NL9101524A - Inrichting voor het verzagen van een serie steenachtige producten. - Google Patents

Description

'•Inrichting voor het verzagen van een serie steenachtige producten"

Voor de constructie van woningen, gebouwen etc. wordt heden vaak gebruik gemaakt van bakstenen, waarvan de buiten- en binnencontouren een geknikt verloop vertonen. Dergelijke stenen worden bijvoorbeeld gebruikt voor niet-rechte hoeken van gebouwen, waarbij stenen bijvoorbeeld een stompe hoek van 160° moeten vertonen. Deze stenen kunnen worden vervaardigd door uit te gaan van rechte bakstenen, die onder een hoek worden afgezaagd, waarbij de verkregen beide delen zo aan elkaar worden verbonden dat een baksteen met de gewenste vorm ontstaat.

Het verzagen van dergelijke stenen is een zeer tijdrovende, handmatige bezigheid, waarbij steeds een enkele steen wordt verzaagd. Bovendien verlangt de markt dat een steen met geknikt profiel een grote nauwkeurigheid aan zijn binnenomvang of aan zijn buiten-omvang vertoont. Het voldoen aan deze eis maakt het handwerk zeer tijdrovend en gecompliceerd. Het uitvalpercentage is dan ook hoog.

Doel van de uitvinding is een machine te verschaffen, waarmee op snelle wijze een grote serie steenachtige producten tegelijk kan worden behandeld, de maatnauwkeurigheid per gezaagde steen binnen grenzen kan blijven, een snelle instelling van de gewenste zaagsnede kan worden verkregen en welke bovenal weinig mankracht vergt.

De machine volgens de uitvinding is daartoe voorzien van een horizontaal verschuifbare, een zaagsleuf vertonende zaagtafel, waarvan de oplegzijde zich in een liggende, bij voorkeur horizontale stand bevindt, een van een zaagblad voorziene electromotor, welke om een vast punt op instelbare wijze zo kantelbaar is, dat het zaagblad tussen een verticale stand en een hoek van 45° daarmee instelbaar is en daarbij met zijn meest omlaaggelegen omtreksrand ter plaatse van de zaagsleuf het oplegvlak van de zaagtafel in diens zaagstand op steeds dezelfde plaats passeert.

Door gebruik te maken van een zaagblad-dragend gedeelte, dat kan kantelen om een vast punt van de machine ter hoogte van de tafel waarop de te zagen stenen rusten, is de plaats waar het zaagblad door de steen heen beweegt exact voorspelbaar, zodat reeds bij het op de zaagtafel op zijn plaats positioneren van de stenen met dit vaste punt rekening kan worden gehouden.

Met deze inrichting kunnen stenen worden gezaagd, waarvan de zaagsnede zich op een nauwkeurig voorgeschreven plaats bevindt.

De uitvinding voorziet verder in een uitvoeringsvorm waarbij boven de zaagtafel een evenwijdig daaraan verlopende balk is opgesteld, welke in hoogterichting beweegbaar is voor het onder drukuit-oefening op hun plaats op de tafel vasthouden van een serie op de tafel gebrachte, te zagen stenen. Door deze opstelling blijven de stenen bij hun zaagbewerking op eenduidige wijze op hun plaats op de zaagtafel. Dit kan ertoe bijdragen dat ongewenste trillingen, welke de standtijd van een zaagblad zouden kunnen verkleinen, worden vermeden.

Tenslotte kan de toegepaste zaagtafel nog zijn voorzien van middelen voor het los uit elkaar positioneren van een rij stenen, waarvan de lengterichting volgens een gewenste hoek met de verschui-vingsrichting van de tafel verloopt, in samenhang met de kantelbare zaaginrichting is het bijvoorbeeld mogelijk op nauwkeurig voorgeschreven wijze een zaagsnede op een drievlakshoek aan te brengen.

De uitvinding zal met een uitvoerings-voorbeeld voor het zagen van bakstenen kort nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin Figuur 1 een baksteen met geknikte buitenoppervlakken is,

Figuur 2 een baksteen van gebruikelijk type is,

Figuur 3 schematisch een opstelling van de tafel en zaaginrichting volgens de uitvinding is,

Figuur 4 een variant van Figuur 3 is,

Figuur 5 een machine volgens de uitvinding in een zijaanzicht toont,

Figuur 6 de machine volgens Figuur 5 in een bovenaanzicht toont,

Figuur 7 de machine volgens Figuur 5 in een vooraanzicht toont,

Figuur 8 een bovenaanzicht van de zaagtafel is met parallelle profielen voor het op versprongen wijze opnemen van stenen, en

Figuur 9 een baksteen met een weggezaagde hoek is.

De baksteen volgens Figuur 1, die als type steen voor muurconstructies van woningen en andere gebouwen wordt toegepast, vertoont geknikt verlopende zijflanken Al, A2 en BI, B2. Deze steen kan worden verkregen door uit te gaan van rechte stenen volgens Figuur 2 langs het vlak 5 door te zagen en ontstane delen na onder tussensluiting van een geschikt hechtmateriaal samen te voegen.

In de praktijk is gebleken dat de lengte-afmetingen van de in Figuur 1 met Al, A2 aangegeven flanken of de met BI, B2 aangegeven flanken zeer kritisch en slechts kleine lengtetoleranties mogen vertonen. Daarbij zijn de maten BI en B2 van betekenis voor stenen, waarvan de in Figuur 1 geknikte zijkant in het "zicht" (interior side) ligt en zijn maten Al en A2 van belang wanneer de in Figuur 2 getekende steen vanaf de tegenovergelegen zijde in het "zicht" (exterior side) ligt.

Het op een zaagmachine instellen van deze maten is bijzonder lastig wegens nu eenmaal aanwezige hoogteverschillen tussen de stenen onderling en niet is te voorspellen op welke plaats aan de bovenzijde van de steen het in een gewenste hoekstand gebrachte zaagblad de steen heeft doorsneden.

Volgens de uitvinding wordt gebruik gemaakt van een nagenoeg horizontale tafel 7 met een sleuf 9 ter doorlating van het cirkelzaagblad 59 bij de zaag-bewerking (Figuur 3, 4). Voorts is de ophang-constructie 11 (Figuur 6, 7) voor het zaagashuis 57 zodanig opgesteld dat deze in zijn geheel om een visueel draaipunt kan worden gedraaid, waardoor het zaagblad steeds op een voorspelbare plaats de steen aan de onderzijde verlaat. Hierdoor kan voorafgaand aan de zaagbewerking de plaats van de aanslag 19 in Figuur 3 worden gekozen en is gewaarborgd dat de maat B van het steengedeelte 21 met de gewenste nauwkeurigheid correct is. Het aldus verkregen deel 21 dient als het ene gedeelte van een geknikte steen van het zogenaamde B-type met bijvoorbeeld lengte BI. Op analoge wijze wordt een serie stenen onder verplaatsing van de aanslag 19 gezaagd, waardoor steengedeelten (21) met een grotere afmeting, bijvoorbeeld B2 worden verkregen. Door op de eerder beschreven wijze de stenen van de ene serie (BI) met die van de andere serie (B2) te combineren kunnen geknikte stenen van het B-type met grote maatnauw-keurigheden (BI, B2) worden verkregen.

Op analoge wijze als bij Figuur 3 is beschreven, vertoont Figuur 4 hoe een steen van het zogenaamde A-type wordt gezaagd. Het zaagblad is weer in dezelfde hoekstand getekend. Daarbij is de steen tegen een op een andere plaats aangebrachte aanslag 25 geplaatst. Bij het zagen zal ook in deze opstelling de plaats waar het zaagblad 59 de steen verlaat op een voorspelbare, nauwkeurig bekende plaats van de steen zijn gelegen. In deze opstelling kunnen dus stenen met gewenste afmetingen Al en A2 worden gezaagd en in analogie met de beschrijving van Figuur 3 worden samengevoegd tot stenen van het A-type.

In de Figuren 5, 6, 7 zijn de van belang zijnde onderdelen nader in detail weergegeven. Daarin is 31 het framegedeelte, waarin een horizontale zaagtafel 33 via langsgeleidingen 35 en 37 horizontaal beweegbaar is vanaf een beladingspositie links in Figuur 6 naar een zaagpositie ter plaatse van de zaageenheid rechts in Figuur 6. Op de tafel 33 zijn in de Figuren 5, 6, 7 niet verder weergegeven aanslagen en langsgeleidingen aangebracht voor het erop positioneren van een serie bakstenen 45. Boven de tafel is een aandrukbalk 39 opgesteld die via pneumatische middelen 41, 43 in hoogterichting verstelbaar is en waarmee de rij stenen 45 kan worden aangedrukt. De tafel is voorzien van een zaagsleuf 9.

De zaageenheid wordt gevormd door een drager 49 waarop een electromotor 53, overbrenging 55, zaagashuis 57 en zaagblad 59 zijn bevestigd. Deze drager 49 wordt ondersteund via constructiedelen 58, 60, 62.

Het geheel is kantelbaar naar bijvoorbeeld de met 66 aangegeven, gestippeld weergegeven positie, waarin het zaagblad een schuine stand inneemt. Ten behoeve van deze kantelbeweging dient een kokervormige balk 11 welke door middel van zijarmen 82 en 84 kan verdraaien om de links en rechts in de Figuren 5 en 7 weergegeven scharnieren 81 en 83. Voor het verdraaien van de balk 11 dient een via een excenterbesturing 67 beweegbare koppelstang 69. De verdraaiing is zodanig dat het zaagblad (59) ongeacht diens hoekstand met zijn omtrek exact op steeds dezelfde plaats in de zaagsleuf terechtkomt.

De inrichting is voorts nog voorzien van een op schematische wijze in Figuur 7 weergegeven mechanisme voor het om de as 73 doen verdraaien van de met de drager 49 verbonden opstaande constructie 72, waartoe een pneumatische cilinder-zuigër opstelling 75 dient. Hiermee kan het zaagblad in diens al dan niet gekantelde zaagstand uit de zaagsleuf van de zaagtafel 33 en weer terug worden bewogen.

De bewegingen en instellingen van de diverse mechanismen laten zich op eenvoudige wijze automatiseren. Daar de middelen daartoe van al bekende aard zijn is hier niet nader op ingegaan.

De hier beschreven inrichting is niet slechts geschikt voor het zagen van een rij parallel tegen elkaar liggende stenen. Zij kan ook worden toegepast voor het zagen van stenen welke volgens een andere configuratie op de zaagtafel liggen, zoals bijvoorbeeld in Figuur 8 is getoond. Daarbij kunnen op de tafel 33 aanslagen 85, 87, 89, 91 zijn aangebracht voor het op gewenste wijze opstellen van met 93, 95, 97, 99 aangeduide stenen. Aldus is het bijvoorbeeld mogelijk gelijktijdig in twee vlakken van een steen een hoek weg te zagen (Figuur 9).

Claims (3)

1. Inrichting voor het verzagen van een serie steenachtige producten, zoals bijvoorbeeld bakstenen (45), met het kenmerk dat deze is voorzien van een horizontaal verschuifbare, een zaagsleuf (9) vertonende zaagtafel (33), waarvan de oplegzijde zich in een liggende, bij voorkeur horizontale stand bevindt, een van een zaagblad (59) voorziene electromotor (53), welke om een vast punt (81, 83) op instelbare wijze zo kantelbaar is, dat het zaagblad (59) tussen een verticale stand en een hoek van 45° daarmee instelbaar is en daarbij met zijn meest omlaaggelegen omtreksrand ter plaatse van de zaagsleuf (9) het oplegvlak van de zaagtafel (33) in diens zaagstand op steeds dezelfde plaats passeert.

2. Inrichting volgens Conclusie 1, met het kenmerk, dat boven de zaagtafel (33) een evenwijdig daaraan verlopende balk (39) is opgesteld, welke in hoogterichting beweegbaar is voor het onder druk-uitoefening op hun plaats op de tafel (33) vasthouden van een serie op de tafel gebrachte, te zagen stenen (45) .

3. Inrichting volgens Conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de zaagtafel (33) is voorzien van middelen (85) voor het los uit elkaar positioneren van een rij stenen, waarvan de lengterichting volgens een gewenste hoek met de verschuivingsrichting van de tafel (33) verloopt.