NL9002879A

NL9002879A - POSITIONING DEVICE.

Info

Publication number: NL9002879A
Application number: NL9002879A
Authority: NL
Original assignee: Ingbureau Sanders
Priority date: 1990-12-27
Filing date: 1990-12-27
Publication date: 1992-07-16
Also published as: NL193937B; DE9112037U1; NL193937C

Description

POSITIONERINGSINRICHTINGPOSITIONING DEVICE

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op eeninrichting voor het ten opzichte van elkaar positioneren vanaan elkaar te koppelen voertuigen.The present invention relates to a device for positioning vehicles to be coupled to each other relative to each other.

Voor het aan elkaar koppelen van voertuigen is hetvan belang om de voertuigen zodanig ten opzichte van elkaarte positioneren, dat d.m.v. op de voertuigen aangebrachtesamenwerkende koppelorganen een koppeling tot stand gebrachtkan worden. Een probleem dat zich hierbij echter voordoetis, dat de massa van de te koppelen voertuigen vaak zo grootis, dat meerdere personen nodig zijn om ze ten opzichte vanelkaar te bewegen. Daarnaast kunnen als gevolg van de optre¬dende massatraagheidskrachten kleine positioneringsbewegin-gen niet of nauwelijks nauwkeurig uitgevoerd worden.For coupling vehicles together it is important to position the vehicles relative to each other in such a way that Coupling coupling members mounted on the vehicles can be coupled. A problem that arises here, however, that the mass of the vehicles to be coupled is often so great that several persons are required to move them relative to each other. In addition, as a result of the emerging mass inertial forces, small positioning movements can hardly be performed, if at all.

De onderhavige uitvinding heeft derhalve tot doel tevoorzien in een inrichting waarmee te koppelen voertuigen opeen eenvoudige wijze zodanig ten opzichte van elkaar gepo¬sitioneerd kunnen worden, dat een koppeling tot stand ge¬bracht kan worden. Dit wordt volgens de uitvinding bereiktdoor een positioneringsinrichting als beschreven in conclu¬sie 1.The object of the present invention is therefore to provide a device with which vehicles to be coupled can be positioned relative to each other in a simple manner such that a coupling can be effected. This is achieved according to the invention by a positioning device as described in claim 1.

Door het geleidingselement ten opzichte van hetvoertuig waarmee het beweegbaar is verbonden te verplaatsen,worden de voertuigen naar elkaar toegetrokken. Door een ge¬schikte uitvoering van de inrichting kan dit dan zodaniggeschieden dat de te koppelen delen van de voertuigen in devoor het koppelen nauwkeurig juiste positie ten opzichte vanelkaar worden gebracht. De benodige kracht kan, ook wanneerde aandrijfmiddelen handaandrijfmiddelen zijn, zeer beperktzijn.By moving the guide element relative to the vehicle to which it is movably connected, the vehicles are drawn towards each other. By a suitable embodiment of the device, this can then be done in such a way that the parts of the vehicles to be coupled are brought into exactly the correct position relative to each other before coupling. The required force, even when drive means are manual drive means, can be very limited.

Een zeer gunstige uitvoeringsvorm van de inrichtingwordt gekenmerkt in conclusie 2. Nadat het geleidingsele- xnement in aangrijping is gebracht, worden door eenvoudigverdraaien van het positioneringsdeel, de twee voertuigennaar elkaar toebewogen.A very favorable embodiment of the device is characterized in claim 2. After the guide element has been engaged, the two vehicles are moved towards each other by simply turning the positioning part.

Een gebruiksvriendelijke uitvoering wordt verkregenmet de maatregelen van conclusie 3. Een om de rotatieasverdraaibare stang of dergelijke kan eenvoudig tot op eengeschikte hoogte uitsteken, zodat de inrichting rechtopstaand kan worden bediend.A user-friendly embodiment is obtained with the features of claim 3. A rod or the like rotatable about the axis of rotation can easily protrude to a suitable height, so that the device can be operated upright.

Met de uitvoering van conclusie 4 wordt op gunstigewijze bereikt, dat zonder verdere manipulaties de aanhang¬wagenkoppeling nauwkeurig boven de trekkogel wordt geposi¬tioneerd, zodat nog slechts de aanhangwagenkoppeling op detrekkogel neergelaten behoeft te worden om de koppeling totstand te brengen.The embodiment of claim 4 advantageously achieves that without further manipulations the trailer coupling is accurately positioned above the tow ball, so that only the trailer coupling needs to be lowered on the tow ball to effect the coupling.

Met de maatregel van conclusie 5 wordt het bedie¬ningsgemak van de inrichting volgens de uitvinding verdervergroot. Met de haak wordt een eerste, eenvoudig te reali¬seren verbinding tot stand gebracht, waarna niet meer hetrisico bestaat, bijvoorbeeld door bewegingen van de voertui¬gen ten gevolge van de terreingesteldheid de verbinding methet geleidingselement wordt verbroken.With the measure of claim 5 the ease of operation of the device according to the invention is further increased. With the hook, a first connection which is easy to realize is established, after which the risk no longer exists, for example due to movements of the vehicles as a result of the terrain conditions the connection with the guide element is broken.

De uitvinding wordt verder toegelicht aan de handvan een tweetal voorbeelden, waarbij verwezen wordt naar debijgevoegde tekening, waarin overeenkomstige onderdelenovereenkomstig genummerd zijn, en waarin: fig. 1 een perspectivisch aanzicht is van eenpositioneringsinrichting volgens de uitvinding; fig. 2 een schematische perspectivische weergave isvan de wijze van gebruik van de inrichting volgens de uit¬vinding; fig. 3 een gedeeltelijk weggebroken perspectivischaanzicht is van een alternatieve uitvoeringsvorm van depositioneringsinrichting volgens de uitvinding; en fig. 4 een gedeeltelijk weggebroken perspectivischaanzicht is van de inrichting van fig. 3 tijdens het ge¬bruik.The invention is further elucidated with reference to two examples, reference being made to the accompanying drawing, in which corresponding parts are numbered correspondingly, and in which: fig. 1 is a perspective view of a positioning device according to the invention; Fig. 2 is a schematic perspective view of the manner of use of the device according to the invention; fig. 3 is a partly broken away perspective view of an alternative embodiment of deposition device according to the invention; and FIG. 4 is a partly broken away perspective view of the device of FIG. 3 during use.

Een positioneringsinrichting 1 (fig. 1) omvat eenbevestigingsdeel 2, een positioneringsdeel 3 en een bedie- ningsdeel 4. Het bevestigingsdeel 2 omvat een lagerbus 5,waarin een as 6 van het pósitioneringsdeel 3 beweegbaaropgenomen is. Het pósitioneringsdeel 3 omvat verder een aanéén uiteinde van de as 6 bevestigd, zich spiraalvormig vande as 6 verwijderend geleidingselement 7. Het bedieningsdeel4 heeft de gedaante van een L-vormige hefboom 8 die zwenk-baar opgenomen is in een op het eind van de as 6 aangebrach¬te lagerbus 9.A positioning device 1 (fig. 1) comprises a fixing part 2, a positioning part 3 and an operating part 4. The fixing part 2 comprises a bearing bush 5, in which a shaft 6 of the positioning part 3 is movably received. The positioning part 3 further comprises a guiding element 7 fixed at one end of the shaft 6, spiraling away from the shaft 6. The operating part 4 has the form of an L-shaped lever 8 which is pivotally received in an end of the shaft 6 fitted bearing bush 9.

Om twee aan elkaar te koppelen voertuigen zodanigten opzichte van elkaar te positioneren dat een koppelingtot stand kan worden gebracht, worden de voertuigen zodanignaar elkaar toe bewogen dat de samenwerkende koppelorganen11,12 in eikaars nabijheid komen (fig. 2). Vervolgens wordthet in hoofdzaak omgekeerd U-vormig bevestigingsdeel 2 vande positioneringsinrichting 1 in de richting van de pijl Aop hét eerste koppelorgaan 11 geplaatst, waar het wordtvastgehouden door groefvormige houdelementen 13. Het vrijeuiteinde 10 van het geleidingselement 7 wordt om het anderekoppelorgaan 12 gehaakt (weergegeven met onderbroken lij¬nen) , waarna de hefboom 8 zodanig in de lagerbus 9 gezwenktwordt dat hij nagenoeg dwars op de as 6 van het positione-ringsdeel 3 staat, en in de richting van de pijl Dt gero¬teerd wordt. Hierdoor roteert de as 6 in de lagerbus 5, enwordt hij door de spiraalvorm van het geleidingselement 7 inde richting D2 bewogen, naar het tweede koppelorgaan 12 toe.Wanneer het tweede koppelorgaan 12 het dichtst bij de as 6gelegen eind van het geleidingselement 7 bereikt heeft stoktdoor de vorm van het geleidingselement 7 de beweging van hetpósitioneringsdeel 3. De samenwerkende koppelorganen 11, 12zijn dan zodanig ten opzichte van elkaar gepositioneerd, datop eenvoudige wijze de koppeling tot stand gebracht kanworden, in het getoonde geval bijvoorbeeld door het koppel¬orgaan 11 met zijn uitsparing 14 om de bol 15 van het kop¬pelorgaan 12 te laten zakken.In order to position two vehicles to be coupled together in such a way that a coupling can be effected, the vehicles are moved towards each other such that the cooperating coupling members 11, 12 come into close proximity (Fig. 2). Subsequently, the substantially inverted U-shaped fastening part 2 of the positioning device 1 is placed in the direction of the arrow A on the first coupling member 11, where it is held by groove-shaped holding elements 13. The free end 10 of the guiding element 7 is hooked around the other coupling member 12 (shown with interrupted lines), after which the lever 8 is pivoted in the bearing sleeve 9 so that it is substantially transverse to the axis 6 of the positioning part 3, and is rotated in the direction of the arrow Dt. As a result, the shaft 6 rotates in the bearing bush 5, and is moved through the spiral shape of the guiding element 7 in the direction D2, towards the second coupling member 12. When the second coupling member 12 has reached the end of the guiding element 7 closest to the shaft 6. the shape of the guiding element 7 the movement of the positioning part 3. The cooperating coupling members 11, 12 are then positioned relative to each other in such a manner that the coupling can be effected in a simple manner, in the case shown for instance by the coupling member 11 with its recess 14 to lower the bulb 15 of the header 12.

Bij een alternatieve uitvoeringsvorm van de posi¬tioneringsinrichting volgens de uitvinding (fig. 3) omvathet bevestigingsdeel 2 een lijfplaat 16 waarop een tweetalmoffen 17 aangebracht is. De positioneringsinrichting 1 wordt op het koppelorgaan 11 aangebracht door de moffen 17van het bevestigingsdeel 2 om een tweetal op het koppelor¬gaan 11 aahgebrachte pennen 18 te schuiven.In an alternative embodiment of the positioning device according to the invention (fig. 3) the fastening part 2 comprises a body plate 16 on which a pair of muffs 17 are arranged. The positioning device 1 is arranged on the coupling member 11 through the sleeves 17 of the fastening part 2 to slide two pins 18 mounted on the coupling member 11.

Het bedieningsdeel 4 bestaat bij deze uitvoerings¬vorm uit een eenvoudig op de as 6 aan te brengen handgreep(fig. 4). In de weergegeven stand aan het eind van de posi-tioneringsbeweging ligt de bol 15 van het koppelorgaan 12juist in register met de uitsparing 14 in het koppelorgaan11.The operating part 4 in this embodiment consists of a handle which can be easily mounted on the shaft 6 (fig. 4). In the position shown at the end of the positioning movement, the bulb 15 of the coupling member 12 is just in register with the recess 14 in the coupling member 11.

In plaats van de getoonde zwenkbeweging van hetpositioneringsdeel 3 om een nagenoeg verticale as 6, is na¬tuurlijk ook denkbaar dat het positioneringsdeel 3 aangrijptop een ander deel van het koppelorgaan 12 en derhalve eenzwenkbeweging om een andersgerichte as beschrijft. Ook iseen positioneringsinrichting denkbaar waarbij het positi¬oneringsdeel een rechtlijnige beweging uitvoert.Instead of the shown pivoting movement of the positioning part 3 about a substantially vertical axis 6, it is of course also conceivable that the positioning part 3 engages on another part of the coupling member 12 and therefore describes a pivoting movement about a differently oriented axis. A positioning device is also conceivable in which the positioning part carries out a rectilinear movement.

Claims

1. Device for positioning vehicles to be coupled to each other relative to each other, comprising a movable bearing positioning part to be connected to one of the vehicles, comprising a guiding element connected to the other vehicle engaging and driving means connected to the guiding element for the vehicle moving the guide element engaging the other vehicle.

2. Device as claimed in claim 1, wherein the positioning part is rotatably mounted about a rotation axis and the guiding element extends spirally from the rotation axis removing and the driving means are rotation driving means.

., 3 ,. Device as claimed in claim 2, wherein the positioning part is mounted rotatably about a vertical axis of rotation.

4. Device as claimed in claim 2 or 3, for directly coupling a towing vehicle towing vehicle to a trailer provided with a towing coupling engageable on the towing ball, comprising a fixing part engaging on the trailer coupling, which bearing one rotation axis defining bearing for the positioning part and wherein the guide element is shaped such that it can engage with a neck extending under the actual pull ball.

5. Device as claimed in any of the foregoing claims 2-4, wherein the guide element at the end furthest from the axis of rotation comprises a bent-back hook.

6. Device as claimed in any of the foregoing claims 2-5, wherein the rotation drive means comprise an arm pivotally connected to the guide element pivotally about an axis transversely of the axis of rotation.