NL9100443A - Kweekvat. - Google Patents
Kweekvat. Download PDFInfo
- Publication number
- NL9100443A NL9100443A NL9100443A NL9100443A NL9100443A NL 9100443 A NL9100443 A NL 9100443A NL 9100443 A NL9100443 A NL 9100443A NL 9100443 A NL9100443 A NL 9100443A NL 9100443 A NL9100443 A NL 9100443A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- vessel
- section
- vessels
- plant
- container
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01G—HORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
- A01G9/00—Cultivation in receptacles, forcing-frames or greenhouses; Edging for beds, lawn or the like
- A01G9/02—Receptacles, e.g. flower-pots or boxes; Glasses for cultivating flowers
- A01G9/029—Receptacles for seedlings
- A01G9/0295—Units comprising two or more connected receptacles
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01G—HORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
- A01G9/00—Cultivation in receptacles, forcing-frames or greenhouses; Edging for beds, lawn or the like
- A01G9/02—Receptacles, e.g. flower-pots or boxes; Glasses for cultivating flowers
Landscapes
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Environmental Sciences (AREA)
- Cultivation Receptacles Or Flower-Pots, Or Pots For Seedlings (AREA)
Description
UITTREKSEL
De uitvinding heeft betrekking op een kweekvat voor het opkweken van een jonge plant. Het kweekvat kan een cirkelvormige, ovale of veelhoekige dwarsdoorsnede hebben. De lengte van het kweekvat is tenminste 2,5 maal groter dan zijn diameter bij cirkel vormige dwarsdoorsnede, zijn lange diameter bij ovale doorsnede of 2,5 maal groter dan de diameter van de cirkel waarin een veelhoekige doorsnede is ingeschreven. Het volume van het vat bedraagt 80 tot 200 cm3.
Korte aanduiding : Kweekvat.
De uitvinding heeft betrekking op een kweekvat voor het opkweken van een jonge plant, welke wordt gebruikt voor het produceren van een vrucht of groente.
Er zijn verschillende typen vaten bekend voor het opkweken van jonge planten, die worden gebruikt voor het voortbrengen van vruchten, zoals aardbeien, of groenten, zoals bolplanten.
Gebruikelijke voorbeelden van vaten zijn weergegeven in figuur 7, 8(a) en 8(b).
Figuur 7 toont een stel vaten A van het bloempottype, terwijl figuur 8(a) een stel cylindrische vaten B toont, en figuur 8(b) een stel doosvormige vaten C toont. Ieder vat A, B of C omvat enige aarde D, waarin een vanaf een (niet weergegeven) stoel opgegroeide uitloper wordt geplant om in een jonge plant op te groeien.
Bekende kweekvaten zijn algemeen groot in dwarsdoorsnede ten opzichte van hun hoogte. De weergegeven vaten A, B en C hebben een diameter of breedte van ongeveer 10 tot 15 cm en een hoogte, welke ongeveer gelijk is aan of tenminste ongeveer 1,5 keer groter dan deze maat. De bekende vaten hebben daarom ook de hieronder opgesomde nadelen: (1) Het planten van een jonge plant, die is opgekweekt in een bekend vat maakt het graven nodig van een groot gat en is daarom ondoelmatig; (2) De wortels van de in het vat opgekweekte jonge plant kruipen langs zijn onderwand voor het vormen van een gecompliceerde in elkaar gewikkelde massa, waardoor veroorzaakt wordt, dat de plant tenminste 7 tot 10 dagen vereist voordat een juiste opstelling van de wortels plaatsvindt daar waar de plant blijvend is geplant; (3) Het grote volume van het vat vereist een grote hoeveelheid aarde; (4) Daar ieder vat een groot dwarsdoorsnede-oppervlak heeft neemt een stel vaten, dat wordt gebruikt voor het opkweken van een aantal jonge planten, een groot grondoppervlak in beslag; en (5) De koude opslag en transport van jonge planten zal ondoelmatig zijn tengevolge van de grote hoeveelheid ruimte, die wordt vereist.
Het is dan ook een oogmerk van de uitvinding een verbeterd kweekvat te verkrijgen, welke verbeterde doelmatigheid mogelijk maakt in het gebruik van groeiruimte, de opslag en het transport van jonge planten, het werk, dat benodigd is voor het permanent uitplanten en het verkorten van de tijd, welke jonge planten nodig hebben om wortel te schieten nadat zij permanent zijn geplant.
Dit oogmerk wordt verkregen door een vat, dat een althans in hoofdzaak cylindrisch lichaam omvat, dat is gevormd uit een kunsthars, en een cirkelvormige, ovale of veelhoekige dwarsdoorsnede heeft, een lengte welke tenminste 2,5 maal groter is dan zijn diameter indien het lichaam cirkelvormig in dwarsdoorsnede is, of zijn lange diameter indien hij ovaal is, of de diameter van de cirkel waarin hij is ingeschreven indien hij veelhoekig is, en een volume van 80 tot 200 cm3 heeft.
Het lichaam is bij voorkeur taps verlopend van boven naar beneden, terwijl de bovenzijde een radiaal naar buiten uitstekende flens heeft.
Het lichaam kan van een constructie zijn, die in lengterichting is gespleten, of kan een dubbelwandige constructie zijn, gevormd door een buitenste cylinder en een binnenste cylinder, in de zijwand waarvan een aantal gaten zijn aangebracht.
Bovendien kan het lichaam een aantal zich in lengterichting uitstrekkende ruggen op zijn binnenoppervlak hebben.
Het vat van deze uitvinding heeft een aantal voordelen, zoals hieronder zal worden opgesomd: (1) Daar het lichaam aanzienlijk langer is ten opzichte van de breedte van de dwarsdoorsnede wordt aan de wortels van een jonge plant toegestaan langs de zijwand naar beneden te groeien zonder sterk in elkaar gewikkeld te worden. De plant schiet daardoor binnen korte tijd wortel indien hij permanent wordt uitgeplant. Dit voordeel wordt verder bevorderd door de in lengterichting verlopende ruggen, indien aanwezig, daar de wortels langs de ruggen naar beneden groeien.
(2) Indien het lichaam van boven naar onderen taps verlopend is vergemakkelijkt dit de verwijdering van een jonge plant via de bovenzijde. De verwijdering van een jonge plant is nog gemakkelijker uit het lichaam van de in lengterichting gespleten constructie, daar deze langs zijn lengte kan worden geopend.
(3) Indien het lichaam een dubbelwandige constructie is, die wordt gevormd door een buitenste cylinder en een binnenste cylinder met een groot aantal gaten aangebracht in zijn zijwand vergemakkelijkt dit aanzienlijk het permanent uitplanten van een jonge plant aangezien de plant blijvend kan worden geplant met de binnencylinder verwijderd uit de buitenste cylinder.
(4) Het vat is klein genoeg om geen grote hoeveelheid grond te vereisen en niet een zeer groot oppervlak in beslag te nemen indien een aantal vaten samen worden gebruikt voor het opkweken van een aantal jonge planten.
(5) De koude opslag en transport van jonge platen kan doelmatig worden bewerkstelligd zonder een grote hoeveelheid ruimte in beslag te nemen.
(6) Het vat staat verbeterde doelmatigheid toe in het permanent uitplanten van een jonge plant, daar niet wordt vereist, dat een groot gat wordt aangebracht om de plant daarin te planten.
(7) Het vat op zich kan worden gebruikt als een gereedschap voor het graven van een vat voor het permanent planten.
(8) De aan de bovenzijde van het vat aangebrachte flens is, indien aangebracht, bruikbaar voor het ophangen ervan in een opneemframe.
De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van de bijgaande figuren.
Figuur 1 toont een vooraanzicht van een kweekvat volgens een eerste uitvoeringsvoorbeeld van deze uitvinding;
Figuur 2 is een doorsnede-aanzicht genomen langs de lijn I-I
van figuur 1;
Figuur 3 is een perspectivisch aanzicht van een stel vaten, die samen worden gebruikt voor het opkweken van jonge planten, waarbij ieder vat van de in figuur 1 en 2 weergegeven constructie is;
Figuur 4(a) is een vooraanzicht van een kweekvat volgens een tweede uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding, welke een binnenste cylinder omvat, die is aangebracht in een buitenste cylinder;
Figuur 4(b) is een vooraanzicht van de binnenste cylinder in het vat, dat is afgebeeld in figuur 4(a);
Figuur 5 is een perspectivisch aanzicht van een kweekvat in overeenstemming met een derde uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding waarin het in de geopende stand is weergegeven;
Figuur 6 is een met figuur 3 overeenkomend aanzicht, dat een stel vaten toont, die ieder van het in figuur 5 weergegeven type zijn;
Figuur 7 is een perspectivisch aanzicht van een stel bekende kweekvaten;
Figuur 8(a) is een met figuur 7 overeenkomend aanzicht, dat echter een ander stel bekende vaten toont; en
Figuur 8(b) is een met figuur 8(a) overeenkomend aanzicht, waarbij een ander stel bekende vaten is weergegeven.
Het het vat volgens de uitvinding vormende lichaam heeft een lengte, welke tenminste 2,5 maal groter is dan zijn diameter indien hij in dwarsdoorsnede cirkelvormig is, of zijn lange diameter indien hij ovaal is, of de diameter van de ingeschreven cirkel indien hij veelhoekig is. Het lichaam is gevormd om te waarborgen, dat de wortels van een jonge plant recht langs zijn zijwand naar beneden groeien zonder op van betekenis zijnde wijze te worden gebogen. Indien zijn lengte kleiner is dan wat is gedefinieerd worden de wortels gedwongen bij de bodem van het vat te buigen en raken zij onderling verwikkeld. Het lichaam heeft een volume van 80 tot 200 cm3, afhankelijk van de op te kweken plant. Het geschikte volume van het lichaam is bijvoorbeeld in het gebied van zeg 80 tot 100 cm3 voor het vat, dat wordt gebruikt voor het opkweken van een wortel of radijs, en het gebied van zeg 100 tot 200 cm3 voor het vat, dat wordt gebruikt voor het opkweken van een aardbei plant of ei plant.
Een lichaam met groter volume dan het bovenstaande zal ongewenst een grotere hoeveelheid aarde vereisen en een groter oppervlak in beslag nemen.
De uitvinding zal nu meer in het bijzonder worden beschreven met verwijzing naar de een paar de voorkeur gegeven uitvoeringsvoorbeelden tonende tekeningen.
Eerst wordt verwezen naar figuren 1 en 2, die een kweekvat tonen volgens een eerste uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding terwijl figuur 3 een stel vaten toont, die samen worden gebruikt en ieder zijn vervaardigd als weergegeven in figuur 1 en 2.
Het vat 1 is bestemd om te worden gebruikt in het opkweken van een aardbei plant. Hij omvat een althans in hoofdzaak cylindrisch lichaam 11, dat is gevormd uit een kunsthars en een cirkelvormige dwarsdoorsnede heeft. Het lichaam 11 heeft een diameter van ongeveer 4 cm bij zijn bovenzijde en een lengte van ongeveer 18 cm. Het is taps verlopend in twee stappen vanaf zijn bovenzijde naar zijn onderzijde, zoals afgebeeld in figuur 1. Het lichaam 11 heeft op zijn binnenoppervlak vier ruggen 12, die althans in hoofdzaak over zijn gehele lengte verlopen, en die op gelijke afstand van elkaar zijn opgesteld langs zijn omtrek, zoals afgebeeld in figuur 2. Hij heeft op het buitenoppervlak van het lichaam 11 vier uitsparingen 13, die ieder zijn opgesteld achter een van de ruggen 12. Het lichaam 11 heeft ook een radiaal naar buiten uitstekende flens 14 bij zijn bovenzijde. De flens 14 is in ingrijping te brengen met een vast-houdframe 2 (figuur 3) met behulp waarvan het vat 1 in positie kan worden gehouden indien het wordt gebruikt. Het lichaam 11 is aan beide einden open in dit uitvoeringsvoorbeeld, ofschoon hij bij zijn onderzijde kan zijn uitgerust met een kruisvormig of op andere wijze gevormd orgaan om grond te verhinderen erdoorheen te vallen.
Een stel vaten 1, die ieder grond bevatten, worden in hun recht opstaande stand gehouden door het vasthoudframe 2, en op een stoel 3 opgekweekte loten 4 worden in de aarde in de vaten 1 geplant ten einde wortel te schieten, zoals afgebeeld infiguur 3. De loten 4 kunnen alternatief worden geplant in een nabij gelegen grondbed, zodat de dan daaraan gegroeide wortels kunnen worden overgeplant in de vaten 1 om verder te groeien.
De wortels, die door de loten 4 in ieder vat 1 worden gevormd groeien langs zijn binnenoppervlak naar beneden. De ruggen 12 verhinderen de wortel te buigen en laten ze althans in hoofdzaak recht naar de bodem van het vat 1 groeien. De het lichaam 1 bij zijn onderzijde verlatende wortels sterven bij blootstelling aan de lucht en nieuwe wortels worden geleidelijk gevormd in het vat 1. Een jonge plant 5, die nauwelijks enige in elkaar gewikkelde wortels heeft wordt dus zo in ieder vat opgekweekt. Het kleine dwarsdoorsnede-oppervlak van ieder vat 1 verhindert de groei van sekundaire wortels vanaf primaire wortels. De tegengehouden groei van sekundaire wortels vergemakkelijkt de groei van primaire wortels radiaal naar buiten vanaf de jonge plant 5 indien hij permanent is uitgeplant, waarbij de groei van de overgeplante jonge plant 5 wordt vergemakkelijkt.
Ieder vat 1 bevat ongeveer 150 cc aarde, terwijl een gebruikelijk in de techniek bekend kweekvat ongeveer 700 cc aarde bevat. Met andere woorden vereist het vat 1 van deze uitvinding minder dan een kwart van de hoeveelheid aarde, die wordt vereist door het bekende vat. Het kleine dwarsdoorsnede-oppervlak van ieder vat 1 maakt het mogelijk, dat een stel vaten 1 worden samengebracht, zoals afgebeeld in figuur 3 om te worden geïnstalleerd op een plaats, die een oppervlak in beslag neemt, dat ruwweg een kwart is van het oppervlak, dat in beslag wordt genomen door een gelijk aantal bekende vaten.
Indien iedere jonge plant 5 permanent wordt uitgeplant worden jonge plant en de aarde verwijderd uit het lichaam 11 en tesamen overgeplant in een (niet weergegeven) rug of dergelijke.
Het is voldoende een klein gat te graven dat gemakkelijk te maken is en na het overplanten gemakkelijk met grond te vullen is. Het overplanten van iedere in het vat van deze uitvinding opgekweekte jonge plant kan ongeveer 10 maal doelmatiger worden bewerkstelligd dan die van een in een bekend vat opgekweekte jonge plant. Dit is in het bijzonder het geval met het planten van een jonge plant in een hellende stand, hetgeen wordt aangenomen de groei van wortels te vergemakkelijken en daardoor een hogere opbrengst mogelijk maakt. Indien de in een bekend vat opgekweekte jonge plant wordt overgeplant is het noodzakelijk een ronde massa wortels uit te richten door het met water te spoelen en de wortels in hun recht gemaakte vorm vast te houden, maar indien de in het vat 1 van deze uitvinding opgekweekte jonge plant wordt overgeplant is het voldoende eenvoudig een massa wortels in een gat te plaatsen.
Aangezien de jonge plant praktisch geen in elkaar verward geraakte wortels heeft kan hij zich gemakkelijk aanpassen aan de grond waarin hij is overgeplant om binnen slechts twee of drie dagen te beginnen te groeien.
•De koude opslag of transport van jonge planten, die zijn opgekweekt in de vaten van deze uitvinding kan ook zeer doelmatig worden bewerkstelligd aangezien een stel vaten volgens de uitvinding slechts een vierde van de door een gelijk aantal bekende vaten in beslag genomen ruimte in beslag nemen.
De aandacht wordt nu gericht naar figuren 4(a) en 4(b), welke een kweekvat tonen van een dubbelwandige constructie in overeen- stemming met een tweede uitvoeringsvoorbeeld van deze uitvinding.
Het vat 6 omvat een althans in hoofdzaak cylindrisch lichaam met een cirkel vormige dwarsdoorsnede en wordt gevormd door een buitenste cylinder 61 en een binnenste cylinder 62.
De buitenste cylinder 61 is althans in hoofdzaak gelijk in constructie aan het in figuur 1 afgebeelde lichaam 11, maar heeft geen rand of uitsparing, zoals afgebeeld bij 12 of 13 in figuur 2.
De binnenste cylinder 62 heeft een buitendiameter, die een weinig kleiner is dan de binnendiameter van de buitencylinder en is verwijderbaar aangebracht in de buitencylinder 61. De binnencylinder 62 heeft, ofschoon niet weergegeven, vier ruggen op zijn binnenoppervlak en vier uitsparingen 63 op zijn buitenoppervlak. De ruggen en de uitsparingen 63 en de opstelling daarvan zijn gelijk aan die afgebeeld in figuur 2. De binnencylinder 62 is door zijn zijwand uitgerust met een aantal gaten 64, welke de wortels van een jonge plant in de binnenste cylinder 62 in staat stellen zijdelings te groeien in de aarde indien de jonge plant is overgeplant met de binnencylinder 62 verwijderd uit de buitencylinder 61. De gaten 64 staan ook koude lucht toe de binnenste cylinder 62, die een jonge plant vasthoudt, binnen te treden, en de jonge plant effectief te koelen gedurende zijn koude opslag van de uit de buitenste cylinder 61 verwijderde binnenste cylinder 62.
Het vat 6 wordt gebruikt voor het opkweken van een jonge plant op dezelfde wijze als reeds is beschreven met verwijzing naar figuur 3. De binnenste cylinder 62 wordt verwijderd uit de buitenste cylinder 61 indien hij wordt opgeslagen nadat de jonge plant is opgekweekt, getransporteerd of permanent geplant. De jonge plant behoeft niet te worden verwijderd uit de binnenste cylinder 62, maar kan permanent daarmede worden geplant onder het slechts verwijderen van de buitenste cylinder 61. Het vat 6 vergemakkelijkt daardoor aanzienlijk het werk van het permanent planten en maakt het mogelijk, dat dit door een machine wordt gedaan. De binnenste cylinder 62 wordt echter na het oogsten weer verzameld.
Verwijzing wordt nu gemaakt naar figuur 5, welke een kweek-vat toont van de in langsrichting gespleten constructie volgens een derde uitvoeringsvoorbeeld van deze uitvinding waarbij figuur 6 een stel samen gebruikte vaten toont waarbij ieder vat is weergegeven zoals afgebeeld in figuur 5. Het vat 7 omvat een in hoofdzaak cylindrisch lichaam dat in langsrichting gespleten is in twee halve cirkel vormige flexibel met elkaar verbonden gedeelten. Het lichaam heeft een paar in langsrichting verlopende passende randen 71, die beweegbaar zijn naar en afgekeerd van elkaar om het vat 7 te sluiten en te openen. Het vat 7 is verder identiek in constructie met het in figuur 1 weergegeven vat. In figuur 5 is het vat 7 in zijn niet gebruikte open stand afgebeeld. In zijn gesloten stand, welke wordt gebruikt voor het opkweken van een jonge plant, ziet hij eruit als het vat 1.
Zoals afgebeeld in figuur 6 wordt een stel vaten 7, die ieder grond bevatten in de gesloten stand, rechtop gehouden door een vast-houdframe 8, met op een stoel 3 opgekweekte loten 4 geplant in het vat 7 om wortel te schieten in de daarin opgenomen grond. Het vasthoudframe 8 is uitgerust met een hulporgaan 81, dat de vaten 7 vasthoudt in een tussen-gedeelte, zodat de vaten 7 niet kunnen openen.
De jonge plant, die in ieder vat 7 is opgekweekt, is ge-makkelijk daaruit te verwijderen, daar het vat bij verwijdering uit het vasthoudframe 8 zich opent.
Ofschoon ieder van de vaten volgens de drie uitvoerings-voorbeelden van de uitvinding is beschreven als te zijn voorzien van een lichaam uit een cirkelvormige dwarsdoorsnede is de uitvinding op dezelfde wijze toepasbaar onder het gebruikmaken van een vat met andere dwarsdoor-snedevorm, zoals driehoekig, vierkant, veelhoekig, of ovaal.
Claims (7)
1. Kweekvat voorzien van een uit een kunsthars gevormd lichaam i met een cirkelvormige, ovale of veelhoekige dwarsdoorsnede, met een lengte, welke tenminste 2,5 maal groter is dan zijn diameter indien hij in dwarsdoorsnede cirkelvormig is, of zijn lange diameter indien hij ovaal is, of de diameter van de cirkel waarin hij is ingeschreven indien hij veelhoekig is, en met een volume van 80 tot 200 cm3.
2. Vat volgens conclusie 1, waarin het lichaam van boven naar beneden taps toeloopt.
3. Vat volgens conclusie 1 of 2, waarin het lichaam een radiaal naar buiten uitstekende flens bezit bij zijn boveneinde.
4. Vat volgens een van de voorgaande conclusies, met het i kenmerk, dat het lichaam in langsrichting in twee gedeelten is gespleten.
5. Vat volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het lichaam bestaat uit een buitenste cylinder en een binnenste cylinder die verwijderbaar in de buitenste cylinder is aangebracht, waarbij de binnencylinder een zijwand heeft, die is voorzien van een aantal ) zich daardoorheen uitstrekkende gaten.
6. Vat volgens een der voorgaande conclusies, waarin het lichaam een aantal zich in lengterichting uitstrekkende ruggen op zijn binnenoppervlak heeft.
7. Vat volgens conclusie 5, waarin de binnenste cylinder een i aantal zich in langsrichting uitstrekkende ruggen op zijn binnenoppervlak heeft.
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
JP7942590 | 1990-07-25 | ||
JP1990079425U JPH0438244U (nl) | 1990-07-25 | 1990-07-25 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL9100443A true NL9100443A (nl) | 1992-02-17 |
Family
ID=13689516
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL9100443A NL9100443A (nl) | 1990-07-25 | 1991-03-13 | Kweekvat. |
Country Status (3)
Country | Link |
---|---|
JP (1) | JPH0438244U (nl) |
KR (1) | KR930003112B1 (nl) |
NL (1) | NL9100443A (nl) |
Cited By (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
WO1997038569A1 (es) * | 1996-04-16 | 1997-10-23 | Roberto Imizcoz Lechuga | Sistema para la propagacion de plantas por estolones y elementos utilizables en dicho sistema |
Families Citing this family (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
KR101149394B1 (ko) * | 2009-11-11 | 2012-06-27 | 대한민국 | 육묘 용기 |
Family Cites Families (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
JPS51145708A (en) * | 1975-06-04 | 1976-12-14 | Toshio Takayama | Growing implement for nursery plant for planting |
JPS5918842B2 (ja) * | 1976-12-16 | 1984-05-01 | 三菱電機株式会社 | 雲母塑造抵抗体の製造方法 |
JPS6322118A (ja) * | 1986-03-11 | 1988-01-29 | 株式会社 寿楽園 | 蘭苗の育成法 |
-
1990
- 1990-07-25 JP JP1990079425U patent/JPH0438244U/ja active Pending
-
1991
- 1991-01-28 KR KR1019910001416A patent/KR930003112B1/ko not_active IP Right Cessation
- 1991-03-13 NL NL9100443A patent/NL9100443A/nl not_active Application Discontinuation
Cited By (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
WO1997038569A1 (es) * | 1996-04-16 | 1997-10-23 | Roberto Imizcoz Lechuga | Sistema para la propagacion de plantas por estolones y elementos utilizables en dicho sistema |
ES2115527A1 (es) * | 1996-04-16 | 1998-06-16 | Lechuga Roberto Imizcoz | Sistema para la propagacion de plantas por estolones y elementos utilizables en dicho sistema. |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
KR930003112B1 (ko) | 1993-04-19 |
KR920002013A (ko) | 1992-02-28 |
JPH0438244U (nl) | 1992-03-31 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US5241784A (en) | Plant root container and method of air root pruning | |
US4050188A (en) | Seedling growing container | |
US6085462A (en) | Molded plant tray | |
US4192096A (en) | Plant container for growing plants which are to be transplanted | |
US5564226A (en) | Convertible planter set | |
US5040330A (en) | Root separating means for plant container | |
US3849932A (en) | Plant starting apparatus | |
CA1208019A (en) | Seedling propagating container and method | |
GB2069303A (en) | Seedling unit | |
US4317311A (en) | Adjustable plant receptacle | |
US6357180B1 (en) | Push-pull root air-prunting tray and container systems | |
US3513594A (en) | Container for preformed cubes of soil for plants | |
WO2010052472A1 (en) | Air-pruning apparatus and method | |
US20160050857A1 (en) | Plant pot system | |
WO2022032276A2 (en) | Planter with a removable floor | |
US4509289A (en) | Apparatus for stabilizing plant support stakes in pots | |
US4250663A (en) | Propagator for growing and transplanting plants | |
NL9100443A (nl) | Kweekvat. | |
US11395462B2 (en) | Seedling container with frangible tear-off strip | |
KR20150022330A (ko) | 농작물 재배용 베드 받침대 | |
US20150121755A1 (en) | Configurable segmented plant pots | |
US5979112A (en) | Seedling planter | |
NL193130C (nl) | Plantbuis. | |
KR20090011460U (ko) | 육묘용 용기 | |
JP2004275190A (ja) | 改良された植物トレイ |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A1B | A search report has been drawn up | ||
BV | The patent application has lapsed |