NL9100386A - Houder. - Google Patents

Description

"Houder"

De uitvinding heeft betrekking op een houder met twee hoofdwanden en verscheidene dwarswanden, welke houder een klepconstructie omvat, alsmede een inwendig tussenschot, dat parallel is aan de beide hoofdwanden waardoor de houder in twee compartimenten verdeeld is. Dergelijke houders worden vaak toegepast voor het verpakken van informatiedragers in de vorm van een schijQe of in de vorm van een cassette voor de opslag van audio of video informatie, waarbij samen met de informatiedrager een bijsluiter verpakt wordt.

Een houder van de in de aanhef genoemde soort is bekend uit Philips Technical Review 40, November 1982, page 180. De hieruit bekende houder heeft een eerste compartiment voor het houden van een bedrukt vel papier, dat vanaf de achterzijde van de houder zichtbaar is en een tweede compartiment voor het houden van een Compact Disk. Tussen de beide compartimenten bevindt zich een tussenschot met houdmiddelen voor het vasthouden van de CD. Het tweede compartiment is door middel van een klep afsluitbaar, welke klep door middel van twee scharnierpunten verbonden is met de houder. De houder bestaat aldus uit drie onderdelen, namelijk een huisdeel, een tussenschot en een klep. Het eerste compartiment is afgesloten door het tussenschot dat in de houder vastgeldikt is. In deze houder wordt voorts nog een verdere bijsluiter verpakt. Deze bijsluiter bevindt zich in het tweede compartiment en wordt door nokjes tegen de Mep gehouden. De verdere bijsluiter is vaak in de vorm van een boekje uitgevoerd en omvat nadere gegevens over de op de CD aanwezige informatie. Voor het lezen van deze gegevens is het vaak noodzakelijk, dat het boekje uit de houder genomen moet worden. Een nadeel van deze constructie is, dat door de nokjes het lastig is de bijsluiter uit de houder te nemen. Bij het uitnemen van het boekje of de CD kan het nogal eens voorkomen dat het boekje beschadigd wordt. Een meer geschikte plaats voor het boekje zou zijn het eerste compartiment, dit compartiment is echter niet zonder meer toegankelijk daar het door het tussenschot afgesloten is. Een verder nadeel van deze bekende houder is, dat voor het verpakken van de bijsluiter eerst het tussenschot verwijderd dient te worden, alvorens de bijsluiter in het eerste compartiment gebracht kan worden.

Het doel van de uitvinding is onder andere een houder, voorzien van twee compartimenten, te verschaffen, waarbij beide compartiment goed toegankelijk zijn en met behulp van een Hepconstructie afgesloten kunnen worden en waarbij de ldepconstructie eenvoudig te bedienen is.

Hiertoe is de houder volgens de uitvinding gekenmerkt doordat de houder aan een zijde een eerste opening bezit, die toegang verschaft tot het eerste compartiment en voorts aan de genoemde zijde een tweede opening bezit, die toegang verschaft tot het tweede compartiment en dat de klepconstructie een eerste klep omvat met een eerste hoofddeel, dat in gesloten stand de eerste opening afsluit, alsmede een tweede klep met een tweede hoofddeel, dat in een gesloten stand de tweede opening afsluit en zich zowel over de eerste als over de tweede opening uitstrekt, waarbij de eerste ldep via een eerste scharnier met een rand verbonden is met het tussenschot en de tweede ldep via een tweede scharnier met een rand verbonden is met een tegenover het eerste scharnier gelegen, verdere rand van de eerste klep. Doordat het tweede scharnier op afstand van de tweede opening is gelegen bevindt de tweede klep zich in een open stand ook op afstand van de opening waardoor de toegang toe de opening geheel vrij is en niet door een zich in open stand bevindende klep bemoeilijkt of verkleind kan worden. Door deze klepconstructie is ook het eerste compartiment goed toegankelijk door het openen van de eerste klep. De eerste klep kan eenvoudig geopend worden door, na het openen van de tweede Mep waarbij de tweede Mep om het tweede scharnier verdraait, aan de tweede Mep te trekken waardoor de eerste Mep geopend wordt.

Een uitvoeringsvorm van de houder volgens de uitvinding is gekenmerkt doordat het tussenschot en de Mepconstructie uit één inwendig deel bestaan, waarbij de scharnieren gevormd worden door filmschamieren. Door deze constructie is een tweedelige houder verkregen waarvan beide delen door bijvoorbeeld spuitgieten op eenvoudige wijze zijn te vervaardigen. Deze houder is hierdoor eenvoudiger en voordeliger te vervaardigen dan de bekende houder, die uit drie delen bestaat.

Een verdere uitvoeringsvorm van de houder volgens de uitvinding is gekenmerkt doordat het inwendig deel in en uit een door de hoofdwanden en dwarswanden van de houder gevormd huisdeel schuifbaar is en in ingeschoven positie in het huisdeel vastgeklikt is. Door deze constructie is de houder op een eenvoudige en snelle manier samen te stellen hetgeen, tijd- en kostensparend is bij de fabricage van de houders.

Nog een verdere uitvoeringsvorm van de houder volgens de uitvinding is gekenmerkt doordat het tussenschot verscheidene dwarsschotten omvat, die aan het tussenschot zijn bevestigd en die zich vanaf het tussenschot tot aan de hoofdwanden van het huisdeel uitstrekken. Door deze dwarsschotten wordt het tussenschot vormgesloten in het huisdeel opgenomen waardoor in het huisdeel geen extra voorzieningen aanwezig behoeven te zijn, zoals geleidingsgleuven of -ribben voor het tijdens het inschuiven van het tussenschot geleiden van het tussenschot en voor het in samengestelde toestand op zijn plaats houden van het tussenschot.

Nog een verdere uitvoeringsvorm van de houder volgens de uitvinding is gekenmerkt doordat ten minste één van de Meppen zijdelen omvat, die zich dwars op het hoofddeel uitstrekken en aan twee verdere tegenover elkaar liggende randen van het hoofddeel bevestigd zijn en dat deze Mep in de gesloten stand vergrendeld is door middel van grendelorganen, omvattende twee met elkaar samenwerkende grendeldelen, waarvan er telkens één op of in één van de zijdelen van de Mep aanwezig is en de andere op of in het, in gesloten stand van de Mep, tegenover het zijdeel gelegen dwarsschot. Hierdoor hoeven geen grendeldelen in de binnenzijden van de wanden van het huisdeel aangebracht te worden, waardoor het huisdeel eenvoudig te vervaardigen blijft. Nokjes op of uitsparingen in de binnenzijden van de wanden van het huisdeel zijn ongewenst in verband met bij een dergelijke constructie optredende moeilijkheden bij het uitnemen van het gespoten huisdeel uit de spuitmal.

Hieronder zal de uitvinding bij wijze van voorbeeld nader worden toegelicht aan de hand van een in figuren getoonde uitvoeringsvorm van de houder volgens de uitvinding. Hierbij toont:

Figuur 1 een langsdoorsnede van een huisdeel van de houder volgens de uitvinding;

Figuur 2 een bovenaanzicht van het huisdeel;

Figuur 3 een perspectivisch aanzicht van het huisdeel;

Figuur 4 een langsdoorsnede van een inwendig deel van de houder volgens de uitvinding;

Figuur 5 een bovenaanzicht van het inwendig deel;

Figuur 6 een perspectivisch aanzicht van het inwendig deel;

Figuur 7 een dwarsdoorsnede van het in figuren 1-3 weergegeven huisdeel met daarin het in figuren 4-6 weergegeven inwendig deel;

Figuur 8 een langsdoorsnede van het in figuren 1-3 weergegeven huisdeel met daarin het in figuren 4-6 weergegeven inwendig deel;

Figuur 9A een perspectivisch aanzicht van een deel van de houder waarbij het inwendig deel gedeeltelijk uit het huisdeel is geschoven;

Figuur 9B een perspectivisch aanzicht van een deel van het inwendig deel met een tweede klep in geopende stand en

Figuur 9C het in figuur 9B weergegeven inwendig deel maar nu met zowel een eerste als de tweede klep in geopende stand.

In de figuren 1-9C wordt een uitvoeringsvoorbeeld van een houder 1 volgens de uitvinding getoond. De houder bestaat uit een huisdeel 3 (zie figuren 1-3) met daarin een inwendig deel 15 (zie figuren 4-6). De figuren 1, 2 en 3 tonen respectievelijk een langsdoorsnede, een bovenaanzicht en een perspectivisch aanzicht van het huisdeel. Het huisdeel 3 omvat twee hoofdwanden 5,7 die met elkaar verbonden zijn door dwarswanden 9,11,13. Aan een zijde 10 is het huisdeel open voor het inschuiven van het inwendig deel 15. Nabij deze open zijde 10 bevinden zich in de dwarswanden 9 en 13 twee uitsparingen 12 en 14 voor het opnemen van zijdelen 71, 73 van een klepconstructie 31 (zie figuur 4), die deel uitmaakt van het inwendig deel 15. In de dwarswanden 9 en 13 bevinden zich voorts nog twee rechthoekige gaten 59 en 61 voor het opnemen van op het inwendig deel 15 aanwezige uitsteeksels 55 en 57 (zie figuur 5) waardoor het inwendig deel 15 in het huisdeel 3 vastgeldikt 'kan worden.

De figuren 4, 5 en 6 tonen respectievelijk een langsdoorsnede, een bovenaanzicht en een perspectivisch aanzicht van het inwendig deel 15. Het inwendig deel 15 omvat een tussenschot 17, dwarsschotten 19,21,23,25,27,29 en een Mepconstructie 31. Het dwarsschot 21 is verstevigd door de aanwezigheid van ribben 22. De klepconstructie 31 bestaat uit een eerste klep 41, die met een rand via een eerste filmschamier 45 met het tussenschot is verbonden, en een tweede Mep 43, die met een rand via een tweede filmschamier 49 met een verdere rand van de eerste Mep 41 is verbonden. De Meppen 41 en 43 omvatten elk een hoofddeel 63 respectievelijk 65 en dé tweede Mep 43 omvat voorts zijdelen 71 en 73, die zich in gesloten stand van de Mep ter plaatse van de uitsparingen 12 en 14 in de dwarswanden 9 en 13 bevinden. Op de dwarsschotten 19 en 23 bevinden zich de uitsteeksels 55 en 57 voor het vastklikken van het inwendig deel 15 in het huisdeel 3.

Figuren 7 en 8 tonen doorsneden van het huisdeel 3 met daarin het inwendig deel 15. De ruimte in het huisdeel 3 wordt door het tussenschot 17 in twee compartimenten 33 en 35 verdeeld. Het huisdeel 3 heeft aan de open zijde twee openingen 37, 39 waarvan een eerste opening 37 toegang verschaft tot het eerste compartiment 33 en een tweede opening 39 toegang verschaft tot het tweede compartiment 35. De eerste Mep 41 kan de toegang tot het eerste compartiment 33 afsluiten en de tweede Mep 43 kan de toegang tot het tweede compartiment 35 afsluiten. Dit laatste is alleen mogelijk indien de eerste Mep 41 gesloten is waardoor het tweede scharnier 49 kan fungeren als draaipunt voor de tweede Mep 43. De tweede Mep 43 strekt zich in gesloten stand over de gehele zijde 10 uit. Het tweede compartiment 35 heeft de grootte en de vorm van een Digitale Compact Cassette. Hierdoor is de houder uitermate geschiM om als verpakking voor een dergelijke cassette te fungeren. In het eerste compartiment 33 is ruimte voor een bijsluiter bijvoorbeeld een informatieboekje. De hoofdwanden 5 en 7 van het huisdeel 3 zijn bij voorkeur van een transparant materiaal zodat de inhoud goed zichtbaar is. Aan de binnenzijde van zijdeel 71 bevindt zich een verder uitsteeksel 72 dat in gesloten stand van de tweede Mep 43 in een in het dwarsschot 25 aanwezige verdieping 74 is geMiM. De verdieping 74 en het verder uitsteeksel 72 vormen grendeldelen die de Mep 43 in de gesloten stand vergrendelen. De dwarsschotten 19,21,23,25,27,29 strekken zich vanaf het tussenschot 17 uit tot aan de hoofdwanden 5,7 van het huisdeel 3 zodat het inwendig deel 15 vormgesloten in het huisdeel 3 aanwezig is.

In de figuren 9A, 9B en 9C zijn de scharnierende bewegingen van de Meppen 41 en 43 tijdens het openen weergegeven. Voor de duidelijkheid is in figuur 9A

het inwendig deel 15 gedeeltelijk uit het huisdeel 3 geschoven en is in de figuren 9B en 9C alleen een gedeelte van het inwendig deel weergegeven. Figuur 9A toont de Mepconstructie 31 in de gesloten stand. De eerste Mep 41 is vergrendeld door middel van grendelorgaan 93 (zie figuur 9C) in de vorm van een uitsteeksel dat in een verdieping (niet zichtbaar) aanwezig in de binnenzijde van dwarsschot 29 is geklikt. De tweede Mep 43 is vergrendeld door middel van grendelorgaan 89 (zie figuur 9C) in de vorm van een verdieping aanwezig in dwarsschot 29, in welke verdieping zich een verder uitsteeksel (niet zichtbaar), aanwezig op de binnenzijde van zijdeel 73, bevindt. Door deze constructie bevinden alle grendelorganen zich op of in het inwendig deel 15 waardoor de vergrendeling nauwkeurig vervaardigd kan worden en niet afhankelijk is van maattolleranties tussen het huisdeel 3 en het inwendig deel 15. Het inwendig deel 15 kan in het huisdeel 3 geschoven worden en door middel van het uitsteeksel 55 en het gat 61 vergrendeld worden. Indien de tweede Mep 43 geopend wordt draait deze om scharnier 49 (zie figuur 9C) die zich onderaan de eerste Mep bevindt. Figuur 9B toont het inwendig deel 15 met de tweede Mep 43 in geopende stand. Nu is de toegang tot het tweede compartiment vrij en kan bijvoorbeeld een cassette uit de houder genomen worden. Nu kan de eerste Mep 41 pas geopend worden. Figuur 9C toont het inwendig deel 15 met beide Meppen 41 en 43 in de open stand. De eerste Mep 41 draait tijdens het openen om scharnier 45.

Claims (5)

1. Houder met twee hoofdwanden en verscheidene dwarswanden, welke houder een klepconstructie omvat, alsmede een inwendig tussenschot, dat parallel is aan de beide hoofdwanden waardoor de houder in twee compartimenten verdeeld is, met het kenmerk, dat de houder aan een zijde een eerste opening bezit, die toegang verschaft tot het eerste compartiment en voorts aan de genoemde zijde een tweede opening bezit, die toegang verschaft tot het tweede compartiment en dat de klepconstructie een eerste klep omvat met een eerste hoofddeel, dat in gesloten stand de eerste opening afsluit, alsmede een tweede Mep met een tweede hoofddeel, dat in een gesloten stand de tweede opening afsluit en zich zowel over de eerste als over de tweede opening uitstrekt, waarbij de eerste Mep via een eerste scharnier met een rand verbonden is met het tussenschot en de tweede Mep via een tweede scharnier met een rand verbonden is met een tegenover het eerste scharnier gelegen, verdere rand van de eerste Mep.

2. Houder volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het tussenschot en de Mepconstructie uit één inwendig deel bestaan, waarbij de scharnieren gevormd worden door filmschamieren.

3. Houder volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het inwendig deel in en uit een door de hoofdwanden en dwarswanden van de houder gevormd huisdeel schuifbaar is en in ingeschoven positie in het huisdeel vastgeklikt is.

4. Houder volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat het tussenschot verscheidene dwarsschotten omvat, die aan het tussenschot zijn bevestigd en die zich vanaf het tussenschot tot aan de hoofdwanden van het huisdeel uitstrekken.

5. Houder volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat ten minste één van de Meppen zijdelen omvat, die zich dwars op het hoofddeel uitstrekken en aan twee verdere tegenover elkaar liggende randen van het hoofddeel bevestigd zijn en dat de deze Mep in de gesloten stand vergrendeld is door middel van grendelorganen, omvattende twee met elkaar samenwerkende grendeldelen, waarvan er telkens één op of in één van de zijdelen van de Mep aanwezig is en de andere op of in het, in gesloten stand van de Mep, tegenover het zijdeel gelegen dwarsschot.