NL9100193A - Afvalbak. - Google Patents

Description

Korte aanduiding : Afvalbak.

De uitvinding heeft betrekking op een afvalbak voorzien van een bodem, opstaande wanden en een bovenwand, waarbij de afvalbak is opgebouwd uit een tweetal delen, die in gesloten stand van de bak langs een opstaand scheidingsvlak op elkaar aansluiten, terwijl beide delen ten opzichte van elkaar om een nabij de bovenzijde van de bak gelegen, althans nagenoeg horizontaal verlopende scharnieras verzwenkbaar zijn tussen de gesloten stand en een geopende stand, waarin de beide delen van de bak om de scharnieras in een van elkaar afgekeerde richting zijn verzwenkt.

Dergelijke afvalbakken worden bijvoorbeeld gebruikt voor het verzamelen van glas, oud papier of dergelijke.

Bij een bekende bak van bovengenoemde soort is de scharnieras waarom beide delen van de bak ten opzichte van elkaar verzwenkbaar zijn gelegen in het scheidingsvlak, waarin de open zijden van de beide delen van de bak in de gesloten stand van de bak op elkaar aansluiten. Een nadeel van deze bekende afvalbak is, dat de bak, indien de bak normaal op de grond staat, gemakkelijk door onbevoegen kan worden geopend door de beide delen van de bak nabij de onderzijden van de bak in een van elkaar afgekeerde richting te trekken.

Volgens de uitvinding is nu de afvalbak zodanig uitgevoerd, dat de scharnieras een hoek insluit met het scheidingsvlak.

Door toepassing van de constructie is het onbevoegd openen van de bak praktisch uitgesloten. Bij het openen van de bak door het om de scharnieras in een van elkaar afgekeerde richting verzwenken van de beide delen van de bak bewegen namelijk gedeelten van de onderzijde van de bak ten opzichte van de stand, die zijn in gesloten stand van de bak innemen, naar beneden. Indien dus een bak op de grond staat en men zou de bak open willen trekken door het verzwenken van de delen van de bak ten opzichte van elkaar moet daarbij ook de bak omhoog worden bewogen, hetgeen gezien het gewicht van de bak bijzonder moeilijk zal zijn.

Verder zal ook het gewicht van het zich in beide delen van de bak bevindende materiaal geneigd zijn om de bak in de gesloten stand te houden,zodat ook bij het ophijsen van de bak in het algemeen geen speciale maatregelen zullen behoeven te worden genomen om de bak tijdens het ophijsen gesloten te houden.

De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van enige in bijgaande figuren weergegeven mogelijke uitvoeringsvormen van de constructie volgens de uitvinding.

figuur 1 toont een zijaanzicht op een afvalbak volgens de uitvinding, gezien volgens pijl I in figuur 3.

Figuur 2 toont een zijaanzicht op de in figuur 1 weergegeven afvalbak, gezien volgens pijl II in figuren 1 en 3.

Figuur 3 toont een bovenaanzicht op de in figuren 1 en 2 weergegeven afvalbak.

Figuur 4 toont op kleinere schaal een met figuur 2 overeenkomend aanzicht van de afvalbak gekoppeld aan een hijswerktuig, terwijl in gestippelde lijnen tevens de geopende stand van de afvalbak is aangeduid.

Figuur 5 toont een zijaanzicht op figuur 4.

Figuren 6-8 tonen schematisch bovenaanzichten op andere mogelijke uitvoeringsvormen van afvalbakken volgens de uitvinding.

De in de figuren 1-5 weergegeven afvalbak, welke in het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld een althans in hoofdzaak vierkante doorsnede heeft, is volgens een gezien in figuur 3 loodrecht op het vlak van tekening staand en door twee diagonaal tegenover elkaar gelegen hoeken van de afvalbak verlopend scheidingsvlak 1 verdeeld in een tweetal in hoofdzaak gelijke delen 2 en 3. Beide delen 2 en 3 bezitten een althans in hoofdzaak horizontaal verlopende driehoekige bodemplaat 4 resp. 5, een zich evenwijdig aan de bodemplaat uitstrekkende in hoofdzaak driehoekige bovenwand 6 resp. 7 en zich tussen de bodemplaten en de bovenwanden uitstrekkende opstaande zijwanden 8 resp. 9.

Nabij de bovenzijde van de bak zijn op gebruikelijke wijze een viertal openingen 10-13 aangebracht voor het inwerpen van afval in de bak. In het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld zijn ronde openingen aangebracht, waarop korte pijpstukken aansluiten, daar de weergegeven bak bestemd is om te worden gebruikt als zogenaamde "glasbak". Uiteraard kan binnen de geest en beschermingsomvang de bak ook voor andere afvalstoffen worden gebruikt, eventueel onder aanpassing van de desbetreffende invoer-openingen.

Aan de bovenwanden 6 en 7 van de beide delen 2 en 3 van de afvalbak zijn met behulp zich vanaf de desbetreffende bovenwanden 6 en 7 omhoog uitstrekkende verticaal staande verbindingsplaten 14 resp. 15 bussen 16 resp. 17 bevestigd. In deze bussen 17 is een zich horizontaal uitstrekkende as 18 gelegen. Zoals in het bijzonder uit figuur 3 duidelijk zal zijn sluit deze as 18 een hoek in met het langsmiddenvlak 1 volgens welke de afvalhouder in twee delen is gedeeld.

Zoals schematisch in figuur 4 is weergegeven kan nu de afvalbak vanuit de in de figuren 2-4 met getrokken lijnen weergegeven gesloten stand, waarin de open zijkanten van de beide delen 2 en 3 van de afvalbak tegen elkaar aanliggen, worden verzwenkt naar een open stand, door de beide delen 2 en 3 van de afvalbak om de scharnieras 18 ten opzichte van elkaar tè verzwenken vanuit de in figuur 4 in getrokken lijnen weergegeven stand naar de in gestippelde lijnen weergegeven stand.

Voor het ophijsen en openen van de afvalbak kan gebruik worden gemaakt van een aan een in figuren 4 en 5 slechts schematisch weergegeven kraanarm 19 opgehangen hijsbalk 20, welke met behulp van een tweetal aan de hijsbalk 20 bevestigde haken 21 aan de scharnieras 18 kan worden gekoppeld. Verder zijn aan de uiteinden van de hijsbalk 20 een tweetal zich vanaf de hijsbalk in tegengestelde richting uitstrekkende drukarmen 22 en 23 bevestigd, die met behulp van niet nader weergegeven verstelmiddelen, bijvoorbeeld hydraulische verstelcylinders of dergelijke ten opzichte van de hijsbalk 20 verzwenkbaar zijn.

De hijsbalk 20 wordt zodanig aan de scharnieras 18 aangekoppeld, dat het vrije uiteinde van de drukarm 22 gezien in figuur 3 op de bovenwand 7 van hét deel 3 van de bak zal komen te rusten ter hoogte van de invoeropening 10, terwijl het vrije uiteinde van de drukarm 23 op de bovenwand 6 van het deel 2 van de afvalbak zal komen te rusten ter hoogte van de invoeropening 12. Het zal duidelijk zijn, dat dan door verzwenken van de armen 22 en 23 vanuit de in de figuur 4 in getrokken lijnen weergegeven stand naar de in figuur 4 met gestippelde lijnen weergegeven stand de beide delen 2 en 3 van de bak om de scharnieras 18 vanuit de gesloten stand van de bak naar de geopende stand van de bak zullen worden verzwenkt^

Tevens zal het uit figuur 3 duidelijk zijn, dat in het algemeen het zwaartepunt van een zich in een deel 2 of een deel 3 van de bak bevindende lading zodanig ten opzichte van de scharnieras 18 zal zijn gelegen., dat het gewicht van het zich in de bak bevindende materiaal een openen van de bak zal tegenwerken.

Uiteraard is de uitvinding niet beperkt op het hierboven beschreven en in de figuren 1-5 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld. Zoals bijvoorbeeld in figuur 6 is weergegeven kan het bij een in althans in hoofdzaak vierkante of rechthoekige doorsnede bezittende afvalbak het scheidingsvlak 1 zich ook evenwijdig aan een tweetal zijwanden van de bak uitstrekken, terwijl de draaiingsas 18 dan bijvoorbeeld is gelegen in een vlak, dat zich door diagonaal tegenover elkaar gelegen hoekpunten van de . bak .uitstrekt.

Zoals echter in figuur 7 is weergegeven is ook een andere opstelling van scheidingsvlak 1 en scharnieras 18 denkbaar. Daarbij is het ook niet noodzakelijk, dat scheidingsvlak en scharnieras een hoek van 45° met elkaar insluiten maar zijn ook andere hoeken denkbaar.

Zoals verder uit figuur 8 duidelijk zal zijn is het niet noodzakelijk, dat de bak een vierkante of rechthoekige doorsnede heeft, maar zijn ook andere vormen denkbaar, bijvoorbeeld een ronde doorsnede.

Claims (4)

1. Afvalbak voorzien van een bodem, opstaande wanden en een bovenwand, waarbij de afvalbak is opgebouwd uit een tweetal delen, die in gesloten stand van de bak langs een opstaand scheidingsvlak op elkaar aansluiten,terwijl beide delen ten opzichte van elkaar om een nabij de bovenzijde van de bak gelegen, althans nagenoeg horizontaal verlopende scharnieras verzwenkbaar zijn tussen de gesloten stand en een geopende stand, waarin de beide delen van dé bak om de scharnieras in een van elkaar afgekeerde richting zijn verzwenkt, met het kenmerk, dat de scharnieras een hoek insluit met het scheidingsvlak.

2. Afvalbak volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de scharnieras en het scheidingsvlak een hoek van ± 45° met elkaar insluiten.

3. Afvalbak volgens een der voorgaande conclusies 1 of 2, met het kenmerk, dat de scharnieras nabij de bovenzijde van de bak is gelegen.

4. Hijswerktuig bestemd voor het ophijsen van een bak volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het hijswerktuig is voorzien van een aan de bak aan te koppelen hijsorgaan met een tweetal verzwenkbare armen, zodanig, dat het vrije uiteinde van ieder van de armen bij aangekoppeld hijswerktuig op de bovenzijde van een van de beide delen van de afvalbak komt te rusten.