NL9100189A - Shutter installation for access ways through walls or roof - provides exit for persons during emergency by panels folded like bellows - Google Patents

Shutter installation for access ways through walls or roof - provides exit for persons during emergency by panels folded like bellows Download PDF

Info

Publication number
NL9100189A
NL9100189A NL9100189A NL9100189A NL9100189A NL 9100189 A NL9100189 A NL 9100189A NL 9100189 A NL9100189 A NL 9100189A NL 9100189 A NL9100189 A NL 9100189A NL 9100189 A NL9100189 A NL 9100189A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
ladder
panels
closing device
assembly
roof
Prior art date
Application number
NL9100189A
Other languages
Dutch (nl)
Original Assignee
Hein Douwinus Voskamp
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority claimed from NL9002503A external-priority patent/NL9002503A/en
Application filed by Hein Douwinus Voskamp filed Critical Hein Douwinus Voskamp
Priority to NL9100189A priority Critical patent/NL9100189A/en
Publication of NL9100189A publication Critical patent/NL9100189A/en

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E06DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
    • E06CLADDERS
    • E06C9/00Ladders characterised by being permanently attached to fixed structures, e.g. fire escapes
    • E06C9/06Ladders characterised by being permanently attached to fixed structures, e.g. fire escapes movably mounted
    • E06C9/08Ladders characterised by being permanently attached to fixed structures, e.g. fire escapes movably mounted with rigid longitudinal members
    • E06C9/10Ladders characterised by being permanently attached to fixed structures, e.g. fire escapes movably mounted with rigid longitudinal members forming part of a building, such as a balcony grid, window grid, or other window part

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Power-Operated Mechanisms For Wings (AREA)

Abstract

A shutter installation (1) for access ways in a roof or wall consists of folding panels (2) in a bellows type configuration. The panels (3, 4) are mfd. from transparent shatterproof double skinned material (5). The apex hinge of the panels is sealed (16, 17) for weatherproofing and rain is collected in gutters (6) placed between the connecting sets of panels. The max. apex angle is determined by the length of a vertical bisecting rod. Horizontal distance pieces (14) maintain a min. distance between panels to avoid damage and instability of the assembly when fully contracted. The panel assembly is supported on rollers running inside the support rail (18) to reduce friction. The assembly can be unblocked to open when required to pursuit escape from the building. An escape ladder which will drop down when the assembly is opened can also be operated by this mechanism.

Description

UITTREKSELEXTRACT

Een op een dak- of vloerconstructie met doorlaatopening afgestemd vluchtwegsysteem, voorzien van een, ter plaatse van de doorlaatopening, op genoemde constructie aangebrachte, verwijderbaar uitgevoerde afsluitinrichting en van een ladderconstructie ter plaatse van de doorlaatopening. De ladderconstructie is neerklapbaar en in koppeling gebracht met de afsluitinrichting. Het vluchtwegsysteem is nog voorzien van activeringsmiddelen voor het in neergeklapte positie brengen van de 1adderconstruct ie.An escape route system adapted to a roof or floor construction with passage opening, provided with a closing device mounted on said construction at the location of the passage opening, and of a ladder construction at the location of the passage opening. The ladder construction can be folded down and is coupled to the closing device. The escape route system is still provided with activation means for bringing the ladder construction into the folded-down position.

De afsluïtinrichting kan meerdere, met elkaar samenwerkende, middels een aandrijfmechanisme schuifbaar uitgevoerde afsluitpanelen omvatten, en is dan voorzien van een automatisch werkend, op het samenstel van afsluitpanelen werkzaam, met veeropspanmiddelen uitgevoerd ontsluitingsmechanisme. Bij het openen van de afsluitinrichtng worden de veeropspanmiddelen in opgespannen toestand gebracht, waarna een arreteermechanisme in werking treedt. Bij calamiteiten wordt het arreteermechanisme gedeblokkeerd, waardoor de afsluitinrichting automatisch ontsloten wordt.The closing device may comprise a plurality of closing panels which cooperate with each other and which can be slidably designed by means of a drive mechanism, and is then provided with an opening mechanism acting automatically on the assembly of closing panels and equipped with spring clamping means. When the closing device is opened, the spring clamping means are brought into a tensioned position, after which a locking mechanism is activated. In the event of an emergency, the locking mechanism is unlocked, whereby the closing device is automatically unlocked.

De afsluitinrichting kan ook als een kantelbare afdekplaat in een balkonvloer zijn uitgevoerd.The closing device can also be designed as a tilting cover plate in a balcony floor.

Figure NL9100189AD00021

Een op een dak- of vloerconstructie met doorlaatopening afgestemd vluchtwegsysteemAn escape route system adapted to a roof or floor construction with a passage opening

De uitvinding heeft betrekking op een, op een dak- of vloerconstructie met doorlaatopening afgestemd vluchtwegsysteem, hetwelke is voorzien van een.ter plaatse van de doorlaatopening, op de dak- of vloerconstructie aangebrachte, verwijderbaar uitgevoerde afsluitinrichting en een laddervormige constructie ter plaatse van de doorlaatopening.The invention relates to an escape route system geared to a roof or floor construction with a passage opening, which system comprises a closing device mounted on the roof or floor construction, which can be removed from the passage opening and a ladder-shaped construction at the location of the passage opening. .

Een aldus beschreven vluchtwegsysteem wordt als een vast gepositioneerd systeem veel toegepast bij flat-, kantoor- en fabirksgebouwen om in geval van calamiteiten, zoals bij brand-, rook- of gasmelding de mensen een veilig heenkomen te bieden.An escape route system described in this way is widely used as a permanently positioned system in apartment, office and factory buildings in order to offer people a safe escape in the event of an emergency, such as in the event of a fire, smoke or gas report.

Een aldus uitgevoerd vluchtwegsysteem heeft echter het bezwaar, dat het een gemakkelijke gelegenheid vormt voor inbraak.However, an escape route system thus designed has the drawback that it is an easy opportunity for burglary.

De uitvinding beoogt dit bezwaar op te heffen.The object of the invention is to eliminate this drawback.

Overeenkomstig de uitvinding is in het in de aanhef omschreven vluchtwegsysteem de laddervormige constructie neerklapbaar uitgevoerd en in koppeling gebracht met de afsluitinrichting, en is het vluchtwegsysteem tevens voorzien van activeringsmiddelen voor het in samenhangend verband ontsluiten van de afsluitinrichting en het in neergeklapte positie brengen van de t laddervormige constructie.According to the invention, in the opening route system described in the preamble, the ladder-like construction is foldable and brought into coupling with the closing device, and the escape route system is also provided with activating means for cohesively opening the closing device and bringing the t in folded-down position. ladder-shaped construction.

Een bijzondere uïtvoeringsvormvan genoemd vluchtwegsysteem wordt verkregen door toepassing van een afsluitinrichting, welke een samenstel van, met elkaar samenwerkende, onder gebruikmaking van een tweetal evenwijdig opgestelde geleidebanen schuifbaar uitgevoerde afsluitpanelen omvat, en welke afsluitinrichting is voorzien van een aandrijfmechanisme voor het in een willekeurige schuifstand brengen van genoemd samenstel van afsluitpanelen.A particular embodiment of said escape route system is obtained by using a closing device, which comprises an assembly of closing panels slidably arranged using two parallel guide tracks arranged in parallel, and which closing device is provided with a drive mechanism for bringing it into any desired sliding position of said assembly of closing panels.

Een dergelijke afsluitinrichting is bekend uit EP-A-55503.Such a closing device is known from EP-A-55503.

Een dergelijke afsluitinrichting mist eveneens een voorziening, waarbij de afsluitinrichting zich in gevallen van rook- of brandmelding of een melding bij aanwezigheid van giftige dampen of schadelijke gassen automatisch zal openen. Dit is juist om die redenen gewenst daar de bedrijfsmedewerkers door de aanwezigheid van rook, damp of gas in een bedwelmde toestand geraken, waardoor zij niet bij machte zijn de afsluitinrichting te bedienen en deze in een geopende toestand te brengen.Such a shut-off device also lacks a provision, wherein the shut-off device will open automatically in the event of a smoke or fire report or a report in the presence of toxic fumes or harmful gases. This is desirable precisely for these reasons, since the presence of smoke, vapor or gas puts company workers in an intoxicated state, which prevents them from operating the shut-off device and bringing it into an open state.

Het ontbreken van genoemde voorziening wordt als een nadeel bij genoemde afsluitinrichting ervaren.The lack of said provision is experienced as a drawback with said closing device.

Met voordeel kan deze afsluitinrichting worden voorzien van een automatisch werkend, op het samenstel van afsluitpanelen werkzaam, met veeropspanmiddelen uitgevoerd ontsluitingsmechanisme en een uitschakelbaar uitgevoerd arreteermechanisme, waarbij de veeropspanmiddelen bij het, in een een uitschuifstand brengen van het samenstel van panelen met behulp van het aandrijfmechanisme» in een opgespannen toestand worden gebracht, waarbij het arreteermechanisme is ingericht voor het, bij een in ruststand verkerend aandrijfmechanisme, vasthouden van het samenstel van afsluitpanelen in de alsdan bereikte schuifstand, en waarbij het ontsluitingsmechanisme is ingericht voor het, bij een in uitgeschakelde toestand verkerend arreteermechanisme en bij, in opgespannen toestand verkerende veeropspanmiddelen, in een samengeschoven toestand brengen van het samenstel van afsluitpanelen.This closing device can advantageously be provided with an automatically acting spring-loaded release mechanism acting on the assembly of closing panels and a detachable locking mechanism which can be switched off, the spring clamping means being brought into an extended position of the assembly of panels by means of the drive mechanism. Are brought into a clamped position, wherein the locking mechanism is adapted to hold the assembly of closing panels in the sliding position attained in a rest position, and in which the unlocking mechanism is adapted to be in a switched-off position detent mechanism and, in the case of tensioned spring clamping means, bringing the assembly of closing panels into a collapsed condition.

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van bijgaande figuren, waarvanThe invention will be further elucidated with reference to the annexed figures, of which

Fig. 1 een eerste uitvoeringsvorm van een bekende afsluitinrichting weergeeft;Fig. 1 shows a first embodiment of a known closing device;

Fig. 2 een gedeelte van de in Fig. 1 weergegeven afsluitinrichting weergeeft;Fig. 2 a part of the view shown in FIG. 1 shows the shut-off device shown;

Fig. 3 een tweede uitvoeringsvorm van een bekende afsluitinrichting toont;Fig. 3 shows a second embodiment of a known closing device;

Fig. 4 een derde uitvoeringsvorm van een bekende afsluitinrichting weergeeft;Fig. 4 shows a third embodiment of a known closing device;

Fig. 5 een vierde uitvoeringsvorm van een bekende afsluitinrichting toont;Fig. 5 shows a fourth embodiment of a known closing device;

Fig. 6 een gedeelte van de in Fig. 5 weergegeven afsluitinrichting •toont;Fig. 6 shows part of the view shown in FIG. 5 shows the shut-off device shown;

Fig. 7 een tweede gedeelte van de in Fig. 5 weergegeven afsluitinrichting toont;Fig. 7 a second part of the structure shown in FIG. 5 shows the shut-off device shown;

Fig. 8 een vijfde uitvoeringsvorm van een bekend type afsluitinrichting weergeeft;Fig. 8 shows a fifth embodiment of a known type of closing device;

Fig. 9 een eerste uitvoeringsvorm van een afsluitinrichting overeenkomstig de uitvinding weergeeft;Fig. 9 shows a first embodiment of a closing device according to the invention;

Fig. 10 een tweede uitvoeringsvorm van een afsluitinrichting overeenkomstig de uitvinding weergeeft;Fig. 10 shows a second embodiment of a closing device according to the invention;

Fig. 11 een bijzondere toepassing van een afsluitinrichting overeenkomstig de uitvinding toont.Fig. 11 shows a special application of a closing device according to the invention.

Fig. 12 een bijzondere uitvoeringsvorm van een afsluitinrichting ten behoeve van een vluchtwegsysteem weergeeft; en Fig. 13 - 24 een aantal uitvoeringsvoorbeelden tonen van het in Fig. 12 toegepaste vluchtwegsysteem.Fig. 12 shows a special embodiment of a closing device for an escape route system; and FIG. 13-24 show a number of exemplary embodiments of the method shown in FIG. 12 applied escape route system.

In Fig.l is een eerste moge lijke uitvoeringsvorm van een afsluitinrichting weergegeven, welke zich leent voor toepassing van de uitvinding.Fig. 1 shows a first possible embodiment of a closing device, which lends itself to the practice of the invention.

In deze figuur is met verwijzingscijfer 1 een afsluitinrichting voor een dak- of gevelopening (doorlaatopening) weergegeven, welke afsluitinrichting voor het type is, dat voorzien is van een als een harmonikabalg opvouwbaar uitgevoerd .samenstel van panelen 2. Een dergelijk paneel is uit twee vlakvormige platen 3 en 4 van transparant of van anderszins niet deformeerbaar materiaal vervaardigd, welke met behulp van schotten 5 op afstand worden gehouden. In de uitgeschoven toestand dienen de panelen 2 per tweetal een in een punt toelopende opstelling te behouden, waardoor er een opvangmogelijkheid vereist is voor het regenwater, dat langs deze panelen omlaag stroomt; deze opvangmogelijkheid wordt met behulp van gootbalken 6 verkregen, waarvan de opstaande randen 7 op de onderzijde van een tweetal opeenvolgende panelen 2 onder gebruikmaking van een scharnierende verbinding 8 aangrijpen. Het in de gootbalken 6 opgevangen regenwater wordt aan een of beide uiteinden in een afvoergoot opgevangen en vandaar afgevoerd.In this figure, reference numeral 1 denotes a closing device for a roof or facade opening (passage opening), which closing device is of the type provided with an assembly of panels 2 foldable as an accordion bellows. Such a panel consists of two planar plates 3 and 4 made of transparent or otherwise non-deformable material, which are kept at a distance by means of partitions 5. In the extended position, the panels 2 must maintain a tapered arrangement in pairs, so that a collection option is required for the rainwater that flows downwards along these panels; this collection possibility is obtained with the aid of gutter beams 6, the upright edges 7 of which engage on the underside of two successive panels 2 using a hinged connection 8. The rainwater collected in the gutter beams 6 is collected at one or both ends in a drainage gutter and drained from there.

Voorts dient de afsluitinrichting 1 ook winddicht te zijn uitgevoerd, waartoe deze is voorzien van uit halfdelen 9 en 10 samengestelde zijpanelen 11, welke tussen ieder tweetal opeenvolgende, niet met dezelfde gootbalk 6 samenwerkende panelen 2 ter afsluiting van de zijkanten van de afsluitinrichting 1 zijn aangebracht.Furthermore, the closing device 1 must also be made windproof, for this purpose it is provided with side panels 11 composed of half-parts 9 and 10, which are arranged between each of two successive panels 2, which do not cooperate with the same gutter beam 6, to close off the sides of the closing device 1. .

De halfdelen 9 en 10 zijn per stel middels een scharnierverbin-ding 12 onderling verbonden, terwijl voorts een scharnierverbinding 13 tussen enerzijds een halfdeel 9 respectievelijk 10 en anderzijds een aanliggend paneel 2 is opgenomen. Wanneer de afsluitinrichting 1 als een harmonikabalg wordt uitgeschoven, zal de uiteindelijke hoekstand van de panelen 2 worden bepaald door de beide tophoeken van de paarsgewijs verbonden halfdelen 9 en 10. Wanneer de panelen 2 in een samengevouwen toestand worden geschoven, zullen de paarsgewijs verbonden halfdelen 9 en 10 langs de met het aanliggende paneel 2 gemeenschappelijk te voeren scharnierverbinding 13 naar binnen draaien.The half-parts 9 and 10 are mutually connected per pair by means of a hinge connection 12, while a hinge connection 13 is also included between half-parts 9 and 10, on the one hand, and an adjacent panel 2, on the other. When the closing device 1 is extended as an accordion bellows, the final angular position of the panels 2 will be determined by the two apex angles of the paired half-sections 9 and 10. When the panels 2 are slid in a collapsed position, the pair-connected half-parts 9 and 10 rotate inwards along the hinge connection 13 to be jointly fed with the adjacent panel 2.

Teneinde weersinvloeden op de zijpanelen 11 zoveel mogelijk uit te bannen, kunnen deze zijpanelen 11 meer naar binnen onder de panelen 2 worden aangebracht, waardoor er een overstek over de zijpanelen 11 ontstaat.In order to eliminate weather influences on the side panels 11 as much as possible, these side panels 11 can be arranged more inwards under the panels 2, whereby an overhang is created over the side panels 11.

Teneinde te voorkomen, dat bij een te ver doorgevoerde opeenschuiving van de panelen 2 deformaties van de samenstellende delen van de afsluitinrichting 1 zullen optreden, zijn de gootbalken 6 voorzien van gelijk gerichte afstandshouders 14; dank zij deze afstandshouders 14 kunnen de gootbalken 6 niet dichter dan op de, met de lengte van de afstandshouder overeenkomende afstand tot elkaar worden gebracht, waardoor de gevreesde deformatie aan de samenstellende delen van de afsluitinrichting 1 zullen uitblijven.In order to prevent deformations of the constituent parts of the closing device 1 from occurring when the panels 2 are pushed too far, the gutter beams 6 are provided with equally spaced spacers 14; thanks to these spacers 14, the gutter beams 6 cannot be brought closer than the distance corresponding to the length of the spacer, so that the dreaded deformation of the constituent parts of the closing device 1 will not occur.

Met de aldus getroffen maatregelen wordt bereikt, dat in een uitgeschoven toestand van de afsluitinrichting 1 de paarsgewijs, middels een zijpaneel 11 gekoppelde panelen steeds onder dezelfde tophoek worden opgesteld, waardoor het probleem betreffende de slijtage aan de scharnierende verbinding tussen de topdelen 15 van de panelen 2 zich hier nagenoeg niet voordoet.The measures taken in this way ensure that, in an extended position of the closing device 1, the pairs of panels coupled together by means of a side panel 11 are always arranged at the same top angle, so that the problem of wear on the hinged connection between the top parts 15 of the panels 2 hardly occurs here.

Voorts dienen de naar elkaar toegekeerde topdelen 15 van de panelen 2 van een wind- en waterdichte afsluiting te zijn voorzien; hiertoe zijn de topdelen 15 van de paarsgewijs middels eenzelfde zijpaneel 11 gekoppelde panelen 2 hetzij middels een scharnierverbinding 16, hetzij middels een stripvormig element van buigzaam materiaal, of middels een combinatie van een scharnierverbinding 16 en een deze scharnierverbinding overkappend stripvormig element 17 afgedekt.Furthermore, the top parts 15 of the panels 2 facing each other must be provided with a wind and watertight seal; for this purpose the top parts 15 of the panels 2 coupled in pairs by the same side panel 11 are covered either by a hinge connection 16, or by a strip-shaped element of flexible material, or by a combination of a hinge connection 16 and a strip-shaped element 17 covering this hinge connection.

Uit constructief oogpunt verdient het de voorkeur de schuifbeweging van het samenstel van panelen 1, gootblaken 6 en zijpanelen 11 middels een tweetal met de gootbalken 6 samenwerkende geleidebanen 18 tot stand te brengen, hetgeen in Fig. 2 is weergegeven.From a constructional point of view, it is preferable to effect the sliding movement of the assembly of panels 1, gutter beams 6 and side panels 11 by means of two guideways 18 cooperating with the gutter beams 6, which is shown in FIG. 2 is shown.

In deze uitvoeringsvorm omvat de geleidebaan 18 een kokervormige drager 19, welke aan de onderzijde is voorzien van een overlangs verlopende sleufvormige opening 20. Voorts is de geleidebaan 18 per gootbalk nog voorzien van een haakvormig orgaan 21, waarvan de lange steel 22 aan de gootbalk 6 op een, nabij het uiteinde ervan gelegen plaats is bevestigd, en waarvan de korte steel 23 ten dele binnen de sleufvormige opening 20 is opgenomen, en aldaar met de drager 19 onder gebruikmaking van een rollagermechanisme 24 samenwerkt. In de weergegeven uitvoeringsvorm omvat het rollagermechanisme 24 een tweetal kleine, gescheiden opgesteld en draaibaar op een as 25 aangebrachte wielen 26, waarbij het midden van de as 25 op het uiteinde van de korte steel 23 van het haakvormig orgaan 21 aangrijpt. De kokervormige drager 19, welke langs een zijkant van de af te sluiten dak- en gevelopening wordt aangebracht, kan ook voor het afvoeren van het door de gootbalk 6 verzamelde regenwater nog zijn voorzien van een regengoot of plakplaat 27, welke in de onderhavige uitvoeringsvorm aan drager 19 is bevestigd, en wel zodanig, dat een opstaande gootrand 28 aan dat zijvlak van drager 19 is bevestigd, waarlangs geen bewegingen van de haakvormige organen 21 plaatsvinden. Een plakplaat onderscheidt zich van een afvoergoot doordat deze niet twee, maar een opstaande wand bezit, terwijl het horizontale gedeelte rust op het aangrensende dak, en daaraan is bevestigd. Bij gebruik van een enkele regengoot c.q. plakplaat 27 zijn de niet op die regengoot lozende uiteinden van de gootbalken 6 afgesloten.In this embodiment, the guide track 18 comprises a tubular support 19, which is provided at the bottom with a longitudinally extending slit-shaped opening 20. Furthermore, the guide track 18 per gutter beam is further provided with a hook-shaped member 21, the long stem 22 of which is attached to the gutter beam 6. is secured in a location adjacent its end, the short stem 23 of which is received partly within the slot-shaped opening 20, and there interacts with the carrier 19 using a roller bearing mechanism 24. In the illustrated embodiment, the roller bearing mechanism 24 comprises two small wheels 26 arranged separately and rotatably mounted on a shaft 25, the center of the shaft 25 engaging the end of the short stem 23 of the hook-shaped member 21. The tubular support 19, which is arranged along a side of the roof and facade opening to be closed, can also be provided with a rain gutter or adhesive plate 27, which in the present embodiment can also be used to discharge the rain water collected by the gutter beam 6. carrier 19 is attached, such that an upright gutter edge 28 is attached to that side surface of carrier 19, along which no movements of the hook-shaped members 21 take place. An adhesive plate differs from a gutter in that it has not two, but an upright wall, while the horizontal part rests on and is attached to the adjacent roof. When using a single rain gutter or adhesive plate 27, the ends of the gutter beams 6 which do not discharge onto that rain gutter are closed.

Een wind- en waterdichte afsluiting is voorts nog vereist tussen de kokervormige drager 19 en de zijpanelen 11; hiertoe is de naar de zijpanelen 11 toegekeerde zijkant van de kokervormige drager 19 (of van de regengoot c.q. plakplaat 27) voorzien van een tochtstrip 29 van soepel, buigzaam materiaal, welke strip bij een uitgeschoven stand van de afsluitinrichting 1 de ruimte tussen de zijpanelen 11 en de zijkant van de kokervormige drager 19 (of van de regengoot c.q. plakplaat 27) geheel winddicht afsluit. Zo'n waterdichte afsluiting wordt verkregen met behulp van een slab 30 van buigzaam materiaal welke zijwaarts gericht op de buitenzijde van het zijpaneel 11 met behulp van bijvoorbeeld montagestrips is bevestigd. Deze strips mogen evenwel niet doorlopen tot de tussen de halfdelen 9 en 10 opgenomen scharnierverbinding 12 teneinde het naar binnen draaien van deze halfdelen bij het opeenschuiven van het samenstel van panelen niet te bemoeilijken.A wind and watertight seal is furthermore required between the tubular support 19 and the side panels 11; for this purpose the side of the tubular support 19 (or of the rain gutter or adhesive plate 27) facing the side panels 11 is provided with a draft strip 29 of flexible, flexible material, which strip, when the closing device 1 is extended, the space between the side panels 11 and closes the side of the tubular support 19 (or of the rain gutter or adhesive plate 27) completely windproof. Such a watertight seal is obtained with the aid of a bib 30 of flexible material which is attached sideways to the outside of the side panel 11 by means of, for example, mounting strips. However, these strips must not continue until the hinge connection 12 accommodated between the half parts 9 and 10 in order not to complicate the inward turning of these half parts when the assembly of panels is pushed together.

Het in- en uitschuiven van het samenstel van de panelen 2 kan zowel handmatig als motorisch geschieden. Bij een motorische bediening van de afsluitinrichting 1 is de afsluitinrichting voorts nog voorzien van een zogenaamde kettinggoot 31, waarin een ketting 32 over de volle lengte van de goot rondloopt over het tot de motor behorende kettingwiel (aan het ene uiteinde van de afsluitinrichting 1) en het op de keeras aangebrachte kettingwiel c.q. kettingspanner (aan het andere uiteinde van de afsluitinrichting). Aan deze ketting 32 is het aan het schuifbaar uiteinde van de afsluitrichting 1 gelegen paneel gemonteerd. Het verdient de voorkeur een kettinggoot 31 met toebehoren aan beide zijkanten van de afsluitinrichting 1 op te nemen en de bewegingen van de beide kettingen 32 synchroom te laten verlopen.The assembly of the panels 2 can be slid in and out both manually and by motor. In the case of a motorized operation of the shut-off device 1, the shut-off device is furthermore provided with a so-called chain gutter 31, in which a chain 32 runs around the full length of the gutter over the chain wheel belonging to the motor (at one end of the shut-off device 1) and the sprocket or chain tensioner mounted on the reverse shaft (at the other end of the closing device). The panel located on the slidable end of the closing direction 1 is mounted on this chain 32. It is preferable to receive a chain tray 31 with accessories on both sides of the closing device 1 and to let the movements of the two chains 32 run synchronously.

Een tweede moge lijke uitvoeringsvorm van een afsluitinrichting voor een dak- of gevelopening is in Fig. 3 weergegeven. Deze afsluitinrichting is van het type, dat voorzien is van een samenstel van ten dele over elkaar heen schuifbare panelen (33a, 33b, 33c en 33d). Een dergelijk paneel is uit twee vlakvormige of enigszins gebogen platen van transparant of van anderszins niet deformeerbaar materiaal vervaardigd, welke met behulp van afstandschotjes op afstand van elkaar worden gehouden. In deze figuur zijn een viertal panelen van dat type weergegeven, waarvan de panelen 33b, 33c en 33d elk schuifbaar over het dak-of gevelopening en ten dele over elkaar zijn uitgevoerd. Hiertoe is > elk der panelen ( 33b, 33c en 33d ) aan elk van de in de bewegings- richting verlopende zijkant voorzien van een wielstelsel met ophanging 34. Een wielstelsel, dat bijvoorbeeld een tweetal wieltjes 35 en 36 kan omvatten, is opgenomen in een geleidebaan 18. Het eerste paneel 33a is vast in de dak- of gevelopening opgesteld, waardoor het tweede paneel 33b, dat iets hoger ligt dan paneel 33a, over paneel 33a heen tegen de muur van de dak- of gevelopening kan worden geschoven. Ten gunste van de stabiliteit zullen bijvoorbeeld de beide wieltjes 35 en 36 op gelijke afstand uit het midden van het paneel worden gepositioneerd. Dit is niet nodig voor het eerste en het laatste schuifbare paneel 33b en 33d, alwaar de wielen, welke als de buitenste wielen ten opzichte van alle wielstelsels fungeren, naar het uiteinde van de zijkant kunnen zijn verplaatst. Elk tweetal aangrenzende panelen omvat een aanslagrand 37 om te voorkomen, dat de panelen van elkaar kunnen worden weggeschoven. Ter verkrijging van verdere stabiliteiten ter wering van tocht en regen in de dak-of gevelopening is de met paneel 33d samenwerkende wand voorzien van een sluitbalk 38 met opvangruimte, waarin de buitenkant van paneel 33d kan aanliggen.A second possible embodiment of a closing device for a roof or facade opening is shown in FIG. 3 is shown. This closing device is of the type which is provided with an assembly of panels which can be partly slid over one another (33a, 33b, 33c and 33d). Such a panel is made of two planar or slightly curved plates of transparent or otherwise non-deformable material, which are kept at a distance from each other by means of spacers. In this figure four panels of that type are shown, of which the panels 33b, 33c and 33d are each slidable over the roof or facade opening and partly over each other. For this purpose, each of the panels (33b, 33c and 33d) is provided on each of the moving sides with a wheel system with suspension 34. A wheel system, which may for instance comprise two wheels 35 and 36, is included in a guideway 18. The first panel 33a is fixed in the roof or facade opening, so that the second panel 33b, which is slightly higher than panel 33a, can be slid over panel 33a against the wall of the roof or facade opening. For the sake of stability, for example, both wheels 35 and 36 will be equally spaced from the center of the panel. This is not necessary for the first and last slidable panels 33b and 33d, where the wheels, which act as the outer wheels relative to all wheel assemblies, can be moved to the end of the side. Each pair of adjacent panels includes a stop edge 37 to prevent the panels from sliding apart. In order to obtain further stability to prevent drafts and rain in the roof or facade opening, the wall cooperating with panel 33d is provided with a closing beam 38 with collecting space, in which the outside of panel 33d can abut.

Ten opzichte van de eerste uitvoeringsvorm van de afsluitinrichting, weergegeven in Fig. 1, heeft die van Fig. 3 het nadeel van een meer beperkte opening, wanneer alle panelen zoveel mogelijk over elkaar zijn geschoven. Vormt de afstand tussen twee wieltjes een fractie a van de totale lengte van een paneel, dan is theoretisch te berekenen, dat ten hoogste een fractie a van de dak-of gevelopening geopend kan worden. Een gunstiger resultaat, maar met een meer gecompliceerde constructie wordt verkregen met de uitvoeringsvorm van Fig. 4. Daar deze uitvoeringsvorm enigszins gelijkt op die van Fig. 3 zal hier slechts op de essentiele verschilpunten tussen de beide uitvoeringsvormen worden ingegaan. Het uitgangspunt is, dat afgezien van het eerste paneel 33a, dat vast aan de muur is aangebracht, ieder volgend paneel aan iedere met de bewegingsrichting verlopende zijkant een tweetal maximaal uit elkaar geplaatste wieltjes bezit, waarvan er één (35) in de gemeenschappelijke geleidebaan 18 staat opgesteld, en het andere wieltje (36) geplaatst is in een op het voorafgaande, lager gelegen paneel aangebrachte geleidebaan.With respect to the first embodiment of the closing device shown in Fig. 1, that of FIG. 3 the disadvantage of a more limited opening, when all panels have been pushed over each other as much as possible. If the distance between two wheels forms a fraction a of the total length of a panel, it can be theoretically calculated that at most a fraction a of the roof or facade opening can be opened. A more favorable result, but with a more complicated construction, is obtained with the embodiment of FIG. 4. Since this embodiment is somewhat similar to that of FIG. 3, only the essential points of difference between the two embodiments will be discussed here. The starting point is that, apart from the first panel 33a, which is fixed to the wall, each subsequent panel has two wheels at a maximum distance from each other on the side running in the direction of movement, one of which (35) in the common guideway 18 is positioned, and the other wheel (36) is placed in a guideway mounted on the previous lower panel.

In Fig. 5 is een bijzondere toepassing van een afsluitinrichting voor een dakopening, ter verkrijging van een dakkapel 39 weergegeven, waarbij het samenstel van panelen 2 slechts uit een tweetal dezer panelen bestaat. Wanneer een dak onder een hoek van 45 graden verloopt, zijn de zijpanelen 11 gelijkvormig aan elkaar. Verloopt het dak echter onder een andere hellingshoek, dan verdelen de zijpanelen 11 het op te vullen driehoekig zijvlak volgens de zwaartelijn; de genoemde halfdelen 9 en 10 stemmen met ekaar dan slechts overeen in grootte van het oppervlak. De gootbalk 6 voor de onderzijde van het laagst gelegen paneel 22 heeft hier plaats gemaakt voor een waterdichte afdichtstrip 40.In FIG. 5 shows a special application of a closing device for a roof opening to obtain a dormer 39, wherein the assembly of panels 2 only consists of two of these panels. When a roof extends at an angle of 45 degrees, the side panels 11 are uniform to each other. However, if the roof runs at a different angle of inclination, the side panels 11 divide the triangular side surface to be filled according to the center of gravity; the said half-parts 9 and 10 correspond to each other only in size of the surface. The gutter beam 6 for the underside of the lowest-lying panel 22 has here made way for a watertight sealing strip 40.

Het horizontale paneel 2 kan aan de randen voorzorgshalve nog van gootwanden 41 worden voorzien, waarop een regenafvoer 42 is aangesloten.The horizontal panel 2 can still be provided with gutter walls 41 on the edges, to which a rain drain 42 is connected.

Zoals in Fig. 6 is weergegeven, is het moge lijk aan de achterzijde van het opklapbare gedeelte van het dakkapel een gootbalk 6 aan te brengen voor het lozen van water, wanneer het dakpaneel 2 van de dakkapel achterover wordt geklapt. De achterzijde van het dakpaneel 2 is voorzien van een afdeklijst 42 welke opgebouwd is uit middels een klikverbinding op elkaar te bevestigen delen, met een aan de achterzijde bevestigd afwateringsflap 43. Voorts kan de motorische aandrijving vervangen worden door een handmatig te bedienen aandrijf inrichting met slinger (windwerk). Verder is het mogelijk om in plaats van een ketting 32 een band of kabel in de aandrijving naar het weg te schuiven paneel 2 op te nemen. Elke drager 19 is daarbij aan de bovenzijde voorzien van een schuifband, welke strak gespannen tussen twee in de uiteinden van de drager 19 weggewerkte wikkelrollen heen en weer kan worden bewogen. Op elke schuifband is een klos aangebracht, waarop het desbetreffende laagst gelegen hoekpunt van het schuifbare deel van het dakkapel is bevestigd.As shown in Fig. 6, it is possible to provide a gutter beam 6 for the discharge of water at the rear of the folding part of the dormer, when the roof panel 2 of the dormer is folded backwards. The rear side of the roof panel 2 is provided with a cover strip 42 which is built up of parts which can be attached to each other by means of a snap connection, with a drainage flap 43 attached to the rear. (wind work). Furthermore, instead of a chain 32, it is possible to receive a band or cable in the drive towards the panel 2 to be slid away. Each carrier 19 is thereby provided at the top with a sliding belt, which can be moved to and fro tightly between two winding rollers concealed in the ends of the carrier 19. A spool is mounted on each sliding belt, to which the respective lowest corner point of the sliding part of the dormer window is attached.

Een andere moge lijke oplossing met betrekking tot de schuifbaarheid van het dakkapel wordt verkregen met twee zgn. schuifraamveren, waarvan de beide wikkelrollen in het hoogste deel van de drager 19 zijn opgenomen, en waarvan de lossse uiteinden aan de laagste hoekpunten van het schuifbare deel van het dakkapel zijn bevestigd.Another possible solution with regard to the sliding capacity of the dormer is obtained with two so-called sliding window springs, the two wrapping rollers of which are accommodated in the highest part of the carrier 19, and of which the loose ends at the lowest corners of the sliding part of the the dormer are attached.

Een mogelijke uitvoeringsvorm van een handmatig te bedienen aandrijfinrichting met bandgeleiding voor een dakkapel is in Fig. 7 weergegeven. In deze figuur is met verwijzingscijfer 43 een opstaande zijwand van een met een dakkapel af te sluiten dakkamer weergegeven. Op deze zijwand 43 is de kokervormige drager 19 aangebracht, waarbinnen de geleidingsband schuifbaar is opgenomen. De topzijde van drager 19 is voorzien van twee, zich zijwaarts uitstrekkende vleugels 44, waarover een blokvormig element 45 schuifbaar is aangebracht. Hiertoe is het blokvormig element 45 voorzien van twee opstaande wanden 46 welke aan de binnenzijde een sleufvormige uitsparing 47 omvatten voor een glijdende opname van de tot de drager 19 behorende vleugels 44.A possible embodiment of a manually operated drive device with belt guide for a dormer window is shown in Figs. 7 is shown. In this figure, reference numeral 43 shows an upright side wall of a roof chamber to be closed with a dormer. The tubular support 19 is arranged on this side wall 43, within which the guide band is slidably received. The top side of carrier 19 is provided with two laterally extending wings 44, over which a block-shaped element 45 is slidably mounted. For this purpose, the block-shaped element 45 is provided with two upright walls 46 which on the inside comprise a slit-shaped recess 47 for a sliding accommodation of the wings 44 belonging to the carrier 19.

Ter verkrijging van de benodigde koppeling tussen het element 45 en de geleidingsband is in de geleidingsband een koppelstuk 48 met een schroefdraadholte 49 opgenomen, en is de kokervormige drager 19p aan de overeenkomstige zijde voorzien van een lange sleufvormige opening voor een gemakkelijke toegang van een bout of schroef tot de holte van genoemd orgaan 48, en is het element 45 aan dezelfde zijde voorzien van een boorgat 50, waardoor de bout of schroef kan worden gestoken en via de sleuf in drager 19 in de holte 49 van het orgaan kan worden bevestigd.In order to obtain the necessary coupling between the element 45 and the guide band, a coupling piece 48 with a threaded cavity 49 is incorporated in the guide band and the tubular support 19p is provided on the corresponding side with a long slot-shaped opening for easy access of a bolt or screw to the cavity of said member 48, and the element 45 is provided on the same side with a borehole 50 through which the bolt or screw can be inserted and secured via the slot in carrier 19 into the cavity 49 of the member.

Voorts kan een zijwand van de drager 19 nog doorlopen in een daarmee verbonden zijnde regengoot 51.Furthermore, a side wall of the carrier 19 can still continue in a rain gutter 51 connected thereto.

Een zeer bijzondere uitvoeringsvorm van een wegschuifbaar dakkapel 39 middels een afsluitinrichting 1 overeenkomstig de uitvinding is in Fig. 8 weergegeven en verkrijgt men door het verticale, aan de voorzijde geplaatste paneel 2 van het dakkapel 39 te laten bestaan uit een lijstvormige drager 52, waarin eveneens een samenstel 53 van panelen is opgenomen, welk samenstel omhoog of zijwaarts verschuifbaar is aangebracht.A very special embodiment of a retractable dormer 39 by means of a closing device 1 according to the invention is shown in FIG. 8 and is obtained by letting the vertical panel 2 of the dormer 39, which is placed at the front, consist of a frame-shaped carrier 52, in which an assembly 53 of panels is also included, which assembly is arranged upwards or sideways.

De plaatsing van een afsluitinrichting 1 is niet beperkt tot een opening in een horizontaal vlak of hellend vlak; zij kan ook in verticale richting worden opgesteld, bijvoorbeeld in wandopeningen.The placement of a closing device 1 is not limited to an opening in a horizontal plane or inclined plane; it can also be arranged in a vertical direction, for example in wall openings.

Voorts zijn nog andere uitvoeringsvormen van een afsluitinrichting voor een dak-, wand- of gevelopening bekend, welke zich lenen voor toepassing van de uitvinding. Een aantal uitvoeringsvormen van afsluitinrichtingen zijn onder andere bekend uit de octrooipublicaties DE-A-26 55 235 en FR-A-2 420 617.Furthermore, other embodiments of a closing device for a roof, wall or facade opening are known, which lend themselves to the application of the invention. A number of embodiments of closing devices are known, inter alia, from patent publications DE-A-26 55 235 and FR-A-2 420 617.

Op welke wijze de voornoemde uitvoeringsvormen uitgebouwd kunnen worden overeenkomstig de doelsstelling van de uitvinding zal aan de hand van Fig. 9 worden uiteengezet. In Fig. 9 is op schematische wijze een afsluitinrichting weergegeven, welke een rechthoekig raamwerk 54 toont, waarvan de lange zijden 55 als geleidebaan 18 zijn uitgevoerd. De afsluitinrichting toont voorts een viertal panelen 56a, 56b, 56c en 56d van het type (2) zoals dat in Fig. 1 is uiteengezet. De topdelen van de panelen 56a en 56b en tevens die van 56c en 56d werken onder gebruikmaking van een scharnierverbinding 16 met elkaar samen, terwijl de onderzijden van de panelen 56b en 56c onder gebruikmaking van een scharnierende verbinding aan de opstaande randdelen van gootbalk 6 zijn bevestigd. Ook de onderzijde van paneel 56d is scharnierend op een gootbalk 6 aangebracht. De uit halfdelen 9 en 10 samengestelde zijpanelen 11 zijn middels een scharnierverbinding 12 met elkaar verbonden, terwijl voorts elk der halfdelen 9 en 10 met het aangrenzende afsluitpaneel eveneens scharnierend (13) met elkaar zijn verbonden. De uiteinden van de gootbalken 6 zijn ieder voorzien van een wielstelsel, dat aanligt in de respectievelijke geleidebaan 18.How the aforementioned embodiments can be developed in accordance with the object of the invention will be explained with reference to FIG. 9 are outlined. In FIG. 9, a closure device is schematically shown, which shows a rectangular frame 54, the long sides 55 of which are designed as guide path 18. The closure device further shows four panels 56a, 56b, 56c and 56d of the type (2) as in Fig. 1 has been explained. The top parts of the panels 56a and 56b and also those of 56c and 56d cooperate using a hinge connection 16, while the bottom sides of the panels 56b and 56c are attached to the upright edge parts of gutter beam 6 using a hinged connection . The bottom side of panel 56d is also hinged on a gutter beam 6. The side panels 11 composed of half-parts 9 and 10 are connected to each other by means of a hinge connection 12, while each of the half-parts 9 and 10 are also hingedly connected to each other with the adjacent closing panel (13). The ends of the gutter beams 6 are each provided with a wheel system, which abuts in the respective guideway 18.

Bij de alhier weergegeven uitvoeringsvorm van de afsluitinrichting . wordt ervan uitgegaan, dat het aandrijfmechanisme voor het in- en uitschuiven van de paneelelementen met behulp van een (bij de geleidebaan 18 aangebrachte) kettinggoot (31) handmatig gebeurt. De afsluitinrichting is voorzien van een ontsluitingsmechanisme 57, welke ten doel heeft om in geval van noodsituaties de . afsluitinrichting snel en eenvoudig in geopende toestand te krijgen. Hiertoe omvat het ontsluitingsmechanisme 57 veeropspanmiddelen 58, welke door het manueel te bedienen aandrijfmechanisme - bij het dichtschuiven van de dakopening met de afsluitpanelen - in opgespannen toestand worden gebracht. In de . alhier weergegeven uitvoeringsvorm zijn de veeropspanmiddelen 58 als een torsieveer, dat rond een roteerbare rol 59 is gedraaid, uitgevoerd. De uiteinden van de rol 59 zijn onder gebruikmaking van lagerbussen bevestigd aan de geleidebanen 18. De torsieveer 58 is aan één uiteinde bijv. het linkeruiteinde bevestigd aan de . rol 59, en aan het andere uiteinde, in casu het rechteruiteinde, aan een vast punt ten opzichte van het raamwerk 54. Voorts omvat het ontsluitingsmechanisme een tweetal opwindtrommels 60, waaraan één uiteinde van een kabel of ketting 61 is vastgemaakt. Het andere uiteinde van de kabel of ketting 61 is bevestigd aan een . der paneelelementen. Wanneer de afsluitinrichting in uitgeschoven positie wordt gedraaid, zal de kabel of ketting 61 van de opwindtrommels 60 worden gedraaid, en zal de torsieveer 58 gede-tordeerd worden en daardoor onder spanning komen te staan. Zodra de afsluitinrichting in de uitgeschoven positie is gebracht, • dient er een arreteermechanisme 62 in werking te worden gesteld om te voorkomen, dat de afsluitinrichting onder de werking van de torsieveer 58 en met behulp van de kabels 61 weer wordt opengetrokken. Het arreteermechanisme 62 is in deze uitvoeringsvorm als een in- en uitschakelbare kleefmagneet (electromagneet) uitgevoerd. De afsluitinrichting is voorts voorzien van een rookmeldsensor 63 welke bij detectie van rookomtwikkeling het arreteermechanisme 62 de-blokkeert, waardoor als gevolg van de opgespannen torsieveer 58 de afsluitinrichting automatisch wordt geopend. Teneinde een gelijkmatige inschuifbeweging van het samenstel van panelen te verkrijgen is de afsluitinrichting voorzien van een vertragingsmechanisme 64, welke in deze uitvoeringsvorm een middels een kettingoverbrenging 65 samenwerkend tandwielpaar 66 omvat, waarvan er één op de rol 59 is bevestigd, en het andere tandwiel in een als vloeistofrem uitgevoerde behuizing 67 gelagerd is. Deze behuizing is vast verbonden aan het raam of framewerk 54. In plaats van de rol 59 met de torsieveer kunnen de veermiddelen 58 ook worden geacht geïntegreerd te zijn in de kabel 61. De kabel 61 wordt dan vervangen door een spiraal- of trekveer, waarvan het ene uiteinde bevestigd is aan de balkgoot 6 van een paneel en het andere uiteinde van de korte zijde, waarheen de veer het samenstel van panelen moet trekken. In dit geval dient het vertragingsmechanisme 64 in samenwerkende toestand te worden gebracht met het aandrijfmechanisme bij de geleidebaan 18.In the embodiment of the closing device shown here. it is assumed that the drive mechanism for retracting and retracting the panel elements is carried out manually by means of a chain trough (31) arranged at the guide path 18. The closing device is provided with a unlocking mechanism 57, the purpose of which is to release the in case of emergency. get the shut-off device open quickly and easily. To this end, the unlocking mechanism 57 comprises spring clamping means 58, which are brought into a tensioned position by the manually operated drive mechanism - when the roof opening is closed with the closing panels. In the . In the embodiment shown here, the spring clamping means 58 are designed as a torsion spring, which is rotated around a rotatable roller 59. The ends of the roller 59 are attached to the guideways 18 using bearing bushes. The torsion spring 58 is attached at one end, e.g., the left end, to the. roller 59, and at the other end, in this case the right-hand end, at a fixed point relative to the frame 54. Furthermore, the opening mechanism comprises two winding drums 60 to which one end of a cable or chain 61 is attached. The other end of the cable or chain 61 is attached to one. of the panel elements. When the shut-off device is rotated in the extended position, the cable or chain 61 of the winding drums 60 will be rotated, and the torsion spring 58 will be dislocated and thereby under tension. As soon as the closing device has been brought into the extended position, a locking mechanism 62 must be actuated to prevent the closing device from being pulled open again under the action of the torsion spring 58 and with the aid of the cables 61. In this embodiment, the locking mechanism 62 is designed as an on and off switchable adhesive magnet (electromagnet). The closing device is furthermore provided with a smoke detector sensor 63 which, upon detection of a smoke wrapping, unlocks the locking mechanism 62, whereby the closing device is opened automatically as a result of the tensioned torsion spring 58. In order to obtain an even insertion movement of the assembly of panels, the closing device is provided with a retarding mechanism 64, which in this embodiment comprises a gear pair 66 cooperating by means of a chain transmission 65, one of which is mounted on the roller 59, and the other gear in a housing 67 designed as a liquid brake has bearings. This housing is fixedly connected to the frame or framework 54. Instead of the roller 59 with the torsion spring, the spring means 58 can also be considered to be integrated in the cable 61. The cable 61 is then replaced by a spiral or tension spring, of which one end is attached to the beam gutter 6 of a panel and the other end to the short side, to which the spring is to pull the panel assembly. In this case, the retarding mechanism 64 must be brought into co-operating condition with the driving mechanism at the guideway 18.

Een gewijzigde uitvoeringsvorm van een afsluitinrichting, welke met een electrisch aandrijfmechanisme is uitgerust, is in Fig. 10 weergegeven. De in Fig. 10 voorkomende elementen, welke een overeenkomstige betekenis hebben met in Fig. 9 voorkomende elementen, zijn overeenkomstig genummerd, en zullen niet nader worden toegelicht. De in Fig. 10 weergegeven uitvoeringsvorm van een afsluitinrichting bezit een electromotor 68 als aandrijfmechanisme, welke via een op de aandrijfas 69 aangebrachte mag-neetkoppeling 70 en onder toepassing van overbrengingsmiddelen 71 aangrijpt op de roterende rol. De aandrijfas 69 is gelagerd aangebracht in een aan de geleidebaan 18 bevestigde behuizing 72 en de overbrengingsmiddelen 71 zijn ook hier uitgevoerd als een middels een kettingoverbrenging samenwerkend tandwielpaar, waarvan er één op de rol 59 is bevestigd, terwij1 het andere tandwiel op dat deel van de aandrijfas 69 is aangebracht, dat niet rechtstreeks met de electrometer 68 in verbinding staat.A modified embodiment of a shut-off device equipped with an electric drive mechanism is shown in FIG. 10 are shown. The one shown in FIG. 10 occurring elements, which have a corresponding meaning with in fig. 9 common elements, are numbered accordingly, and will not be explained in more detail. The one shown in FIG. 10, an embodiment of a shut-off device has an electric motor 68 as a driving mechanism, which engages the rotating roller via a magnetic coupling 70 mounted on the drive shaft 69 and using transmission means 71. The drive shaft 69 is mounted in bearings in a housing 72 fastened to the guide track 18 and the transmission means 71 are here also designed as a pair of gears cooperating by means of a chain transmission, one of which is mounted on the roller 59, while the other sprocket is mounted on that part of the drive shaft 69 is provided which is not in direct communication with the electrometer 68.

De electromotor 68 brengt bij een ingeschakelde magneetkoppe-ling 70 de rol 59 in rotatie, welke daarmee de aandrijfketting in de geleidebaan 18 in beweging brengt, en daarbij de paneeldelen uit elkaar doet schuiven. Daarbij wordt de torsieveer 58 in een opgespannen toestand gebracht. Zodra de electromotor 68 niet meer bekrachtigd wordt, geraakt deze motor in een blokkeerstand, en komt de afsluitinrichting in een ruststand. De inrichting is voorts voorzien van een rookmeldsensor 63 welke bij detectie van rookontwikkeling de magneetkoppeling 70 in ontkoppelde toestand brengt, waardoor de torsieveer 58 zal terugdraaien, waarbij de schuifpanelen in een samengeschoven positie worden gebracht. De beweging van deze schuifpanelen wordt daarbij afgeremd met een vloeistofrem 67. In plaats van een samenstel van panelen als beschreven is in Figuren 1, 5 en 8 is het ook moge lijk panelen van een ander type te gebruiken zoals bijvoorbeeld in Fig. 3 en 4 zijn beschreven. De afsluitinrichting overeenkomstig de uitvinding kan met voordeel worden voorzien van een ladder 73, welke in gesloten toestand van de afsluitinrichting in een opgetrokken toestand verkeert, maar bij het opengaan van de afsluitinrichting en dus bij rookontwikkeling c.q. brandalarm wordt neergelaten. Zoals Fig.11 laat zien, is hiertoe de bovenzijde van de ladder 73 onder gebruikmaking van een horizontale draaiingsas 74 draaibaar aan die zijde van het raamwerk gekoppeld, waar de panelen in samengeschoven toestand staan opgesteld.When the magnetic coupling 70 is switched on, the electric motor 68 rotates the roller 59, which thereby moves the drive chain in the guideway 18, thereby causing the panel parts to slide apart. Thereby, the torsion spring 58 is brought into a tensioned state. As soon as the electric motor 68 is no longer energized, this motor enters a blocking position and the shut-off device enters a rest position. The device is furthermore provided with a smoke detector sensor 63 which, upon detection of smoke development, places the magnetic coupling 70 in a disengaged state, whereby the torsion spring 58 will rotate back, whereby the sliding panels are brought into a collapsed position. The movement of these sliding panels is slowed down with a liquid brake 67. Instead of an assembly of panels as described in Figures 1, 5 and 8, it is also possible to use panels of a different type, such as for instance in Fig. 3 and 4 are described. The shut-off device according to the invention can advantageously be provided with a ladder 73, which in the closed state of the shut-off device is in a raised state, but is lowered when the shut-off device opens and thus upon smoke development or a fire alarm. To this end, as shown in Fig. 11, the top of the ladder 73 is rotatably coupled to that side of the frame using a horizontal axis of rotation 74, where the panels are disposed in a collapsed state.

De draaiingsas mag zich natuurlijk niet onder de panelen bevinden, wanneer zij in samengeschoven toestand verkeren, daar anders de vluchtende mensen niet onder de panelen kunnen wegkomen. Voorts is aan de onderzijde van een der gootbalken 6 een ophangbeugel 75 bevestigd, waarover een ander deel van de ladder 73 komt te rusten. Het rustpunt van de ladder 73 op de ophangbeugel 75 ligt lager dan de draaiingsas 74. Zodra de panelen naar elkaar worden geschoven, zakt de ladder 73 vanzelf omlaag.The axis of rotation should of course not be under the panels when they are in a collapsed state, otherwise the fleeing people cannot get out from under the panels. Furthermore, a suspension bracket 75 is secured to the underside of one of the gutter beams 6, over which another part of the ladder 73 comes to rest. The resting point of the ladder 73 on the suspension bracket 75 is lower than the axis of rotation 74. As soon as the panels are pushed together, the ladder 73 automatically lowers.

•Wanneer de afsluitinrichting tevens voor ventilatiedoeleinden moet worden gebruikt, is het niet zinvol om telkens bij het samenschuiven van de panelen de ladder 73 omlaag te doen zakken.• If the closing device is also to be used for ventilation purposes, it is not useful to lower the ladder 73 every time the panels are pushed together.

Met voordeel kunnen dan de ontsluitingsmiddelen nog worden voorzien van een electromagneet (kleefmagneet) 76, welke op een vast punt onder de afsluitinrichting staat opgesteld, en welke op een ijzeren deel aan het benedenuiteinde van de ladder 73 aangrijpt. Deze electromagneet 76 wordt bestuurd door de rookmeldsensor 63. Wanneer nu de afsluitinrichting voor ventilatiedoeleinden wordt geopend bijvoorbeeld met de electromotor 68 zal de electromagneet de ladder 73 blijven vasthouden, terwijl de ophangbeugel 75 bij het samenschuiven van de panelen onder de ladder 73 doorschuift. Wordt daarentegen een brandalarm gedetecteerd, dan wordt het contact tussen de electromagneet 76 en de ladder 73 verbroken, en zal de ladder 73, wanneer de panelen worden samengeschoven, en de ophangbeugel 75 in de richting van de draaiingsas 74 wordt bewogen, omlaag kantelen. Fig. 4 is op identieke wijze als in Fig.ll voorzien van een ladder, welke in gesloten toestand van de afsluitinrichting in een opgetrokken toestand verkeert, maar bij het opengaan van de afsluitinrichting dus bij een alarm wordt neergelaten.The unlocking means can then advantageously also be provided with an electromagnet (adhesive magnet) 76, which is arranged at a fixed point under the closing device, and which engages on an iron part at the bottom end of the ladder 73. This electromagnet 76 is controlled by the smoke detector sensor 63. When the closing device is now opened for ventilation purposes, for example with the electromotor 68, the electromagnet will continue to hold the ladder 73, while the suspension bracket 75 slides under the ladder 73 when the panels are pushed together. On the other hand, if a fire alarm is detected, the contact between the electromagnet 76 and the ladder 73 is broken, and when the panels are pushed together, the ladder 73 will tilt downwards in the direction of the axis of rotation 74. Fig. 4 is provided in an identical manner as in Fig. 11 with a ladder, which in the closed state of the closing device is in a raised state, but is thus lowered when the closing device opens when an alarm is triggered.

Het is voorts raadzaam om op een electrisch te bedienen afsluitinrichting tevens een manueel bedienbaar aandrijfmechanisme aan te brengen, welke gebruikt kan worden in geval van stroomuitval.It is also advisable to provide a manually operated drive mechanism on an electrically operated shut-off device, which can be used in the event of a power failure.

Wordt de afsluitinrichting niet alleen als vlucht luik maar ook voor ventilatiedoeleinden gebruikt, dan is het van voordeel de afsluitinrichting te laten bedienen door een detectieenheid met afzonderlijke sensoren voor wind, regen zonneschijn en eventueel de buitentemperatuur.If the shut-off device is used not only as an escape hatch, but also for ventilation purposes, it is advantageous to have the shut-off device operated by a detection unit with separate sensors for wind, rain, sunshine and possibly the outside temperature.

Genoemde brandmeldsensor kan voorts vervangen dan wel gecombineerd worden met een sensor welke reageert op aanwezigheid van giftige gassen of schadelijke dampen.Said fire detector can also be replaced or combined with a sensor that responds to the presence of toxic gases or harmful vapors.

Een aldus beschreven afsluitinrichting is goed inpasbaar in een brandvluchtsysteem om mensen, die zich in een gebouw bevinden, waarin een brand- of rookalarm wordt gegeven, een veilig heenkomen te bieden. In zo’n brandvluchtsysteem dienen mensen, die van de afsluitinrichting gebruik maken, en daardoor het dak van het gebouw opvluchten, de gelegenheid te krijgen om weer veilig op de begane grond te komen. Zoals Fig. 12 laat zien, kan daartoe een gebouw 77 langs de buitenmuren met voordeel worden voorzien van brandtrappen 78, die bijvoorbeeld tussen een aantal boven elkaar gelegen balkons 79 zijn aangebracht. Wanneer deze brandtrappen 78 vast opgesteld staan, bieden zij inbrekers een uitstekende mogelijkheid om het dak 80 van zo’n gebouw 77 te bereiken, om vandaar het gebouw binnen te dringen. Om dit te voorkomen kan het principe van een afsluitinrichting 1 met neerklapbaar uitgevoerde ladder 73 bijzonder goed bij genoemde balkons 79 worden toegepast. Daartoe dient in de vloer 81 van zo'n balkon 79 een rechthoekige vloeropening of- gat (doorlaatopening) 82 aanwezig te zijn, en dient aan de onderzijde van het balkon 79 nabij de rand van de opening 82 een ladder 73 draaibaar en neerklapbaar te zijn aangebracht. Zolang de ladder 73 niet gebruikt wordt, bevindt deze zich in omhoog geklapte toestand tegen de balkonvloer 81, en wordt de ladder 73 in die stand vastgehouden met behulp van (niet in de figuur weergegeven) elektrisch bedienbare kleefmagneten 76, die op geschikte plaatsen aan de onderzijde van de balkonvloer 81 zijn bevestigd. Deze kleefmagneten 76 zijn aangesloten op het meldsysteem 63. De vloeropening 82 in het balkon 79 is aan de bovenzijde nog afgesloten met een draaibaar uitgevoerd vloerluik of- deksel 83, dat scharnierpunten bezit aan de rand van de vloeropening 82.A shut-off device thus described can be readily integrated into a fire escape system in order to provide a safe haven for people who are in a building in which a fire or smoke alarm is given. In such a fire escape system, people who use the shut-off device, and who therefore flee from the roof of the building, should be given the opportunity to return safely to the ground floor. As Fig. 12, to this end a building 77 along the outer walls can advantageously be provided with fire escapes 78, which are arranged for instance between a number of balconies 79 situated one above the other. When these fire escapes 78 are fixed, they provide burglars with an excellent opportunity to reach the roof 80 of such a building 77, from which to enter the building. To prevent this, the principle of a closing device 1 with a fold-down ladder 73 can be applied particularly well with said balconies 79. For this purpose, a rectangular floor opening or hole (passage opening) 82 must be present in the floor 81 of such a balcony 79, and a ladder 73 must be rotatable and foldable on the underside of the balcony 79 near the edge of the opening 82. applied. As long as the ladder 73 is not used, it is in the folded-up position against the balcony floor 81, and the ladder 73 is held in that position by means of electrically operated adhesive magnets 76 (not shown in the figure), which are attached to the underside of the balcony floor 81. These adhesive magnets 76 are connected to the reporting system 63. The floor opening 82 in the balcony 79 is still closed at the top with a rotatable floor hatch or cover 83, which has hinge points on the edge of the floor opening 82.

In afwijking met de hiervoor beschreven afsluitinrichtingen 1 is hier slechts sprake van één opklapbaar paneel 2 dat als luik 83 uitgevoerd is in plaats van een stelsel samenwerkende panelen 2. Zodra de brand-, rook- of gasmelder 63 een alarmsignaal afgeeft, worden de kleefmagneten 76 buiten werking gesteld, waardoor de ladder 73 neerklapt totdat deze met de onderpoten de vloer 81 van het daaronder gelegen balkon 79 of de begane grond bereikt. Hoewel het eventueel tot de mogelijkheden behoort het luik 83 op te tillen en in verticale stand omhoog te draaien, moet toch in een dergelijke situatie de voorkeur worden gegeven aan een automatisch laten mee scharnieren van het luik of deksel 83 in combinatie met de ladder 73. Terwijl de ladder 73 omlaag scharniert, draait het luik 83 omhoog. Hiervoor zijn een aantal oplossingen moge lijk. In een van de oplossingen (zie Fig. 13) bevindt zich het scharnierpunt 84 van het luik 83 en dat (85) van de ladder 73 aan dezelfde zijde van de vloeropening 82 in het balkon 79. Het is bijvoorbeeld moge lijk hiertoe eenzelfde scharnieras te gebruiken, waardoor zowel de ladder 73 in neerwaartse richting alswel het luik 83 in opwaartse richting scharnierend zijn uitgevoerd. Om hierbij een gekoppelde beweging tussen de ladder 73 en het luik 83 te verkrijgen, zijn twee scharnierbaar (om draaipunt 90) aan elkaar gekoppelde stangvormige elementen 86 en87 met hun respectievelijke vrije uiteinden 88 en 89 eveneens scharnierend aan enerzijds het luik 83 en anderzijds de ladder 73 gekoppeld. Deze elementen 86 en 87 zijn van een zodanige lengte en grijpen zodanig op de ladder 73 respectievelijk het luik 83 aan, dat deze elementen 86 en 87 en de tussen de scharnierpunten (84,88) en (85,89) gelegen gedeelten van de ladder 73 en het luik 83 bij benadering een ruitvormige geometrie of die van een parallel trapezium aanneemt.Contrary to the previously described closing devices 1, this only concerns one folding panel 2 which is designed as hatch 83 instead of a system of cooperating panels 2. As soon as the fire, smoke or gas detector 63 gives an alarm signal, the adhesive magnets 76 the ladder 73 folds down until it reaches the floor 81 of the balcony 79 below or the ground floor with the lower legs. Although it may be possible to lift the hatch 83 and rotate it up vertically, in such a situation preference should still be given to an automatic pivoting of the hatch or cover 83 in combination with the ladder 73. While ladder 73 pivots downward, hatch 83 pivots upward. A number of solutions are possible for this. In one of the solutions (see Fig. 13), the hinge point 84 of the hatch 83 and that (85) of the ladder 73 is located on the same side of the floor opening 82 in the balcony 79. It is possible, for example, to use the same hinge axis whereby both the ladder 73 is hinged downwards and the hatch 83 is hinged upwards. In order to obtain a coupled movement between the ladder 73 and the hatch 83, two rod-shaped elements 86 and 87 hinged together (about pivot 90) with their respective free ends 88 and 89 are also hinged on the one hand on the hatch 83 and on the other the ladder 73 linked. These elements 86 and 87 are of such length and engage the ladder 73 and hatch 83, respectively, that these elements 86 and 87 and the parts of the ladder located between the hinge points (84,88) and (85,89) 73 and the hatch 83 adopts approximately a diamond-shaped geometry or that of a parallel trapezoid.

Wanneer het luik 83 en de ladder 73 een scharnierende beweging in opwaartse respectievelijk neerwaartse richting uitvoeren, komt het scharnierpunt 90 dichter bij 84/85 te liggen. Daar in de praktijk de uiteinden van de ladder 73 schuin op de vloer 81 van het daaronder gelegen balkon 79 komen te rusten, en het luik 83 bij voorkeur in een verticale positie gezet moet worden om te voorkomen dat de gebruikers van die ladder 73 door het luik 83 gehinderd worden, is het gewenst het scharnierpunt 90 bij het van elkaar wegdraaien van ladder 73 en luik 83 een geforceerde opwaartse beweging mee te geven. Dit is bijvoorbeeld moge lijk met behulp van een drukveer 91, welke enerzijds scharnierend aangrijpt op scharnierpunt 90 en anderzijds op een punt 92, dat hetzij op een meer naar het benedenuiteinde gelegen deel van de ladder 73 kan zijn ladder gelegen, of ook in de rand van de balkonope-ning 82 kan zijn opgenomen. In samengevouwen situatie van ladder 73 en luik 83 verkeert de drukveer 91 in opgespannen toestand. Het is voorts mogelijk om al dan niet in combinatie met de drukveer 91 het scharnierpunt 90 met behulp van, aan dat scharnierpunt bevestigde geleidewieltjes en een schuin omhoog verlopende geleidebaan, het scharnierpunt 90 enigszins omhoog te verplaatsen.When the hatch 83 and the ladder 73 perform an articulating movement in an upward and downward direction, the articulation point 90 is closer to 84/85. Since in practice the ends of the ladder 73 come to rest obliquely on the floor 81 of the balcony 79 below it, and the hatch 83 should preferably be placed in a vertical position in order to prevent the users of that ladder 73 from passing through it. hatch 83, it is desirable to impart hinge point 90 with a forced upward movement when pivoting ladder 73 and hatch 83 away from each other. This is possible, for example, with the aid of a compression spring 91, which hinges on the one hand on hinge point 90 and on the other hand on a point 92, which can be located either on a part of the ladder 73 situated more downwards, or also in the edge. of the balcony opening 82 may be included. In the collapsed situation of ladder 73 and hatch 83, the compression spring 91 is in a tensioned state. It is further possible, whether or not in combination with the compression spring 91, to move the pivot point 90 slightly upwards by means of guide wheels attached to that pivot point and an obliquely extending guide track.

Een, in Fig.14 weergegeven tweede uitvoeringsvorm van een gekoppelde beweging tussen ladder 73 en luik 83 wordt verkregen door de ladder 73 en het luik 83 voorbij het gemeenschappelijk draaipunt 84/85 met verlengstukken 93,94 uit te voeren; verder zijn ook hier de twee om een gemeenschappelijk draaipunt 90 scharnierende elementen 86,87 aanwezig, waarvan de vrije uiteinden 88,89 op de ladder 73, respectievelijk luik 83 scharnierend aangrijpen. Ook hier dient het scharnierpunt 90 geforceerd dichter naar scharnierpunt 84/85 te worden gebracht en tevens een beweging in opwaartse richting worden meegeven, hetgeen onder gebruikmaking van een drukveer 91 en/of een omlaag verlopende geleidebaan voor het, van wieltjes of rolletjes voorziene draaipunt 90 kan geschieden, zoals reeds in Fig. 13 is uiteengezet.A second embodiment of a coupled movement between ladder 73 and hatch 83, shown in Fig. 14, is obtained by executing ladder 73 and hatch 83 beyond common pivot 84/85 with extensions 93, 94; the two elements 86,87 hinged about a common pivot 90 are also present here, the free ends 88,89 of which hinge on the ladder 73 and hatch 83, respectively. Here, too, the pivot point 90 must be forced closer to pivot point 84/85, and an upward movement must also be imparted, which is done using a compression spring 91 and / or a downwardly extending guideway for the pivot 90 provided with wheels or rollers. as already shown in FIG. 13 has been explained.

Een derde uitvoeringsvorm van een gekoppelde beweging tussen ladder 73 en luik 83 is schematisch weergegeven in Fig. 15 en wordt verkregen door het luik 83 voorbij scharnierpunt 84 verlengd uit te voeren en vanaf het uiteinde 95 van dit verlengde gedeelte een kabel 96 om een katrol 97 te voeren dat in de tegenover liggende rand van de balkonopening 82 is gelegen en vervolgens deze kabel te bevestigen op een punt 98 van de ladder 73. Wordt de ladder 73 neergeklapt, dan wordt de kabel 96 over het katrol 97 getrokken en komt het luik 83 door een tuimelbeweging in een verticale stand.A third embodiment of a coupled movement between ladder 73 and hatch 83 is schematically shown in FIG. 15 and is obtained by extending the hatch 83 past pivot point 84 and from the end 95 of this extended section a cable 96 to guide a pulley 97 which is located in the opposite edge of the balcony opening 82 and then this cable at a point 98 of the ladder 73. When the ladder 73 is folded down, the cable 96 is pulled over the pulley 97 and the hatch 83 is tilted to a vertical position.

Een vijfde uitvoeringsvorm van een degelijke brandladder met afsluitluik is in Fig. 16 weergegeven. Daarbij wordt een kabel 96 van het uiteinde van luik 83 via een katrol 99 aan het balkon 79 en een katrol 97 aan de overzijde van de opening 82 naar een punt 98 op de ladder 73 geleid.A fifth embodiment of a solid fire ladder with closing hatch is shown in fig. 16 are displayed. Thereby, a cable 96 is led from the end of hatch 83 via a pulley 99 on the balcony 79 and a pulley 97 on the opposite side of the opening 82 to a point 98 on the ladder 73.

Een zesde uitvoeringsvorm voor een dergelijke brandladder met afsluitluik is schematisch in Fig. 17 weergegeven. Daarbij is bij het af sluit luik 83*een tuimel beweging mogelijk rond een scharnierpunt 100 dat zich op enige afstand van het scharnierpunt van de ladder 73 bevindt. Het afsluit luik 83 is voorbij zijn scharnierpunt 100 verlengd uitgevoerd, waarbij het uiteinde 101 van het verlengde gedeelte van het luik 83 aan de ladder is verbonden middels een kabel of een aan beide uiteinden scharnierend uitgevoerde stang 102.A sixth embodiment for such a fire ladder with closing hatch is schematically shown in fig. 17 are displayed. In this case, hatch 83 * allows a tumbling movement around a hinge point 100 which is located at some distance from the hinge point of ladder 73. The closing hatch 83 is extended beyond its pivot point 100, the end 101 of the extended part of the hatch 83 being connected to the ladder by means of a cable or a rod 102 hinged at both ends.

Een zevende uitvoeringsvorm voor een dergelijke brandladder 73 met afsluit luik 83 is in Fig.18 weergegeven, waarbij op enige afstand van het scharnierpunt 84/85 een tuimelpunt 103 rond scharnierpunt 104 aan de rand van het vluchtgat 82 in het balkon 79 beweegbaar is bevestigd. De vrije uiteinden van het tuimelelement 103 zijn elk via een verbindingsstang 105, 106 met scharnierpunten aan beide uiteinden met de ladder 73 en afsluit luik 83 verbonden. Behalve deze uitvoeringsvormen zijn meerdere mogelijkheden voor het oplossen van het koppe1ingsprobleem tussen ladder en luik denkbaar. Met behulp van aldus werkzame brandladders en luiken aan weerszijden van openingen in boven elkaar gelegen balkons wordt automatisch bij een alarmmelding een vluchtweg langs de buitenmuur van boven naar beneden verkregen.A seventh embodiment for such a fire ladder 73 with closing hatch 83 is shown in Fig. 18, wherein at some distance from the hinge point 84/85 a tumbling point 103 around pivot point 104 is movably attached to the edge of the escape hole 82 in the balcony 79. The free ends of the rocker element 103 are each connected via a connecting rod 105, 106 with hinge points at both ends to the ladder 73 and closing hatch 83. In addition to these embodiments, several possibilities for solving the coupling problem between ladder and hatch are conceivable. An escape route along the outer wall from top to bottom is automatically obtained by means of fire ladders and hatches thus operating on either side of openings in balconies located one above the other.

Ofschoon het luik 83, dat in Fig.12 is weergegeven omhoog wordt gedraaid, hetgeen aan de hand van een aantal voorbeelden ( Fig. 13 - 18 ) is uiteengezet, is de afsluitinrichting met neerklapbare ladder geenszins beperkt tot het omhoog draaien van het luik 83. Het is immers ook mogelijk om zowel de ladder 73 alswel het luik 83 een beweging in neerwaartse richting te laten maken. Hierbij is het niet zinvol om het luik 83 én de ladder 73 aan dezelfde zijde van de opening 82 draaibaar te bevestigen, daar dan het luik 83 bij het omlaag draaien van de ladder 73 de bovenste treden zal bedekken, en dus de ladder niet te gebruiken is. Daarom dient het luik 83 aan de tegenover liggende randzijde van de opening 82 of aan één van de andere twee ziden van de opening 82 draaibaar te worden bevestigd. Met name wanneer de ladder 73 in verticale stand neergeklapt wordt, en het luik 83 eveneens verticaal omlaag komt te hangen, zal men bij het afdalen van de ladder 73 geen hinder van het luik 83 ondervinden.Although the hatch 83 shown in Fig. 12 is rotated upward, which has been explained with reference to a number of examples (Fig. 13-18), the folding ladder shut-off device is by no means limited to pivoting the hatch 83 up After all, it is also possible to have both the ladder 73 and the hatch 83 make a downward movement. It is not useful to fix the hatch 83 and the ladder 73 rotatably on the same side of the opening 82, since the hatch 83 will then cover the top steps when the ladder 73 is lowered, and therefore not to use the ladder is. Therefore, the hatch 83 must be rotatably mounted on the opposite edge side of the opening 82 or on one of the other two sides of the opening 82. Particularly when the ladder 73 is folded down into a vertical position, and the hatch 83 also comes to hang vertically downwards, hatch 83 will not be hindered when the ladder 73 descends.

Fig. 19 geeft een zijaanzicht weer van een moge lijke uitvoeringsvorm van een ladder 73 en een neerklapbaar luik 83, welke delen aan twee tegenover elkaar gelegen randde 1en van de balkonopening 82 zijn aangebracht. Hierbij is aan één randdeel 107 de ladder 73 op de gebruikelijke wijze draaibaar rond draaipunt 85 bevestigd en is aan het andere randdeel 108 een draaipunt 109 aangebracht, rond welke het luik 83 omlaag kan kantelen. Wanneer de ladder 73 in de omhooggeklapte positie verkeert, dan kan met voordeel het luik 83 aan de voorzijde worden voorzien van een afstandhouder 110, waarvan het vrije uiteinde op de ladder 73 komt te rusten. Na het neerklappen van de ladder 73 tot in de met onderbroken lijnen weergegeven stand 111, zal ook het luik 83 eenzelfde stand gaan aannemen.Fig. 19 shows a side view of a possible embodiment of a ladder 73 and a folding hatch 83, which parts are arranged on two opposite edges of the balcony opening 82. In this case, ladder 73 is mounted rotatably about pivot point 85 on one edge part 107 and pivot 109 is arranged on the other edge part 108, around which hatch 83 can tilt downwards. When the ladder 73 is in the folded-up position, the hatch 83 can advantageously be provided with a spacer 110 at the front, the free end of which comes to rest on the ladder 73. After folding down the ladder 73 to the position 111 shown in broken lines, the hatch 83 will also assume the same position.

Bij bestaande balkons aan gebouwen kan het voorkomen, dat er bij de bouw geen opening in de balkonvloer 81 aangebracht is. In zo'n geval kan met voordeel gebruik worden gemaakt van een zogenaamd voorzetbalkon 113, zoals in Fig.20A-B is weergegeven.In the case of existing balconies on buildings, it may happen that no opening is provided in the balcony floor 81 during construction. In such a case, a so-called cross balcony 113 can advantageously be used, as shown in Fig. 20A-B.

Deze figuur geeft aan, dat de balkonvloer 81 van het bestaande balkon 79 aan de zijkant bij rand 114 eindigt. Daarnaast wordt een voorzetbalkon 113 geplaatst, welke aan de achterliggende muur 115 wordt verankerd. Het voorzetbalkon 113 is geheel omgeven met een hekwerk 116. Vervolgens wordt dit voorzetbalkon 113 met het bestaande balkon 79 in verbinding gebracht, waarbij de balkonvloer 81 van het bestaande balkon aan dat (117) van het voorzetbalkon 113 wordt gekoppeld. Daarbij wordt het gedeelte van het hekwerk 116 aan de voorzijde in aansluiting gebracht met dat van het bestaande balkon 79, en wordt tevens het gedeelte van het bestaande balkon, dat grenst aan het voorzetbalkon 113, verwijderd. In het gedeelte van het hekwerk 116, dat grenst aan het bestaande balkon 79 is in deze uitvoeringsvorm aan de voorzijde van het balkon 113 een wegdraaibaar hek 112 opgenomen. Dit hek 112 is in gewone omstandigheden gesloten, om te voorkomen, dat bijvoorbeeld kinderen bij het spelen onnodig het voorzetbalkon 113 zouden betreden.This figure indicates that the balcony floor 81 of the existing balcony 79 ends laterally at edge 114. In addition, a cross balcony 113 is placed, which is anchored to the rear wall 115. The secondary balcony 113 is completely surrounded by a fence 116. This secondary balcony 113 is then connected to the existing balcony 79, the balcony floor 81 of the existing balcony being coupled to that (117) of the secondary balcony 113. Thereby, the part of the fence 116 at the front is connected to that of the existing balcony 79, and the part of the existing balcony, which is adjacent to the secondary balcony 113, is also removed. In this part of the fence 116, which adjoins the existing balcony 79, a swing-away gate 112 is included at the front of the balcony 113 in this embodiment. This gate 112 is closed in normal circumstances, in order to prevent, for example, that children would unnecessarily enter the front balcony 113 when playing.

Ofschoon de balkonvloer 117 van het voorzetbalkon 113 evenals dat van het bestaande balkon 79, In beton kan worden uitgevoerd, is in de weergegeven uitvoeringsvorm gekozen voor een uitvoering in metaal. De balkonvloer 117 omvat daarbij een vloerplaat 118 met een overstek 119 aan de zijde van het bestaande balkon 79, waarbij deze overstek - bij plaatsing naast het bestaande balkon 79 - over de zijrand 114 van het bestaande balkon 79 komt te liggen, en met behulp van bijvoorbeeld keilbouten aan de balkonvloer 81 wordt bevestigd.Although the balcony floor 117 of the secondary balcony 113, as well as that of the existing balcony 79, can be made of concrete, in the embodiment shown a metal version has been chosen. The balcony floor 117 thereby comprises a floor plate 118 with a projection 119 on the side of the existing balcony 79, whereby this projection - when placed next to the existing balcony 79 - will lie over the side edge 114 of the existing balcony 79, and with the aid of for example wedge bolts are attached to the balcony floor 81.

Voorts omvat de balkonvloer 117 nog een bodemplaat 120 met overstek 121, welke op een zodanige afstand beneden de vloerplaat 118 zijn aangebracht, dat de overstek 121 juist zal kunnen aanliggen tegen de onderzijde van de vloer van het bestaande balkon 79. Met behulp van bouten wordt de overstek 121 met het bestaande balkon 79 in verbinding gebracht.The balcony floor 117 furthermore comprises a bottom plate 120 with projection 121, which are arranged at such a distance below the floor plate 118 that the projection 121 will just be able to bear against the underside of the floor of the existing balcony 79. With the aid of bolts the overhang 121 has been connected to the existing balcony 79.

De bodemplaat 120 en vloerplaat 118 zijn aan de buitenzijden middels een metalen stripvormige afschermplaat 122 aan elkaar gefixeerd, waardoor in feite voor de balkonvloer 117 een doosvormige constructie 123 wordt verkregen. Daarbij worden de platen 118 en 120 plaatselijk op afstand gehouden door afstandhouders.The bottom plate 120 and floor plate 118 are fixed together on the outer sides by means of a metal strip-shaped shielding plate 122, so that in fact a box-like construction 123 is obtained for the balcony floor 117. In addition, the plates 118 and 120 are locally spaced by spacers.

In het gedeelte van deze doosvormige vloerconstructie 123 nabij de muurzijde is een vlucht- of vloeropening 82 aangebracht. Ter afsluiting van deze vloeropening 82 is een luik of afdekplaat 83 met afmetingen, die enigszins geringer zijn dan die van de vloeropening 124, bij scharnierpunt 125 draaibaar aan een korte zijde 126 van de opening 82 bevestigd, en wel zodanig, dat een kantelende beweging van de afdekplaat 83 naar beneden mogelijk wordt. Voorts is aan de onderzijde van de doosvormige vloerconstructie 123 een ladder 73 scharnierbaar en neerklapbaar aan de andere korte randzijde 127 van de vloeropening 82 opgehangen.An escape or floor opening 82 is provided in the part of this box-shaped floor construction 123 near the wall side. To close this floor opening 82, a hatch or cover plate 83 with dimensions slightly smaller than that of the floor opening 124 is mounted rotatably at hinge point 125 on a short side 126 of the opening 82, such that a tilting movement of the cover plate 83 becomes possible downwards. Furthermore, a ladder 73 is hinged on the underside of the box-shaped floor construction 123 and can be folded down on the other short edge side 127 of the floor opening 82.

Deze ladder 73 bevindt zich, zolang er geen calamiteitentoestand heerst, in een opgeklapte toestand tegen de onderzijde van de balkonvloer 117 en die van de bestaande balkonvloer 81.As long as there is no calamity situation, this ladder 73 is folded up against the underside of the balcony floor 117 and that of the existing balcony floor 81.

De scharnierbaar uitgevoerde afdekplaat 83 is aan de voorzijde nog voorzien van een, met de ladder 73 samenwerkende afstandshouder 110, waardoor de afdekplaat 83 op niveau met de vloerplaat 118 wordt gehouden.The hinged cover plate 83 is further provided at the front with a spacer 110, which cooperates with the ladder 73, so that the cover plate 83 is kept level with the floor plate 118.

Wanneer nu de ladder 73 omlaag kantelt, zal ook de afdekplaat 83 eenzelfde beweging gaan uitvoeren. Op deze wijze is het mogelijk om, zoals Fig. 21 laat zien, bij enige boven elkaar gelegen balkons de omlaag geklapte ladders 73 te combineren tot één lang laddersysteem 129, waarlangs mensen zich tijdens hun vlucht kunnen verplaatsen.When the ladder 73 now tilts down, the cover plate 83 will also start to perform the same movement. In this way it is possible, as Fig. 21 shows, with some balconies located one above the other, the downwardly folded ladders 73 can be combined into one long ladder system 129, along which people can move during their flight.

Indien ingevolge zekere veiligheidsvoorschriften, welke van overheidswege (bijv. brandweer) zijn voorgeschreven, het niet toegestaan is om meerdere laddervormige constructies tot één lang laddersysteem te combineren (om het gevaar te ontlopen, dat een vluchtend persoon bij het afdalen misstapt en over een grote hoogte langs meerdere laddervormige constructies omlaag valt), dan is het moge lijk om telkenmale slechts een beperkt aantal (bijv. twee) laddervormige constructies tot één laddersysteem te combineren. De onderste laddervormige constructie van zo'n laddersysteem klapt daarbij neer op de daaronder gelegen balkonvloer, waarbij dan ter plaatse geen mogelijkheid is om verder naar beneden af te dalen. In plaats daarvan bevindt zich op een ander gedeelte van de balkonvloer (of loopgang) een doorgangsopening 82 met daaronder een laddervormig systeem van enige aan elkaar gekoppelde laddervormige constructies.If, according to certain safety regulations, which are prescribed by the government (e.g. fire brigade), it is not permitted to combine several ladder-shaped constructions into one long ladder system (to avoid the risk of a fleeing person slipping down and over a great height falls downwards along several ladder-shaped constructions), it is then possible to combine only a limited number of (e.g. two) ladder-shaped constructions into one ladder system each time. The lower ladder-shaped construction of such a ladder system folds down on the balcony floor underneath, whereby there is then no possibility on site to descend further down. Instead, on another portion of the balcony floor (or walkway), there is a passageway 82 with a ladder-shaped system of some coupled ladder-like structures beneath it.

In geval van calamiteiten dient het wegklapbare hek 112, dat in Fig.20A is weergegeven, gemakkelijk in geopende toestand te worden gebracht. Een mogelijkheid hiertoe is gebruik te maken van een electromagnetisch slot, dat evenals de neerklapbare ladder 73 door het brand-, rook- of gasmeidersysteem wordt bediend. Een andere mogelijkheid is gebruik te maken van een slot op het hek 112, waarbij de schoot van het slot door middel van een op die schoot werkzame en in opgespannen toestand verkerende veer "in het slot" wordt gehouden, dat wil zeggen, dat de schoot aanligt in het slotgat, dat in het vaste gedeelte van het hekwerk is opgenomen.In the event of an emergency, the retractable gate 112 shown in Fig. 20A should be easily opened. One possibility for this is to use an electromagnetic lock, which, like the folding ladder 73, is operated by the fire, smoke or gas pipe system. Another possibility is to use a lock on the gate 112, wherein the bolt of the lock is held "in the lock" by means of a spring acting on that bolt and in the clamped state, that is to say, that the bolt abuts in the lock hole, which is included in the fixed part of the fence.

Door nu het andere uiteinde van de schoot met behulp van een staalkabel ( welke bijvoorbeeld binnen in het buizenstelsel van het hek wordt verder geleid,) te verbinden met de ladder 73 zal bij het neerklappen van de ladder 73 en dus ook de afdekplaat 83, een zodanige kracht op de staalkabel worden uitgeoefend, dat deze de schoot - tegen de veerkracht in - uit het slotgat zal trekken, waarmee het hek in geopende positie zal geraken.By now connecting the other end of the bolt to the ladder 73 with the aid of a steel cable (which, for example, is guided further inside the tubing of the fence), when the ladder 73 is folded down, and thus also the cover plate 83, a such a force is exerted on the steel cable that it will pull the bolt - against the spring force - out of the lock hole, with which the gate will open.

Door vervolgens het hek 112 open te draaien, kunnen mensen, die vanuit het gebouw het bestaande balkon 79 opvluchten, het voorzetbalkon 113 bereiken, en aldus via de ladder 73 omlaaggaan. Het is moge lijk om vast tegen het hekwerkgedeelte 116, dat aan de buitenzijde van het voorzetbalkon 113 is gelegen, een kort trapgedeelte 130 te bevestigen. Dit trapgedeelte 130 kan aan de bovenzijde zijn voorzien van twee klemorganen, waarin de uiteinden van de daarboven gepositioneerde ladder 73 bij het omlaag kantelen in gefixeerde positie worden gebracht. Dit biedt de mogelijkheid om de neerklapbare ladder 73 een kortere lengte te geven, die aanzienlijk kleiner is dan de afstand tussen de opeenvolgende balkons.By subsequently opening the gate 112, people who flee from the building to the existing balcony 79 can reach the secondary balcony 113 and thus descend via the ladder 73. It is possible to fasten tightly against the fencing portion 116, which is located on the outside of the cross balcony 113, a short staircase portion 130. This stair section 130 may be provided at the top with two clamping members, in which the ends of the ladder 73 positioned above it are brought into a fixed position when tilted downwards. This makes it possible to give the folding ladder 73 a shorter length, which is considerably smaller than the distance between the successive balconies.

Het is evenwel raadzaam om bij afwezigheid van calamiteiten het korte trapgedeelte 130 aan de voorzijde af te dekken met bijvoorbeeld een heldere kunststofplaat om te voorkomen dat spelende kinderen dit trapgedeelte als klimmogelijkheid gaan benutten. Hiertoe kan deze plaat middels zegeldraad aan het trapgedeelte worden gefixeerd. Wanneer deze kunststofplaat tevens met één of twee staaldraden aan de voorzijde van de afdekplaat is bevestigd, zal bij het neerklappen van de ladder en dus de afdekplaat de zegeldraden door de ruk op de staaldraden worden verbroken, waarna de kunststofplaat onder de omlaag geklapte afdekplaat 83 zal komen te hangen.It is advisable, however, in the absence of calamities to cover the short staircase section 130 at the front with, for example, a clear plastic sheet to prevent children playing from using this staircase as a climbing option. For this purpose, this plate can be fixed to the stair section by means of sealing wire. When this plastic sheet is also attached to the front of the cover plate with one or two steel wires, when the ladder and thus the cover plate are folded down, the sealing wires will be broken by the jerk on the steel wires, after which the plastic plate will fold under the folded down cover plate 83. come to hang.

Het kan zijn, dat zoals in Fig. 22 is weergegeven, het bestaande balkon 79 een betonplaat omvat, dat op bijvoorbeeld prefab-onderlegbalken 131 is bevestigd. In een dergelijk geval kan men dan bij voorkeur gebruik maken van een uitklapbare ladder 132. De stijlen van zo'n uitklapbare ladder 132 kan men dan van schuifbare moffen voorzien, welke bij bet uitklappen van de ladder naar beneden glijden, en dan op de scharnierbare elementen van de ladder worden geschoven om aldus stabiliteit aan de ladder te geven,It may be that as shown in FIG. 22, the existing balcony 79 comprises a concrete slab mounted on, for example, prefab joists 131. In such a case it is then preferable to use a folding ladder 132. The posts of such a folding ladder 132 can then be provided with sliding sleeves, which slide down when the ladder is folded out, and then on the hinged elements of the ladder are slid to give stability to the ladder,

Loopt een bestaand balkon 79 door tot over de gehele lengte van het gebouw, dan is het - zoals in Fig. 23 is weergegeven -moge lijk om een voorzetbalkon 113 aan de zijmuur 133 van het gebouw te bevestigen. Het voorzetbalkon 113 is dan aan de hoekzijde van het gebouw verlengd uitgevoerd met behulp van een zogenaamde loopgang 134, welke weer aansluiting heeft op de zijkant van het vaste balkon 79. Het wegdraaibare hek 112 vormt hier de afscheiding tussen het bestaande balkon 79 en de loopgang 134 van het voorzetbalkon 113. Daar een dergelijk voorzetbalkon 113 inclusief de loopgang 134 doorgaans een geringe lengte bezit, is het van voordeel ook hier een uitklapbare ladder 132 te gebruiken. In plaats van een uitklapbare ladder is het ook moge lijk om een uitschuifbare ladder te gebruiken. Dit laatste type ladder vertoont evenwel het nadeel, dat bij het combineren van de bij de opeenvolgende balkons behorende ladders tot één totaal laddersysteem niet een in één rechte lijn verlopend stelsel wordt verkregen, hetgeen het gebruik van het laddersysteem enigszins bemoeilijkt.If an existing balcony 79 extends over the entire length of the building, it is - as shown in FIG. 23 is possible to attach a cross balcony 113 to the side wall 133 of the building. The secondary balcony 113 is then extended on the corner side of the building with the aid of a so-called walkway 134, which in turn connects to the side of the fixed balcony 79. The swing-away gate 112 forms the partition between the existing balcony 79 and the corridor here. 134 of the cross balcony 113. Since such a cross balcony 113, including the walkway 134, is usually of a short length, it is advantageous to use a folding ladder 132 here as well. Instead of a folding ladder, it is also possible to use an extendable ladder. The latter type of ladder, however, has the drawback that when combining the ladders belonging to the successive balconies into one total ladder system, a straight-line system is not obtained, which makes the use of the ladder system somewhat more difficult.

Het voorzetbalkon 113 kan in een zogenaamde prefab-uitvoeringsvorm geleverd worden, zoals dat aan de hand van Fig. 24 zal worden toegelicht.The cross balcony 113 can be supplied in a so-called prefab embodiment, such as that with reference to Figs. 24 will be explained.

Het aldaar weergegeven voorzetbalkon 113 omvat een tweetal steunbalken 135 en 135' en een balkonvloer in de vorm van de reeds besproken doosvormige constructie 123, welke aan de achterzijde met de steunbalken 135 en 135' in verbinding is gebracht. De steunbalken 135 en 135', welke op geschikte afstand van elkaar staan opgesteld, kunnen bijvoorbeeld met keilbouten of middels het principe van doorbouten aan een muur worden bevestigd. De balkonvloer is aan één randzijde nog voorzien van een draagarm 136, welke aan één uiteinde aangrijpt op een hoekpunt aan de voorzijde van de constructie 123, en welke aan het andere uiteinde in koppeling is gebracht met een hoger gelegen gedeelte van de daarachter opgestelde steunbalk 135. De andere randzijde van de constructie 123 is voorzien van een overstek 119, welke deel uitmaakt van de vloerplaat 118, en welke over de zijrand van de bestaande balkonvloer 79 kan worden geschoven, waarna de samenwerkende delen aan elkaar gefixeerd kunnen worden.The secondary balcony 113 shown there comprises two support beams 135 and 135 'and a balcony floor in the form of the box-like construction 123 already discussed, which is connected at the rear with the support beams 135 and 135'. The support beams 135 and 135 ', which are arranged at a suitable distance from each other, can for instance be fixed to a wall with wedge bolts or by means of the principle of through-bolts. The balcony floor is still provided on one edge side with a support arm 136, which at one end engages at a corner point at the front of the structure 123, and which is coupled at the other end to a higher part of the supporting beam 135 arranged behind it. The other edge side of the construction 123 is provided with a projection 119, which forms part of the floor plate 118, and which can be slid over the side edge of the existing balcony floor 79, after which the cooperating parts can be fixed together.

Indien de zijrand van het bestaande balkon niet rust op een onderlegbalk 131, dan kan ook de bodemplaat 120 van de constructie 123 zijdelings verlengd worden met een overstek, welke dan met de onderzijde van de bestaande balkonvloer 79 in verbinding kan worden gebracht.If the side edge of the existing balcony does not rest on a support beam 131, the bottom plate 120 of the construction 123 can also be extended laterally with an overhang, which can then be connected to the underside of the existing balcony floor 79.

Voorts is in de vloerconstructie 123 van het prefab-voorzetbaIkon 113 aan de achter- of muurzijde over een voldoend groot gedeelte van de breedte van het balkon nog een vlucht- of vloeropening 82 124 opgenomen, welke aan de bovenzijde is afgedekt met een scharnierbaar opgenomen luik of afdekplaat 83, dat draaibaar is uitgevoerd in neerwaartse richting, en welke aan de onderzijde is voorzien van een ladder 73, welke scharnierbaar in neerwaartse richting tegen de onderzijde van de vloerconstructie 123 is aangebracht.In addition, in the floor construction 123 of the prefabricated sub-base 113 on the rear or wall side, a escape or floor opening 82 124 is provided over a sufficiently large part of the width of the balcony, which is covered at the top with a hingedly arranged hatch or cover plate 83, which is rotatable in downward direction, and which is provided on the underside with a ladder 73, which is hingedly arranged in downward direction against the underside of the floor construction 123.

De afdekplaat 83 is nog voorzien van genoemde afstandhouders, welke op de omhooggeklapte ladder 73 komen te rusten.The cover plate 83 is still provided with said spacers, which come to rest on the folded-up ladder 73.

Aan de randzijden van het balkon is nog het (niet in de figuur weergegeven) hekwerk 116 met een wegdraaibaar hek 112 op de doosvormige constructie 123 bevestigd.On the edge sides of the balcony, the fence 116 (not shown in the figure) is still attached to the box-shaped construction 123 with a swing-away fence 112.

In geval een prefab-voorzetbaIkon niet naast een bestaand balkon kan worden geplaatst, maar om de hoek van het gebouw op de zijmuur, dient de doosvormige constructie 123 te worden verlengd met genoemde loopgang 134, en dient het hekwerk overeenkomstig te worden aangepast.In the event that a prefabricated supporting beam cannot be placed next to an existing balcony, but around the corner of the building on the side wall, the box-shaped construction 123 must be extended by said corridor 134, and the fencing must be adapted accordingly.

Het biedt voordeel om een laddervormige constructie te voorzien van een gasdrukveer om te bereiken dat zo'n laddervormige constructie bij het omlaag draaien een gecon-toleerde beweging uitvoert.It is advantageous to provide a ladder-shaped construction with a gas pressure spring to ensure that such a ladder-shaped construction performs a controlled movement when it is turned downwards.

De aldus ontwikkelde vluchtwegsystemen hebben nog het belangrijke voordeel dat zij een uitstekende inbraakpreventie bieden.The escape route systems thus developed still have the important advantage that they offer excellent burglary prevention.

Claims (25)

1. Een op een dak- of vloerconstructie met doorlaatopening afgestemd vluchtwegsysteem, hetwelke is voorzien van een, ter plaatse van de doorlaatopening, op een dak- of vloerconstructie aangebrachte, verwijderbaar uitgevoerde afsluitinrichting en van een laddervormige constructie ter plaatse van de doorlaatopening met het kenmerk dat de laddervormige constructie neerklapbaar is uitgevoerd en in koppeling is gebracht met de afsluitinrichting, en dat het vluchtwegsysteem tevens is voorzien van activeringsmiddelen voor het in samenhangend verband ontsluiten van de afsluitinrichting en het in neergeklapte positie brengen van de laddervormige constructie.1. An escape route system geared to a roof or floor construction with passage opening, which comprises a closing device mounted on a roof or floor construction at the location of the passage opening and of a ladder-shaped construction at the location of the passage opening, characterized in that the ladder-shaped construction is foldable and brought into coupling with the closing device, and that the escape route system is also provided with activating means for unlocking the closing device in cohesive connection and bringing the ladder-shaped construction into folded-down position. 2. Een op een dak- of vloerconstructie met doorlaatopening afgestemd vluchtwegsysteem volgens conclusie 1, waarbij de afsluitinrichting een samenstel van, met elkaar samenwerkende, onder gebruikmaking van een tweetal evenwijdig opgestelde geleidebanen schuifbaar uitgevoerde afsluitpanelen omvat, en waarbij de activeringsmiddelen worden gevormd door een op de afsluitinrichting werkzaam aandrijfmechanisme voor het in een willekeurige schuifstand brengen van genoemd samenstel van afsluitpanelen met het kenmerk, dat genoemde afsluitinrichting voorts is voorzien van een automatisch werkend, op het samenstel van afsluitpanelen werkzaam, met veeropspanmiddelen uitgevoerd ontsluitingsmechanisme en een uitschakelbaar uitgevoerd arreteermechanisme, waarbij de veeropspanmiddelen bij het, in een een uitschuifstand brengen van het samenstel van panelen met behulp van het aandrijfmechanisme, in een opgespannen toestand worden gebracht, waarbij het arreteermechanisme is ingericht voor het, bij een in ruststand verkerend aandrijfmechanisme, vasthouden van het samenstel van afsluitpanelen in de alsdan bereikte schuifstand, en waarbij het ontsluitingsmechanisme is ingericht voor het, bij een in uitgeschakelde toestand verkerend arreteermechanisme en bij, in opgespannen toestand verkerende veeropspanmiddelen, in een samengeschoven toestand brengen van het samenstel van afsluitpanelen.An escape route system adapted to a roof or floor construction with a passage opening according to claim 1, wherein the closing device comprises an assembly of, mutually co-operating, sliding panels which are slidably arranged using two parallel disposed guideways, and wherein the activating means are formed by a the closing device operating drive mechanism for bringing said assembly of closing panels into a random sliding position, characterized in that said closing device furthermore comprises an automatically operating spring-mounted unlocking mechanism acting on the assembly of closing panels and a shut-off mechanism which can be switched off. spring tensioning means are brought into a tensioned position when the assembly of panels is brought into an extendable position, with the aid of the drive mechanism, the locking mechanism being arranged for, in an driving mechanism in rest position, holding the assembly of closing panels in the sliding position then achieved, and wherein the unlocking mechanism is adapted for bringing the assembly of, in the tensioned state, and in spring tensioned means, in a retracted state, the assembly of the assembly of closing panels. 3. Een op een dak- of vloerconstructie met doorlaatopening afgestemd vluchtwegsysteem volgens conclusie 2 met het kenmerk dat één uiteinde van de laddervormige constructie draaibaar is om een, aan de afsluitinrichting of daarmee vast verbonden element bevestigd, horizontaal opgestelde draaiingsas, en dat één der panelen is voorzien van een ophangbeugel, waarop een niet met genoemd uiteinde samenvallend deel van de ladder rust.An escape route system according to claim 2, adapted to a roof or floor construction with a passage opening, characterized in that one end of the ladder-shaped construction is rotatable about a horizontally arranged rotation axis fixed to the closing device or element connected thereto, and that one of the panels is provided with a suspension bracket, on which a part of the ladder which does not coincide with said end rests. 4. Een op een dak- of vloerconstructie met doorlaatopening afgestemd vluchtwegsysteem volgens conclusie 3 met het kenmerk, dat het vluchtwegsysteem nog een rook-, brand- en/of dampmeldsensor omvat voor de regeling van genoemd arreteermechanisme, en dat de afsluitinrichting nog is voorzien van een door genoemde sensor te besturen electromagneetschakeling, welke samenwerkt met genoemde ladder.An escape route system according to claim 3, adapted to a roof or floor construction with a passage opening, characterized in that the escape route system further comprises a smoke, fire and / or vapor detector sensor for controlling said locking mechanism, and that the closing device is still provided with an electromagnet circuit to be controlled by said sensor, which cooperates with said ladder. 5. Een op een dak- of vloerconstructie met doorlaatopening afgestemd vluchtwegsysteem volgens conclusie 1, waarbij de afsluitinrichting als een kantelbare afdekplaat is uitgevoerd met het kenmerk, dat aan de onderzijde van de dak- of vloerconstructie de laddervormige constructie met behulp van een door een rook-, brand- en/of gasmeldsensor aangestuurd arreteermechanisme in opgeklapte positie wordt gehouden.An escape route system according to claim 1, adapted to a roof or floor construction with a passage opening, wherein the closing device is designed as a tiltable cover plate, characterized in that the ladder-shaped construction is mounted on the underside of the roof or floor construction by means of a smoke -, fire and / or gas detector sensor controlled locking mechanism is held in folded position. 6. Een op een dak- of vloerconstructie met doorlaatopening afgestemd vluchtwegsysteem volgens conclusie 5 met het kenmerk, dat de afdekplaat in neerwaartse richting kantelbaar is uitgevoerd, en voorzien is van een, met de laddervormige constructie samenwerkende afstandshouder.An escape route system according to claim 5, adapted to a roof or floor construction with a passage opening, characterized in that the cover plate is designed to be tiltable downwards and is provided with a spacer co-acting with the ladder-shaped construction. 7. Een op een dak- of vloerconstructie met doorlaatopening afgestemd vluchtwegsysteem volgens conclusie 5 met het kenmerk. dat de afdekplaat in opwaartse richting kantelbaar is uitgevoerd, en voorzien is van een, met de laddervormige constructie samenwerkend bewegingsoverbrengingsmechanisme.An escape route system according to claim 5, adapted to a roof or floor construction with passage opening. that the cover plate is tiltable in an upward direction, and is provided with a movement transmission mechanism co-operating with the ladder-shaped construction. 8. Een op een dak- vloerconstructie met doorlaatopening afgestemd vluchtwegsysteem volgens conclusie 7 met het kenmerk, dat het bewegingsoverbrengingsmechanisme als een hefboommechanisme is uitgevoerd.An escape route system adapted to a roof-floor construction with a passage opening according to claim 7, characterized in that the motion transmission mechanism is designed as a lever mechanism. 9. Wegschuifbaar uitgevoerde afsluitinrichting voor een, op een dak- of vloerconstructie met doorlaatopening afgestemd vluchtwegsysteem, welke afsluitinrichting een samenstel van, met elkaar samenwerkende, onder gebruikmaking van een tweetal evenwijdig opgestelde geleidebanen schuifbaar uitgevoerde afsluitpanelen omvat, en welke afsluitinrichting is voorzien van een aandrijfmechanisme voor het in een willekeurige schuifstand brengen van genoemd samenstel van afsluitpanelen met het kenmerk, dat genoemde afsluitinrichting voorts is voorzien van een automatisch werkend, op het samenstel van afsluitpanelen werkzaam, met veeropspanmiddelen uitgevoerd ontsluitingsmechanisme en een uitschakelbaar uitgevoerd arreteermechanisme, waarbij de veeropspanmiddelen bij het, in een een uitschuifstand brengen van het samenstel van panelen met behulp van het aandrijfmechanisme, in een opgespannen toestand wordt gebracht, waarbij het arreteermechanisme is ingericht voor het, bij een in ruststand verkerend aandrijfmechanisme, vasthouden van het samenstel van afsluitpanelen in de alsdan bereikte schuifstand, en waarbij het onsluitingsmechanisme is ingericht voor het, bij een in uitgeschakelde toestand verkerend arreteermechanisme en bij, in opgespannen toestand verkerende veeropspanmiddelen, in een samengeschoven toestand brengen van het samenstel van afsluitpanelen.9. Slidingly designed shut-off device for an escape route system, adapted to a roof or floor construction with passage opening, which shut-off device comprises an assembly of shut-off panels, which work together in parallel, using two guide rails arranged in parallel and which shut-off device is provided with a drive mechanism. for bringing said assembly of closing panels into an arbitrary sliding position, characterized in that said closing device is furthermore provided with an automatically acting spring-releasing unlocking mechanism acting on the assembly of closing panels and a locking mechanism which can be switched off, the spring clamping means being at the bringing the assembly of panels into an extended position with the aid of the drive mechanism, being brought into a clamped position, the locking mechanism being adapted to be in a rest position drive mechanism, retaining the assembly of closing panels in the sliding position then achieved, and wherein the unlocking mechanism is adapted to bring the assembly of closing panels into a retracted state, in the case of a shut-off mechanism in the off-position, and in the case of spring-clamping means in the clamped state. 10. Afsluitinrichting volgens conclusie 9 met het kenmerk, dat genoemde veermiddelen als een om een roteerbare rol gedraaide torsieveer zijn uitgevoerd.Closing device according to claim 9, characterized in that said spring means are designed as a torsion spring rotated about a rotatable roller. 11. Afsluitinrichting volgens conclusie 10 met het kenmerk, dat het ontsluitingsmechanisme is voorzien van een op de rotatiebeweging van de rol werkzaam vertragingsmechanisme.Locking device according to claim 10, characterized in that the unlocking mechanism is provided with a retarding mechanism acting on the rotary movement of the roller. 12. Afsluitihrichting volgens conclusie 11 met het kenmerk, dat het vertragingsmechanisme een tweetal samenwerkende tandwielen omvat, waarvan er één op de rol is aangebracht, en het andere tandwiel in een als een vloeistofrem uitgevoerde behuizing gelagerd is.A closing device according to claim 11, characterized in that the retarding mechanism comprises two co-operating gears, one of which is arranged on the roller, and the other gear is mounted in a housing designed as a liquid brake. 13. Afsluitinrichting volgens conclusie 10 met het kenmerk, dat het met veermiddelen uitgevoerd ontsluitingsmechanisme een op de roteerbare rol aangebracht opwindorgaan omvat, welke is voorzien van een kabel- of kettingvormige geleider, welke geleider tevens is bevestigd aan één der schuifpanelen.Closing device according to claim 10, characterized in that the unlocking mechanism, which is provided with spring means, comprises a winding member arranged on the rotatable roller, which is provided with a cable or chain-shaped guide, which guide is also attached to one of the sliding panels. 14. Afsluitinrichting volgens conclusie 9 met het kenmerk, dat het met veermiddelen uitgevoerd ontsluitingsmechanisme een spiraal- of trekveer omvat, waarvan één der uiteinden aan een vast deel van de afsluitinrichting is bevestigd, en het andere uiteinde aan een schuifpaneel.Locking device according to claim 9, characterized in that the unlocking mechanism, which is designed with spring means, comprises a spiral or tension spring, one of the ends of which is attached to a fixed part of the closing device, and the other end to a sliding panel. 15. Afsluitinrichting volgens conclusie 9 met het kenmerk, dat het arreteermechanisme een, op een schuifpaneel aangebracht magnetisch element omvat, dat bij een in ruststand verkerend aandrijfmechanisme samenwerkt met een vast randdeel of geleidebaan van de afsluitinrichting.Closing device according to claim 9, characterized in that the locking mechanism comprises a magnetic element mounted on a sliding panel, which, in the case of a driving mechanism in rest position, cooperates with a fixed edge part or guide track of the closing device. 16. Afsluitinrichting volgens conclusie 9 met het kenmerk, dat het arreteermechanisme een op een schuifpaneel aangebracht eiectrisch bedi-enbaar palmechanisme omvat, dat bij een in ruststand verkerend aandrijfmechanisme aangrijpt in een op een vast randdeel of geleidebaan van de afsluitinrichting aanwezige tandvergrendelbaan.Locking device according to claim 9, characterized in that the locking mechanism comprises an electrically controllable ratchet mechanism mounted on a sliding panel, which engages in a tooth locking path provided on a fixed edge part or guideway of the closing device when the drive mechanism is in rest position. 17. Afslultlnrlchting volgens conclusie 10, waarbij het aandrijfmechanisme een electromotor omvat met het kenmerk, dat het arreteermechanïsme als een op de aandrijfas van de electromotor aangebrachte magneetkoppeling is uitgevoerd, en dat de electromotor via de magneetkoppeling en onder tussenkomst van overbrengingsmiddelen met genoemde roteerbare rol samenwerkt.Dispenser as claimed in claim 10, wherein the driving mechanism comprises an electric motor, characterized in that the locking mechanism is designed as a magnetic coupling mounted on the driving shaft of the electric motor, and in that the electric motor cooperates with said rotatable roller via the magnetic coupling and with the aid of transmission means. . 18. Afsluitinrichting volgens conclusie 15, 16 of 17 met het kenmerk, dat de afsluitinrichting een rook-, brand- en/of dampmeldsensor omvat voor de regeling van genoemd arreteermechanisme.Shut-off device according to claim 15, 16 or 17, characterized in that the shut-off device comprises a smoke, fire and / or vapor detector sensor for controlling said locking mechanism. 19. Afsluitinrichting volgens conclusie 9 met het kenmerk, dat de afsluitinrichting is voorzien van een laddervormige constructie, waarvan één uiteinde draaibaar is om een, aan de afsluitinrichting of daarmee vast verbonden element bevestigde, horizontaal opgestelde draaiingsas, en dat één der panelen is voorzien van een ophangbeugel, waarop een niet met genoemd uiteinde samenvallend deel van de laddervormige constructie rust.Closing device according to claim 9, characterized in that the closing device is provided with a ladder-shaped construction, one end of which is rotatable about a horizontally disposed axis of rotation fixed to the closing device or element connected thereto, and that one of the panels is provided with a suspension bracket on which a part of the ladder-shaped construction not coinciding with said end rests. 20. Afsluitinrichting volgens conclusies 18 en 19 met het kenmerk, dat de afsluitinrichting nog is voorzien van een door genoemde sensor te besturen electromagneetschakeling, welke samenwerkt met genoemde ladder.A closing device according to claims 18 and 19, characterized in that the closing device is further provided with an electromagnet circuit to be controlled by said sensor, which co-action with said ladder. 21. Voorzetbalkon ten gebruike voor een vluchtwegsysteem, welk voorzetbalkon is voorzien van aanhechtingsmiddelen ter bevestiging van het balkon aan een muur, van een hekwerk met openklaphek, een in de vloerbodem van het balkon opgenomen doorlaatopening, welke aan de bovenzijde is voorzien van een wegklapbare afdekplaat en aan de onderzijde van een draaibaar opgehangen neerklapbaar laddervormige constructie.21. Front balcony for use for an escape route system, which front balcony is provided with attachment means for attaching the balcony to a wall, of a fence with opening gate, a passage opening incorporated in the floor of the balcony, which is provided with a folding cover plate at the top and at the bottom of a rotatably suspended fold-down ladder-like construction. 22. Voorzetbalkon volgens conclusie 21 met het kenmerk, dat de afdekplaat in neerwaartse richting kantelbaar is uitgevoerd, en voorzien is van een, met de laddervormige constructie samenwerkende afstandshouder.22. Balancing balcony as claimed in claim 21, characterized in that the cover plate is designed to tilt downwards and is provided with a spacer cooperating with the ladder-like construction. 23. Voorzetbalkon volgens conclusie 21 met het kenmerk, dat de afdekplaat in opwaartse richting kantelbaar is uitgevoerd, en voorzien is van een, met de laddervormige constructie samenwerkend bewe g i ngs overbre ngi ngsme chan i sme.23. Front balcony according to claim 21, characterized in that the cover plate is tiltable in an upward direction and is provided with a movement mechanism co-operating with the ladder-shaped construction. 24. Voorzetbalkon volgens conclusie 23 met het kenmerk, dat het bewegingsoverbrengingsmechanisme als een hefboommechanisme is uitgevoerd.24. Front balcony according to claim 23, characterized in that the motion transmission mechanism is designed as a lever mechanism. 25. Voorzetbalkon volgens conclusie 21 met het kenmerk, dat het openklaphek is voorzien van verend aangedreven vergrendelmiddelen, welke in koppeling zijn gebracht met de laddervormige constructie.25. Front balcony according to claim 21, characterized in that the folding gate is provided with resiliently driven locking means, which are coupled to the ladder-shaped construction.
NL9100189A 1990-11-15 1991-02-01 Shutter installation for access ways through walls or roof - provides exit for persons during emergency by panels folded like bellows NL9100189A (en)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9100189A NL9100189A (en) 1990-11-15 1991-02-01 Shutter installation for access ways through walls or roof - provides exit for persons during emergency by panels folded like bellows

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9002503 1990-11-15
NL9002503A NL9002503A (en) 1990-11-15 1990-11-15 Shutter installation for access ways through walls or roof - provides exit for persons during emergency by panels folded like bellows
NL9100189 1991-02-01
NL9100189A NL9100189A (en) 1990-11-15 1991-02-01 Shutter installation for access ways through walls or roof - provides exit for persons during emergency by panels folded like bellows

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL9100189A true NL9100189A (en) 1992-06-01

Family

ID=26646776

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9100189A NL9100189A (en) 1990-11-15 1991-02-01 Shutter installation for access ways through walls or roof - provides exit for persons during emergency by panels folded like bellows

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL9100189A (en)

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR3014463A1 (en) * 2015-01-30 2015-06-12 Campenon Bernard Regions DEVICE FOR AUTOMATICALLY OPENING / CLOSING A TRAPPER
CN105525860A (en) * 2016-02-01 2016-04-27 茹朝贵 Independent ladder

Cited By (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR3014463A1 (en) * 2015-01-30 2015-06-12 Campenon Bernard Regions DEVICE FOR AUTOMATICALLY OPENING / CLOSING A TRAPPER
EP3051049A1 (en) * 2015-01-30 2016-08-03 Campenon Bernard Regions Device for automatic opening/closing of a door
CN105525860A (en) * 2016-02-01 2016-04-27 茹朝贵 Independent ladder

Similar Documents

Publication Publication Date Title
ES2602208T3 (en) Fire or smoke barrier
US5050660A (en) Screen door for large door opening
EA000292B1 (en) Movable covering device, particularly for swimming pools
US6102155A (en) Combined window and emergency escape ladder
US4381046A (en) Fire escape ladder storage and deployment device
RU2123570C1 (en) Sluice-like check-point for personnel
NL9100189A (en) Shutter installation for access ways through walls or roof - provides exit for persons during emergency by panels folded like bellows
KR101225755B1 (en) Guardrail of veranda for evacuating
US5131493A (en) Emergency stairs for external mounting on buildings
US5893431A (en) Basement emergency exit assembly
NL9002503A (en) Shutter installation for access ways through walls or roof - provides exit for persons during emergency by panels folded like bellows
CH671757A5 (en)
GB2441321A (en) Deployable wheelchair ramp
RU80117U1 (en) DEVICE FOR EVACUATION OF PEOPLE FROM ALTITUDE BUILDINGS AND CONSTRUCTIONS
FR2471346A1 (en) SAFETY DEVICE FOR SAVING PERSONS IN CASE OF FIRE IN A HIGH-HEIGHT BUILDING
WO2003092818A1 (en) Retractable anti-smoke screen gallery for confined spaces
NL1002655C2 (en) Sliding-roof structure on supporting frame for office and businesses
US3777846A (en) Fire escape
KR102633798B1 (en) Fall protection cage for bridge
KR102642670B1 (en) Device of entrance and exit for bridge inspection
US5749438A (en) Safety device for emergency exits
RU2029837C1 (en) Convertible stairs for passage between floors of building
KR102602687B1 (en) Horizontally Installed Emergency Exit
BE1020174A3 (en) BALUSTRADE FOR AT LEAST PARTIAL OR TEMPORARY PROTECTION OF A SPACE.
JPH03297478A (en) Fire shutter

Legal Events

Date Code Title Description
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BN A decision not to publish the application has become irrevocable