NL9200741A - Transportinrichting met verschuiven. - Google Patents

Description

Transportinrichting met verschuiven.

Achtergrond van de uitvinding Gebied van de uitvinding

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een methode en apparaat om voorwerpen zoals potten, blikjes en andere houders betrouwbaar te transporteren, in lijn te brengen en over te plaatsen van één transportpad naar een ander terwijl de richting van het transport van de voorwerpen gedurende de overplaatsing verandert. Verder heeft de uitvinding betrekking op een methode en apparaat om voorwerpen zijwaarts te transporteren, in lijn te brengen en over te plaatsen in een horizontale of verticale oriëntatie naar een andere transporteur, die de voorwerpen op kan pakken en in lijn kan brengen in dezelfde of verschillende oriëntatie, om ze te bewerken, te verpakken, samen te voegen en op te slaan, en dergelijke.

Beschrij^ing_van_de_belren(|e_^echnigk

De aanvraag van Assignee Clark, A.C. et al, serienummer 07/540.987 van 20 juni 1990, onthult een methode en apparaat dat samenwerkt met de onderhavige uitvinding en dat wordt gebruikt om houders zoals potten, blikjes en andere cilindrische voorwerpen met tenminste één platte kant rechtop te zetten en over te plaatsen van een horizontale positie in een rechtopstaande positie op één kant voor opslag en verpakking, en dergelijke. Transportsystemen die voorwerpen daar vandaan verplaatsen door gebruik te maken van heen- en weergaande plunjers of luchtstoten zijn bekend in deze techniek.

Samenvatting van de uitvinding

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een apparaat en methode om voorwerpen te transporteren, in lijn te brengen en over te plaatsen terwijl de richting van het transport van de voorwerpen verandert. Het apparaat omvat een transporteur om de artikelen te transporteren die worden ondersteund door een drager bevestigd aan de transporteur. Verder is een eerste nokdeel, dat boven de transporteur ligt, regelbaar geplaatst in een stationaire positie. Insgelijks is een tweede nokdeel, dat onder de transporteur ligt, regelbaar ge- ; plaatst in een stationaire positie. Wanneer de transporteur nadert komt een schuifdeel gemonteerd bovenop de drager in contact met de voorwerpen op de drager. In het bijzonder duwt het schuifdeel tegen het eerste nokdeel en beweegt van een beginpositie naar een eindpositie op de drager. Het tweede nokdeel wordt gebruikt om het schuifdeel van de eindpositie terug naar de beginpositie te dwingen. Bijgevolg wordt het schuifdeel gedwongen telkens van de beginpositie naar de eindpositie op de transporteur te bewegen.

Verder heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een methode om voorwerpen in lijn te brengen en te verplaatsen ondersteund door dragers op een transporteur en om de richting van het transport van de voorwerpen gedurende de verplaatsing te veranderen. De methode omvat de stappen om de voorwerpen voorwaarts te transporteren langs een recht pad op een transporteur en om de voorwerpen zijwaarts te verplaatsen met gebruik van een stationaire nokdeel om de richting van transport te veranderen. Bovendien beweegt de transporteur stapsgewijs om de voorwerpen in lijn te brengen op het punt van de zijwaartse overplaatsing.

Meer in het bijzonder omvat de methode de stappen om voorwerpen in zijwaartse rijen op een transporteur te plaatsen en om de zijwaartse rijen langs de lengte van de transporteur te bewegen. Door de voorwerpen zijwaarts over de breedte van de transporteur te bewegen terwijl de transporteur stapsgewijs beweegt, worden de voorwerpen in lijn gebracht en zijwaarts verplaatst over de breedte van de transporteur.

Korte beschrijving van de tekeningen

Figuur 1 is een bovenaanzicht van een uitvoering van de onderhavige uitvinding.

Figuur 2 is een deeldoorsnede genomen langs de lijn 2-2 van figuur 1.

Figuur 3A toont het schuifdeel en stationaire nokdeel in een uitvoering van de uitvinding.

Figuur 3B toont een alternatief schuifdeel en stationair nokdeel in een uitvoering van de uitvinding.

Figuur 4A is een aanzicht volgens de lijn 4-4 van figuur 3A.

Figuur 4B is een aanzicht volgens de lijn 4-4 van figuur 3B.

Figuur 5 is een deeldoorsnede genomen langs de lijn 5-5 van figuur 4.

Figuur 6 toont houders die in lijn gebracht en overgeplaatst worden van de onderhavige uitvinding naar een andere, samenwerkende transporteur.

Beschrijving van de geprefereerde uitvoering

Het apparaat en de methode van de onderhavige uitvinding omvat een stapsgewijs bewegende transporteur 10 (figuur 1) waarop een grote hoeveelheid dragers 12 secuur bevestigd zijn. De transporteur 10 wordt geleid langs kettingwielen 14 bevestigd aan een as 16. De as 16 wordt aangedreven door de aandrijf samenstelling 18 bestaande uit een motor 24, koppelingsrem 26, insteltandwielkast 28, nokkenkast 30, synchroniseerkoppeling 32 en een haakse tandwielkast 34. Aandrijfsamenstelling 18 is gemonteerd op een aandrijfsamenstellingdraagcon-structie 36. De aandrijfsamenstelling 18 maakt het in het bijzonder mogelijk de transporteur 10 stapsgewijs te bewegen zodat een intermitterende beweging van de transporteur 10 mogelijk is. De transporteur 10 en aandrijfsamenstelling 18 worden gezamenlijk ondersteund door een draagconstructie 38. Hoewel de techniek van stapsgewijs bewegende transporteurs niet nieuw is, zal hieronder in detail uitgelegd worden dat de onderhavige uitvinding dit kenmerk gebruikt om het mogelijk te maken om voorwerpen in lijn te brengen terwijl de voorwerpen zijdelings overgeplaatst worden naar een andere, samenwerkende transporteur.

Zoals getoond wordt in figuren 1, 4 en 6, heeft iedere drager 12 een wijd ongeveer U-vormig binnendeel 44 om voorwerpen die getransporteerd worden te ondersteunen. Verder heeft de drager 12 open einden 46 om het zijdelings invoeren en af voeren van de voorwerpen toe te staan. Daarenboven is iedere drager 12 verbonden aan twee eindeloze kettingen 48 in transporteur 10, die het de dragers 12 mogelijk maken eindeloos te bewegen langs de bovenzijde van transporteur 10 in de richting van de pijl "A" in reactie op het intermitterend bewegen van de kettingwielen 14 en de as 16.

Een belangrijk kenmerk van de uitvinding is het gebruik van een tweetal stationaire nokdelen of nokstangen 50 en 52 (figuur 1) om contact te maken met schuif deel 54 (figuur 1) en het te dwingen zijdelings te bewegen van een beginpositie "S” naar een eindpositie "E". Beide nokstangen 50 en 52 zijn regelbaar in een stationaire positie. Eén van de nokstangen 50 is gepositioneerd boven de bovenloop van transporteur 10 terwijl de andere nokstang 52 geplaatst is onder de transporteur 10 bij de terugloop. Wanneer de drager 12 stapsgewijs voorwaarts beweegt, komt schuifdeel 54 in contact met de bovenste nokstang 50 en wordt gedwongen voorwaarts en zijwaarts te bewegen vanaf de beginpositie "S" naar de positie "E" zoals getoond in figuur 1. Het schuifdeel 54 loopt langs een boogvormig naar beneden gerichte geleiding 56 (figuur 1) vanaf eindpositie "E" waar de bovenste nokstang 50 eindigt. Bijgevolg wordt het schuifdeel 54 naar beneden geleid naar de benedenloop en komt het in contact met de onderste nokstang 52 waar het wordt teruggeduwd van de eindpositie "E" naar de tegenoverliggende zijde van transporteur 10. Aan het einde van de onderste nokstang 52 begint het schuifdeel 54 langs een boogvormig naar boven gerichte geleiding 58 te lopen die het schuifdeel 54 naar boven geleidt naar de bovenloop van transporteur 10, en het uiteindelijk terugbeweegt grenzend aan de beginpositie "S". Op deze manier wordt het schuifdeel 54 gedwongen telkens te bewegen van de beginpositie "S" naar de eindpositie "E".

Zoals het beste wordt weergegeven in figuur 2, is het schuifdeel 54 verschuifbaar bevestigd op de drager 12 terwijl de transporteur 10 voorwaarts beweegt. De bovenste nokstang 50, die is vastgemaakt aan het framewerk 38 (figuur 1) die de transporteur 10 ondersteunt, komt in contact met en duwt tegen het schuifdeel 54. In het bijzonder omdat de bovenste nokstang 50 zich onder een hoek over de transporteur uitstrekt, dwingt het het schuifdeel 54 zich in zijwaartse richting naar voren te bewegen. Het schuifdeel 54 op zijn beurt duwt tegen een voorwerp "C" dat wordt ondersteund door drager 12. Bijgevolg resulteert iedere voorwaartse beweging van de transporteur 10 in een voorwaartse én zijdelingse verplaatsing van voorwerp "C" op de drager 12. Verder beweegt transporteur 10 intermitterend door de transporteur 10 stapsgewijs te bewegen door gebruik te maken van de aandrijf samenstelling 18 (figuur 1). Dit resulteert er in dat voorwerp "C" ook intermitterend beweegt. Zo veroorzaken de beweging van transporteur 10 en het medewerkende duwen van het schuifdeel 54 tegen de voorwerpen een voorwaartse en zijwaartse verplaatsing van de voorwerpen en resulteert het stapsgewijs bewegen van transporteur 10 in de interruptie van het voorwaarts en zijwaarts verplaatsen van voorwerpen zo dat de voorwerpen in lijn gebracht worden voor zijwaartse verplaatsing over de breedte van transporteur 10. Bijgevolg maakt de intermitterende beweging van de voorwerpen "C" het mogelijk dat individuele voorwerpen of een samengestelde groep van voorwerpen separaat voortbewegen in een rij langs de breedte van transporteur 10 op verplaatsingsposities "T" afgebakend door de ruimte tussen de beginpositie "S" en de eindpositie "E" (figuur 1), hetgeen resulteert in het in lijn brengen van de voorwerpen.

Zoals hiervoor genoemd en zoals het best getoond wordt in figuur 3A beweegt het schuifdeel 54, wanneer de transporteur 10 in de richting van de pijl "A" beweegt zoals getoond, niet alleen voorwaarts van positie L-l naar L-2 maar beweegt ook zijwaarts van positie P-l naar P-2. Aldus worden voorwerpen die worden ondersteund door de drager 12 niet alleen voorwaarts getransporteerd maar worden zij ook zijwaarts in beweging gezet. Eén van de voordelen van deze uitvinding is daarom het gebruik van een stationaire nokstang zoals de bovenste nokstang 50 om een lineaire kracht op een schuifdeel 54 uit te oefenen zodat voorwerpen zowel in een zijwaartse als voorwaartse richting getransporteerd worden. Verder is, omdat de uitvinding het mogelijk maakt het gebruik van een lineaire kracht aan de beweging van de transporteur 10 te ontlenen, de noodzaak van mechanisch bediende duworganen, die gewoonlijk het verbruik van energie vereisen om een terugloop te bewerkstelligen, weggenomen. De eliminatie van een terugloop vermindert de waarschijnlijkheid dat voorwerpen "C" worden beschadigd door de botsing met heen- en weergaande duworganen. De afwezigheid van een terugloop verschaft verder hogere werksnelheden bij een lager niveau van energieverbruik. In het bijzonder maakt deze uitvinding het gebruik van een transportsysteem zoals transporteur 10 mogelijk, om voorwerpen voorzichtig zowel in een voorwaartse als zijwaartse richting te transporteren zonder extra mechanische aandrij- . vingen en motoren. Figuur 3B toont een alternatieve uitvoering waarin het schuifdeel 54 een andere configuratie heeft.

Nu verwijzend naar figuur 4A wordt een gedetailleerde uitvoering van het schuifdeel 54 getoond in dichte nabijheid van de bovenste nokstang 50. Het schuifdeel 54 omvat een voornamelijk vlakke bovenplaat 64 waaraan een aandrijfrol 66 bevestigd is. Verder omvat het schuifdeel 54 afhangende zijdelen of zijranden 68 die gevormd zijn om het schuifdeel 54 verschuifbaar te koppelen aan de bovenkant van de drager 12. Bovendien omvat het schuifdeel 54 een veer- of duwdeel 74 om voorzichtig in contact te komen met houders of voorwerpen "C" en hen voort te drijven zonder een beschadigende schokkracht aan hen te geven. Zoals het best getoond wordt in figuur 5, is het duwdeel 74 geplaatst aan het frontale eind van het schuifdeel 54 dat in direct contact komt met de voorwerpen "C" geplaatst op de drager 12. Verder is een deel van het veer- of duwdeel 74 gebogen en teruggekruld tegen de bodem van de voornamelijk vlakke bovenplaat 64 aan. Zoals hieronder in meer detail besproken wordt, maakt deze opstelling het mogelijk dat de samenstelling een verende uitwerking heeft zo dat wanneer het schuifdeel 54 tegen een variabele kolomgrootte voorwerpen op de drager 12 duwt, het duwdeel 74 een gematigde lineaire kracht uitoefent. Figuur 4B toont een alternatieve uitvoering waarin de aandrijfrol 66 is vervangen door een instelbare plaat 66a verbonden aan de vlakke bovenplaat 64.

Nu in meer detail verwijzend naar de figuren 4 en 5 wordt het schuifdeel 54 getoond, gemonteerd op de drager 12. Verder is iedere drager 12 secuur bevestigd aan de eindeloze ketting 48 door middel van een klemdeel 76 (figuur 4). De werkwijze van alle samenwerkende delen bij elkaar is als volgt. Wanneer de transporteur 10 beweegt, bewegen de dragers 12, die secuur bevestigd zijn aan de eindeloze ketting 48, voorwaarts. Bijgevolg bewegen de schuifdelen 54, die verschuifbaar bovenop de drager 12 gemonteerd zijn, ook voorwaarts. Aangezien de bovenste nokstang 50 gefixeerd is en de transporteur 10 zich relatief ten opzichte daarvan beweegt, komt het schuif- deel 54 in contact met de bovenste nokstang 50 bij een beginpositie "S" (figuur 1). Meer in het bijzonder wordt het schuifdeel 54 zijwaarts naar voren geduwd wanneer de transporteur 10 naar voren beweegt door het in contact komen van de aandrijf rol 66 met de bovenste nokstang 50. Deze uitvoering maakt een efficiënte overdracht van lineaire krachten naar het schuifdeel 54 mogelijk door het gebruik van rollende wrijving. De krachten die zo worden uitgeoefend op het schuifdeel 54 worden doorgegeven aan de houders "C" die geplaatst zijn op de drager 12. Aanvankelijk kan één drager 12 een aantal houders dragen. Echter, wanneer de transporteur 10 voorwaarts beweegt, worden de houders "C" weggeduwd door het duwdeel 74 (figuur 5) en worden zij uiteindelijk zijwaarts overgedragen. Dit heeft als consequentie dat de last die door het duwdeel 74 wordt weggeduwd variabel is. Om zich aan te passen bij deze variabele last werkt het duwdeel 74 als een veer en dempt de last.

Nu verwijzend naar figuur 6, wordt de transporteur 10 getoond terwijl hij houders overbrengt naar een andere transporteur 77 met uitstekende vingers 78. De andere transporteur 77 met uitstekende vingers 78 lijkt op de transporteur zoals beschreven in het onderdeel Beschrijving van de bekende techniek van deze onthulling (Clark et al aanvraag). Door de tijdsinstelling van de transporteur 10 en de transporteur 77 te coördineren worden voorwerpen in lijn gebracht en één voor één overgedragen. Zoals het best te zien is in figuur 6, wordt de transporteur 10 aangrenzend getoond aan een andere transporteur 77 met uitstekende vingers 78. De vingers 78 zijn verdeeld rondom een paar kettingwielen 85 en geven voorwerpen "C" over op een bovenloop van de transporteur 77 door middel van de uitstekende vingers 78. De transporteur 77 met uitstekende vingers 78 heeft zijn eigen aandrijf deel 80 en wordt ondersteund door steunstructuren 82 die op hun beurt bevestigd zijn aan de steunstructuur 38 van de transporteur 10.

Voorwerpen of houders "C" worden getoond terwijl zij overgeplaatst worden op de transporteur 77 met uitstekende vingers 78, bijvoorbeeld, vanuit een in eerste instantie horizontale of verticale oriëntatie (figuur 6 toont overdracht in een horizontale positie), om te worden opgepakt en naar behoefte gepositioneerd, met één tegelijk. Hoewel de hier onthulde uitvoering het in lijn brengen van voorwerpen mogelijk maakt zonder de noodzaak van een ander transportsysteem, worden voorwerpen met de hier getoonde opstelling niet alleen getransporteerd, zijwaarts overgeplaatst en in lijn gebracht, maar kan hun oriëntatie worden veranderd door een samenwerkende transporteur zoals transporteur 77, om een vereiste oriëntatie voor verpakken, opslaan, samenstelling en dergelijke te verkrijgen.

Er moet nota van genomen dat transporteur 10 gebruikt kan worden zonder dat hij stapsgewijs beweegt. Wanneer transporteur 10 niet stapsgewijs bewogen wordt, worden voorwerpen continu getransporteerd en zijwaarts overgeplaatst langs de zijde van transporteur 10. Bovendien kan de samenwerkende transporteur een andere transporteur zijn zoals transporteur 77 of iedere andere transporteur die geplaatst wordt langs de zijde van transporteur 10 om voorwerpen over te nemen die zijdelings overgeplaatst worden.

Hoewel de belangrijkste aspecten van de uitvinding getoond zijn en beschreven met betrekking tot een geprefereerde uitvoering, zal door deskundigen begrepen worden dat de voorgaande en andere veranderingen in de vorm en details gemaakt kunnen worden zonder af te wijken van het doel en wezen van de uitvinding.

Claims (12)

1. Apparaat voor het transporteren, in lijn brengen en overplaatsen van voorwerpen en het veranderen van de richting van transport van de voorwerpen gedurende de verplaatsing omvattende: een transporteur voor het transporteren van de voorwerpen; een drager bevestigd aan de transporteur om de voorwerpen te ondersteunen; een eerste nokdeel boven de transporteur; een tweede nokdeel onder de transporteur; en een schuifdeel verschuifbaar gemonteerd bovenop de drager om in aanraking te komen met de voorwerpen en om gedwongen te worden door het eerste en tweede nokdeel om bij herhaling van een beginpositie naar een eindpositie op de transporteur te bewegen.

2. Apparaat volgens conclusie 1, waarin de drager ongeveer U-vormig in dwarsdoorsnede is.

3. Apparaat volgens conclusie 1, waarin het eerste nokdeel boven de transporteur regelbaar in plaats is en zich uitstrekt over een hoek dwars over de transporteur.

4. Apparaat volgens conclusie 1, waarin het tweede nokdeel regelbaar in plaats is en geplaatst is onder de transporteur en zich uitstrekt onder een hoek onder de transporteur.

5. Apparaat volgens conclusie 1, waarin het schuifdeel omvat een voornamelijk vlakke bovenkant en afhangende zij-elementen om het schuifdeel verplaatsbaar te koppelen aan de drager.

6. Apparaat volgens conclusie 5, waarin het schuifdeel verder omvat een aandrijfrol draaibaar bevestigd aan de voornamelijk vlakke bovenkant en die draaibaar in contact komt met het eerste en tweede nokdeel.

7. Apparaat volgens conclusie 1, waarin het schuifdeel verder omvat een veerdeel om de artikelen ondersteund door de drager verschuifbaar voort te drijven.

8. Methode om voorwerpen te transporteren, in lijn te brengen en over te plaatsen en om de richting van het transport tijdens de verplaatsing te veranderen, omvattende de stappen: de voorwerpen voorwaarts transporteren langs een rechte baan op een transporteur; de voorwerpen zijwaarts ten opzichte van de baan verplaatsen met behulp van een stationair nokdeel om de richting van het transport te wijzigen; de transporteur stapsgewijs bewegen om de voorwerpen in lijn te brengen en over te plaatsen naar tenminste één tweede transporteur .

9. Methode volgens conclusie 8 verder omvattende de stappen om de voorwerpen bij trasnversale beweging te ondersteunen.

10. Methode volgens conclusie 8 en verder omvattende de stappen om voorwerpen van de transporteur over te plaatsen door contact te maken en de voorwerpen in zijwaartse richting van het pad te dwingen.

11. Methode om voorwerpen te transporteren, in lijn te brengen en over te plaatsen en om de richting van transport van de voorwerpen te veranderen gedurende de overplaatsing, omvattende de stappen: het plaatsen van voorwerpen in zijwaartse rijen op een transporteur; het bewegen van de zijwaartse rijen langs de lengte van de transporteur; het bewegen van de voorwerpen in zijwaartse richting over de breedte van de transporteur; en het stapsgewijs bewegen van de transporteur om de voorwerpen in lijn te brengen voor zijwaartse overplaatsing.

12. Methode volgens conclusie 11, verder omvattende de stappen om voorwerpen te transporteren, in lijn te brengen en over te plaatsen naar een samenwerkende transporteur geplaatst langs een overplaatszijde van de transporteur.