NL9002427A - Ophanghaak. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Ophanghaak

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een ophanghaak, in het bijzonder voor het aan een plafond ophangen van profielstaven, die gezamenlijk een rooster vormen voor het dragen van plafondplaten.

De tegenwoordig in de handel verkrijgbare profielstaven hebben in het algemeen een dwarsdoorsnede in de vorm van een omgekeerde T, dus met een centraal lijf deel dat aan de onderkant aan beide zijden een vanaf dit lijfdeel uitstekende draagflens voor de plafondplaten heeft. Het lijfdeel heeft hierbij aan het vrije bovenste uiteinde een hol kokervormig gedeelte, dat dient voor het verhogen van de stijfheid van de profielstaven.

Dergelijke profielstaven worden in het algemeen opgehangen met behulp van een haak, die is gevormd uit een stuk metaaldraad met een dikte van ongeveer 4 mm en dwars door een in het lijfdeel aangebrachte opening wordt gestoken. Deze constructie heeft het nadeel dat de haken uitsteken boven de draagflenzen en zodoende het aanbrengen van de plafondplaten belemmeren. In de Europese octrooiaanvrage 0 387 964 van Aanvrager is reeds voorgesteld de profielstaven aan de bovenzijde van het kokervormige gedeelte te voorzien van geschikte openingen en de haken in de lengterichting van de profielstaven door het kokervormige gedeelte te voeren. Hiertoe is in de bovengenoemde Europese aanvrage het kokervormige gedeelte, gezien in de richting van het lijfdeel enigszins langwerpig uitgevoerd, teneinde het insteken en het opnemen van de haak mogelijk te maken.

Bij de bekende profielstaven is het kokervormige gedeelte evenwel dermate ondiep, dat er onvoldoende ruimte aanwezig is voor het opnemen van een haak, die voldoende sterk is en voldoende draagvermogen heeft.

De onderhavige uitvinding beoogt nu een ophanghaak te ver- schaffen, die gemakkelijk kan worden opgenomen in het kokervormige gedeelte van de heden in de handel verkrijgbare profielstaven, welke haak een voldoende sterkte heeft, om de profielstaven te dragen, zonder dat het gevaar aanwezig is dat de profielstaven onder belasting uitscheuren.

Deze oogmerken worden volgens de uitvinding bereikt door middel van de in het kenmerkende gedeelte van conclusie 1 aangegeven kenmerken.

Andere doelmatige en voordelige kenmerken blijken uit de onderconclusies.

De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de bijgaande tekening, waarin: -

Fig. 1 een isometrisch aanzicht toont van een in de handel verkrijgbare profielstaaf, waarin openingen zijn aangebracht voor het opnemen van een ophanghaak volgens de uitvinding? Fig. 2 een perspectivisch aanzicht toont van de ophanghaak volgens de uitvinding;

Fig. 3 een longitudinale doorsnede toont van de profielstaaf, waarbij de ophanghaak uit figuur 2 hierin is opgenomen.

Figuur 1 laat een in de handel verkrijgbare profielstaaf 1 zien, die in dwarsdoorsnede de vorm heeft van een omgekeerde T. De profielstaaf bestaat uit een centraal lijfdeel 2, dat aan de onderzijde is voorzien van hiervan afstaande flenzen 3 en 4, waarop hier niet weergegeven plafondplaten komen te rusten. Het lijfdeel is aan het bovenste vrije uiteinde voorzien van een hol kokervormig gedeelte 5, dat dient ter verstijving van de profielstaaf. Dit kokervormige gedeelte heeft in de weergegeven uitvoeringsvorm een rechthoekige dwarsdoorsnede, en maakt een relatief klein deel uit van het totale lijfdeel.

In het bovenoppervlak van het kokervormige gedeelte zijn een tweetal openingen 6 en 7 aangebracht voor het opnemen van de hierna aan de hand van figuur 2 te beschrijven ophanghaak 8 volgens de uitvinding.

Zoals blijkt uit figuur 2 is de ophanghaak 8 vervaardigd uit plaatmateriaal, en bestaat uit een bevestigingsdeel dat wordt gevormd door een strookvormig deel 9 dat in de weergegeven stand aan het bovenste einde is omgezet voor het vormen van een nagenoeg horizontaal vlak 10. Dit vlak 10 bevat middelen om de haak aan een aan het plafond bevestigde staaf 11 te bevestigen. Deze middelen zijn reeds beschreven in de reeds genoemde Europese octrooiaanvrage 0387964 van Aanvrager en worden derhalve hier niet nader besproken.

Aan de onderzijde zet het strookvormige deel 9 zich voort in een tong 12, die met een hoek op het strookvormige deel 9 staat en het feitelijke haakdeel vormt. Dit haakdeel is bestemd om te worden opgenomen in het kokervormige gedeelte 5 van de profielstaaf, en heeft een breedte die ongeveer overeenkomt met die van het kokervormige gedeelte 5.

De tong 12 heeft in het middengebied hiervan een V-vormige verzinking, die een naar beneden toe uitstekende neus 13 vormt. Het vrije uiteinde van de tong 12 is naar boven toe omgezet voor het vormen van een lip 14. De tong 12 bestaat zodoende vanaf het strookvormige gedeelte 9 uit een eerste aanligvlak 15, de neus 13, een tweede aanligvlak 16 en de lip 14.

De werking van de ophanghaak volgens de uitvinding zal worden toegelicht aan de hand van figuur 3. Zoals het duidelijkst is te zien in figuur 1, bestaan de openingen in de bovenzijde van het kokervormige gedeelte 5 van de profielstaaf uit een lange opening 7 en uit een korte opening 6. De het haakdeel vormende tong 12 wordt via de opening 7 in het kokervormige gedeelte 5 gevoerd, waarbij aanvankelijk de punt van de neus 13 tegen de onderkant van het kokervormige gedeelte en het vrije uiteinde van de lip 14 tegen de bovenkant van dit gedeelte aanligt.

Deze stand wordt mogelijk gemaakt door de verende werking van de neus 13, waardoor het tweede aanligvlak 16 kan verdraaien ten opzichte van het eerste aanligvlak 15. De ophanghaak wordt nu in figuur 3 verder naar links geschoven, totdat de lip 14 in de opening 6 grijpt. Door de veerwerking van de neus 13 zal de ophanghaak worden vastgezet in de in figuur 3 weergegeven stand. Deze veerwerking van de tong 12 maakt het mogelijk een relatief vlak haakdeel te gebruiken, zodat deze ophanghaak geschikt is voor profielstaven, waarvan het kokervormige gedeelte ondiep is. De beide aanlig-vlakken 15 en 16 verschaffen een goede aanligging van de ophanghaak tegen de bovenkant van het kokervormige gedeelte 5, waardoor het eventueel uitscheuren van de profielstaaf wordt vermeden. De neus 13 vormt tezamen met de lip 14 een soort snapverbinding waardoor de ophanghaak stevig in de profielstaaf wordt vastgehouden, waardoor het mogelijk wordt de ophanghaken in de profielstaven aan te brengen voordat deze worden gemonteerd.

De ophanghaak volgens de uitvinding kan gemakkelijk worden aangepast aan de verschillende bestaande profielstaven door de grootte van de neus te wijzigen.

Het zal duidelijk zijn dat de uitvinding niet is beperkt tot de hier weergegeven en beschreven uitvoeringsvorm, maar dat binnen het kader van de uitvinding vele variaties mogelijk zijn. De vorm en de plaats van de neus 13 kunnen bijvoorbeeld naar wens worden gevarieerd. In het weergegeven uit-voeringsvoorbeeld staan de beide aanligvlakken 15 en 16 met een nagenoeg rechte hoek op het strookvormige deel 9. Deze hoek zou eventueel ook enigszins kleiner dan 90° kunnen zijn. In plaats van recht zou het strookvormige deel 9 ook een bocht kunnen hebben teneinde de haak in verticale richting enigszins verend te maken, zodat de haak beter bestand is tegen seismische schokken.

Tenslotte kan de hoek tussen het strookvormige deel 9 en de tong zijn versterkt door een versterkingsrug 17.

Claims (4)

1. Ophanghaak, in het bijzonder voor het aan een plafond ophangen van profielstaven, die gezamenlijk een rooster vormen voor het dragen van plafondplaten en elk een bovenste kokervormig gedeelte hebben, welke ophanghaak bestaat uit een bevestigingsdeel en een haakdeel, welk haakdeel bestemd is om te worden opgenomen in het kokervormige gedeelte van een betreffende profielstaaf, met het kenmerk, dat het haakdeel een in hoofdzaak vlakke vorm heeft met in het middengebied een verzinking (13) ter grootte van de hoogte van het kokervormige gedeelte (5) van de profielstaaf, en aan het vrije uiteinde een opstaande lip (14).

2. Ophanghaak volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het bevestigingsdeel (9,10) en het haakdeel (12) zijn gevormd uit één enkele strook plaatmateriaal.

3. Ophanghaak volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de verzinking (13), het haakdeel verdeelt in twee afzonderlijke aanligvlakken (15,16), waarbij het aan de opstaande lip (14) grenzende aanligvlak (16) groter is dan het andere (15).

4. Ophanghaak volgens de voorafgaande conclusies 1-3, met het kenmerk, dat ter plaatse van de overgang van het bevestigingsdeel (9,10) naar het haakdeel (12) een versterkings-rug (17) is aangebracht.