NL9100300A

NL9100300A - POST-ROUTING SYSTEM.

Info

Publication number: NL9100300A
Application number: NL9100300A
Authority: NL
Original assignee: Nederland Ptt
Priority date: 1991-02-20
Filing date: 1991-02-20
Publication date: 1992-09-16
Also published as: ES2076660T3; DE69203883T2; EP0500180B1; EP0500180B2; ATE126105T1; GR3018027T3; EP0500180A1; DK0500180T4; DE69203883D1; DE69203883T3; ES2076660T5; DK0500180T3

Abstract

Routing system for, for example, items of mail. At the beginning of the routing system (RS), the address (a) is converted into an electronic code signal (c1). Said code signal can be changed and/or supplemented from the outside by means of parameter signals (p), resulting in a converted code signal (c2). The system achieves the result that the delivery of items of mail can be influenced 'on line', i.e. the address, ('follow me' mail), the time or the form or manner of delivery. On-line information (i) can also be obtained on items of mail (for example their status). <IMAGE>

Description

Titel: Postrouteringssysteem.Title: Post routing system.

A. ACHTERGROND VAN DE UITVINDINGA. BACKGROUND OF THE INVENTION

De uitvinding heeft betrekking op een routerings-systeem, voor het routeren van fysieke entiteiten (P), zoals poststukkken en dergelijke, die elk voorzien zijn van een bestemmingsadres (a), welk route-ringssysteem opnamemiddelen (I) omvat voor het in het routeringssysteem opnemen van dergelijke entiteiten, aflevermiddelen (0) voor het op een afleveradres buiten het routeringssysteem afleveren van dergelijke entiteiten, en routeringsmiddelen (R) voor het onder besturing van besturingscodesignalen (cl,c2) routeren van elk van die entiteiten van de opnamemiddelen naar de aflevermiddelen.The invention relates to a routing system for routing physical entities (P), such as mail items and the like, each of which is provided with a destination address (a), which routing system comprises recording means (I) for the routing system recording such entities, delivery means (0) for delivering such entities to a delivery address outside the routing system, and routing means (R) for routing each of those entities from the recording means under the control of control code signals (cl, c2) to the delivery means .

Een dergelijk routeringssysteem is van algemene bekendheid. De genoemde opnamemiddelen worden, ingeval het routeringssysteem bedoeld is voor het routeren van poststukken, gevormd door brievenbussen en door loketten in postkantoren, via dewelke poststukken ter verzending aan een, doorgaans op het poststuk aangebracht, bestemmingsadres worden aangeboden. Het afleveren aan het bestemmingsadres geschiedt door middel van postbussen in postkantoren die periodiek door de geadresseerden worden geleegd, alsmede door middel van een bestelorganisatie die de poststukken 'aan huis' aflevert. In geval van andere entiteiten dan poststukken, worden deze op soortgelijke wijze verwerkt. Hoewel bij de invoer in het routeringssysteem en de uitvoer daaruit gebruik wordt gemaakt van een organisatie van mensen en technische middelen, vindt de feitelijke routering grotendeels plaats in zogeheten expeditieknooppunten (EKPn), onder gebruikmaking van technische, grotendeels automatisch werkende middelen, zoals indexeer- en sorteermachines. Volgens de huidige stand van de techniek wordt het bestemmingsadres, aangebracht op het poststuk, gedurende het gehele proces gebruikt om te bepalen naar welke bestemming het poststuk moet worden gezonden.Such a routing system is generally known. The said recording means are, in case the routing system is intended for routing mail items, formed by letter boxes and by counters in post offices, through which mail items are offered for dispatch to a destination address, usually placed on the mail item. Delivery to the destination address takes place by means of mailboxes in post offices that are periodically emptied by the addressees, as well as by means of an order organization that delivers the items 'at home'. In the case of entities other than postal items, they are processed in a similar manner. Although input into the routing system and its output uses an organization of people and technical resources, the actual routing largely takes place in so-called forwarding nodes (EKPn), using technical, largely automatic, resources such as indexing and sorting machines. According to the prior art, the destination address, affixed to the mail item, is used throughout the process to determine the destination to which the mail item is to be sent.

Aan het begin van het routeringsproces wordt -door middel van een zogeheten indexeermachine - op de poststukken een direct van hun adressering (d.w.z. hun postcode) afgeleide, machineleesbare (streep)code afgedrukt. Die machineleesbare bestemmingscode wordt in het verdere routeringsproces gebruikt daar waar die routering machinematig wordt uitgevoerd. Met name is dat het geval in de zogeheten postsorteermachi-nes, waar de aangeboden poststukken naar hun (hoofd)-bestemming, aangegeven door hun postcode, worden gesorteerd. Na deze sortering worden de resulterende post-'bundels' verzonden naar hun hoofdbestemmingen, alwaar ze een verdere sortering naar eindbestemming ondergaan en uiteindelijk op hun eindbestemmingen worden afgeleverd. Waar het sorteren thans (nog) handmatig wordt uitgevoerd wordt - evenals bij het machinematig sorteren - steeds (direct) gebruik gemaakt van de door de afzenders op de poststukken aangebrachte adressering. In het hele routeringsproces wordt dus steeds gebruik gemaakt van de op de poststukken aangebrachte adressering, hetzij in geconverteerde vorm (streepcode), hetzij ongeconverteerd.At the beginning of the routing process, a so-called indexing machine prints a machine-readable (bar) code directly derived from their addressing (i.e. their zip code) on the postal items. That machine-readable destination code is used in the further routing process where the routing is performed by machine. This is particularly the case in the so-called postal sorting machines, where the mail items offered are sorted according to their (main) destination, indicated by their zip code. After this sorting, the resulting postal 'bundles' are sent to their main destinations, where they undergo further sorting to final destination and are eventually delivered to their final destinations. Where sorting is currently (still) carried out manually - as with machine sorting - use is always made (directly) of the addressing applied to the mail items by the senders. The entire routing process therefore always uses the addressing applied to the mail items, either in converted form (barcode) or unconverted.

B. SAMENVATTING VAN DE UITVINDINGB. SUMMARY OF THE INVENTION

De uitvinding berust op het inzicht dat als de bestemmingsinformatie van aan het routeringssysteem aangeboden entiteiten - bijv. poststukken in een postrouteringssysteem - in een vroeg stadium van het routeringsproces wordt geconverteerd in electroni- sche besturingscodesignalen, waarmee dat routerings-systeem dan vervolgens wordt bestuurd, dit aan het routeringssysteem veel meer mogelijkheden geeft dan tot dusverre. De uitvinding wordt aldus erdoor gekenmerkt dat met de opnamemiddelen (I) eerste conver-siemiddelen (Cl) verbonden zijn, geschikt voor het per entiteit converteren van tenminste een deel van het bestemmingsadres (a) in een overeenkomstig, elec-tronisch, eerste besturingscodesignaal (cl). Het rou-teringsproces kan op deze wijze in het electronische domein uitgevoerd worden. Daardoor is het o.m. mogelijk langs electronische weg - bijvoorbeeld van buiten het eigenlijke routeringssysteem - wijzigingen in het bestemmingsadres (afleveradres) en/of aanvullende voorwaarden, bijvoorbeeld ten aanzien van het tijdstip van aflevering, aan te brengen. Daartoe wordt het routeringssysteem volgens de uitvinding er bij voorkeur voorts door gekenmerkt dat met die eerste conversiemiddelen (Cl) tweede conversiemiddelen (C2) verbonden zijn, geschikt voor het onder besturing van conversieparametersignalen (p) converteren van het eerste besturingscodesignaal (cl) in een tweede besturingscodesignaal (c2), welk tweede besturingscodesignaal aan de routeringsmiddelen (R) wordt toegevoerd ter besturing van die routeringsmiddelen. Aldus kunnen de oorspronkelijke besturingscodesignalen, afgeleid van het op de entiteit aangebrachte bestemmingsadres, geconverteerd worden in, resp. aangevuld worden tot andere besturingscodesignalen. Daardoor is het mogelijk om de bestemming van een entiteit te wijzigen of daarin aanvullende condities aan te brengen, zoals betreffende het tijdstip van aflevering. Deze conversie (wijziging en/of aanvulling) van het oorspronkelijke besturingscodesignaal in een nieuw besturingscodesignaal, wordt dus bestuurd door middel van conversieparametersignalen. Die parameter- signalen kunnen afkomstig zijn van de zijde van de verzenders van de entiteiten of van de zijde van de ontvangers van de entiteiten. Ook van de zijde van het beheer van het routeringssysteem kunnen dergelijke parametersignalen worden afgegeven. Zo is het mogelijk dat een verzender van een poststuk door middel van het aan het routeringssyteem overdragen van een conversieparamatersignaal aangeeft dat het door hem aan het systeem toegevoerde poststuk bijv. binnen een bepaalde tijdsperiode aan de desbetreffende ontvanger moet worden afgeleverd. Op gelijke wijze is het mogelijk dat een (potentiële) ontvanger op dezelfde wijze aan het routeringssysteem doorgeeft dat zijn post niet buiten een bepaalde tijdsperiode moet worden afgeleverd, of dat zijn post gedurende een bepaalde tijd op het ene afleveradres kan worden afgeleverd en daarbuiten op een ander. Het zal duidelijk zijn dat dit soort opties een goede bijdrage kunnen betekenen voor de markt- en klantgerichtheid van het routeringssysteem .The invention is based on the recognition that when the destination information of entities offered to the routing system - e.g. mail items in a mail routing system - is converted into electronic control code signals at an early stage of the routing process, which then controls that routing system, this gives the routing system far more options than hitherto. The invention is thus characterized in that the conversion means (I) are connected to first conversion means (C1), capable of converting at least a part of the destination address (a) into a corresponding, electronic, first control code signal (entity). cl). The routing process can be performed in the electronic domain in this way. This makes it possible, among other things, to make changes to the destination address (delivery address) and / or additional conditions, for example with regard to the time of delivery, electronically - for example from outside the actual routing system. To this end, the routing system according to the invention is preferably further characterized in that second conversion means (C2) are connected to said first conversion means (C1), suitable for converting the first control code signal (cl) into a second under control of conversion parameter signals (p). control code signal (c2), which second control code signal is applied to the routing means (R) to control those routing means. Thus, the original control code signals derived from the destination address applied to the entity can be converted to, respectively. supplemented to other control code signals. This makes it possible to change the destination of an entity or to impose additional conditions, such as regarding the time of delivery. Thus, this conversion (modification and / or addition) of the original control code signal into a new control code signal is controlled by means of conversion parameter signals. Those parameter signals may come from the senders of the entities or from the receivers of the entities. Such parameter signals can also be output from the management of the routing system. For example, it is possible for a sender of a mail item to indicate, by transmitting a conversion parameter signal to the routing system, that the mail item which he supplies to the system must, for example, be delivered to the relevant recipient within a certain period of time. Likewise, it is possible for a (potential) recipient to notify the routing system in the same way that his mail should not be delivered outside a certain time period, or that his mail can be delivered to one delivery address for a certain time and outside it at a other. It will be clear that these kinds of options can make a good contribution to the market and customer orientation of the routing system.

C. REFERENTIESC. REFERENCES

Geen.No.

D. UITVOERINGSVOORBEELDEND. IMPLEMENTATION EXAMPLES

FigurenFigures

Figuur 1 toont een uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding.Figure 1 shows an embodiment of the invention.

Figuur 2 en figuur 3 tonen elk een nadere uitwerking van een gedeelte van het in figuur l getoonde uitvoeringsvoorbeeld.Figure 2 and Figure 3 each show a further elaboration of a part of the exemplary embodiment shown in Figure 1.

Figuur 4 toont een nadere uitwerking van het in figuur 1 getoonde uitvoeringsvoorbeeld in zijn geheel.Figure 4 shows a further elaboration of the exemplary embodiment shown in Figure 1 in its entirety.

BeschrijvingDescription

Figuur 1 toont een uitvoeringsvoorbeeld van het routeringssysteem RS volgens de uitvinding. Dit routeringssysteem RS omvat routeringsmiddelen R (o.m.Figure 1 shows an exemplary embodiment of the routing system RS according to the invention. This routing system RS comprises routing means R (e.g.

omvattende sorteermachines), eerste conversiemiddelen Cl, tweede conversiemiddelen C2 en tot de routerings-middelen behorende besturingsmiddelen Ctr. Verder omvat het routeringssysteem RS opnamemiddelen I en aflevermiddelen 01...04. Het routeringssysteem RS is verder via een node X verbonden met een transmissie-netwerk T. In het navolgende wordt er van uitgegaan dat het routeringssysteem RS een routeringssysteem voor poststukken P is.including sorting machines), first conversion means C1, second conversion means C2 and control means Ctr. belonging to the routing means. Furthermore, the routing system RS comprises recording means I and delivery means 01 ... 04. The routing system RS is further connected via a node X to a transmission network T. In the following it is assumed that the routing system RS is a routing system for postal items P.

De aan het routeringssysteem RS toe te voeren poststukken P worden daaraan toegevoerd via de opnamemiddelen I. Deze opnamemiddelen kunnen gevormd worden door bijvoorbeeld brievenbussen of (loketten van) postkantoren. Volgens de huidige praktijk van de postroutering worden de poststukken (brieven, postpakketten) vanuit de postkantoren vervoerd naar zogeheten expeditieknooppunten. Na het aldus via de postkantoren collectioneren van de poststukken worden deze in de expeditieknooppunten gerouteerd (gesorteerd) naar hun bestemmingen. Doorgaans zijn die bestemmingen op de brieven of postpakketten geschreven, getypt of gedrukt. Waar volgens de huidige post-stroomverwerking steeds gebruik wordt gemaakt van die op de poststukken aangebrachte adresseringen, wordt thans volgens de uitvinding in een zo vroeg mogelijk stadium van die adressering een electronisch bestu-ringscodesignaal afgeleid. Geïmplementeerd in de huidige postorganisatie zal zulks geschieden binnen een expeditieknooppunt. Het van het bestemmingsadres a afleiden van besturingscodesignalen geschiedt in de eerste conversiemiddelen Cl. Het uit die eerste conversiemiddelen Cl resulterende besturingscodesignaal cl wordt vervolgens toegevoerd aan tweede conversiemiddelen C2, waar het van de eerste conversiemiddelen afkomstige besturingscodesignaal cl onder invloed van aan die tweede conversiemiddelen C2 toegevoerde para- metersignalen p kan worden geconverteerd. Deze conversie kan bijvoorbeeld inhouden dat indien het be-sturingscodesignaal cl een bepaalde waarde heeft (een bepaald bestemmingsadres vertegenwoordigt) deze waarde in de tweede conversiemiddelen c2 moet worden omgezet in een andere waarde, waardoor het desbetreffende poststuk (bijvoorbeeld) zal worden gerouteerd naar een andere eindbestemming (afleveradres) dan het oorspronkelijke, op het poststuk P aangebrachte bestemmingsadres a. Zo kan op deze wijze onder meer worden bewerkstelligd dat poststukken die bestemd zijn voor een persoon of onderneming die inmiddels verhuisd is, zijn poststukken achterna gezonden krijgt. Dat achterna zenden kan ook overeenkomen met het uit de telefonie bekende begrip 'follow me', waarbij nu dus poststukken, onder invloed van een door de ontvanger ingestelde parametercodesignaal, op een ander, door die ontvanger gewenst adres worden afgeleverd dan het oorsponkelijke, door de afzender op het poststuk aangegeven bestemmingsadres. Verder kan aan een eerste besturingscodesignaal cl door middel van de aan de tweede conversiemiddelen C2 aangeboden parametersignalen p een besturingscode worden toegevoegd, onder invloed waarvan het desbetreffende poststuk slechts op een bepaalde tijd aan het bestemmingsadres mag worden afgeleverd. Eveneens kan een parametersignaal p aangeven dat het door het besturingscodesignaal c2 gerepresenteerde poststuk met bijvoorbeeld de hoogste prioriteit moet worden afgeleverd.The mail items P to be supplied to the routing system RS are supplied thereto via the recording means I. These recording means can be formed, for example, by letter boxes or (counters of) post offices. According to the current practice of postal routing, the postal items (letters, parcels) are transported from the post offices to so-called forwarding nodes. After thus collecting the mail items via the post offices, they are routed (sorted) in the forwarding nodes to their destinations. These destinations are usually written, typed or printed on the letters or parcels. Whereas, according to the current post-flow processing, use is always made of those addresses applied to the mail items, according to the invention an electronic control code signal is now derived at the earliest possible stage of that addressing. Implemented in the current postal organization this will be done within a shipping hub. Deriving control code signals from the destination address a takes place in the first conversion means Cl. The control code signal cl resulting from said first conversion means C1 is then applied to second conversion means C2, where the control code signal cl originating from the first conversion means C1 can be converted under the influence of parameter signals p supplied to those second conversion means C2. This conversion may, for example, mean that if the control code signal cl has a certain value (represents a specific destination address), this value must be converted into a different value in the second conversion means c2, whereby the relevant mail item (for example) will be routed to another final destination (delivery address) other than the original destination address affixed to item P a. This way it can be ensured, among other things, that items of mail intended for a person or company that has moved in the meantime, will have their items sent afterwards. This subsequent sending may also correspond to the concept of 'follow me' known from telephony, whereby mail items are now delivered, under the influence of a parameter code signal set by the recipient, to a different address desired by the recipient than the original one, by the recipient. sender indicated on the postal item. Furthermore, a control code can be added to a first control code signal cl by means of the parameter signals p presented to the second conversion means C2, under the influence of which the relevant mail item may only be delivered to the destination address at a specific time. Also, a parameter signal p may indicate that the mail item represented by the control code signal c2 is to be delivered with the highest priority, for example.

Overigens is het ook mogelijk (en voor een groot deel van de poststukken zal dat het geval zijn) dat in de tweede conversiemiddelen C2 in het geheel geen feitelijke conversie van het besturingscodesignaal cl plaatsvindt; de meeste poststukken zullen een niet anders dan een "normale" verwerking vergen. Echter biedt het systeem volgens de uitvinding een groot aantal mogelijkheden - door de genoemde parameterbe-sturing - voor het naar wens van hetzij de afzender, hetzij de (potentiële) ontvanger besturen van de te verzenden poststukken.Incidentally, it is also possible (and for a large part of the mail items this will be the case) that in the second conversion means C2 no actual conversion of the control code signal cl takes place at all; most mail items will require nothing but "normal" processing. However, the system according to the invention offers a large number of possibilities - through the aforementioned parameter control - for controlling the items of mail to be sent as desired by either the sender or the (potential) recipient.

Het uit de tweede conversiemiddelen C2 resulterende besturingscodesignaal c2 wordt toegevoerd aan de besturingsmiddelen Ctr. Dit is bijvoorbeeld een besturingscomputer die zorgdraagt voor de besturing van de routeringsmiddelen R. De besturingscomputer Ctr wordt daarbij gestuurd door de besturingscodesig-nalen c2.The control code signal c2 resulting from the second conversion means C2 is applied to the control means Ctr. This is, for example, a control computer that takes care of the control of the router means R. The control computer Ctr is thereby controlled by the control code signals c2.

De tweede conversiemiddelen C2 zijn - via een node X - verbonden met een transmissienetwerk T, via hetwelk parametersignalen p(1) of p(2) aan de tweede conversiemiddelen C2 kunnen worden toegevoerd. In de figuur stelt p(l) een parametersignaal voor dat vanaf de zijde van de verzender van een poststuk via het transmissienetwerk T aan de conversiemiddelen C2 wordt toegevoerd, met het oogmerk om de poststukken (te denken valt hierbij aan een grote hoeveelheid poststukken per tijdseenheid, bijvoorbeeld afkomstig van een massamediaal georiënteerde onderneming) door middel van de parameterbesturing van de tweede conversiemiddelen C2 naar de gewenste bestemming en (evt.) met de gewenste snelheid (prioriteit) door de routeringsmiddelen te routeren en (evt.) op een gewenst tijdstip via de aflevermiddelen 01...4 te doen afleveren. Ook van de andere zijde van het route-ringssysteem, de ontvangstzijde, kunnen parametersig-nalen worden verzonden, dewelke zijn voorgesteld door p(2). De van de zijde van de ontvangers van poststukken aan het routeringssysteem, d.w.z. aan de tweede conversiemiddelen C2 toe te voeren parametersignalen p, kunnen er voor dienen om de te ontvangen poststukken (met name kan dit van belang zijn voor onderne mingen die grote hoeveelheden poststukken ontvangen) in een door die ontvanger gewenste vorm (bijvoorbeeld geconverteerd in een electronisch bericht, zoals in de aanvrage NL90.01534 van aanvraagster wordt voorgesteld) en op een gewenste tijd bij die ontvanger te doen afleveren. Een verdere mogelijkheid is dat door de besturingsmiddelen Ctr - door middel van informa-tiecodesignalen i - informatie wordt gegeven betreffende bijvoorbeeld de status van de in het route-ringssysteem, d.w.z. in de routeringsmiddelen, aanwezige poststukken. Hiertoe wordt dan vanuit de besturingsmiddelen Ctr een informatiesignaal i toegevoerd aan de tweede conversiemiddelen C2 en via deze en de node X aan het transmissienetwerk T. Vanuit dit transmissienetwerk T kan de statusinformatie van de binnen de routeringsmiddelen in behandeling of in bewerking zijnde poststukken aan daarin geïnteresseerden (en daartoe gerechtigden) worden toegeleverd.The second conversion means C2 are connected - via a node X - to a transmission network T, via which parameter signals p (1) or p (2) can be supplied to the second conversion means C2. In the figure, p (1) represents a parameter signal which is supplied from the sender of a mail item via the transmission network T to the conversion means C2, with the object of the mail items (for instance a large amount of mail items per unit time). (for example from a mass media-oriented company) by means of the parameter control of the second conversion means C2 to the desired destination and (if necessary) at the desired speed (priority) to be routed through the routing means and (if necessary) at a desired time via to have the delivery means 01 ... 4 delivered. Parameter signals can also be sent from the other side of the routing system, the reception side, which are represented by p (2). The parameter signals p to be fed from the recipients of mail items to the routing system, ie to the second conversion means C2, may serve to receive the mail items (in particular this may be of interest to companies receiving large quantities of mail items ) in a form desired by that recipient (for example converted into an electronic message, as proposed in applicant's application NL90.01534) and to be delivered to that recipient at a desired time. A further possibility is that information is given by the control means Ctr - by means of information code signals i - regarding, for example, the status of the mail items present in the routing system, i.e. in the routing means. To this end, an information signal i is then supplied from the control means Ctrl to the second conversion means C2 and via this and the node X to the transmission network T. From this transmission network T, the status information of the mailpieces pending or processing within the router means can be sent to interested parties therein. (and titleholders) are supplied.

Figuur 2 toont een nadere uitwerking van met name de eerste conversiemiddelen Cl. Een poststuk wordt via de opnamemiddelen I aan het routeringssysteem toegevoerd en door een optisch aftastorgaan S geheel of gedeeltelijk afgetast waarbij het bestemmingsadres en eventueel de afzender, alsmede eventuele verdere codes, zoals een code ten behoeve van het omzetten van de inhoud van het poststuk in een electronisch bericht als beschreven in de genoemde aanvrage van aanvraagster, worden omgezet in een electrisch beeld-signaal im. Het aftastorgaan kan bijvoorbeeld een videocamera zijn, die de adreszijde van het poststuk opneemt en deze omzet in het beeldsignaal im. Teneinde het poststuk, dat tijdelijk wordt gebufferd, weer te kunnen terugvinden, wordt aan dat poststuk een identificatiecode gegeven, die wordt gegenereerd door een identificatiecodegenerator ID. Deze identificatiecode wordt zowel toegekend aan het poststuk zelf als aan het van dat poststuk opgenomen beeldsignaal. In het op het poststuk aanbrengen van de identificatiecode voorziet een printorgaan PI dat die identificatiecode op het poststuk afdrukt. Hierna wordt het poststuk tijdelijk in een bufferorgaan B gebufferd. Het beeldsignaal im wordt intussen omgezet in een eerste besturingscodesignaal cl. Daartoe dienen een aantal conversieorganen C3. Deze conversieorganen kunnen verschillend van karakter zijn en overeenkomen met de verschillende vormen waarin de adres- (en eventueel afzender-) informatie op de poststukken zijn aangebracht, namelijk in machineleesbaar schrift, in 'typ'-schrift of in handgeschreven schrift. Om in alle gevallen te kunnen voorzien in het converteren van deze informatie, worden de poststukken steeds aan een aantal conversieorganen C3 toegevoerd, waarbij een eerste conversieorgaan C3 uitsluitend machine-leesbaar schrift kan omzetten, een tweede voor het, onder gebruikmaking van min of meer rekenintensieve algoritmen, "herkennen" van met name getypte (of geprinte) karakters, en een derde voor het handmatig omzetten van met name handgeschreven adressen e.d. die door geen van de voorgaande conversieorganen C3 blijkt te kunnen worden geconverteerd. Het op deze wijze bewerken van het beeldin-formatiesignaal im resulteert in een routeringscode-signaal r voor elk poststuk. Evenals het beeldinfor-matiesignaal im steeds werd gepaard met de identificatiecode van het desbetreffende poststuk, wordt ook na de conversie in de conversieorganen C3 het besturingscodesignaal gepaard met de identificatiecode id van het desbetreffende poststuk. Het besturingscodesignaal cl en het identificatiecodesignaal id worden nu toegevoerd aan de tweede conversiemiddelen C2, waar, zoals in het voorgaande werd aangegeven, deze routeringscodesignalen kunnen worden omgezet in ge wijzigde of aangevulde routeringscodesignalen c2. Het aldus door de tweede conversiemiddelen C2 geconverteerde besturingscodesignaal c2 wordt, met zijn identificatiecode id, toegevoerd aan de besturingsmidde-len Ctr die het routeringsorgaan R besturen. Deze besturingsmiddelen Ctr zenden thans een signaal aan het bufferorgaan B, omvattende de identificatiecode id van het in dat bufferorgaan B opgeslagen poststuk, na ontvangst waarvan dit bufferorgaan (bijvoorbeeld een bufferorgaan zoals beschreven staat in de aanvrage NL89.02846 van aanvraagster) dit door de identificatiecode id aangegeven poststuk vrijgeeft waardoor het terechtkomt in de routeringsmiddelen R. Daar aangekomen wordt het poststuk onder invloed van een van het tweede besturingscodesignaal c2 afgeleid route-ringscodesignaal r gerouteerd naar de door dat besturingscodesignaal aangegeven uitgang van de routeringsmiddelen R, bijvoorbeeld uitgang 03.Figure 2 shows a further elaboration of, in particular, the first conversion means C1. A postal item is supplied via the recording means I to the routing system and is scanned in whole or in part by an optical sensor S, the destination address and possibly the sender, as well as any further codes, such as a code for converting the contents of the postal item into a electronic messages as described in said applicant's application are converted into an electrical image signal im. The scanner may, for example, be a video camera which records the address side of the mail item and converts it into the image signal im. In order to be able to retrieve the mail item that is temporarily buffered, that mail item is given an identification code, which is generated by an identification code generator ID. This identification code is assigned both to the mail item itself and to the image signal recorded from that mail item. Providing the identification code on the mail item is provided by a printer PI which prints that identification code on the mail item. After this, the mail item is temporarily buffered in a buffer member B. The image signal im is meanwhile converted into a first control code signal cl. A number of converters C3 serve this purpose. These conversion members may be different in character and correspond to the different forms in which the address (and optionally sender) information is provided on the postal items, namely in machine-readable writing, in 'typing' writing or in handwriting writing. In order to provide in all cases for the conversion of this information, the mail items are always fed to a number of converters C3, whereby a first converter C3 can only convert machine-readable writing, a second one for using, with more or less calculation-intensive algorithms, "recognizing", in particular typed (or printed) characters, and a third party for manually converting, in particular, handwritten addresses, etc., which cannot be converted by any of the previous converters C3. Processing the image information signal im in this manner results in a routing code signal r for each mail item. Just as the image information signal im was always paired with the identification code of the relevant mail item, even after the conversion in the converters C3, the control code signal is coupled with the identification code id of the relevant mail item. The control code signal c1 and the identification code signal id are now supplied to the second conversion means C2, where, as indicated above, these routing code signals can be converted into modified or supplemented routing code signals c2. The control code signal c2 thus converted by the second conversion means C2 is supplied, with its identification code id, to the control means Ctr which control the router R. These control means Ctr now send a signal to the buffer member B, comprising the identification code id of the mail item stored in that buffer member B, after which this buffer member (for instance a buffer member as described in applicant's application NL89.02846) receives this by the identification code. id indicated mail item, as a result of which it ends up in the routing means R. There, the mail item is routed under the influence of a routing code signal r derived from the second control code signal c2 to the output of the router means R indicated by that control code signal, for instance output 03.

Figuur 3 toont een implementatiemogelijkheid van de tweede conversiemiddelen C2. In deze uitvoering omvatten de tweede conversiemiddelen C2 een bestu-ringsorgaan Ctrl en een informatieorgaan (data base) Db. In dat informatieorgaan Db zijn die besturingsco-des opgeslagen die overeenkomen met de besturingsco-designalen cl die daadwerkelijk geconverteerd (of aangevuld) moeten worden, hetzij in een besturingscodesignaal dat een ander afleveradres aanduidt, hetzij aangevuld met voorwaarden bijv. betreffende het tijdstip van aflevering of de afleversnelheid of -prioriteit of betreffende de aflevervorm. De die wijzigingen en/of aanvullingen aanduidende conversieparame-ters zijn in het informatieorgaan Db opgeslagen, gerangschikt naar eerste besturingscode waarop zij betrekking hebben. Zodra van de eerste conversiemiddelen Cl een eerste besturingscodesignaal cl komt, wordt dit - onder besturing van het besturingsorgaanFigure 3 shows an implementation possibility of the second conversion means C2. In this embodiment, the second conversion means C2 comprises a controller Ctrl and an information (database) Db. In that information device Db, those control codes corresponding to the control code cl to be actually converted (or supplemented) are stored, either in a control code signal indicating a different delivery address, or supplemented with conditions, e.g. regarding the time of delivery or the delivery speed or priority or regarding the delivery form. The conversion parameters indicating those changes and / or additions are stored in the information device Db, arranged according to the first control code to which they relate. As soon as a first control code signal cl comes from the first conversion means Cl, this is done under the control of the control element

Ctrl - vergeleken met de verschillende in het infor-matieorgaan Db opgeslagen eerste besturingscodes cl. Indien een overeenkomstige besturingscode cl aanwezig is, wordt de bijbehorende conversie-informatie, vastgelegd in de conversieparameters, uitgelezen en wordt het besturingscodesignaal cl aldus geconverteerd in een nieuw, tweede besturingscodesignaal c2, waarbij dat tweede besturingscodesignaal c2 dus bijvoorbeeld een ander afleveradres aanduidt, en/of is aangevuld met bepaalde aflevercondities, m.n. betreffende het tijdstip en/of snelheid en/of wijze of vorm van afleveren. Indien een eerste besturingscode cl niet voorkomt in het informatieorgaan Db, wordt het eerste besturingscodesignaal cl zonder wijziging of aanvulling omgezet in een tweede besturingscodesignaal c2; in dat geval zijn het eerste en tweede besturingscodesignaal inhoudelijk dus aan elkaar gelijk. Paramaterscodesignalen p voor het instellen van het tweede conversieorgaan C2 kunnen vanuit het tran-smissienetwerk T via de node X aan het besturingsor-gaan Ctrl worden toegevoerd. Het besturingsorgaan Ctrl voert aan de hand van een dergelijk codesignaal p een mutatie (inschrijving, wijziging, toevoegingen of verwijdering) uit in het informatieorgaan Db. Er wordt hierbij opgemerkt dat zowel de node X als het besturingsorgaan Ctrl voorzien zijn van (bekende) beveiligingsmiddelen voor het uitsluitend aan daartoe gerechtigden toegang verlenen tot het besturingsorgaan Ctrl en tot het relevante deel van het informatieorgaan Db, waardoor alleen toegangsgerechtigden mutaties in het informatieorgaan Db kunnen uitvoeren of informatie (i) over voor hun relevante poststukken kunnen krijgen.Ctrl - compared to the various first control codes cl stored in the information element Db. If a corresponding control code cl is present, the associated conversion information recorded in the conversion parameters is read out and the control code signal cl is thus converted into a new, second control code signal c2, so that second control code signal c2 thus indicates a different delivery address, and / or is supplemented with certain delivery conditions, in particular regarding the time and / or speed and / or method or form of delivery. If a first control code cl does not exist in the information device Db, the first control code signal cl is converted into a second control code signal c2 without modification or addition; in that case, the first and second control code signal are therefore identical in content. Parameter code signals p for setting the second converter C2 can be supplied from the transmission network T via the node X to the controller Ctrl. The controller Ctrl performs a mutation (entry, modification, addition or deletion) in the information element Db on the basis of such a code signal p. It is hereby noted that both the node X and the control element Ctrl are provided with (known) security means for granting access only to persons entitled to this effect to the control element Ctrl and to the relevant part of the information element Db, so that only those entitled to access mutations in the information element Db export or obtain information (i) about relevant items of mail.

Figuur 4 toont een uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding, gevormd door elementen uit de in de voorgaande figuren getoonde uitvoeringsvoorbeelden. Een poststuk P wordt via het opnameorgaan I in het route-ringssysteem RS opgenomen en wordt in het aftastor-gaan S afgetast, waarbij van het bestemmingsadres a, of een deel daarvan - en eventueel van het afzender-adres en/of andere op het poststuk aangebrachte notaties of codes - een beeldsignaal im gemaakt wordt, waarbij zowel aan het poststuk P als aan het beeldsignaal im een door de identificatiecodegenerator ID toegekende identificatiecode id wordt toegekend (gelabeld) . Het beeldsignaal im wordt door middel van een van de conversieorganen C3 geconverteerd in een eerste besturingscodesignaal cl. Dit besturingscode-signaal cl wordt in de tweede conversiemiddelen C2, onder invloed van de aan die tweede conversiemiddelen C2 toegevoerde parametersignalen p(l,2), geconverteerd in een tweede besturingscodesignaal c2 dat wordt toegevoerd aan besturingsmiddelen Ctri, die dat besturingscodesignaal c2 gebruikt voor het vormen van routeringssignalen r die worden toegevoerd aan de routeringsmiddelen, ter besturing daarvan. In deze figuur worden de routeringsmiddelen voorgesteld door een routeringsorgaan Ri, hetwelk wordt bestuurd door een tot dat routeringsorgaan Ri behorend besturings-orgaan Ctri aan de ene zijde van een routeringsnet-werk R, en verder een routeringsorgaan Ro aan de zijde van het afleveradres van het desbetreffende poststuk, welk routeringsorgaan Ro wordt bestuurd door een tot het routeringsorgaan Ro behorend besturings-orgaan Ctro. De besturingscodesignalen c2 worden zowel aangeboden aan het besturingsorgaan Ctri, ter besturing van het routeringsorgaan Ri aan de ingangs-zijde, als - via een transmissienetwerk Tl - aan het besturingsorgaan Ctro, ter besturing van het routeringsorgaan Ro aan de uitgangszijde van de routeringsmiddelen R. Onder besturing van de routerings-codesignalen r en het bijhorende identificatiecode- signaal id wordt het in het bufferorgaan Bi opgeslagen poststuk vrijgegeven en door het routeringsorgaan Ri gerouteerd in de richting van het uitgangsroute-ringsorgaan Ro. Aan de ontvangstzijde van de route-ringsmiddelen R wordt het poststuk ontvangen en opgeslagen in een bufferorgaan Bo. Het poststuk wordt na het van het besturingsorgaan Ctro ontvangen van zijn identificatiecode id, uit dat bufferorgaan Bo vrijgegeven en onder besturing van zijn routeringscode-signaal r door het routeringsorgaan Ro naar zijn afleveradres 03 gezonden. Tussen het bufferorgaan Bo en het routeringsorgaan Ro is nog een printer Po opgeno-men. Door deze printer Po worden die poststukken, waarvan het geconverteerde afleveradres afwijkt van het oorspronkelijke bestemmingsadres, met dat nieuwe afleveradres in normaal leesbaar schrift bedrukt. Ook als het afleveradres na de conversie hetzelfde is als het oorspronkelijke adres, maar er, via de genoemde tweede conversie, aanvullende condities zijn ingevoerd ten aanzien van de aflevering, met name het tijdstip van aflevering, worden deze condities door de printer Po in normaal leesbaar schrift op dit poststuk aangebracht. Door dit door de printer Po afdrukken van het nieuwe bestemmingsadres en/of de aflevervoorwaarden, worden de postbestellers - die uiteindelijk de laatste schakel vormen bij het afleveren van de poststukken - met die opgedrukte informatie geïnstrueerd overeenkomstig de door de conver-sieparameters aangegeven instructies.Figure 4 shows an exemplary embodiment of the invention, formed by elements from the exemplary embodiments shown in the preceding figures. A postal item P is included in the routing system RS via the recording device I and is scanned in the sensor S, the destination address a, or a part thereof, and possibly the sender address and / or others on the postal item. notations or codes applied - an image signal im is made, whereby both the postal item P and the image signal im are assigned (labeled) an identification code id assigned by the identification code generator ID. The image signal im is converted into a first control code signal cl by means of one of the converters C3. This control code signal c1 is converted in the second conversion means C2, under the influence of the parameter signals p (1, 2) applied to those second conversion means C2, into a second control code signal c2 which is applied to control means Ctri, which uses that control code signal c2 for the forming routing signals r which are applied to the routing means for controlling them. In this figure, the routing means are represented by a routing member Ri, which is controlled by a controller Ctri belonging to that routing member Ri on one side of a routing network R, and furthermore a routing member Ro on the side of the delivery address of the relevant mail item, which routing member Ro is controlled by a control unit Ctro belonging to the routing member Ro. The control code signals c2 are presented both to the controller Ctri, to control the routing member Ri on the input side, and - via a transmission network T1 - to the controller Ctro, to control the routing member Ro on the output side of the router means R. control of the routing code signals r and the associated identification code signal id, the mail item stored in the buffer member Bi is released and routed by the routing member Ri in the direction of the output routing member Ro. On the receiving side of the routing means R, the mail item is received and stored in a buffer member Bo. After receiving its identification code id from the controller Ctro, the mail item is released from that buffer member Bo and is sent to its delivery address 03 under the control of its routing code signal r. Another printer P0 is included between the buffer member Bo and the routing member Ro. By this printer Po, those mail items whose converted delivery address deviates from the original destination address, are printed with that new delivery address in normal legible writing. Even if the delivery address after the conversion is the same as the original address, but, through the said second conversion, additional conditions have been entered with regard to the delivery, in particular the time of delivery, these conditions will be read by the printer Po in normal written on this item. By this printing of the new destination address and / or the delivery conditions by the printer Po, the postmen - who are ultimately the last link in the delivery of the mail items - are instructed with that printed information in accordance with the instructions indicated by the conversion parameters.

Claims

Routing system, for routing physical entities (P), such as mail items and the like, each provided with a destination address (a), which routing system includes recording means (I) for including such entities, delivery means (0) in the routing system ) for delivering such entities to a delivery address outside the routing system, and routing means (R) for routing each of those entities from the recording means to the delivery means under the control of control code signals (cl, c2), characterized in that with the recording means (I) first conversion means (Cl) are connected, capable of converting at least a portion of the destination address (a) into a corresponding, electronic, first control code signal (cl) per entity.

Routing system according to claim 1, characterized in that second conversion means (C1) are connected to said first conversion means (C2), suitable for converting the first control code signal (cl) into a second control code signal under the control of conversion parameter signals (p). (c2), which second control code signal is supplied to the routing means (R) to control those routing means.

Routing system according to claim 2, characterized in that one or more of the conversion parameter signals (p) comprises a code indicating the delivery address of the relevant entity.

Routing system according to claim 2, characterized in that one or more of the conversion parameter signals (p) comprises a code indicating the delivery time of the relevant entity.

Routing system according to claim 2, characterized in that one or more of the conversion parameter signals (p) come from outside the routing system (RS) and are transmitted via transmission means (T) to the second conversion means (C2).

Routing system according to claim 1, characterized by an identification code generator (ID) comprising means for assigning to each of the mail items (p) supplied to the routing system (RS) an identification code (id), a sensor (S) is connected to the supply means (I) and to the identification code generator, and which comprises means for scanning the destination address of at least a part of the offered mail items and converting them into an electronic image signal (im) of that destination. information address portion and for coupling said image signal with the identification code assigned to that mail item, one or more converters (C3), each connected to the sensor and together forming part of said first conversion means (C1), and comprising means for converting said electronic image signal into said electronic first control code signal (cl).