NL9200032A - Houder met kartonnen strooituit. - Google Patents

Description

HOUDER MET KARTONNEN STROOITÜIT

De uitvinding heeft betrekking op een van vouwbaar materiaal vervaardigde, tenminste één hoofdzakelijk vlakke wand omvattende houder, voorzien van een tussen een geopende positie en een gesloten positie beweegbare strooituit, waarbij in de gesloten positie de kopwand van de strooituit tenminste hoofdzakelijk samenvalt met de wand, waarin de strooituit is aangebracht.

Dergelijke, van vouwbaar materiaal vervaardigde houders zijn algemeen bekend, bijvoorbeeld in de vorm van strooidozen voor hagelslag en aanverwant strooibaar broodbeleg. Deze houders zijn echter eveneens toepasbaar voor ander strooibaar materiaal, bijvoorbeeld waspoeder.

Dergelijke bekende houders zijn voorzien van een veelal van aluminium vervaardigde strooituit.

Een dergelijke strooituit wordt na het vullen van de doos in een van de zijden van de doos aangebracht. Eventueel wordt een dergelijke strooituit van een verzegeling voorzien om bij het aankopen de cliënt ervan te overtuigen dat de strooituit niet geopend is geweest.

Dergelijke, van aluminium vervaardigde strooitui-ten hebben een aanzienlijke invloed op de kostprijs van dergelijke van vouwbaar materiaal vervaardigde houders. Bovendien moeten zij na het vullen van de houder met het strooibare materiaal worden aangebracht.

Bovendien is de toepassing van aluminium uit milieu-overwegingen minder gewenst.

Het doel van de uitvinding is het verschaffen van een dergelijke, van vouwbaar materiaal vervaardigde houder, waarbij het gebruik van een dergelijke, van aluminium vervaardigde strooituit overbodig wordt.

Dit doel wordt bereikt, doordat de strooituit van hetzelfde materiaal is vervaardigd als de houder.

Door de strooituit van hetzelfde materiaal te vervaardigen als de houder wordt het in een afzonderlijke handeling aanbrengen van de strooituit vermeden, waardoor de met deze handeling gemoeide kosten worden vermeden, terwijl tevens de kostprijs van de strooituit, als gevolg van het feit dat deze van hetzelfde materiaal vervaardigd is als de houder, aanzienlijk wordt verlaagd. Bovendien wordt de milieubelasting geringer.

Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm is de houder van karton vervaardigd, zodat de strooituit eveneens van karton is vervaardigd.

Andere voorkeursuitvoeringsvormen blijken uit de andere volgconclusies.

Vervolgens zal de onderhavige uitvinding worden toegelicht aan de hand van bijgaande figuren, waarin voorstellen: fig. 1: een aanzicht van een plano, gebruikt voor het vormen van een houder volgens de onderhavige uitvinding,· fig. 2: een perspectivisch aanzicht van een houder volgens de uitvinding, waarbij de strooituit naar buiten is gevouwen; en fig. 3: een perspectivisch aanzicht van de binnenzijde van de strooituit in een uitgevouwen toestand.

In fig. 1 is een plano 1 afgeheeld, die gevormd wordt door drie zijwanden, die onderling vouwbaar met elkaar zijn verbonden, en waarbij door scharniernaden aan de zijwand 2 eveneens door scharniernaden een plakflap 6 bevestigd is. Aan de bovenzijde zijn flappen 7, 8, 9 en 10 aangebracht die tezamen de bovenwand vormen, terwijl aan de onderzijde van de plano de flappen 11, 12, 13, 14 zijn aangebracht die tezamen de onderwand vormen.

In de zijwand 5 is een hoofdzakelijk U-vormige stansnaad 15 gemaakt, waardoor de kopwand 16 van een strooituit wordt gevormd. Aan zijn onderzijde wordt de kopwand van de strooituit 16 door een eveneens door stansen verkregen scharniernaad 17 met de zijwand 5 verbonden. Aan de bovenzijde van de U-vormige stansnaad 15 is een uitsparing 18 aangebracht, die eveneens door stansen is verkregen.

In de plakflap 6 is een stansnaad 19 aangebracht, waardoor de binnenste laag 20 van de kopwand wordt gevormd, evenals twee zijwanden 21, 22 van de strooituit. Beide zijwanden 21, 22 zijn door middel van een uitgestanste scharniernaad 23, 24 met de kopwand 20 verbonden, terwijl de onderzijde van de kopwand 20 door middel van een scharniernaad 25 met de plakflap 6 verbonden is.

Dit plano kan samengevoegd worden tot een samengevouwen doos door de plano te vouwen op de naden tussen de plakflap 6 en de zijwand 2, en de naad tussen de zijwand 3 en de zijwand 4. Hiertoe wordt verder op de gespikkeld aangegeven gebieden 26, 27 lijm aangebracht, bijvoorbeeld in de vorm van een "hot-melt", waarna de hierboven beschreven vouwhandelingen worden uitgevoerd. Hierbij zal de plakflap 6 vastgehecht worden aan het lijmgebied 26, en zullen beide lagen 16, 20 van de kopwand van de strooituit verenigd worden door het lijmgebied 26. Dit lijmgebied 26 strekt zich overigens naar beneden toe uit, zodat ook onder de strooituit een goede hechting wordt verkregen.

In de aldus beschreven vorm wordt de samengevouwen doos naar de vulmachine getransporteerd, alwaar de doos wordt uitgevouwen door de vouwnaden tussen de wanden 3 en 4 en tussen de flap 6 en de wand 2 aan een kracht te onderwerpen, zodat alle vertikale vouwnaden een hoek van circa 90“ omvatten. Vervolgens worden de flappen 11, 12, 13 en 14 naar binnen gevouwen en op elkaar gelijmd, waarna de aldus verkregen doos met het te strooien materiaal kan worden gevuld. Na het vullen worden de flappen 7, 8, 9 en 10 naar binnen gevouwen en vastgelijmd. De aldus verkregen doos is nu gereed voor verkoop.

De aldus verkregen doos is afgeheeld in fig. 2.

Bij de in fig. 2 afgeheelde doos is de strooituit naar buiten gekanteld. Hiertoe heeft de gebruiker met een vingertop de bovenrand van de buitenlaag van de kopwand van de strooituit 16 naar buiten geduwd. Hierbij wordt de daarop door middel van de lijmlaag gehechte binnenste laag van de kopwand 20 mee naar buiten bewogen, terwijl de scharniernaden 23, respectievelijk 24 de zijwanden 21 en 22 meenemen. Hierbij worden de zijwanden 21 en 22 door de stansnaad 15 naar binnen toe gedrongen, zodat·zij vouwen om de scharniernaden 23 en 24 en de in fig. 2 weergegeven positie innemen.

Overigens zijn aan de bovenste buitenhoeken van de zijwanden 21 en 22 nokken 28, 29 aangebracht, die het verder naar buiten bewegen van de strooituit verhinderen.

De vorm van de stansnaad 19 is overigens zodanig, dat aan de flap 6 boven de de binnenste laag van de kopwand 20 een uitstulping 30 is gevormd, die voorkomt dat in de gesloten toestand de tuit naar binnen wordt gedrukt; immers, het bovenste deel van de kopwand 16 stuit hier tegenaan bij het sluiten van de strooituit.

Verder is het mogelijk de vorm van de kopwand 16 breder te maken dan die van de binnenste laag 20, hetgeen een verbetering van het uiterlijk met zich meebrengt.

Bovengenoemde maatregelen zijn eveneens zichtbaar gemaakt in fig. 3, die de strooituit meer in detail toont, gezien vanaf de binnenzijde van de doos.

Overigens zullen direkt na het lijmen de zijwanden 20, 21 geheel parallel zijn aan de wand 5. Na het herhaal-openen en -sluiten van de strooituit zullen in de gesloten positie de zijwanden zich wellicht, als gevolg van de vermindering van de veerkracht van de vouwpunten, schuin naar het inwendige van de houder uitstrekken.

Claims (13)

1. Van vouwbaar materiaal vervaardigde, tenminste een hoofdzakelijk vlakke wand omvattende houder, voorzien van een tussen een geopende positie en een gesloten positie beweegbare strooituit, waarbij in de gesloten positie de kopwand van de strooituit tenminste hoofdzakelijk samenvalt met de wand waarin de strooituit is aangebracht met het kenmerk, dat de strooituit van hetzelfde materiaal is vervaardigd als de houder.

2. Houder volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat de houder van karton is vervaardigd.

3. Houder volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat de houder van kunststof is vervaardigd.

4. Houder volgens conclusie 1, 2 of 3 met het kenmerk, dat de kopwand van de strooituit aan zijn onderzijde scharnierbaar is verbonden met de wand waarin de strooituit is aangebracht, en dat aan elk van de zijranden van de kopwand een zijvlak is aangebracht dat scharnierbaar met de kopwand is verbonden, waarbij in de geopende toestand van de strooituit de zijvlakken zich hoofdzakelijk loodrecht op de wand uitstrekken.

5. Houder volgens conclusie 4 met het kenmerk, dat tenminste ter plaatse van de strooituit de wand door tenmiste twee lagen wordt gevormd, en dat beide zijwanden elk door de binnenste laag worden gevormd.

6. Houder volgens conclusie 5 met het kenmerk, dat de tweede laag tegen de houder aan is gelijmd.

7. Houder volgens conclusie 5 of 6 met het kenmerk, dat de tweede laag gevormd wordt door de plakrand waarmee de wanden van de houder worden gesloten.

8. Houder volgens conclusie 5, 6 of 7 met het kenmerk, dat de buitenste laag van de kopwand zich over een grotere breedte uitstrekt dan de binnenste laag.

9. Houder volgens een van de conclusies 5-8 met het kenmerk, dat de zijwanden van de strooituit aan hun bovenzijde, aan de van de kopwand afgekeerde zijde van een nok zijn voorzien.

10. Houder volgens een van de conclusies 5-9 met het kenmerk, dat de buitenste laag van de kopwand zich over een grotere hoogte uitstrekt dan de binnenste laag.

11. Houder volgens conclusie 10 met het kenmerk, dat in de buitenste laag van de wand, waarin de strooituit is aangebracht, direkt boven de strooituit een opening is aangebracht.

12. Plano voor het vervaardigen van een houder volgens een van de voorafgaande conclusies.

13. Plano volgens conclusie 12 met het kenmerk, dat de plano gevouwen en gelijmd is.