NL9200316A - Versperringseenheid. - Google Patents

Versperringseenheid. Download PDF

Info

Publication number
NL9200316A
NL9200316A NL9200316A NL9200316A NL9200316A NL 9200316 A NL9200316 A NL 9200316A NL 9200316 A NL9200316 A NL 9200316A NL 9200316 A NL9200316 A NL 9200316A NL 9200316 A NL9200316 A NL 9200316A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
column
chain
barrier unit
unit according
housing
Prior art date
Application number
NL9200316A
Other languages
English (en)
Original Assignee
P M F Maschf Veendam B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by P M F Maschf Veendam B V filed Critical P M F Maschf Veendam B V
Priority to NL9200316A priority Critical patent/NL9200316A/nl
Publication of NL9200316A publication Critical patent/NL9200316A/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E01CONSTRUCTION OF ROADS, RAILWAYS, OR BRIDGES
    • E01FADDITIONAL WORK, SUCH AS EQUIPPING ROADS OR THE CONSTRUCTION OF PLATFORMS, HELICOPTER LANDING STAGES, SIGNS, SNOW FENCES, OR THE LIKE
    • E01F13/00Arrangements for obstructing or restricting traffic, e.g. gates, barricades ; Preventing passage of vehicles of selected category or dimensions
    • E01F13/04Arrangements for obstructing or restricting traffic, e.g. gates, barricades ; Preventing passage of vehicles of selected category or dimensions movable to allow or prevent passage
    • E01F13/044Arrangements for obstructing or restricting traffic, e.g. gates, barricades ; Preventing passage of vehicles of selected category or dimensions movable to allow or prevent passage the barrier being formed by obstructing members situated on, flush with, or below the traffic surface, e.g. with inflatable members on the surface
    • E01F13/046Arrangements for obstructing or restricting traffic, e.g. gates, barricades ; Preventing passage of vehicles of selected category or dimensions movable to allow or prevent passage the barrier being formed by obstructing members situated on, flush with, or below the traffic surface, e.g. with inflatable members on the surface the obstructing members moving up in a translatory motion, e.g. telescopic barrier posts

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Refuge Islands, Traffic Blockers, Or Guard Fence (AREA)

Description

Korte aanduiding: Versperringseenheid
De uitvinding heeft betrekking op een versperringseenheid volgens de aanhef van conclusie 1.
Een dergelijke versperringseenheid kan bijvoorbeeld worden toegepast voor het gedurende bepaalde tijden versperren van de doorgang aan auto's, zonder de doorgang voor voetgangers en eventueel fietsers te belemmeren, zoals bij toepassing van een slagboom het geval is. Een verder voordeel van een dergelijke zuil is, dat deze.ook steeds het passeren van speciale voertuigen mogelijk kan maken, bijvoorbeeld voor het in noodgevallen. laten passeren van brandweerwagens, ziekenwagens e.d. of voor het laten passeren van onderhoudsvoertuigen of andere voertuigen met een speciale toestemming. Ook kunnen bijvoorbeeld voertuigen van openbaar vervoer telkens doorgelaten worden.
Verdere toepassingsmogelijkheden van een dergelijke zuil zijn het blokkeren van wegen voor vijandelijke militaire voertuigen in oorlogstijd, het blokkeren van landingsbanen en plaatsen en het verhinderen van het passeren van auto's, ter bescherming van objecten tegen terroristische aanslagen. Zuilen aangepast voor deze toepassingsmogelijkheden zijn bijvoorbeeld beschreven in het Amerikaanse octrooischrift 4 715 742 en de Europese octrooiaanvragen 0 177 895 en 0 211 688.
Deze bekende zuilen zijn in het algemeen niet eenvoudig bedienbaar voor herhaald uit- en inschuiven van de zuil en schuiven met een grote snelheid naar buiten, hetgeen een groot verwondingsgevaar voor zich toevallig boven de zuil bevindende personen met zich meebrengt. Uit de Duitse octrooiaanvrage 2 158 977 is nog een soortgelijke zuil bekend waarbij deze problemen zijn bestreden, doordat deze is voorzien van een hydraulische leiding voor het aandrijven van de beweging van de zuil. Ondergrondse leidingen met hydraulische vloeistof zijn echter ongewenst, omdat deze een groot risico van bodemvervuiling met zich meebrengen.
De uit het Amerikaans octrooischrift 4 919 563 bekende versperringseenheid volgens de aanhef omvat twee strengen, waarbij van elke streng één uiteinde is verbonden met een ondergelegen gedeelte van de zuil en een ander uiteinde is verbonden met een moerblok, dat langs een met de zuil coaxiale spindel op en neer verplaatsbaar door de spindel te roteren. De strengen verlopen elk over een omleidingswiel, dat op een vaste plaats iets onder de bovenzijde van de behuizing is opgehangen. Wanneer de zuil zich in zijn verzonken stand bevindt, is het omleidingswiel in de zuil gelegen. De spindel is aan zijn onderzijde verbonden verbonden met een motor die de spindel aan kan drijven.
Deze constructie is relatief gecompliceerd en onderhoudsgevoeligheid. Bovendien is de aandrijving in zijn geheel gevoelig voor omgevingsinvloeden, zodat daarvoor een omvangrijke afgedichte behuizing noodzakelijk is. Voorts steekt deze bekende versperringseenheid diep in de grond, hetgeen op veel plaatsen problemen op kan leveren, omdat in veel situaties op grotere diepte rioleringen en andere leidingen aanwezig zijn.
Ook de aanwezigheid van grondwater op grotere diepte kan bij het plaatsen problemen opleveren en leiden tot een vergrote kans op storingen door lekkage. Doordat bij deze bekende zuil de motor bovendien onderin de behuizing is aangebracht, is bij lekkage de kans op schade door binnendringend vocht bijzonder groot. Doordat de overbrenging tussen de spindel en het moerblok bij een op het moerblok uitgeoefende kracht zelfremmend is, kan de zuil van deze bekende versperringseenheid bij uitval van de energietoevoer niet door het gewicht van de zuil of een axiale veerkracht naar een verzonken resp. uitgeschoven stand worden verplaatst.
De uitvinding heeft als doel een verbeterde versperringseenheid te verschaffen, die in het bijzonder eenvoudig met . een beheerste snelheid op en neer verplaatsbaar is, zonder hydraulische vloeistof aan te drijven is, weinig gevoelig is voor omgevingsinvloeden, weinig onderhoud vereist, in geplaatste toestand over een relatief geringe afstand in de grond uit- steekt en desgewenst door zijn eigen gewicht te verzinken is of onder invloed van een axiale veerkracht in 2ijn uitstekende stand te brengen is.
Dit doel wordt volgens de onderhavige uitvinding bereikt door bij een versperringseenheid van het in de aanhef beschreven type, de aandrijfmiddelen te voorzien van een ketting-wiel en de streng uit te voeren als een ketting die over het kettingwiel verloopt en een vast uiteinde heeft.'
Het kettingwiel kan op eenvoudige wijze via een compacte overbrenging of zelfs direct zijn verbonden met een krachtbron, zoals een elektromotor of een door spierkracht te bedienen zwengel. Zowel de ketting, het kettingwiel en de verdere aandrijfmiddelen vergen weinig onderhoud.
Een op het uiteinde tegenover het vaste uiteinde van de ketting aansluitend gedeelte van de ketting hoeft niet op spanning te worden gehouden, kan vrij omlaag hangen en zo nodig in een houder worden verzameld, zodat dit weinig plaats inneemt. De ketting kan steeds op betrouwbare wijze over dezelfde omtreksbaan van het kettingwiel verlopen. Het kettingwiel en de middelen voor het aandrijven van dat kettingwiel kunnen eenvoudig op afstand van de onderzijde van de zuil worden aangebracht, waardoor weinig kans op waterschade bestaat en deze delen ook voor onderhoud, reparatie of vervanging gemakkelijk te bereiken zijn. Voorts wordt door de plaatsing van de aandrijf-middelen in een bovengedeelte van de behuizing, de diepte waarover de versperringseenheid, in gemonteerde toestand, in de grond steekt beperkt. De aandrijfmiddelen kunnen eenvoudig niet-zelfremmend worden uitgevoerd, waardoor de versperringseenheid eenvoudig zodanig kan worden uitgevoerd, dat de zuil door zijn eigen gewicht kan verzinken of door een voorgespannen veer in zijn uitstekende stand kan worden gebracht dan wel tevens te bewegen is door direct op de zuil een axiale kracht uit te oefenen.
Navolgend wordt de uitvinding nader toegelicht aan de hand van een de meeste voorkeur genietend uitvoeringsvoorbeeld, waarbij wordt verwezen naar de tekening. Daarbij toont:
Fig. 1 een aanzicht in doorsnede volgens de lijn I-I in fig. 2 van een versperringseenheid volgens een uitvoerings-voorbeeld van de uitvinding, waarbij de zuiger in verzonken toestand is weergegeven, fig. 2 een bovenaanzicht van van de versperringseenheid volgens fig. 1, zonder dekselplaat, en fig. 3 een zijaanzicht in doorsnede volgens de lijn III-III in fig. 2, waarbij de zuiger in uitstekende toestand is weergegeven.
De versperringseenheid volgens het getoonde uitvoering svoorbeeld omvat een zuil 1 die tussen een uitstekende, versperrende stand (fig. 3} en een verzonken stand (fig. 1) verplaatsbaar is, een behuizing 2, waarin de zuil 1 verzonken kan worden, een ketting 3 voor het uitoefenen van een kracht in langsrichting op de zuil 1 en aandrijfmiddelen 4 voor het doen verplaatsen van de ketting. De aandrijfmiddelen 4 zijn.'voorzien van een kettingwiel 5, waarover de ketting 3 verloopt, de ketting 3 heeft een vast uiteinde 12.
De behuizing 2 is afgedekt door een dekselplaat 6. De behuizing 2 wordt zodanig ingegraven, dat de boven2ijde in het verlengde van het omringende wegdek wordt aangebracht.
Bij de versperringseenheid volgens het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld omvatten de aandrijfmiddelen een elektromotor 7 voor het aandrijven van het kettingwiel 5. Tussen de elektromotor 7 en het kettingwiel is een reductiekast 8 met een haaks overbrenging aangebracht. Uiteraard is ook een andere soort krachtbron of aandrijving door spierkracht mogelijk. Zowel de ketting 3, het kettingwiel 5 en de verdere aandrijfmiddelen 7, 8 vergen weinig onderhoud.
Voor het, uitgaande van de in fig. 1 weergegeven stand, naar buiten schuiven van de 2uil 1, dient de motor 7 in bedrijf worden gesteld, 2odat het kettingwiel 5 wordt geroteerd in een zodanige richting, dat de bovenzijde daarvan van de zuil 1 af beweegt. Het gedeelte van de ketting 3 tussen de zuil 1 en het kettingwiel 5 wordt daardoor omhoog verplaatst en neemt de zuil 1 mee, totdat deze de in fig. 3 weergegeven stand bereikt.
In deze uitgeschoven stand liggen aanslagen 9 van de zuil 1 aan tegen centreernokken 10, die aan de dekselplaat 6 zijn aangebracht. Hierdoor wordt voorkomen, dat de zuil 1 in de uitge* schoven Stand overmatig heen en weer kan bewegen, terwijl bij het verplaatsen van de zuil 1 toch een ruime speling in de geleiding daarvan toegelaten kan worden.
Het op het uiteinde 16 aansluitende gedeelte van de ketting 3, aan de van de zuil 1 af gelegen zijde van het kat· tingwiel 5, hoeft niet op spanning te worden gehouden, kan vrij omlaag hangen en in een samengevouwen configuratie worden verzameld, zodat dit weinig plaats inneemt.
De ketting 3 kan steeds op betrouwbare wijze over dezelfde omtreksbaan van het kettingwiel 5 verlopen. Het ketting· wiel 5 en de middelen 7, 8 voor het aandrijven van dat kettingwiel 5 zijn op afstand van de onderzijde van de zuil 1 aangebracht, waardoor weinig kans op waterschade bestaat en deze delen ook voor onderhoud, reparatie of vervanging gemakkelijk te bereiken zijn. De plaatsing van de aandrijfmiddelen 4 in een bovengedeelte van de behuizing 2, heeft het mogelijk gemaakt, de diepte waarover de versperringseenheid, in gemonteerde toestand, in de grond steekt te beperken, doordat de onderzijde van de behuizing 2 op geringe afstand van de onderzijde van de zuil 1 in verzonken toestand kan worden aangebracht. De aandri j fmiddelen 4 zijn eenvoudig en niet-zelfremmend uitgevoerd, waardoor de zuil 1 door zijn eigen gewicht kan verzinken.
Dit laatste is bijvoorbeeld voordelig, teneinde bij stroomuitval de toegang tot een bepaald gebied niet te blokkeren. Bij de versperringseenheid volgens de uitvinding is de motor voorzien van een magnetische rem die bij stroomuitval loslaat, waardoor de zuil 1 omlaag zakt.
Aan de onderzijde van de zuil 1 is een omleidingswiel 11 bevestigd en het vaste uiteinde 12 van de ketting 3 is nabij de bovenzijde van de behuizing 2, ten opzichte van de zuil (1), diametraal tegenover het kettingwiel 5 aan die behuizing 2 verankerd. Hierdoor wordt een vertraging verkregen, waardoor minder kracht op de ketting 5 hoeft te worden uitgeoefend. Boven dien zijn door deze maatregelen de door de ketting 3 op de zuil 1 uitgeoefende krachten steeds in evenwicht om de hartlijn van de zuil l. Hierdoor hoeft op zijn beurt de geleiding van de zuil slechts aan relatief lage eisen te voldoen. Dat bij het uitschuiven van de zuil 1 aan de van de zuil 1 af gekeerde zijde van het kettingwiel 5 een hoeveelheid ketting wordt aangevoerd, die gelijk is aan twee keer de verplaatsing van de zuil 1, is bij de versperringseenheid volgens de uitvinding geen bezwaar, omdat de ketting 3 aan die zijde van het kettingwiel 5 niet op spanning hoeft te worden gehouden en daardoor in een weinig ruimte innemende configuratie kan worden verzameld.
Eventueel verspringen van de ketting 3 ten opzichte van het omleidingswiel 11, bijvoorbeeld doordat de ketting te plaatse van dat omleidingswiel 11 tijdelijk ontspant, heeft geen negatieve invloed op het functioneren van de versperring seenneid, omdat het omleidingswiel 11 automatisch verdraait, totdat de trekkrachten uitgeoefend door de gedeeltes van de ketting 3 aan weerszijden van de zuil 1 in evenwicht zijn.
In plaats van aan de behuizing kan, indien geen omleidingswiel aan de onderzijde van de zuil wordt toegpast, het vaste uiteinde van de ketting aan de zuil zijn bevestigd. In-dien geen omleidingswiel wordt toegepast, is het voordelig twee kettingwielen aan te brengen, zodat op de zuil toch een axiale kracht kan worden uitgeoefend, waarvan de werklijn samenvalt met de hartlijn van de zuil.
De ketting 3 is in meer dan één vlak te krommen, waardoor deze aan de van de zuil 1 af gekeerde zijde van het kettingwiel 3 op bijzonder compacte wijze te verzamelen valt.
Doordat de ketting 3 is uitgevoerd als een schalmket-ting, loopt deze steeds betrouwbaar over de wielen 5 en 11, ook wanneer de ketting 3 niet gespannen is of een gedeelte van de ketting 3 aan de van de zuil af gelegen zijde van het kettingwiel 5 vanuit een willekeurige eamengevouwen toestand weer over het kettingwiel 5 wordt gevoerd. Bij een schalmketting grijpen opeenvolgende schalmen met speling in elkaar, zodat opeenvol gende schakels in meer dan één vlak te opzichte van elkaar zwenkbaar zijn. Dit in tegenstelling tot opeenvolgende schakels van een scharnierketting die in principe slechts in één vlak ten opzichte van elkaar zwenkbaar zijn.
Ontspannen van de ketting 3 tussen het kettingwiel 5 en hec aan de behuizing 2 bevestigde uiteinde 12 van de ketting 3 kan bijvoorbeeld optreden, wanneer na stroomuitval de zuil 1 door zijn eigen gewicht omlaag is verplaatst. Bij het omlaag bewegen van de zuil 1 krijgen het kettingwiel 5, de overbrenging 8 en - door de vertraging in de overbrenging 8 - in het bijzonder de draaiende delen van de motor 7 een zeer grote snelheid. Wanneer de zuil 1 zijn ondergelegen stand bereikt, stopt deze abrupt. De kettingwiel 5, de overbrenging 8 en de draaiende delen van de motor 7 bewegen door de traagheid daarvan echter nog even door, waardoor ruimte in de ketting tussen het kettingwiel 5 en het aan de behuizing 2 bevestigde uiteinde 12 van de ketting 3 ontstaat.
Een verder voordeel van toepassing van een schalmket-ting is, dat deze zeer weinig onderhoud vergt en zonder smering kan. Zelfs indien de behuizing 2 met uitzondering van de ruimte waarin de motor zich bevindt, geheel is gevuld met water, blijft de versperringseenheid volgens de uitvinding betrouwbaar functioneren.
in plaats van als een schalmketting kan de ketting bijvoorbeeld ook zijn uitgevoerd als een alzijdig flexibele kabel, waarop met een bepaalde steek verdikkingen zijn aangebracht .
De overbrenging 8 en de elektromotor 7 zijn ondergebracht in een afgedichte kamer 14 van de behuizing 2 en de zuil 1 is in een tweede kamer 15 van de behuizing 2 verzinkbaar. Doordat de middelen 7, 8 voor het aandrijven van het kettingwiel 5 compact zijn uitgevoerd, volstaat een relatief kleine afgedichte kamer 14 voor het beschermen van deze componenten tegen vocht en vuil. De overige delen van de versperringseenheid volgens de uitvinding zijn weinig gevoelig voor vocht en vuil en kunnen derhalve in een betrekkelijk matig afgedichte kamer 15 zijn ondergebracht.
De houder 13 voor het opvangen van een gedeelte van de ketting 3, dat aan de van de zuil 1 af gelegen 2ijde van het genoemde kettingwiel 5 is gelegen biedt het voordeel, dat met grote zekerheid vermeden wordt, dat gedeeltes van de ketting 3 aan weerszijden van het kettingwiel 5 in elkaar verstrengeld raken.
Bij de versperringseenheid volgens het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld is de houder 13 uitgevoerd als een langwerpige koker. Dit is voordelig voor het minimaliseren van de kans op het ontstaan van knopen in de ketting 3. De houder kan echter ook worden uitgevoerd als een op korte afstand onder het kettingwiel 5 aangebrachte bak. In dat geval kan.het gedeelte van de behuizing onder die bak een kleiner volume hebben, waardoor de bij het installeren van een versperringseenheid volgens de uitvinding te verrichten hoeveelheid graafwerk wordt beperkt .
Aan het uiteinde 16 van de ketting 3, dat aan de van de zuil 1 af gelegen zijde van het kettingwiel 5 is gelegen, is een ballas tg ewicht 17 opgehangen. Hierdoor wordt bereikt, dat de ketting 3, ook wanneer slechts een zeer klein gedeelte daarvan zich aan de van de 2uil 1 af gelegen zijde van het kettingwiel 3 bevindt, met voldoende kracht op het kettingwiel 5 rust. Bovendien wordt door het ballastgewicht vermeden, dat de ketting bij het uitschuiven van de zuil 1 naast de houder 13 wordt verzameld. Hiertoe is de lengte van de ketting zodanig gekozen, dat her ballastgewicht in de houder 13 blijft, ongeacht de stand van de zuil 1.
Het is ook mogelijk het ballastgewicht zodanig te kiezen, dat de zuil en het ballastgewicht ongeveer in evenwicht zijn. Hierdoor kan met een relatief klein aandrijfvermogen worden volstaan. In het bijzonder wordt hierdoor toepassing van een relatief kleine motor, dan wel bediening door menselijke spierkracht zonder overmatige inspanning mogelijk gemaakt.
De hartlijn van de elektromotor 7 van de versper-ringseenheid volgens het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld verloopt op afstand langs de hartlijn van de zuil 1, De motor is voorts via een haakse overbrenging verbonden met het ketting-wiel 5. Dit maakt een in bovenaanzicht compacte uitvoering van de versperringseenheid volgens de uitvinding mogelijk.
De hartlijn van de motor 7 kan in plaats van horizontaal, zoals weergegeven, eventueel ook verticaal of schuin verlopen, waarbij de motor bij voorkeur onder de overbrenging is gelegen. Hierdoor kan het oppervlak in bovenaanzicht van de versperringseenheid volgens de uitvinding verder worden verkleind.
De versperringseenheid volgens de uitvinding kan bijvoorbeeld op afstand bedienbaar zijn door middel van een afstandsbediening van het type, dat wordt toegepast voor het bedienen van garagedeuren en slagbomen. Ook andere bedieningssystemen, bijvoorbeeld systemen die worden toegepast voor het regelen van de toegang naar parkeergarages, kunnen worden toegepast voor het bedienen van de versperringseenheid volgens de uitvinding,
Indien de aandrijvingsmiddelen zijn ingericht voor aandrijving door spierkracht, kan de versperringseenheid bijvoorbeeld zijn uitgerust met een koppeling, waarop een speciale zwengel kan worden aangesloten. Door deze zwengel rond te draaien kan de zuil dan in de versperrende stand worden gebracht en worden verzonken.

Claims (11)

1. Versperringseenheid omvattende een zuil (1) die tussen een uitstekende, versperrende stand en een verzonken stand verplaatsbaar is, een behuizing (2), waarin de zuil (1) verzonken kan worden, een streng (3) voor het uitoefenen van een axiale kracht op de zuil (1) en aandrij fmiddelen (4) voor het doen verplaatsen van de streng (3), met het kenmerk, dat de aandrijfmiddelen (4) zijn voorzien van een kettingwiel (5) en de streng is uitgevoerd als een ketting (3), over het kettingwiel (5) verloopt en een vast uiteinde (12) heeft.
2. Versperringseenheid volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de ketting (3) in meer dan één vlak te krommen is.
3. Versperringseenheid volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de ketting (3) een schalmketting is.
4. Versperringseenheid volgens conclusie 2,-met het kenmerk, dat de ketting is uitgevoerd als een alzijdig flexibele kabel, waarop met een bepaalde steek verdikkingen zijn aangebracht.
5. Versperringseenheid volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat aan de onderzijde van de zuil (1) een omleidingswiel (11) is bevestigd en één uiteinde (12) van de ketting (3) nabij de bovenzijde van de behuizing (2), ten opzichte van de zuil (1) diametraal tegenover het kettingwiel (5) aan die behuizing (2) is verankerd.
6. Versperringseenheid volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de aandrijfmiddelen (4) in een bovengedeelte van de behuizing (2) zijn ondergebracht.
7. Versperringseenheid volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de aandrijfmiddelen (4) een krachtbron (7) omvatten die is ondergebracht in een af gedichte kamer (14) van de behuizing (2) en de zuil (1) in een tweede kamer (15) van de behuizing (2) verzinkbaar is.
8. Versperringseenheid volgens één der voorgaande conclusies, gekenmerkt door een houder (13) voor het opvangen van een gedeelte van de ketting (3), dat aan de van de zuil (1) af gelegen zijde van het genoemde kettingwiel (5) is gelegen.
9. Versperringseenheid volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat aan het uiteinde van de ketting 13), dat aan de van de zuil (1) af gelegen zijde van het genoemde kettingwiel (5) is gelegen, een ballastgewicht (17) ia opgehangen.
10. Versperringseenheid volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat het ballastgewicht zodanig is gekozen, dat de zuil en het ballastgewicht ongeveer in evenwicht zijn.
11. Versperringseenheid volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de aandrijfmiddelen een krachtbron (7) omvatten, waarvan de hartlijn op afstand langs de hartlijn van de zuil (1) verloopt en die via een haakse overbrenging (8) is verbonden met het genoemde kettingwiel (5) .
NL9200316A 1992-02-19 1992-02-19 Versperringseenheid. NL9200316A (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9200316A NL9200316A (nl) 1992-02-19 1992-02-19 Versperringseenheid.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9200316 1992-02-19
NL9200316A NL9200316A (nl) 1992-02-19 1992-02-19 Versperringseenheid.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL9200316A true NL9200316A (nl) 1993-09-16

Family

ID=19860462

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9200316A NL9200316A (nl) 1992-02-19 1992-02-19 Versperringseenheid.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL9200316A (nl)

Cited By (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2874035A1 (fr) * 2004-08-05 2006-02-10 Dominique Champenois Dispositif perfectionne support d'element de mobilier urbain escamotable
GB2421974A (en) * 2005-01-07 2006-07-12 Kenneth Marden Henfrey Operating mechanism for automatic retractable bollard
EP2497860A1 (fr) * 2011-03-11 2012-09-12 Jean-Bernard Lucien Jules Lafont Dispositif de contrôle d'accès comportant un obstacle escamotable
CN112854049A (zh) * 2021-01-20 2021-05-28 刘鸣森 一种市政路障球用移动托盘

Cited By (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2874035A1 (fr) * 2004-08-05 2006-02-10 Dominique Champenois Dispositif perfectionne support d'element de mobilier urbain escamotable
GB2421974A (en) * 2005-01-07 2006-07-12 Kenneth Marden Henfrey Operating mechanism for automatic retractable bollard
EP2497860A1 (fr) * 2011-03-11 2012-09-12 Jean-Bernard Lucien Jules Lafont Dispositif de contrôle d'accès comportant un obstacle escamotable
FR2972467A1 (fr) * 2011-03-11 2012-09-14 Jean Bernard Lucien Jules Lafont Dispositif de controle d'acces comportant un obstacle escamotable
US8579540B2 (en) 2011-03-11 2013-11-12 Jean-Bernard Lucien Jules LAFONT Access control device including a retractable obstacle
CN112854049A (zh) * 2021-01-20 2021-05-28 刘鸣森 一种市政路障球用移动托盘

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US8292538B2 (en) Vehicle barrier control device
US8226322B2 (en) Traffic barrier pop-up bollard system
US8985890B2 (en) Vertically actuated vehicle barrier system
EP2940215A1 (en) Retractable intelligent speed bump
EP0309488B1 (de) Klemmstellenfreier absperrpfosten
US20130332018A1 (en) Road guidance system for visually impaired
US20080056818A1 (en) Adaptive security and protective barriers and traffic control speed bumps
KR100782931B1 (ko) 횡단보도 안전차단장치
WO2000035068A1 (en) Barrier apparatus
NL9200316A (nl) Versperringseenheid.
KR20200093828A (ko) 스쿨존의 횡단보도를 어린이가 안전하게 건너가도록 횡단보도와 차도에 게이트를 설치하는 방법
GB2282838A (en) Retractable traffic control barrier
NL2004899C2 (nl) Slagboominstallatie, slagboom en werkwijze hiervoor.
KR102147872B1 (ko) 횡단보도용 차량 진입방지 스크린 장치
KR101198753B1 (ko) 도로의 가드레일용 동물진입 차단장치
RU87007U1 (ru) Средство принудительной остановки автомобильного транспорта
CN110656600A (zh) 一种远程摄像头全自动升降柱结构
US6133856A (en) Surveillance apparatus
NL1000881C2 (nl) Verzinkbare paal.
DE4140662C1 (en) Wildlife presence warning appts. - warns vehicle driver of presence of wildlife near road, or about to cross road, using ultrasound detectors near road-side
KR100650780B1 (ko) 주행차량 감속을 위한 도로구조
US9587432B1 (en) Gate opener
GB2173252A (en) Gate opening device
US1518623A (en) Safety zone
US5815983A (en) Driveway gate system

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed