrachte ontluchtings-opening 5. Vervolgens kan via de vulopening 7 weer inkt in de patroon 1 worden toegevoerd.

Indien men de patroon na het vullen weer direct wenst te gebruiken kan de patroon na verwijdering van de pen 16 uit de houder 9 worden uitgenomen.

Indien men echter de zo gevulde patroon voor enige tijd wenst op te slaan kan men de houder 9 aan de bovenzijde afdekken met behulp van een op de houder 9 aan te brengen deksel 17, dat bijvoorbeeld met een gebruikelijke, niet nader gedetailleerd weergegeven snap of kliksluiting losneembaar aan de bovenrand van de houder 9 kan worden vastgezet. Eventueel kan het deksel 17 daarbij aan zijn binnenzijde ter hoogte van de openingen 8 en 7 ook van een laag uit veerkrachtig materiaal zijn voorzien voor het bewerkstelligen van een effectieve afdichting van de openingen 7 en 8.

Uit het bovenstaande zal het duidelijk zijn, dat onder gebruikmaking van de hierboven beschreven houder volgens de uitvinding gebruikte inktpatronen op snelle en eenvoudige wijze kunnen worden nagevuld, zonder dat er gevaar bestaat, dat inkt uit de houder uitstroomt en/of dat de inkt bij langere opslag ter hoogte van de afvoeropening(en) of dergelijke uitdroogt. Verder kunnen de houders 9 met de daarin aangebrachte inktpatronen gemakkelijk in een stabiele stand worden neergezet, zodat de houders bijzonder geschikt zijn voor het opslaan van de gevulde inktpatronen.

Claims (5)

1. Werkwijze voor het navullen van een bij inktstraaldruk-inrichtingen en dergelijke te gebruiken inktpatroon, die nabij een uiteinde is voorzien van een of meer afvoeropeningen voor het bij gebruik van de inktpatroon afgeven van inkt, en nabij een tegenover liggend uiteinde is voorzien van een vulopening voor het in de inktpatroon inbrengen van inkt, met het kenmerk, dat men de inktpatroon met zijn van afvoeropening(en) voorziene uiteinde plaatst op een van veerkrachtig materiaal voorziene bodem van een houder en in de houder zodanig vastzet, dat de afvoer-opening(en) door het veerkrachtige materiaal wordt(en) afgedicht, waarna via de vulopening inkt in de houder wordt ingebracht.

2. Houder bestemd voor het uitvoeren van de werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de houder is voorzien van opstaande wanden en van een van veerkrachtig materiaal voorziene bodem, alsmede van middelen voor het in de houder vastzetten van een inktpatroon.

3. Houder volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat aan de binnenzijden van de opstaande wanden geleidingen voor het centreren van de inktpatroon in de houder zijn aangebracht.

4. Houder volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat in een tweetal tegenover elkaar gelegen opstaande wanden van de houder nabij de boveneinden van deze wanden doortochten zijn aangebracht voor het doorsteken van een voor het opsluiten van een inktpatroon in de houder bestemde pen.

5. Houder volgens een der voorgaande conclusies 2-4, met het kenmerk, dat de houder af te sluiten is met een deksel, dat zodanig is uitgevoerd, dat het deksel aanligt tegen het boveneinde van de inktpatroon in op de houder aangebrachte stand.